Spring naar inhoud

Archief voor

Twee Caol Ila’s

De komende dagen bespreek ik enkele Islay’s. Vandaag twee Caol Ila’s, morgen twee Lagavulins en daarna zal nog een Laphroaig volgen en ééntje die zich niet kenbaar wil maken.

 
Caol Ila 12y, 43%, OB 2010
De recentste batch van deze klassieker. Jonge, cleane turf op de neus, licht medicinaal met een aangename zurigheid. Yoghurt. Zilt en zeewier voegen ‘zee’ toe. Champignons, geen off-note echter. De smaak is rokerig met tabak, wat assen (zonder te storen), rijpe sinaas en zilt. Licht drogend, ook in de rokerige maar vrij korte afdronk. Ver van slecht maar mist wat complexiteit om nog hoger te scoren. 83/100
 
Caol Ila 1996/2008 ‘Distillers Edition’, 43%, OB, ref 4/468, moscatel cask
Zeer lichte turf, op de achtergrond. Meer op de voorgrond heb ik planten, banaan, appels, zeewier, mineralen en zachte waxyness. Schoensmeer. Zachte en lekkere neus, die zoeter wordt met de tijd. Honing. Erg aangenaam. Ook de smaak is zacht, fruitig (sinaas) met hier iets meer turf. Turf die bijlange niet domineert maar gewoon een toegevoegde waarde is, juist zoals ik het graag heb. Een beetje hout, noten en zoethout ook. Middellange afdronk, fruitig en ook hier lichte turf. Ik vind dit erg lekkere whisky. Lekkerder en vooral complexer dan de standard 12y en dus ook enkele puntjes meer. 87/100

Kilkerran ‘Work in progress’

Kilkerran is een product van de Glengyle distillery. Deze distilleerderij was in 2004 de eerste die in 125 jaar op Campbeltown werd geopend. Zoals in een vorige post vermeld, was Campbeltown lange tijd de whiskyhoofdstad van Schotland (en dus van de wereld). Na massale sluitingen bleven enkel Springbank en Glen Scotia over. Distilleerderijen die het onderspit moesten delven waren onder andere Hazelburn en Longrow, namen die beide weer tot leven werden gewekt door de groep achter Springbank. Maar ook Glengyle was één van de vele slachtoffers. Opgericht in 1872 door William Mitchell, op dat moment mede-eigenaar van Springbank, sloot het z’n deuren in 1925 om 75 jaar later dus gereanimeerd te worden, opnieuw door de Springbank jongens. J&A Mitchell and Co. Ltd., de eigenaars van Springbank richtte in het jaar 2000 Mitchell’s Glengyle Ltd. op, de site van Glengyle werd volledig gerenoveerd en in april 2004 werd gestart met distilleren. De whisky die er sedert zes jaar wordt gemaakt, wordt vermarkt onder de naam Kilkerran en niet Glengyle, om verwarring met een merk van vatted Highland malt te vermijden. De naam Kilkerran verwijst naar Caenn Loch Cille Chiarain, in het Engels Head of the loch of Saint Kerran. De Heilige Kerran reisde er tijdens de middeleeuwen naar toe en stichtte er een religieuze gemeenschap, daar waar nu de stad Campbeltown staat.
Bon, genoeg duiding, de whisky nu. In tegenstelling tot wat de naam doet vermoeden is hun Work in Progress een volwaardige whisky van vijf jaar oud, gerijpt op bourbonvaten. Elk jaar zal er een Work in Progress op de markt gebracht worden, tot de whisky 12 jaar oud. Pas dan willen ze spreken van een eerste échte whisky. Hiermee roeien ze stevig tegen de stroom in, ik bedoel dan de tendens om massaal jonge producten onder allerlei fancy namen, finishes en verpakkingen (i.e. marketing) te lanceren.

