Spring naar inhoud

Archief voor

Glen Moray 1981 Manager’s Choice

Glen Moray was oorspronkelijk een brouwerij, opgericht in 1815 en in 1897 omgevormd tot een distilleerderij. Het ligt in de Elgin regio. Vandaag een officiële botteling, de 1981 Manager’s Choice. Naar het schijnt is er ook een 1974 Manager’s Choice.

 

Glen Moray 1981 ‘Manager’s Choice’, 57.7%, OB 2001, sherry cask #3661, 463 bottles
Zeer mooie sherryneus op tonen van karamel, munt, chocoladepudding, praliné, vijgen, thee, bramen, kersen… afgewerkt met de geur van een houtvuur. Ook die thee krijgt een rokerig kantje, we gaan dus richting Lapsang Souchong thee. En Zwarte Woudham, nog zo’n gerookt aroma. Zalig! Balsamico crème mag ik niet vergeten. Dik mondgevoel, stroperig. De smaak van rozijnen op rum, chocolade, perensiroop, pruimencompot, mokka, karamel en kruiden (gember, nootmuskaat). Rijke, romige en elegante whisky met weinig hout. Dat laatste heb ik meer in de (lange) afdronk, die is licht bitter. Maar daar malen we niet om, dit is heerlijk spul. Glen Moray, toch wel een schromelijk onderschatte distilleerderij als je ’t mij vraagt. 90/100

Dalmore King Alexander III

In het gezegende jaar 1263 redde een voorouder van de clan Mackenzie (de latere eigenaars van The Dalmore) het leven van koning Alexander III, welke op het punt stond gespiest te worden door het gewei van een hert. Dat gewei siert vandaag trouwens alle officiële bottelingen van de distilleerderij.
Deze botteling vermeldt geen leeftijd maar zou whisky bevatten van 1990 en later, whisky die rijpte op verschillende types vaten: Sherry Oloroso, Madeira, Marsala, Porto, Bourbon en Cabernet Sauvignon. Hij kost een kleine 150 euro.

 

Dalmore ‘King Alexander III’, 40%, OB 2010
Granige en zoete neus. Chocolade, zachte karamel en zoet fruit zoals gestoofde rode vruchten en pruimen, maar ook sinaassnoepjes. Eik ook, en wat leder. Nieuw leder. Ik ruik echter liever oud leder. Op de smaken heb ik opnieuw het rode fruit, de pruimen, de karamel, het leder en de eik. Nootmuskaat noteer ik ook nog. Op zich allemaal niets mis mee, maar het geheel wordt wel vrij bitter. Is dat karton dat om de hoek komt kijken? Ik vrees het. Vrij lange afdronk, maar wat te bitter. Mmm, mixed feelings, een whisky met aangename en met minder aangename kanten. 78/100

The Littlemill Sessions – part I

Ik heb hier nog acht Littlemill samples staan, geduldig wachtend op een geschikt moment om eens naast elkaar gezet te worden. Dat moment was gisterenavond. Zes van deze samples komen van de jongens van Whiskybase (waarvoor nogmaals dank). Ik publiceer mijn bevindingen per twee, vandaag het eerste koppel, een oude jongeling en een jonge op middelbare leeftijd.

 

 

De Littlemill 8 is lange tijd dè standaardbotteling van deze Lowland distillery geweest. Ik proefde in het verleden al een botteling van rond de eeuwwisseling, die me niet erg beviel. Vandaag ga ik wat verder terug in de tijd met een botteling van begin jaren tachtig. Ik proefde tijdens onze reis naar Orkney een versie uit datzelfde tijdsvak, in het Lynnfield hotel in Kirkwall. En ik niet alleen, toen we toekwamen was de fles nog zo goed als vol, toen we twee dagen later uitcheckten, zat er nog een bodempje in. Een whisky die m.a.w. bij heel wat clubleden in de smaak viel. Geen idee of dit dezelfde batch betreft (weliswaar ook groen glas en 40%).

