Spring naar inhoud

Archief voor

Bert Bruyneel heeft gelijk

Die Benriach 1976/2006 voor La Maison du Whisky ís dus gewoon een onvoorstelbaar lekkere whisky! Bert doet daar al geruime tijd erg lyrisch over, maar ik had ‘m tot op heden nog niet kunnen proeven. Op het Lindores Whiskyfest vorige maand kwam het er eindelijk van, en ik was dermate onder de indruk dat ik de rest van de fles – ook al was het spijtig genoeg maar 4cl – mee naar huis heb genomen. Ondertussen zijn die 4cl al gehalveerd, want heb mezelf gisteren het gezelschap van de helft ervan gegund.

 
Benriach 30y 1976/2006, 53%, OB for La Maison du Whisky, cask 3557, 222 bottles – Speyside – 95/100
Man, wat een sublieme neus! Fruitbom. Sinaas, pompelmoes, appel, passievrucht, ananas… you name it, het zit er allemaal in. Maar daar blijft het niet bij, hij is ook zoet (honing), heeft iets van bloemen (vraag me niet welke, fauna & flora was nooit mijn sterkste terrein), boerderij? Blijft maar evolueren… Een subtiele hint van turf, kwestie van het plaatje helemaal af te maken. Al evenveel fruit in de smaak, zelfde soorten als in de neus. Vanille. Peper ook, meer naar het eind. Superieure Earl Grey. Geloofd zij de Heer! Ik ga niet snel nog iets beters drinken denk ik. Schitterende finish, lang en – hoeft het gezegd – superfruitig. En deze Benriach is oh zo vlot drinkbaar. Man, dit is smullen! Die resterende 2cl zijn vrees ik geen lang leven beschoren…
 

Wie een fles weet staan, laat het me aub weten. Een volle welteverstaan, een (bijna) lege heb ik dus al.

Nog wat oud geweld

Glen Elgin 1968/2005, 46%, G&M Connoisseurs Choice – Speyside – 84/100
Neus: hout, rubber (ja, het is een sherryvat), fruit (peer), honing, kruiden. Smaak: sherry, lichte rook, peper. Droge afdronk. Meer dan geslaagde kennismaking met Glen Elgin.
 
Royal Brackla 16y, 57%, OB for Italy, Bonfanti (Zenith) import, bottled +/- 1980, 3600 bottles, 75 cl – Highland – 84/100
Mijn eerste Royal Brackla is een Italiaanse oldie. Een lekkere. Erg fruitige neus (appel, abrikoos, perzik) met ook wat hout en honing. Iets bloesemigs ook, fruitgaard in bloei. De smaak kan wat water hebben, alhoewel ook zonder best te pruimen. Weerom veel fruit (zelfde als in de neus), wat zoet en peperig. Peper gaat voort in de middellange afdronk.
 
Glen Albyn 1968, 40%, Gordon & MacPhail Connoisseurs Choice, 75 cl – Highland – 83/100
Zou een botteling zijn van rond 1990, whisky was dus minstens 20 jaar oud. Lekkere sherry met een subtiele turftoets. Vooral de neus en de afdronk blijven bij.

Enkele peaty Douglas Laings

Ardbeg 10y 1996/2006, 50%, DL OMC, 331 bottles – Islay – 82/100
Voor een Ardbeg een erg lichte neus. Licht maar toch complex. Graan, kruiden, beetje zoet, rook en maar een lichte hint van turf. Daarna ook fruit. Citrus. Turf komt langzaam meer zeker naar boven. Smaak is minder complex, eerder droog en beetje zoet met duidelijke turf. Droge, ietwat bittere afdronk.
 
