Spring naar inhoud

Archief voor

Lochside Single Blend

Vandaag een single blend, een 42 jarige Lochside. Single blend zegt u? Wel, dit is zo zeldzaam dat een woordje uitleg op z’n plaats is.
Lochside (definitief gesloten in 1992) is één van de twee Schotse distilleerderijen die zowel malt (100% gemoute gerst) als grain whisky (verschillende graansoorten) distilleerde. Een distillaat van beide uit 1964 werd samen op vat gedaan en is 42 jaar later gebotteld door Scott’s Selection, resulterend in deze schitterende ‘Single Blend’. Single Blend is dus een blend van malt en grain whisky van één en dezelfde distilleerderij.
 
Lochside Single Blend 42y 1964/2006, 47.7%, Scott’s Selection – Highland – 88/100
Deze whisky is een echte fruitbom. Hij heeft vooreerst een schitterende neus met veel citrus (citroen, sinaas), maar ook rozijnen, karamel, vanille, peper… en ook het pallet barst van het fruit. Pompelmoes! Daarnaast tabak, hout, granen, etc.. Erg complex allemaal. Heerlijk lange afdronk met opnieuw veel fruit en granen.

Japan

“For relaxing times, make it Suntory time”. Lost in Translation. Iemand?
 
Vorige maand werd een Japanse whisky uitgeroepen tot beste single malt in de wereld. Het betreft de Yoichi 20y van Nikka. Of ik dit terecht vind, kan ik niet zeggen wegens (nog) niet geproefd. Maar als je de namen van de juryleden bekijkt en weet dat vorig jaar de Talisker 18y met de eer ging lopen, kan ik me moeilijk voorstellen dat de Yoichi een onterechte winnaar zou zijn.
 
In tegenstelling tot wat vele mensen denken, is Japanse whisky geen recent fenomeen. De geschiedenis van de productie van Japanse whisky gaat terug tot het jaar 1870. De eerste commerciële productie dateert van 1924. In dat jaar opende Yamazaki, de eerste officiële Japanse whiskydistilleerderij. Yamazaki is nog steeds actief, maar is in onze contreien niet zo gekend als de namen Nikka of Suntory.

Een belangrijk figuur in de Japanse whiskygeschiedenis is Masataka Taketsuru. In 1917 trok hij naar Schotland om het distillatieproces te bestuderen. Drie jaar later keerde hij met z’n opgedane kennis terug naar Japan om Shinjiro Torii van Kotobukiya (het latere Suntory Co.) met raad en daad bij te staan bij het bouwen van een distilleerderij in Yamazaki, Osaka. Torii was reeds jaren actief in de import van westerse sterke dranken, maar had nu z’n zinnen gezet op het produceren van Japanse whisky, volledig naar het voorbeeld van de Schotten.
Taketsuru werd distillery manager in Japan’s eerste whisky-distilleerderij Yamazaki. Hij bleef dit gedurende tien jaar, waarna hij 1934 in Hokkaido z’n eigen bedrijf oprichtte, Dainipponkaju, later opgedoopt tot het beter bekkende Nikka. In de schoot van Nikka verrees de Yoichi distilleerderij.
 
Vandaag de dag telt Japan een tiental distilleerderijen, te weten:

  • Yamazaki, Osaka, eigendom van Suntory.
  • Hakushu, Yamanashi, eveneens eigendom van Suntory.
  • Yoichi, op het Noordelijk eiland Hokkaido, eigendom van Nikka. Nikka is op zijn beurt eigendom van Asahi Breweries.
  • Miyagikyo, Sendai, ook behorend tot de Nikka groep.
  • Karuizawa, Nagano, eigendom van Mercian, onderdeel van Kirin.
  • Hanyu, in de buurt van Tokyo. Eigendom van Toa, maar gesloten in 2004.
  • Chichibu, onlangs – 2008 – geopend door Ichiro Akuto, kleinzoon van de distillery manager van Hanyu.
  • Fuji-Gotemba, Shizuoka, aan de voet van de beroemde gelijknamige berg, behorend tot de portefeuille van Kirin.
  • Shinshu, Nagano, eigendom van Hombo.
  • White Oak, Hyogo, eigendom van Eigashima Shuzou.