 

Littlemill 8y, 40%, OB early 1980’s
O ja, dit ligt in dezelfde lijn. Fris, fruitig en floraal aroma. Delicaat en elegant, zonder opvallend old bottle effect. De geur van een weide in de lente, met z’n gras en allerlei bloemen, vergezeld van witte perzik, mandarijn en ananas. Een lichte kruidigheid ook. Oosterse kruiden? Zacht en boterig mondgevoel. Een beetje granen in het begin, snel gevolgd door fruit (mandarijn en abrikoos), florale aroma’s en ook wat kokos. Opnieuw kruiden die ik niet onmiddellijk kan plaatsen. Soit, het belangrijkste is dat ik dit wreed lekker vind. De afdronk kan je moeilijk lang noemen, maar ook hier is dit echt wel lekkere whisky. Niet complex, absoluut niet gelaagd, gewoon zalige simpele drink-away whisky. Meer moet dat zeker niet zijn. En veel beter dus dan de recentere botteling die ik kon proeven. 89/100

 

De tweede Littlemill is er ééntje uit 1991, een periode – rond 1990 – die ons al meerdere schitterende Littlemills heeft gegeven. Deze werd gebotteld voor de Deense whiskyclub Falster.

 

Littlemill 16y 1991/2007, 53.5%, Dansk Maltwhisky Akademi for Falster
De neus start licht alcoholisch maar gaat snel over in heerlijke fruitige tonen. Zoet en zelfs licht tropisch fruit. Ananas, kokos, kiwi, banaan, rijpe kruisbessen. Ook de vanille, de marsepein en de honing maken het geheel smeuïg zoet. Bijenwas en leder vullen aan. De smaak is al even smeuïg en romig. Boter, vanille, warme appelcake (inclusief de kaneel) en fruit vallen op. En ook hier is dat fruit zoet en zit er een tropische toets in. Middellange afdronk, romig, op dezelfde zoet/fruitige tonen als de smaak. Niet super complex, wel super lekker. 91/100

Brora 32

Brora 32, zou dat geen tijd gaan worden? Welaan dan! Al vaak gedronken, maar dus nog niet besproken. Deze recentste release bevat whisky gerijpt op Amerikaanse en Europese eik. Oorspronkelijk te krijgen voor een 350 euro, nu betaal je minstens honderd euro meer.

 

Brora 32y, 54.7%, OB 2011, 10th annual release, 1500 bottles
Delicate en subtiele neus waarvan je de eerste keer ruiken denkt “bwa, niet slecht”, de tweede keer “mja, toch wel lekker”, de derde keer “gho, toch goed hoor”, de vierde keer “mmm, heerlijk eigenljk” en uiteindelijk (twaalfde maal?) simpelweg “wauw!”. Neem er m.a.w. je tijd voor, dan geeft hij zich in al z’n complexe glorie bloot. En die glorie is zoet (honing en vanille, maar ook wat nougat), fruitig (rijpe sinaas, zoete roze pompelmoes, citroensorbet, sappige perzik, ananas, verse gele pruimen), mineralig (natte stenen), zilt (plus het zeewier), matig kruidig (tuinkruiden), waxy (smeuïge bijenwas, van die kaarsen gemaakt van opgerolde bijenwas) en licht gerookt. Die rook is niet zozeer turfrook, alhoewel dat er ook in zit, maar eerder de rook van een houtvuur. En zelfs daarmee stopt het niet, de geweldige natte hond en al even nat hooi zijn ook van de partij, zonder de mest echter. Niet erg. Rond en romig mondgevoel. De smaak start zoet en fruitig: opnieuw dat zoete citrusfruit (roze pompelmoes en rijpe sinaas), ananas en perzik. Melkchocolade en zachte karamel. Vrij snel valt ook de kruidige rook op. Hier niet onmiddellijk tuinkruiden, wel peper, gember, zoethout en nootmuskaat. Hoe langer hoe meer zilt. Het geheel krijgt een zalig droog kantje (altijd het juiste droog), de kruiden worden grootser, er komt wat eik en noten bij, en zelfs wat hars. Knappe evolutie van fruitig zoet naar kruidig droog. Lange afdronk, balancerend tussen de zoete en drogere aroma’s van de smaak. Een whisky waar je tijd voor moet nemen (aan enkele euros per slok doe je dat ook gewoon). Uitzonderlijk complex en erg delicaat. Het niveau van de 2004, 2005 en 2006 release haalt hij voor mij echter niet. Maar erg veel scheelt dat nu ook weer niet. 93/100

Highland Park 18y 1992, Silver Seal

Highland Park, de meest noordelijk gelegen Schotse distilleerderij, bevindt zich aan de rand van de hoofdstad Kirkwall en overziet de bekende Scapa Flow, de centrale baai tussen een aantal van de Orkney eilanden die doorheen de geschiedenis heel wat bekendheid verwierf. De vikingen gebruikten de baai voor hun oorlogsschepen, het werd later de thuisbasis van de Britse vloot en het speelde een belangrijke rol tijdens de twee wereldoorlogen.
Vandaag een 1992 van Silver Seal, te koop voor een goeie 140 euro.