 

Kilkerran ‘Work in progress’, 46%, OB 2009, 12.000 bottles
Frisse, prikkelend neus. Jong, speels, lekker. Niet erg ‘new make’ evenwel. Mineralen, een zoete granigheid, vanille, appelsap, witte perziken, hooi, bijenwas, kruiden en een klein beetje turf. Of is het woodsmoke? Ja, misschien eerder rook van het hout. Zeer licht in ieder geval. Romig en vol in de mond met fruit (peren, limoen) als eerste smaak. Daarna komen het hout en de kruiden opzetten. En nogal stevig. Speculaaskruiden, kaneel, gember. What else? Amandelen, granen, een klein beetje vanille. Het geheel blijft wel vrij droog en bitter. Ik vond ‘m op de neus aangenamer. Best lange (alvast voor z’n leeftijd) afdronk met associaties van eikenhout, bittere chocolade en ook hier wat rook. De bitterheid van de smaak zet zich dus verder in de afdronk. Mocht ik het niet weten, ik zou dit geen 5 jaar schatten, eerder het dubbele. Maar de bitterheid in de mond stoort me wat. Nu ja, vermits dit nog maar Work in Progress is, is Kilkerran zeker een whisky om in het oog te houden. 80/100

Springbank 1992 ‘peat-smoked’, Berry Bros

Deze ‘peat-smoked’ Springbank had evengoed onder de naam ‘Longrow’ gebotteld kunnen worden, want is geturfde Springbank niet gewoon Longrow? Verkeerd gelabeld bij het op vat doen? Longrow die 2,5 maal gedistilleerd is? Whatever, dit is wreed lekkere whisky.

 

Springbank 1992/2009 ‘Peat-Smoked’, 46%, Berry Bros & Rudd, cask 71
Tja, de neus zou alvast perfect deze van een Longrow kunnen zijn. Olieachtige turf, geturfde olie, turfolie, whatever. De olie en de turf zijn in ieder geval de twee zaken die eerst opvallen. Zonneboemolie. Of nee, misschien eerder lijnzaadolie. Yep, that’s it. Vrij mineralig ook wel. Natte stenen. Mercurochroom. Zachte turf, planten, verse spinazie en veel fruit, zeker na enige tijd lucht happen. Meloen, sinaas, ananas. De turf blijft discreet en laat heel wat ruimte voor al het andere lekkers. Ook in de mond is hij complex en subtiel. Hij is zowel mineralig, ziltig, fruitig, licht bitter als zoet-rokerig. Best lange, cleane afdronk met zilt, groenten en een beetje turf. Zalige Longrow, euh Springbank. 90/100

Arran 14y

Een whisky waar serieus naar uitgekeken werd, is de nieuwe Arran 14y. Deze vervangt de 12-jarige als oudste product van het huis. Zoals geweten is Arran een erg jonge distilleerderij. Het werd in 1993 opgericht als eerste officiële distilleerderij op het eiland Arran sedert 1840, de productie startte in 1995. Daarenboven is Arran met z’n 750.000 liter per jaar één van de kleinste Schotse distilleerderijen en opereert het volledig onafhankelijk. Distillery Manager is James MacTaggart.
Omdat hun core range redelijk beperkt is (de 10y, de 12y, een 100 proof en een unchillfiltered) brengt Arran regelmatig wijn-gefinishte limited editions uit. Daarnaast is er ook nog de recente botteling ter gelegenheid van het 15-jarig bestaan van de distilleerderij. Maar nu gaat onze aandacht dus naar hun nieuwe 14-jarige. Deze whisky kreeg twee jaar geleden een extra rijping, twee derde op first-fill bourbon en één derde op nieuwe sherryvaten.