De grote spelers op de Japanse whisky markt zijn dus Suntory (Yamazaki & Hakushu), Nikka (Yoichi & Miyagikyo) en Kirin (Karuizawa, Fuji-Gotemba).
 
Elke distilleerderij gebruikt whisky van eigen distillatie, grotendeels voor blends, maar ook voor single malt whisky. Dit in tegenstelling tot Schotland, waar blends meestal een mengsel zijn van single malt & grain whisky van verschillende distilleerderijen. In Japan zijn de grote whiskybedrijven zowel eigenaar van de distilleerderij als van het label van de blend, en wordt er zelden whisky verhandeld tussen de distilleerders onderling. Blenders hebben in Japan dus beschikking over een veel beperkter arsenaal aan whisky dan hun Schotse tegenhangers. Tegenwoordig wordt dit door de bedrijven gecompenseerd door meerdere types van whisky te produceren. Zo zal een Japanse distilleerder nu zowel zachte, fruitige, rokerige als ge-sherry’de whisky distilleren. Dit leidt tot een grote diversiteit, welke ongetwijfeld mee verantwoordelijk is voor het recente succes van Japanse whisky. Het graan wordt grotendeels geïmporteerd.

Qua stijl leunt Japanse whisky sterk aan bij Schotse whisky, alhoewel het lang heeft moeten opboksen tegen vooroordelen. Men ging er immers wat makkelijk van uit dat whisky van buiten Schotland – alhoewel op dezelfde wijze geproduceerd – nooit hetzelfde niveau kon bereiken. Tot recent, nu Japanse whisky’s op internationale wedstrijden vaak prijzen wegkapen. De export van Japanse single malt whisky zit dan ook in de lift.

Merk ook op dat we Japanse ‘whisky’ schrijven, en niet ‘whiskey’ zoals in Ierland of de VS.
 
Twee Jappen:
 
Yamazaki 10y, 40%, OB 2007 – Japan – 66/100
Neus: duidelijk levertraan. Jeugdtrauma! Drop. Noten. En gestoofd fruit. Ook dat doet me denken aan m’n kinderjaren (de oma fruit stovend aan het fornuis). Wat bitter-zure smaak. Ook afdronk is licht zurig, zonder echt onaangenaam te zijn. Toch wel een tegenvaller.
 
Nikka 12y ‘Sherry & sweet’, 63%, OB 2006, cask 95887, 50cl – Japan – 82/100
Geen deftige notities, enkel ‘sherry & sweet? Inderdaad!’ en een score van 82, dus best wel een lekkere Japanner!
 

Twee officiële Balblairs

Vandaag twee market house whisky’s van Balblair, de tweede oudste distilleerderij van Schotland, gelegen in de Highlands. Een ‘Elements’ botteling van rond de eeuwwisseling en de recentere vintage 1997. Beide maakten weinig indruk.
 
Balblair Elements NAS, 40%, OB 2000 – Highland – 71/100
Deze malt stelt echt niet veel voor. Is naar het schijnt een blend van verschillende leeftijden single malts, gemiddeld een jaar of acht oud. Redelijk licht, granig, beetje fruit en korte, wat bittere afdronk. Snel vergeten.
 
Balblair 1997, 43%, OB 2007 – Highland – 75/100
Spectaculaire fles. Beetje onhandig me dunkt. Signatory is onlangs – eindelijk – gestopt met die brede opening en dop, Balblair komt er nu opnieuw mee op de proppen… Simpele, lichte, maltige neus. Beetje fruit (banaan). Niks bijzonder. Smaak is wat zoet, daarna wordt het wat bitter. Vanille ook. Redelijk povere whisky.

