Dalmore 1978
De geschiedenis van The Dalmore gaat terug tot 1839, het jaar dat Alexander Matheson aan de oevers van de Cromarty Firth, met zicht op Black Isle, The Dalmore uit de grond stampte. Het was van in het begin de bedoeling van Matheson om de gebouwen te verhuren, hij had nooit de intentie de distilleerderij zelf te beheren. De eerste huurder van The Dalmore was de familie Sutherland. Een telg uit deze familie, Margaret Sutherland, die de distilleerderij leidde van 1860 tot 1866, werd bedacht met de bijnaam ‘Sometime distiller’, omdat zij enkel kwam werken als ze daar tijd en vooral zin voor had.
Het is niet de eerste keer dat ik deze 1978 proef, ik weet dus dat ik me mag verheugen op een pareltje van een whisky. Hij rijpte 29 jaar op Amerikaanse eik en daarna nog een tijd op Gonzales Byass sherryvaten.
Dalmore 1978 ‘Sherry Finesse’, 46%, OB 2011, Gonzales Byass casks, 477 bottles
Geweldige sherryneus vind ik dit. Complex, elegant, aromatisch, rijk… en vooral perfect gedoseerd en gebalanceerd. In willekeurige volgorde (de aroma’s komen en gaan) noteer ik honing, vanillefudge, marespein, kersen, bramenconfituur, mokka, praliné, sinaas, ananas, geroosterde amandelen, tabak, munt, sappige eik, zoethout en de geur van sigarendoosjes. Deze opsomming maakt duidelijk dat het een complexe bedoening is, maar allemaal ook erg mooi geïntegreerd en verweven, prachtig. Ook op de smaak zit de balans goed, zeer goed. Er is niets dat overheerst, er is niets dat de rest wat verdringt. Ik heb veel fruit, zowel bosvruchten (bramen, bosbessen, rode bessen), kersen als banaan en ananas. Weinig gedroogd fruit. Amandelen (het is zoet, dat gaat dus richting marsepein opnieuw), boenwas, melkchocolade, praliné, eik, zoethout, peper, kaneel, mokka, tabak, perensiroop, et cetera. Vooral et cetera. Lange afdronk, kruidig en zoet. Xmas cake, gekonfijt fruit en kruiden. Machtige whisky, met de nadruk op balans en complexiteit. 92/100