 

Arran 14y, 46%, OB aug. 2010
Het resultaat is een cleane, levendige en fruitige whisky. De neus start fris en floraal (gedroogde bloemen) met veel fruit ertussendoor, zowel gedroogde vruchten zoals abrikozen en rozijnen als rijpe perzik, dito peer en citrus. Hij is ook zoet, hiervoor zorgt de honing die langzaamaan plaats ruimt voor vanille. Het hout komt er door: naast de vanille heb ik eik en een heel lichte kruidigheid. Proeven nu. Zacht, subtiel en fris. Eerst granig en fruitig, daarna kruidig. Dit vertaalt zich in ontbijtgranen, citrus, honing, vanille, noten ook en qua kruiden denk ik aan nootmuskaat en kruidnagel. De finish begint zoet met de honing en de vanille van de smaak, maar snel worden deze vergezeld van kruiden, wordt wat droger. Ja, die twee jaar extra zijn een meerwaarde, de Arran malt wordt rijker, complexer en voller, minder scherp. En zowel de bourbon als de sherry hebben hun toegevoegde waarde in deze whisky. 85/100

Laphroaig ‘Philo Raga’ 1998, Daily Dram

De Philo Raga past in het rijtje Hag Rap Oil en de lichtjes geweldige Aloha Grip. Een vierde anagram diende niet meer gezocht te worden, het concept werd immers begraven en een nieuwe Laphroaig mag bij de jongens van The Nectar weer gewoon Laphroaig heten.


Laphroaig ‘Philo Raga’ 11y 1998/2009, 57.5%, Daily Dram, The Nectar
Veel rook en assen op de neus, samen met de schil van witte pompelmoezen, citroen, donkere chocolade, hazelnoten en medicinale toetsen. Rokerig en bitter zijn de hoofdkenmerken. Met water komt er wat zilt bij, maar wordt vooral de rook versterkt. Invasief en droog in de mond met veel rook, gele appels, zilt, munt, noten, zoethout en peper naar het einde. Lange, assige afdronk met teer, zilt en citroen. Niet slecht, verre van, maar te veel assen, te scherp, te agressief om in de buurt van de Aloha Grip te komen. Dit is eerder een Laffie in de stijl van de nieuwe OB’s 10y CS. 84/100

Dead Whisky Society

Donderdag zette Serge Valentin twee Banff’s in de kijker met de boodschap aan zijn whisky-minnende medeburgers om naast de Port Ellens en Brora’s ook eens wat aandacht te besteden aan enkele andere, veel minder bekende distilleerderijen die in 1983 de deuren dienden te sluiten. Zeker nu deze hoe langer hoe zeldzamer worden, wacht je best niet veel langer om één van deze whisky’s aan te schaffen. Ik volg Serge in z’n keuze voor Banff, maar dan met een andere, ééntje van de Dead Whisky Society.

De wat? De Dead Whisky Society is inderdaad een vrij onbekende Schotse bottelaar. Jim Milne, die z’n sporen verdiende in de blendingindustrie – o.a. bij Chivas en met de blend ‘Royal Silk’ – is er de drijvende kracht achter. Zoals de naam doet vermoeden, legt het zich toe op het bottelen van vergane gloriën, whisky’s van gesloten distilleerderijen.
Hun eerste botteling was een Dallas Dhu van 1975. Deze werd eind 2005 als een soort van trial exclusief verkocht via Dubai Duty Free, na London Heathrow de grootste duty free in de wereld. Deze trial bleek erg succesvol te zijn, de 200 geleverde flessen waren in een mum van tijd de deur uit. Er werd dan ook beslist het initiatief verder te zetten, meer whisky’s te bottelen en deze ook via andere kanalen te verkopen. Desondanks ben ik er nog niet veel tegengekomen. Wel dronk ik ten huize Bill & Maggie Miller van de Scotch Single Malt Circle, na ons bezoekje aan Mara, een Banff 1971. We waren daar behoorlijk van onder de indruk, in die mate zelfs dat Luc meteen een tweetal dozen bestelde (ja, sommigen kopen per doos). Ik heb ondertussen ook een fles staan, die vandaag gekraakt wordt.

De Society stelt zich tot doel whisky’s te bottelen die een eerbetoon voor de betreffende distilleerderij zijn. Hun Banff maakt deze belofte in ieder geval meer dan waar. Banff was operationeel van 1825 tot 1983. In 1985 werd de distilleerderij afgebroken.