Cairdeas – het proeven

Gisteren stonden ze op mijn terras, de Laphroaig Cairdeas flessen! Allez, toch twee van de drie. Voor m’n eigen gemoedsrust ga ik er maar van uit dat de derde nog onderweg is en dat ze ondertussen niet in de barkast van één van m’n buren is beland.

Na fase I – het bestellen – volgde gisterenavond dus de onvermijdelijke fase II – het proeven. Want het karakter de fles nog enige tijd gesloten te houden, heb ik niet…

Aangezien deze whisky £40 koste, £10 minder dan de 17y 1989 Feis Ile 2007 had ik zo m’n reserves, maar na het proeven schat ik de Cairdeas zelfs een ietsje hoger in. Het prijsverschil zal ‘m liggen in de leeftijd van de whisky. De 2007 was een vintage van 1989 op 17 jaar oud, de 2008 Cairdeas bevat ook wel 17 jarige Laphroaig, maar daarnaast ook jongere quarter cask whisky. Quarter casks zijn kleinere vaten, waarbij het hout een belangrijkere rol speelt in het rijpen.
Binnenkort zet ik beide FOL bottelingen eens naast elkaar, benieuwd of ik vasthoud aan dat puntje extra voor de Cairdeas.
 
Laphroaig Cairdeas, 55%, OB, Feis Ile 2008 – Islay – 91/100
Neus is alvast zalig. Geen zware turf, maar subtiel aanwezig onder de voor de rest erg fruitige tonen. Citrus vooral. Daarnaast ook behoorlijk zoet. Vanille. Suikerspin? Smaak: de citrus en de turf, maar ook iets ziltigs. Hout (de quarter casks niet waar) en naar het einde toe ook peper. Alles erg mooi in balans. Zoete, zilte afdronk, blijft erg lang hangen. My kinda dram!

Duncan Taylor NC²

Vorige week hadden we het over de bottelaar Duncan Taylor. Eén van z’n recentste reeksen is de NC². Deze serie betreft bottelingen op 46% die zowel ‘non chill-filtered’ als ‘non coloured’ zijn, dus ‘NC tot de tweede’.
Hieronder twee bottelingen uit deze reeks met summiere notities:
 
Dailuaine 13y 1994/2007, 46%, Duncan Taylor NC² – Speyside – 74/100
Zacht, fruitig en beetje zoet. In de smaak ook wat kruiden. Vlot drinkbaar, maar geen hoogvlieger.
 
Inchgower 15y 1992/2007, 46%, Duncan Taylor NC² – Speyside – 69/100
Hier heb ik helemaal geen notities van genomen wegens te druk in gesprek. En als het gesprek over whisky gaat… Nu ja, is niet erg want deze vond ik toch niet zo bijzonder. Vandaar ook de matige score, die ik blijkbaar nog wel snel op papier zette.

Ardbeg


 
Ardbeg is één van de zeven nog actieve distilleerderijen op het eiland Islay. Het ligt aan de zuidkust, ten oosten van Laphroaig en Lagavulin.

De geschiedenis van Ardbeg gaat terug tot het jaar 1794, toen Alexander Stewart z’n distilleerderij diende te sluiten. De (illegale) productie werd evenwel niet stilgelegd. In 1798 starte John McDougall samen met enkele boeren uit de buurt de bouw van een nieuwe distilleerderij, welke in 1815 officiëel van start ging en tot 1977 in het bezit van de familie McDougall bleef.
Eind 19e eeuw beleefde Ardbeg z’n hoogdagen. Geleid door twee McDougall zussen telde het 60 personeelsleden (vandaag zijn dat er een tiental) en klom de jaarlijkse productie tot meer dan 1 miljoen liter.
In 1959 werd een nieuwe vennootschap, de Ardbeg Distillery Ltd opgericht

In 1977 kwam Ardbeg in handen van Hiram Walker and Sons, dat later overgenomen werd door Allied Distillers. Allied Distillers bezat in die dagen verschillende distilleerderijen, waaronder ook Laphroaig. Het sloot de distilleerderij in 1981, om het in 1989 op verminderde capaciteit opnieuw op te staren. Het mouten van de gerst werd uitbesteed aan Port Ellen Maltings, dat heden alle distilleerderijen op Islay van mout voorziet. Hierdoor verloor de whisky een deel van z’n rokerig karakter.