 

Highland Park 18y 1992/2010, 53.1%, Silver Seal, 260 bottles
Zeer mooie, ronde sherryneus, zoet en kruidig. Honing en zachte karamel zorgen voor het zoets, nootmuskaat, kaneel, gember en zoethout voor het kruidig karakter. Oud leder ook, geboende antieke meubels, tabaksdoosjes, en de heerlijke rozijnen op (oude) rum. Sinaas komt ook naar voor, net als gebakken bananen. Sappige eik. Ook op de tong is het rond, geen scherpe kantjes te bespeuren. Gedroogd fruit zoals rozijnenen, pruimen en vijgen vallen op, net als tabak, zachte karamel, antiekwas, smeuïge eik en opnieuw heel wat kruiden. Zoethout, kaneel, nootmuskaat en peper naar het einde. Een klein beetje zilt ook in dat einde. Rook vraagt u? Wel ja, maar ver op de achtergrond, zowel op de neus als op de smaak. Het is pas in de afdronk dat ik heide opmerk. Die afdronk is voor de rest behoorlijk lang, de balans behoudend tussen het droge, kruidige en het zoete, fruitige. Als je het weet, merk je hier en daar typische Highland Park elementen op, maar het is de sherry die ‘m speciaal maakt. Of beter, de stevigere sherry dan we gewoon zijn bij HP. 89/100

Laphroaig 13y 1998, Archives

In de tweede reeks bottelingen van Archives zat ook nog een Laphroaigh 1998. Hieronder mijn bevindingen.

 

Laphroaig 13y 1998/2011, 54.2%, Archives, Bourbon Hogshead #700228, 80 bottles
Typische jonge Laphroaigneus. Cleane turfrook en citroenen, hier vermengd met medicinale toetsen, vanille en zilt. Gerookte heilbot. Varens. Peterselie (enorm). Ja, dat is het helemaal, heilbot besprenkeld met citroen en peterselie erbovenop. Ook wat teer en houtskool. De smaak is minder stevig dan verwacht, zonder dat dit een slappe toestand is, verre van. Assige citroenen. Voor mij te veel assen. Opnieuw dat medicinale en het zilt. Nog maar weinig zoete aroma’s te bespeuren, buiten wat vanille. Lange afdronk op assen, peper en zout. Voor de liefhebbers van het profiel, assen en citroen dus. Ik geraak hier snel op uitgekeken. 84/100

Port Ellen 18y 1976, First Cask

First Cask is het label waaronder in de eerste helft van de jaren negentig enkele whisky’s gebotteld werden voor Direct Wines. De reeks bevat juweeltjes zoals een Tomatin 1976, een Caol Ila 1974, een Glenrothes 1975, een Bowmore 1974 en een sublieme Ardbeg 1974 (één van de twee Ardbegs 1974 trouwens). Vandaag proef ik de Port Ellen 1976. Of beter één van de Port Ellens 1976 van hen, vat 4776, terwijl zij ook vaten 4778, 4781 en 4783 bottelden.

 

Port Ellen 18y 1976, 46%, First Cask +/- 1994, cask 4776
Erg expressieve neus, op prachtige rook en boter. Barbecue, geroosterd en gerookt vlees, houtvuur, turf, teer en diesel (geweldig hier). Daarna frisse tonen zoals munt en appelsap. Vanille ook, en pas daarna zilt en enkele kruiden (peper en kruidnagel vallen op). Iets licht grassigs nog. Complex, maar vooral zeer expressief, ik zei het al. Krachtig in de mond, voelt sterker aan dan 46%. Mooie, zoete turfrook, opnieuw vanille en het appelsap (ook appelmoes), maar ook gedroogde ananas en peer. En op de duur ook sinaasconfituur. Amandelspijs. Vervolgens komt de peper en het zout opzetten, vergezeld van zoethout, gember en drop. Geen teer meer. Erg rijk en ‘dik’. Lange afdronk, rokerig en zilt, met daartussen drop en peper. Bijzonder compacte, krachtige en aromatische Port Ellen, zoeter dan recentere vintages. 91/100

Caperdonich 1972/2010, Connoisseurs Choice

Ik blijf vandaag bij het Connoisseurs Choice label, en wel met een Caperdonich 1972. O yes! Het zou echter een wat ander profiel kunnen worden dan dat ik gewoon ben bij Caperdonich ’72… first fill sherry, erg donkere kleur, een sherrybom?