Brora 18y 1981/1999, 50%, DL OMC, 335 bottles – Highland – 92/100
Dit is Clynelish met een zalige Brora touch. De neus heeft de ‘waxyness’ van Clynelish met de lekkere, subtiele turf van Brora. Voorts is ie fris en zoet. Honing, vanille, bloemen, fruit (perzik, abrikoos, beetje citrus), boenwas en zachte turf dus. Iets van nat hooi ook. Heerlijk is dit! Krachtige en frisse smaak met granen, vanille en zilt. Daarna komt de turf bovendrijven. Eerst subtiel en dan alsmaar ruiger. Nice! Zalige, lange afdronk met terugkerende rook. Blijkbaar maakte Brora in z’n laatste jaren (begin jaren 80 – distilleerderij gesloten in 1983) toch nog enkele geturfde batches. Deze is duidelijk verschillend van de Brora’s van de jaren 70, maar kan er zonder blozen naast gaan staan.
 
Laphroaig 18y 1988/2006, 50%, DL OMC, Rum finished, 328 bottels – Islay – 79/100
Rum finished??? Ben benieuwd! De klassieke Laphroaig kenmerken, medicinaal, zilt, zeewier… zijn er wel, maar absoluut niet uitgesproken. Neus is erg ‘bloemig’ en fris. En ja, de rum is duidelijk aanwezig. Behoorlijk on-whisky. Ook de smaak is dat. Beetje turf en rook, maar ook wat zoet (marsepijn?) en bitter (sinaasappelschil). Levertraan? Hu, jeugdtrauma! Zoet-bittere afdronk. Op z’n minst speciaal te noemen. Moeilijk te scoren.

Twee officiële Balvenies

Balvenie 15y ‘Single Barrel’, 47.8%, OB 2005 – Speyside – 80/100
Hout in de neus, net als bloemen. Peper ook. Hint van rook. Krachtige smaak met vanille, honing, wit fruit (appel, peer), boter. Complex. Lange afdronk. Lekkere whisky. Wel net een ietsje minder dan de Double Wood.
 
Balvenie 30y ‘Thirty’, 47.3%, OB 2004 – Speyside – 88/100
Neus met allerlei fruit: appel, pompelmoes, perzik… Daarnaast hout, vanille, bloemen. Complex dus. Stevige smaak, met ook hier hout (droog). Behoorlijk wat zoete toetsen (honing), peer, chocolade. Vrij lange, wat zoete, maar ook kruidige afdronk. Best lekker, maar voor 400 euro bestaat er beters…

Angel’s share

Vaten waarop whisky rijpt zijn nooit luchtdicht. Doorheen de poriën van het hout zal de whisky smaken en geuren uit de omgevende lucht opnemen. Zo zal een vat dat rijpt aan zee een andere whisky geven dan een whisky gerijpt in het binnenland.
Maar de luchtdoorlaatbaarheid van de vaten heeft ook tot gevolg dat een deel van de alcohol door het hout heen verdampt en vervliegt. De vervlogen alcohol wordt ook wel eens de ‘angels share’ genoemd (volgens mijn dochter worden we na onze dood allemaal engelen, zowaar een zalig vooruitzicht).
Door dit vervliegen zal het alcoholpercentage tijdens het rijpen verminderen. In Schotland is het standaard alcoholpercentage waarop de whisky op vat wordt gedaan 63,4%. Vroeger lag dat percentage hoger (70% of meer). Na verloop van tijd verlaagt dit percentage, tot onder 40% als men een vat uit het oog verliest. Onder 40% is whisky geen whisky meer.
De vatsterkte van een oude whisky zal dus over het algemeen lager liggen dan dat van een jonge whisky.

 
Macduff 37y 1969/2007, 40.6%, Duncan Taylor Old Lonach – Speyside – 73/100
De bottelingen uit de Lonach serie van Duncan Taylor bevatten casks uit diverse jaren van één distilleerderij waarvan er een aantal under strength waren (<40%) en dus op zich niet gebotteld kunnen/mogen worden. Heb geen specifieke nota’s genomen van deze whisky, maar gezien de score die ik wel genoteerd heb, lijkt me dit niet erg.