Na een nieuwe sluiting in juli 1996 werd Ardbeg in 1997 overgenomen door Glenmorangie Plc. en heropend. Glenmorangie Plc., dat vandaag eigendom is van LVMH (Louis Vuitton Moët Hennessy), investeerde meer dan 1,4 miljoen BP in de verbouwing van Ardbeg en is er in geslaagd de traditie van de sterk geturfde Islay whisky nieuw leven in te blazen.
Ardbeg heeft een mash tun met een inhoud van vier ton en zes washbacks met een gezamenlijke inhoud van 168.000 liter. Per jaar wordt ongeveer 600.000 liter whisky geproduceerd.
De huidige Distillery Manager is Michael “Mickey” Heads die in 2007 Stuart Thomson opvolgde.
 
In 2000 is de ‘Ardbeg Committee’ opgericht, een genootschap dat Ardbeg-liefhebbers – zoals mezelf – over de hele wereld verenigt. Iedereen kan gratis lid worden via de website. Soms worden voor leden van de commissie speciale bottelingen uitgegeven.
 
Wat nog vermeldenswaard is, is dat de volledige productie van Ardbeg naar single malt gaat, wat in de whisky wereld vrij uniek is. Het water van de distilleerderij is afkomstig van Loch Iaran (Airigh Nam Beist) en Loch Uigeadail.
De whisky’s van Ardbeg behoren tot de meest geturfde van Schotland en hebben daarnaast over het algemeen ook een erg fruitig karakter.
 
Twee officiële Ardbeg bottelingen uit 2003:
 
Ardbeg Uigeadail, 54.2%, OB 2003 – Islay – 84/100
Lekkere neus van de zee, naast de te verwachten rook en turf. Wel minder turf dan de 10y. Vanille. Kruidnagel? Smaak ietsje minder, maar wel lekker. Zoet (zoethout?) en zilt, naast de turf. Ook wat bitters. Lange droge afdronk. Beter dan de 10y.
 
Ardbeg 25y ‘Lord of the Isles’, 46%, OB 2003 – Islay – 91/100
Sample van het Whiskyfest 2007 te Oostende. Lekkere Ardbeg neus met veel ‘zee’ (zilt & jodium), rook en sinaas. Zachte smaak, erg fruitig (citroen), zoet en ietsje bitter (karamel), beetje hout, peper en aangename turf. Complex. Erg lange afdronk, medicinaal, rokerig. Subtiel genieten!
 

Enkele klassiekers – de letter T

Talisker 10y, 45.8%, OB 2002 – Skye – 88/100
Dit is nog de doos met de kaart van Isle of Skye, niet de recentere blauwe doos. Een klassieker onder de eiland whiskies. Let op het alcoholpercentage. Talisker bottelt al z’n standaardwhisky’s op 45,8%. Waarom niet gewoon op 46% (of 43%) vraagt u zich af, wel om dat te begrijpen moet je Marketing gestudeerd hebben.
Stevige neus, lichte turf, zilt, rook, njammie! Smaak van de zee, maar ook fruitig en wat zoet. Kruiden en licht rokerig in de (lange) afdronk. Eén van m’n favorieten! Naar het schijnt is de nieuwe botteling minder. I’ll cherish what’s left!
 
Tobermory 10y, 40%, OB 2006 – Mull – 61/100
Muffe neus met behoorlijk wat rubber. Kruidig ook. Zoethout. Iets medicinaals. Hint van turf, maar zonder de rook. Dit wil zeggen dan de turf van de venen komt en niet van het drogen van de gerst. Peperige smaak met ook hier dat licht medicinale. Niet echt aangenaam.
 
Tomintoul 16y, 40%, OB 2006 – Speyside – 77/100
Zacht zoete, wat belegen neus. Fruitig. Perzik? Ook smaak is fruitig. Mooie balans.