 

Caperdonich 1972/2010, 43%, G&M Connoisseurs Choice, first fill sherry butt
Stevige en volle sherryneus op sappige eik, noten (amandelen, cashew- en hazelnoten), rozijnen, pruimen, wat tabak, koffie, sinaas en kruidnagel. Ook licht florale aroma’s, bloemen en bloesems. Naast het gedroogd fruit en de sinaas toch minder fruit dan verwacht. Maar so far so good. Op de smaak is hij wel erg droog. Zware eik, tabak, gedroogde vijgen, veel kruiden (peper, zoethout, kruidnagel), ook veel noten, karamel, bittere chocolade… enkel voor de fanatieke sherry heads. Best lange, kruidige afdronk, maar ook hier voor mij wat te droog. Weer zo’n whisky die het pleit op de smaak verliest omwille van de té zware sherry. Van de neus kan ik echter erg genieten. 85/100

Port Ellen 1982/2006, Connoisseurs Choice

Vandaag nog maar eens een Port Ellen, nu een 1982 gebotteld in 2006 door Gordon & MacPhail in z’n Connoisseurs Choice reeks.

 

Port Ellen 1982/2006, 40%, G&M Connoisseurs Choice
Lichte en zachte neus op schuwe tonen van zilt, wit fruit (appels, peer), citrus en turf. Misschien wat jodium en zeewier in de verte, maar dat is maar omdat ik er op lette. Licht en delicaat, maar dat delicate is hier geen pluspunt. De smaak is wat steviger en moet het hebben van grosso modo dezelfde associaties als op de neus: lichte turf, zilt, zeewier, (rode) appels, aangevuld met wat peper. De (turf)rook groeit naar het einde en in de eerder korte afdronk, waar het vergezeld wordt van het zilt. Helemaal niets verkeerds mee, maar deze whisky mist de nodige punch en expressie om hoger te scoren. Vrij uitzonderlijke score voor een PE… 84/100

Macduff 11y 2000, Whisky-Doris

Vandaag een Macduff 2000, eind vorig jaar gebotteld door Whisky-Doris. Nu ja, dat kon je ook wel afleiden uit hetgeen hieronder staat.

 

Macduff 11y 2000/2011, 54.8%, Whisky-Doris, sherry butt, 246 bottles
Granige sherryneus. Een combinatie dus van granen (muesli bv.) met typische sherry-associaties zoals tabak, leder, koffie en noten. Het is pas in tweede instantie dat er zoetere elementen naar voor komen, zoals daar zijn: honing, sinaas en rozijnen. Nat hooi en munt komen er ook nog bij. Notenlikeur. De smaak is erg droog en bitter, met behoorlijk wat taninnes (druivenpitten, kastanjes). Van de neus kon ik nog genieten, van de smaak niet meer. Veel kruiden ook, pijptabak en sterke koude koffie. Onrijpe bessen. Wat buskruit zelfs (was me op de neus niet zo is opgevallen). Spijtig genoeg een lange afdronk, bitter en zelfs wat zuur. Best oké op de neus, maar op de smaak en in de afdronk verliest hij grandioos het pleit. 76/100

Strathisla 25y G&M

In 1950 kon Chivas Brothers Strathisla – dat toen nog Milton Distillery heette – opkopen voor 71.000 Pond, wat ook in die tijd een koopje was. Omwille van betrokkenheid bij frauduleuse transacties werd de toenmalige eigenaar George Pomery immers veroordeeld voor belastingontduiking en werd de distilleerderij failliet verklaard en openbaar verkocht. Chivas hapte toe en veranderde de naam in Strathisla, de naam waaronder de distilleerderij eind negentiende eeuw opereerde.
Vandaag de 25y van Gordon & MacPhail, die in tegenstelling tot vorige batchen niet op 40 maar op 43% werd gebotteld.