 
Banff 37y 1971/2008, 53.3%, Dead Whisky Society, cask 633, 565 bts
De neus start moeizaam, met tonen van lijm, vernis en thinner. Niet wat je meteen een superneus zou noemen. Maar dan komt er wat zoets door en maltig hout. Vanille… en dan begint het. Fruit, van een beetje fruit naar meer, van meer naar veel. Kruisbessen, roze pompelmoes, kiwi en nog een hoop ander soorten. Daarna krijg ik boenwas, acaciahoning en mosterd. Dan volgen zilverpoets en natte steen… man, deze whisky evolueert echt heel mooi. En ja, hij heeft tijd nodig, hij gaat van gewoon lekker naar geweldig lekker. De smaak doet niet onder, ook hier heb je trouwens die prachtige evolutie. Zacht, romig (boter) en erg geconcentreerd (‘dik’), eerst op de lijm – wat in deze Banff een pak aangenamer is dan het klinkt – en dan op vanille en citrus (sinaasschil, pompelmoes), dan kiwi, daarna hout en kruiden. De mosterd duikt opnieuw op en wordt vergezeld van wat peper. Koriander? Erg lange en complexe afdronk op (o.a.) citrus en kruiden. Heerlijke old-school malt! Pas op, dit is geen gemakkelijke whisky, je moet moeite doen om hem in z’n volle glorie te kunnen ervaren en hem vooral tijd geven, anders gaat hij aan je voorbij. En dat is echt wel zonde. 93/100
 

Ik zal niet gauw een koopadvies geven (dat moet je zelf maar uitmaken), maar voor deze maak ik graag een uitzondering. Dit is een unieke gelegenheid om een unieke whisky te kopen. Banff van dit niveau zal je in de toekomst nog moeilijk vinden, en al helemaal niet voor minder dan 200 euro. Luc Timmermans heeft nog enkele flessen staan. Twijfel? Bestel dan eerst een sample, je zal het je niet beklagen.

Cooley 10y, Cadenhead

Cadenhead heeft een aantal Cooley’s uitgebracht, op leeftijden tussen 10 en 16 jaar. Het betreft hier eigenlijk geturfde Connemara – het bekenste product van de Ierse distilleerderij – gerijpt op bourbonvat.

 
Cooley 10y, 59.3%, Cadenhead, 2003, 234 bottles
En een verdomd lekkere Connemara. Geen heftige turf op de neus, maar wel zachte en zoete, vermengd met veel fruit. Peer, meloen, pruimen, rijpe sinaas… door honing overgoten. Lichte farmy notes ook (stallen), zalig seg. Diezelfde lekkere turf (farmy en zoet) op de tong, naast notes van limoen, hooi en hout. Die laatste twee verdwijnen met enkele druppeltjes water. Redelijk lange finish op pompelmoes en turf. Op het eerste zicht misschien een nogal hoge score voor een 10-jarige Connemara, maar proef hem, neem er je tijd voor en je geeft me gelijk (of ook niet natuurlijk). 90/100

Bushmills 21y, Madeira finish

Finishes, het blijft een haat-liefde verhouding. Soms zorgt het voor een toegevoegde waarde, vaak niet en is het vooral goed om de range uit te breiden en soms ook gewoon om de gebrekkige kwaliteit van het oorspronkelijke product wat te maskeren. Bij deze Bushmills lijkt de finish echter wel degelijk een meerwaarde te bieden.