Bastaard whisky’s – undisclosed distilleries

Onder de categorie ‘undisclosed distilleries’ vallen bottelingen waarvan de naam van de distilleerderij niet gekend is, of op z’n minst niet vermeld staat op de fles. Vaak betreft het bottelingen van onafhankelijke bottelaars die de naam van de betreffende distilleerder niet mogen gebruiken. Glenfarclas is hier bijvoorbeeld erg strikt in en smeert elke bottelaar die dit verbod aan z’n laars lapt een proces aan. De advocaten van Cadenhead kunnen hier over meespreken.
Een andere veelgebruikte term voor dit type bottelingen is bastaard whisky’s, whisky’s zonder een (gekende) ‘ouder’ dus.
 
Stronachie 12y ‘Replica’ (Benrinnes), 43%, Dewar Rattray, 2006 – Highland – 70/100
De Stronachie distilleerderij werd rond 1930 gesloten, maar Dewar Rattray heeft de legende van deze ‘Lost Distillery’ in 2002 nieuw leven ingeblazen. DR ging op zoek naar de smaak die het dichtst aanleunde bij deze van de – ondertussen heel oude – officiële Stronachie bottelingen. Zo kwam men bij Benrinnes terecht. Deze 12y is dus eigenlijk een 12y Benrinnes.
Lekkere neus met fruit (appel, banaan?) en bloemen. Lichtjes kruidig ook. Smaak is na de neus een tegenvaller. Zacht, zoet en wat kruidig. Kruidnagel? Mist vooral kracht. Korte droge nasmaak. Kan als aperitief. 70 punten, dankzij de neus.
 
Glen Moore 12y, 40%, OB 2005 – Highland – 64/100
Gedronken bij vrienden, maar die hadden de fles gekregen en konden dus niet zeggen waar deze whisky vandaan komt. Heeft op de achterkant een frans opschrift. Ik veronderstel dan ook dat dit een whisky van een niet nader bepaalde distilleerderij is, voor een Franse warenhuisketen. Het deed me het ergste vermoeden, maar was al bij al nog (relatief) aangenaam verrast. Maltige, wat zoete neus en dito smaak.

Duncan Taylor

Duncan Taylor is een onafhankelijke bottelaar gevestigd in het stadje Huntly, midden in Speyside. Het is ook één van de oudste bottelaars van single malt whisky.

Opgestart in 1931 in Glasgow handelde het vooral als trader tussen distilleerderijen, bottelaars en blenders. Maar dit nam niet weg dat het gedurende al die jaren een uitgebreide verzameling aan vaten van verschillende Schotse distilleerderijen kon aanleggen, welke vanaf de verhuis naar Huntly op de markt worden gebracht.
In tegenstelling tot andere bottelaars is het beleid van Duncan Taylor er nu niet meer op gericht vaten te selecteren bij distilleerderijen om deze dan te bottelen, maar wel om lege vaten bij de distilleerder te laten vullen en deze in de warehouses van de betreffende distilleerderij te laten rijpen.

Bekende reeksen van Duncan Taylor zijn The Duncan Taylor Cask Strength Collection, The Rarest of the Rare Cask Strength Collection, Duncan Taylor NC² (hierover volgende week meer), The Whisky Galore Single Malt Collection en The Lonach Collection of Single Malt Scotch Whiskies.
Deze laatste serie betreft bottelingen van verschillende vaten waarvan er één of meerdere een alcoholpercentage hebben van minder dan 40%. Wanneer het percentage van de whisky in een vat geen 40% meer bedraagt, mag het distillaat de naam ‘whisky’ niet meer dragen en dus ook niet als dusdanig gebotteld worden. Het vermengen met andere vaten van dezelfde distilleerderij met een hoger alcoholpercentage maakt dat het geheel wel als ‘whisky’ door het leven kan gaan.
Naast single malt whisky bottelt Duncan Taylor ook blends en wat m’n ‘bastard’ whisky’s of whisky’s van ‘undisclosed distilleries’ noemt, whisky’s zonder referentie naar de distilleerderij. Voorbeelden hiervan zijn The Big Smoke, Scottisch Glory Superior en de Auld reekie 12y.
 