St. Magdalene 19y 1979 Rare Malts

St. Magdalene 19y 1979/1998, 63.8%, Rare Malts – Lowland – 92/100
Door maltmaniac number one Johannes van den Heuvel uitgeroepen tot de ultieme malt. Door mij tot een heel erg lekkere. Een voorbeeld van een whisky die water nodig heeft, zeker in de smaak, onverdund niet te drinken (puur alcohol). Met een beetje water komt de neus – die in tegenstelling tot de smaak al vrij toegankelijk is – verder open, en is ie enorm complex: zoet (karamel), fruitig, maltig, noten, hout… De smaak daarentegen kan meer water hebben. Maar dan komt ook hier de complexiteit bovendrijven: vanille, kruiden, sinaas, gekarameliseerde suiker… crème brulée! En subtiele turf. Heerlijk! Lange, wat droge afdronk met een lichte turf touch. Moeilijke whisky, maar een beauty als hem getemd krijgt.

Bowmore

Bowmore, daar moeten we het toch ook eens over hebben. Ze hebben daar schitterende whisky gemaakt – zeg maar van het beste wat er ooit gestookt is – maar ook serieus wat bocht.

 
Bowmore
 

Bowmore is één van de oudste en grootste distilleerderijen van Schotland. Het ligt in het gelijknamige dorp op het Island Islay, aan de oevers van Loch Indaal. De naam Bowmore betekent ‘groot rif’ of ‘zeerots’.
Het was éne Simpson die de distilleerderij oprichtte in 1779. Van die eerste jaren is er weinig informatie voorhanden. In 1837 werd het bedrijf overgenomen door William en James Mutter, welke de distilleerderij verder uitbreidden. James Mutter was vice consul en vertegenwoordigde het Ottomaanse rijk, Portugal en Brazilië via hun consulaten in Glasgow.
In 1892 nam een zekere Joseph Robert Holmes Bowmore over. In 1925 kocht J.B. Sheriff & Co de distilleerderij om het in 1950 opnieuw te verkopen aan William Grigor & Son Ltd.. Gedurende de twee wereldoorlogen lag de productie stil. Tijdens WOII deden de gebouwen trouwens dienst als uitvalsbasis voor de RAF Coastal Command (o.a. watervliegtuigen).
Na het faillissement in 1963 ging Bowmore deel uitmaken van Stanley P. Morrison, later omgevormd tot Morrison Bowmore Distillers Ltd. (samen met o.a. Auchentoshan en Glen Garioch). Deze holding is sedert 1994 eigendom van de Japanse gigant Suntory.

Bowmore heeft z’n eigen moutvloer en droogt z’n gemoute gerst gedeeltelijk op een turfvuur, resulterend in een fenolengehalte tussen 18 en 25 p.p.m.. Omdat de gerstproductie op Islay onvoldoende is, voert het ook (reeds gemoute) gerst in. Bowmore heeft met twee wash stills en twee spirit stills een jaarlijkse productie van ongeveer 2 miljoen liter. De whisky wordt gebotteld in Springburn (Glasgow), voor een groot deel als single malt whisky. Een deel wordt ook gebruikt voor blends als Black Bottle, Islay Legend of King Pride.

De distilleerderij brengt een uitgebreid aanbod aan leeftijden en finishes op de markt, die niet allemaal een even consistente kwaliteit bieden. Over het algemeen wordt de whisky gekenmerkt door een rokerig en zilt aroma, duidelijk minder zwaar geturfd dan de drie zuiderburen op Islay, maar anderzijds wel meer dan een gemiddelde Bruichladdich of Bunnahabain.
Om één of andere bizarre reden hebben distillaten van de jaren 80 vaak een zeeparoma, wat niet echt bevorderlijk is voor de smaak… Indien je echter de hand kan leggen op een distillaat van de jaren zestig (of ouder), weet dan dat je waarschijnlijk een pareltje in bezit hebt.