 

Bushmills 21y, Madeira finish, 40%, OB 2009
Yep, die Maderia heeft z’n werk gedaan. Veel zoet fruit. Frambozen, rode bessen, braambessen, nectarinnes. Nog allerlei zoets: zachte karamel, vanille, evoluerend naar zilte tonen, maar het zoete domineert toch. Ook de smaak is zoet, met hier abrikozen, kersen, bananen, noten en marsepein. Kruiden naar het einde en in de voor de rest zoete afdronk. Gember. Bushmills, het zal nooit mijn favoriete whisky worden, maar dit is verre van slecht. 82/100

Twee geweldige 15-jarige Longmorns 1990

Laat ons vandaag twee Longmorns 1990 naast elkaar zetten die reeds veelvuldig bejubeld zijn. Het betreft enderzijds vaten 30111 & 30112 van Berry Bros en anderzijds vat 30091 van Speciality Drinks, gebotteld in hun Single Malts of Scotland reeks. Beide whisky’s werden in 2005 op de markt gebracht.

 

Longmorn 15y 1990/2005, 46%, Berry Bros & Rudd, casks 30111-30112
Die neus is zalig. Veel fruit, zoet en sappig fruit. Ik denk aan peer, banaan, meloen, druiven, limoen en nog heel wat andere soorten. Dit succulent fruit gaat vergezeld van rook, bijenwas en honing. Zachte karamel (vanille fudge?) dien ik nog te vermelden, alsook mokka. Gianduia-chocolade! Daarna komen er bloemen opzetten… zalig. Erg complex, doet me denken aan (veel oudere) Clynelish. Op de tong heb ik gelijkaardige aroma’s. Fruit (pompelmoes, limoen), honing, florale elementen en karamel. Daarna wordt hij wat droog: noten, sterke thee, hout… Spijtig. Lichte zilt en nog lichtere turf. Bitter-fruitige afdronk met witte pompelmoes, hout en kruiden. Louter op basis van de neus zou ik ‘m 93 scoren, omwille van de licht storende bitterheid in de smaak en afdronk valt het eindoordeel iets lager uit. 91/100

 

Longmorn 15y 1990/2005, 60.4%, Single Malts of Scotland (TWE), cask 30091, 129 bottles
De neus is zoeter dan die van de Berry Bros, wat minder fruitig en natuurlijk ook een pak krachtiger. Het fruit is hier perzik en abrikoos, evoluerend naar banaan en ananas. Geconfijte ananas. Veel vanille, wat hout en gesuikerde amandelen. Latte Macciato (met veel suiker), kandij, munt… ook deze neus is om van te smullen! Complexe, zoete smaak en verdacht drinkbaar op dit percentage. Wit fruit (meloen, peer), mokka, peper, nootmuskaat, hout (maar hier stoort dit niet). Met wat water worden de zoete en fruitige tonen nog versterkt. De afdronk is lang en kruidig. De neus van de Berry Bros vond ik beter, qua smaak prefereer ik de SMoS. Globaal genomen zijn ze evenwaardig, geen reden dus om deze anders te scoren. 91/100

Port Ellen 22y 1978, Rare Malts

Twee jaar na de 20y, bracht Diageo een tweede Port Ellen 1978 onder het Rare Malts label uit. Ik was al volledig weg van de 20y, eens zien of dit ook bij de 22y het geval is.

 

Port Ellen 22y 1978/2000, 60.5%, OB Rare Malts
De neus is in ieder geval al een schot in de roos. Een plat de fruits de mer op de zeedijk, wat zich vertaalt in zilt, iodium, zeewier, oesters, gerookte heilbot, vers geknipte peterselie, citroen en pompelmoes. Linde. Dit alles vergezeld van zachte en prikkelende turfrook en wat zoets. Vanille, honing. Genieten in overdrive. Deze Port Ellen is dik op de tong, om op te kauwen bijna. Zoet, ziltig, fruitig… smullen! Daarna komt de turf opzetten, mooi in balans met de citrus en de ‘zee’, daarna volgt wat peper en cashewnoten. De afdronk is lang, erg lang, op zilt, peper en rook. Hij eindigt in een erg aangename bitterheid (hout en donkere chocolade). Ik besef nu pas dat ik whisky op meer dan 60 graden gedronken heb, maar ik had nooit de behoefte hier water bij te doen. Typischer kan Port Ellen van eind jaren zeventig trouwens niet zijn. Verschillend van Port Ellen van begin jaren tachtig en weer helemaal anders dan Port Ellen van eind jaren zestig – begin jaren zeventig. Typisch maar ook geweldig lekker en van hetzelfde hoogstaande niveau als die andere Rare Malt. 93/100

Auchentoshan 17y, Bordeaux finish

Deze 17-jarige Auchentoshan was de eerste die een wijn-finish meekreeg. Alhoewel we hier evengoed over double maturing zouden kunnen spreken, de whisky rijpte immers acht jaar op bourbon en daarna negen jaar op Bordeauxvaten van de gekende ‘appellation’ St. Julien.