Proefnotities van drie Speysiders, door Duncan Taylor op vatsterkte gebotteld:
 
Caperdonich 38y 1968/2006, 56.3%, Duncan Taylor, cask 2616, 174 bottles – Speyside – 85/100
Meer dan 56% na 38 jaar op vat gelegen te hebben, sterk! Lekkere neus met enorm veel fruit. Tropisch fruit (passievrucht), maar ook perzik en peer. Beetje anijs ook. Smaak is al even fruitig, met vooral perzik hier. Ook wat zoet (honing) en kruidig. Lange, zoete en fruitige afdronk. Lekkere whisky!
 
Dallas Dhu 25y 1981/2007, 57.9%, Duncan Taylor, cask 419, 261 bottles – Speyside – 80/100
Zoet en granig in de neus. Smaak van kruiden (nootmuskaat?) en fruit. Duidelijk sinaas. Vrij korte afdronk op lekkere citrus. Eenvoudig maar erg aangenaam.
 
Knockando 25y 1980/2005, 48.3%, Duncan Taylor Auld Collection – Speyside – 77/100
Frisse, kruidige neus. Bloemig ook. Doet me wat denken aan een witte wijn (appelbloesem). Neigt na enige tijd wat naar het zure. Smaak is erg droog en bitter, maar eerder aangenaam bitter. Beetje kruidig, beetje granig. Middellange droge afdronk.

The Whisky Exchange (TWE) en hun Single Malts of Scotland (SMoS)

The Whisky Exchange, onderdeel van Speciality Drinks van de gebroeders Sukhinder en Rajbir Singh is een begrip in Groot-Brittannië en ver daarbuiten. Deze online whiskyhandel zag het licht in 1999. Op de website vind je meer dan 1.500 whisky’s, alsook honderden cognacs, rums en andere geestrijke dranken.
Aangezien het aanbod aan andere dranken de jongste jaren enorm is toegenomen en het niet evident is een cognac te zoeken op een website die de naam ‘The Whisky Exchange’ draagt, werd recent www.specialitydrinks.com uit de grond gestampt. Op deze site vind je een duizendtal diverse sterke dranken, waaronder heel wat zeldzame bottelingen, van rum tot absynth, van armagnac tot tequila.
Recent opende The Whisky Exchange een winkel in hartje Londen, welke ik eind deze maand met een bezoekje (en ongetwijfeld aankoop) ga verblijden.

Door de jaren heen kon TWE de hand leggen op vaten single malt whisky van verschillende Schotse distilleerderijen. Deze whisky’s worden sinds 2005 gebotteld onder het Single Malts of Scotland (SMoS) label, en natuurlijk te koop aangeboden op de website. Heel wat van deze bottelingen vind je trouwens ook bij andere whiskyslijters over de hele wereld.
Het merendeel (van 10 tot 40 jaar oud) wordt als single cask en op vatsterkte gebotteld, en altijd uncoloured en un-chillfiltered.
 
Ardmore 12y 1994/2007, 46%, TWE Single Malts of Scotland, casks 578 & 598, 745 bottles – Speyside – 80/100
Botteling van twee Hogshead vaten. Scherpe neus die langzaam toegankelijker wordt. Granen en wat kruiden. Peper. Lichte rook. Gerookte zalm? Smaak is wat zoet met lekkere turf. Erg subtiel allemaal, en lekker. Relatief lange, zoete en rokerige afdronk.
 
Bowmore 16y 1990/2007, 58.6%, TWE Single Malts of Scotland, cask 1333, 283 bottles – Islay – 85/100
Ah, eindelijk nog eens een lekkere Bowmore! Aangename rook in de neus, zonder de zeep deze keer. Honing ook, en iets bloemigs. Zoete smaak met honing, chocolade en heerlijke rook. Gerookte heilbot! Wat peperig ook. Lange afdronk op honing en rook. Mooie balans.