In september 2007 heeft het veilingshuis McTear’s een 157 jaar oude Bowmore geveild voor 29.400 pond (op dat moment een slordige 41.500 euro), meteen de duurste whisky ooit. Hieronder mijn proefnotities… van, ahum, iets anders:

 
Bowmore 16y 1989 Cask Strength, 51.8%, OB 2005 – Islay – 77/100
Mooi rokerig in de neus. Lichte turf ook. Smaak is minder. Zeep? Wat ziltig ook, naast de vanille en het fruit. Drop. Kruidig in de lichte maar elegante afdronk. Niet slecht (zeker wat de neus betreft), maar eens je die zeep hebt opgemerkt, is ie … euh, om zeep.
 
Bowmore 15y 1992/2008, 46%, Cadenhead, 333 bottles – Islay – 72/100
Zwaar geturfd voor een Bowmore. Daarnaast wat zoets en frutigs. Kamille ook. Smaak valt tegen, vrij vlak. Zachte, zoet turf, maar wat plattekes. Ook de afdronk is een mager beestje.

Oban 14y

Dit is een klassieker dit ik pas recent voor de eerste keer gedronken heb. Niet dat ik veel gemist heb…

 
Oban 14y, 43%, OB 2007 – Highland – 70/100
Eerder matige classic malt. Veel fruit in de neus (perzik o.a.), naast wat vanille en iets kruidigs, of is het eerder zilt? Zachte smaak met granen en opnieuw de perzik. Kan ook abrikoos zijn, vind die moeilijk te onderscheiden. Zilt ook. Korte, weinig uitgesproken (enkel wat fruit, iets van noten misschien) afdronk. Haalt met de hakken over de sloot de categorie ‘best wel lekker’, maar hoe meer écht lekkere whisky’s ik proef, hoe minder aantrekkelijk de ‘best wel lekker’ categorie wordt, zeker de whisky’s die daar onderaan bengelen zoals deze.
 

Ga me nu een 10 jarige Laphroaig cask strength ingieten zie, veule beter. White Light from the Mouth of Infinity van The Swans op de achtergrond… nog beter.

Een straat Caol Ila

Na het Samaroli geweld terug met beide voeten op de grond.
 
Caol Ila 18y, 43%, OB 2004 – Islay – 83/100
Zachtere neus dan de 12y. Redelijk complex. Kruidig, bourbon, fruit. Minder turf dan verwacht. Maar wel genoeg voor mij. Smaak is droog. Lichtjes zoet. Drop, zoethout. Vanille ook. Lange, maar weinig uitgesproken afdronk. Erg lekker, maar mocht wat krachtiger.
 
Caol Ila NAS Natural Cask Strength, 58.4%, OB bottled for the Feis Ile Festival 2007, distillery only, 2000 bottles – Islay – 82/100
Fles gebotteld naar aanleiding van het Feis Ile festival 2007 en enkel beschikbaar in de distilleerderij. Meegebracht door een clublid. Typische neus voor een jonge geturfde whisky, veel new spirit. Koekjes ook (maar welke?), cake. Scherpe smaak met veel citrus en turf, maar wel lekker. Met water komt peper vrij. Redelijk lange afdronk op scherpe turf.
 
Caol Ila 11y 1994/2005, 43%, Signatory, casks 10894 & 10895, 753 bottles – Islay – 78/100
Beetje tegenvallende Caol Ila, geen verdere notities, resulterend in een score van 78.
 
Caol Ila 25y 1979/2004, 50%, DL OMC, cask 1355, 266 bottles – Islay – 83/100
Lichte rook in de neus, maar ook veel fruit (appel, peer) en iets bloemigs. Zilt ook. Zeewier. Zachte, fruitige smaak met zilt, beetje turf en zoethout. Lange afdronk op turf en beetje peper. Lekker, alhoewel ik van een oude Caol Ila nog een ietsje meer verwacht had.