 
Auchentoshan 17y, 51%, OB 2008, Bordeaux finish, 3600 bottles
Zoete, florale en fruitige geur met associaties van sinaas, karamel, hazelnoten en kruiden. Een aangename zurigheid ook. Zachte, romige smaak met vanille, verbrande karamel, koffie, hazelnoten, nootmuskaat en wat eucalyptus. De wijn doemt pas op in de afdronk. Rood fruit, kruiden en noten. Niet slecht, zeker niet. 81/100

Benromach 25y

In feite zou Benromach in het rijtje van Port Ellen, St. Magdalene en Brora moeten staan, het werd immers samen met deze legendes in 1983 gesloten door United Distillers (UDV, het huidige Diageo). Maar in tegenstelling tot zijn roemruchte lotgenoten werd Benromach ‘gered’, door Gordon & MacPhail die het in 1992 opkocht, alhoewel de distilleerderij op de washbacks na volledig ontmanteld was.

 

Benromach 25y, 40%, OB 2010
Frisse, florale neus op bloesems, citroen, limoen, gras, vanille, van die harde fruitsnoepjes en gember. Geconfijte gember (een aanrader). Die gember zit ook in de volle, romige en zoete smaak. Vanille, fudge, geroosterde noten en een tikkeltje rook. De afdronk is bitterzoet en kruidig. Lekkere whisky, maar met de nieuwe 10y heb je voor minder geld een whisky die minstens even goed is. 85/100

Mortlach 19y 1988, Signatory

Mortlach is de oudste distilleerderij van Dufftown, een beetje ouder nog dan Glenfiddich. Het kreeg z’n licentie in 1823, maar was al eerder in productie.

 
Mortlach 19y 1988/2008, 59.6%, Signatory, cask 2652, 577 bottles
Rijke, maltige en zoete neus. Ik denk zowel aan perensiroop, karamel, vanille, crème brûlée… stroperig zoet dus. Hij vult de mond met z’n granen en z’n zoete tonen en evolueert van zoet naar bitter. Hier zorgt het hout, het hars en de kruiden voor. Met water komt er citrus bij. Droge, prikkelende afdronk. Lekkere Mortlach. 84/100

Stronachie 12y 2010

Bij de (her)lancering van de brand Stronachie was er sprake van het feit dat het hier om whisky van Benrinnes zou gaan. Of dit in de nieuwe batchen nog steeds het geval is, weet ik niet. Wat ik wel weet is dat ik absoluut niet wild was van eerdere batchen.

 
Stronachie 12y ‘Replica’, 43%, Dewar Rattray, batch 12/10-1
De neus is veel fruitiger dan deze van de vorige versie. Zoet fruit. Peren, witte perziken, rijpe ananas, rozijnen (op rum). En veel minder granig. Wel karamel, heide en honing. Niet erg complex, maar wel euh… complexloos. De smaak start zacht en zoet. Veel rozijnen, sinaas, appelcake, peperkoek en hout. Hars ook, wordt wat droog. Hij verliest hier toch enkele punten. De afdronk is middellang en droog. Beter dan de vorige batchen die ik proefde (2006 & 2009). Een stijger met stip, vooral op het conto van de neus te schrijven. 78/100

Een mindere Brora

Het bestaat!