Nog een paar Connemara’s

Een matige en twee sterke bottelingen…
 
Connemara 12y, 40%, OB 2006 – Ireland – 72/100
In vergelijking met de Connemara classic (no age) meer turf en minder fruit. Naast de turf ook behoorlijk zoet en wat kruidig (peper) in de neus en granig en kruidig (peper, nootmuskaat) in de smaak. Vrij lange, kruidige afdronk met de zoete turf. Spijtig van het lage alcoholpercentage, op 46 of 50% ging dit ongetwijfeld richting 80.
 
Connemara 11y 1995/2007, 46%, OB for Spirits in the Sky, cask V00/2 253, 253 bottles – Ireland – 82/100
Officiële botteling voor het Spirits in the Sky festival. Lekkere zoete neus (vanille, honing) met turf, beetje zilt en citrus. In de smaak is de turf minder prominent. Deze is eerder kruidig en ook weer zoet. Weerom erg ‘Irish’ allemaal. Lange finish met de rook die weer komt opzetten.
 
Connemara 16y 1991/2007, 50.2%, for The Nectar, cask V96/1 129, 129 bottles – Ireland – 86/100
Officiële botteling voor The Nectar België. Is één van de amper vijf (!) beschikbare vaten van het eerste distillatiejaar 1991 en dus de oudste Connemara vandaag beschikbaar. Heerlijke neus met veel zachte, zoete turf. En ook hier weer de citrus. Bloesems ook. Zoete, vette smaak. Vanille. Granen, fruit (sinaas) en lekkere turf. Lange, volle en zoete finish. Erg lekkere whisky!

Enkele klassiekers – de letter S

Speyburn 10y, 40%, OB 2006 – Speyside – 74/100
Frisse, fruitige sherry neus met veel hout en vanille. Peer en (groene) appel. Ook de smaak is fruitig met duidelijke invloed van het hout. Korte afdronk, vlug weg. Aperitief whisky.
 
Springbank 10y, 46%, OB 2006 – Cambeltown – 71/100
Lekkere neus, krachtig en fruitig. Maar tegenvallende smaak, waterig. Wat bitter ook. Koffie. Flauwe afdronk. Toch wel een teleurstelling. Dat ik ‘m nog 71 scoor, ligt volledig aan de lekkere neus.

Honderdste proefnotitie – dit noopt tot enige decadentie

Blijkbaar heb ik maandag m’n negenennegentigste proefnotitie gepubliceerd, m.a.w. tijd om een klepper uit de kast te halen als numero honderd. Het wordt de Laphroaig 1974, op 31 jarige leeftijd gebotteld voor La Maison du Whisky, en één van de beste whisky’s die ik ooit kon proeven.
 
Laphroaig 31y 1974, 49.7%, OB for LMDW, 2005, 910 bottles – Islay – 96/100
Sherry cask. Dit is voor sommigen de beste Laphroaig botteling ooit. Euh, gezien de prijs dat ie gaat, zou dat ook wel mogen. Heerlijk zachte, zoete turf in de neus, mooi in balans met de sherry. Schitterend! Daarnaast sinaas, kruiden, iets van rubber ook. En wat m’n ‘farmy’ notes noemt. Paardenstal. Fantastisch complex. Beetje dirty, maar o zo mooi! En dan die smaak! Die is stevig (understatement) met zalige rook en veel fruit zoals peer en banaan. Beetje hout, kruiden… Jawadde, dit is hemels. Lange, erg lange afdronk op rook en kruiden. Decadent indeed!

Laphroaig Cairdeas

Laphroaig heeft gisteren z’n nieuwe Feis Ile botteling voorgesteld, enkel beschikbaar voor de Friends of Laphroaig (FOL) via de website of op de distilleerderij zelf. Deze botteling kreeg de naam Cairdeas (Gaelic voor vriendschap) mee en bevat zowel quarter cask als 17 jarige whisky. Onmiddellijk drie flessen besteld en nu volop in blijde verwachting…
 
Voor de Laphroaig liefhebbers, kom straks zeker nog eens kijken…
 

Een schitterende Pittyvaich

Vandaag effe tijd nemen voor een geweldig lekkere Pittyvaich die Dominiek Bouckaert mij op een ‘parking tasting’ (dat zijn de beste) liet proeven.
 
Pittyvaich 26y 1974/2000, 55.8%, Kingsbury, cask 3498, 514 bottles – Speyside – 91/100
Gebotteld voor de Japanse markt. Complexe neus met bloesems, iets ziltigs, kruidig, wat zoets, noten… Mondvullende smaak met kruiden, sherry, fruit (aardbei?). Geweldig lekker. Heerlijke, lange afdronk. Merci Dominiek!

Een zalige Wim Helsen en een dito Tullibardine

Wim Helsen was weer sterk gisteren. Met de laatste aflevering van het onvolprezen Rome erachteraan een zalige televisieavond. De onderstaande Tullibardine maakte het helemaal af.
 
Tullibardine Sauterne Wood finish 1993, 46%, OB 2006 – Highland – 81/100
Zeer fris en fruitig (citrus). Zachte, olie-achtige, licht zoete smaak. De sauterne heeft duidelijk z’n werk gedaan… Lange fruitige afdronk. Een geniet-whisky voor een warme zomeravond.

Blends

90% van de verkochte whisky is blended whisky, een mengeling van malt en grain whisky. Blended whisky is over het algemeen goedkoper dan single malt, om de eenvoudige reden dat de productie van grain whisky goedkoper is dan de productie van malt whisky.
Heel wat distilleerderijen reserveren een groot deel van hun single malt whisky voor de blending industrie. Zo zal Diageo single malt whisky van haar distilleerderijen gebruiken voor o.a. Johnnie Walker en J&B.

Blenden is een vak apart. Elke whisky smaakt anders en het is de kunst om verschillende whisky’s samen te voegen tot het gewenste aroma wordt bekomen. Zo zal een Johnnie Walker Red Label altijd hetzelfde moeten smaken, het is aan de blender om deze smaak telkens zo goed mogelijk te benaderen. Dit principe geldt trouwens ook voor standaard single malt bottelingen, ook hier worden verschillende vaten single malt whisky gemengd om het gewenste eindresultaat te bekomen.
Een blend kan bestaan uit tientallen verschillende whisky’s en vermeldt meestal geen leeftijd. Indien de whisky wel een leeftijd vermeldt, is dit de leeftijd van de jongste whisky die in de blend aanwezig is.
Sommige duurdere blends zullen meer en oudere malt whisky bevatten.

Veelal wordt er wat denigrerend gedaan over blended whisky, blends zouden kwalitatief niet kunnen typen aan single malts. Deze vlieger gaat evenwel niet altijd op. Het klopt dat het blenden van whisky toelaat om zachte, weinig uitgesproken en dus erg toegankelijke whisky te maken, maar er zijn heel wat blends die makkelijk de vergelijking met een gemiddelde single malt aankunnen, zie o.a. mijn proefnotities van de Arran Robert Burns blended en de Redbreast 12y Pure Potstill Irish Whiskey.
 
Een staaltje blends met, moet ik toegeven, wel erg beknopte notities:
 
Johnnie Walker Red Label, 40%, OB 2005 – 16/100
Blijft zijn nut bewijzen als dé referentie van hoe slecht whisky wel kan zijn.
 
Chivas Regal 12y, 40%, OB 1999 – 51/100
Tja, is beter dan een gemiddelde blend, maar kan zich niet meten met een gemiddelde malt. Hout en malt in de neus en smaak. Wat vanille ook. Licht zoetig. Niks bijzonders.
 
William Lawson’s, 40%, OB 2007 – 18/100
Geen commentaar waardig!
 
Old Smuggler’s, 40%, OB 2002 – 15/100
Bha, wie wil dit nu smokkelen?