 
Brora 20y 1981/2001, 43%, Signatory, cask 577, 403 bottles
Cleane en mineralige neus met granen, gekookte groenten, olijfolie, vergezeld van bijenwas en een beetje turf. Een klein beetje. Meer turf in de smaak, die trouwens wat punch mist. Metalig, peperig, mineralig en waxy is hij wel. Nogal vlak, niet geweldig boeiend. De afdronk is nog redelijk lang op metalen, hout en was. Alhoewel ik dit absoluut geen slechte whisky kan noemen, denk ik toch dat dit voor mij tot op heden de minste Brora is. 80/100

Macallan 19y 1991, A.D. Rattray

Het hoofdstuk nieuwe bottelingen van A.D. Rattray sluit ik af met de Macallan 1991. Macallan beweerde altijd dat de volledige productie rijpte op sherryvaten, waarvan een driekwart oloroso. De recente fine oaks en ook dit bourbonvat van Rattray bewijzen iets helemaal anders natuurlijk. Dit bourbonvat werd al in 1991 gevuld.

 

Macallan 19y 1991/2010, 58.9%, Dewar Rattray, cask 4135, 260 bts
Het eerste waar ik aan dacht bij het ruiken van deze whisky was peterselie. Het knippen van verse peterselie. Dan aan broccoli. Vervolgens kwam er wat zoets door, maar hij blijft erg vegetaal. Bouillonblokjes. Maggi. Het zoet wordt vergezeld van zilt. Granen, citrus en gele appels ontwaar ik ook nog. De smaak is olieachtig en net als de neus vegetaal en ziltig. Gezouten popcorn. Hier heb ik nog perziken, hout en veel kruiden. Peper, kaneel, zoethout en tijm. Kirsch. Groene thee. Meer hout en herbal tonen na wat water te hebben toegevoegd. Best lange, kruidige en ja, vegetale afdronk. Bijzondere whisky, voor bij vlees en patatten zou ik zeggen. Maar wel lekker hoor. 83/100

Springbank 12y Cask Strength

In maart 2010 lanceerde Springbank deze nieuwe 12-jarige Cask Strength. De whisky rijpte voor 60% op nieuwe sherry hogsheads en voor 40% op refill sherry buts.

 

Springbank 12y Cask Strength, 54.6%, OB 2010
Lekkere neus. Rokerig, fruitig en droog. Dat droge vertaalt zich in hout, hooi, graan en kruiden. Kaneel. Het fruit is vooral gedroogd fruit. Pruim en abrikoos. Lichte turf op een zacht sherrybedje. Ronde, stevige smaak met het fruit, de kruiden van het hout en de turf die elkaar mooi in evenwicht houden. Sinaas, zoete turf, graan, zoethout. Geen water nodig. Lange, zoete en kruidige finish. 86/100

Cragganmore 14y 1993, A.D. Rattray

Er resten mij nog twee nieuwe Rattray’s te proeven, plus een extraatje in de vorm van de nieuwe Stronachie 12y. Vandaag de Cragganmore 1993, later deze week een bijzondere Macallan 1991. Cragganmore werd in 1869 uit de grond gestampt door John Smit, die voordien een pak ervaring had opgedaan als manager van Macallan, Glenlivet en Glenfarclas. De populariteit van het merk kreeg een boost toen het in 1988 één van de zes Classic Malts van UDV werd.

 
Cragganmore 14y 1993/2007, 59.8%, Dewar Rattray, cask 1910, 317 bts
Bourbon cask. Cleane, scherpe en grassige neus (vers gemaaid gras) met redelijk wat hout, zoethout en fruit. Rijpe peren en limoen. Zeep? Mmm misschien, erg onderliggend in ieder geval, niets storends. Smaak: idem dito. Grassig, clean en scherp. Alcohol, graan, hout, appelschillen, onrijpe kruisbessen. Toch maar watergewijze tot een 50% brengen. Dat is beter, meer fruit en ook okkernoten, in de neus en in de smaak, zonder écht smashing te worden. Hij blijft wel effe hangen. Foutoze maar weinig boeiende whisky. 79/100