 

Strathisla 25y, 43%, Gordon & MacPhail +/- 2010
Mooie en zachte sherryneus: sinaas, bramen en rijpe kersen qua fruit, melkchocolade en kandijsuiker qua zoets en zoethout en nootmuskaat qua kruiden. Sappige eik en leder als ondersteuning. Ah, ik mag de rozijnen op rum niet vergeten. De balans zit goed. Ook op de smaak, daar komt de eik misschien iets meer naar voor, maar het houdt zich al bij al gedeisd. Krijgen vrij spel: leder, sinaas, rozijnen, gedroogde pruimen, tabak, koffie, peper en gerookte vlees. Vol en stevig mondgevoel. Best lange, warme afdronk. Lekkere, ronde en volle Strathisla, waar ik weinig op kan aanmerken maar waar ik ook geen ‘wow’-gevoel bij heb. 85/100

Banff 36y 1975, Malts of Scotland

De geschiedenis van Banff laat zich lezen als een opéénvolging van vernielingen en heropbouwingen. Het werd opgericht in 1824 als Mill of Banff, om daarna z’n naam te wijzigen in Inverboyndie. Na een sluiting werd het heropgebouwd in de buurt van de originele site. Nadien werd de distilleerderij vernield in 1877 door een grote brand, in 1941 door een bombardement, in 1953 door een explosie en tenslotte een laatste keer in 1991, toen opnieuw door een brand de overblijvende gebouwen – waar na de sluiting in 1983 geen activiteit meer was – eraan gingen.
Deze pas gebottelde 1975 van Malts of Scotland kost 189 euro, als je ‘m nog ergens vindt tenminste. Hype is nog zacht uitgedrukt.

 

Banff 36y 1975/2012, 43.8%, Malts of Scotland, Bourbon Barrel #MoS12015, 165 bottles
Subtiele neus die wat onderdrukt van start gaat en dan heel geleidelijkaan omslaat in erg aromatisch. Hij begint op olie (motorolie), noten, nat hooi en kruiden. Heel wat kruiden, maar vooral andere soorten dan je gewoonlijk in whisky aantreft. Ik denk aan dille, venkel, munt en mosterd. Onderliggend romige waxy tonen: bijenwas en vooral kaarsvet. Dan wat vanille en pas nadien het fruit. Ananas, sinaas, limoen en een hint van kokos. Op dat fruit moet je dus even wachten, maar je geduld wordt beloond. En het is nog niet gedaan, nu krijg ik ook nog leder en gerookt vlees. Schitterende evolutie. Ha, naast het natte hooi ook wat stalgeur, het geheel krijgt dus een farmy kantje. Prachtig! Eik? Wel ja, dat zit er toch ook (een beetje) in, onderliggend en ondersteunend. Man, wat een boeiende neus… En dan de smaak: ook hier neem je best een beetje tijd voor, maar dan: al even rijk en complex. Waar begin ik? Bij de vanille en honing bijvoorbeeld. Of bij de prominente kruidigheid (de mosterd en de dille van op de neus, plus nootmuskaat en zoethout). Vervolgens bijenwas, sappige eik en lichte tabaksrook. Het fruit groeit ook hier: sinaas, citroen en perzik. En ook hier is het daarmee nog niet gedaan. Melkchocolade, noten en hooi ontbreken niet op het appel. Perfect gebalanceerd allemaal, elegant en vol. Fruitiger en expressiever dan andere Banffs uit deze periode. Lange, zachte, zoete en kruidige afdronk. Indrukwekkende whisky. Cult in the making. En nu weet ik ook waarom deze whisky uitverkocht was alvorens hij in de winkel lag. Na de 1971 van de Dead Whisky Society, opnieuw een Banff die me compleet van m’n sokken blaast. Voor mij met stip de beste botteling uit de reeks. 93/100

Benriach 34y 1976 for Taiwan

Benriach 1976, het is zo stilaan een begrip geworden. Ik heb hier al enkele 1976’ers besproken, die scores van 92 of 93 kregen, met als absoluut hoogtepunt vat 3557 voor La Maison du Whisky die voor mij met 95 punten nog steeds één van de beste whisky’s is die ik kon proeven. Vandaag een 1976 die vorig jaar exclusief gebotteld werd voor de Taiwanese markt en die niet veel onder moet doen. Zie het als voorbereiding op de Benriach 1976 tasting ten huize Serge Reijnders volgende zaterdag.

 

Benriach 34y 1976/2011, 48.2%, OB for Taiwan, cask 3033, 216 bottles
Prachtige, smeuïge, samengebalde aroma’s van tropisch fruit zoals mango, passievrucht, ananas, meloen, lychee, perzik… pfiew, heerlijk om ruiken. Rozenbottel, bijenwas, kokos (echt wel tropical galore), romige honing, munt, nootmuskaat, zoethout,… het draagt allemaal bij tot deze sublieme en complexe neus. Dat tropisch karakter wordt met zwier doorgetrokken op de smaak. Een geweldige fruitsla die vergezeld wordt van bijenwas, honing, amandelspijs, melkchocolade, munt en eucalyptus. Eik? Wel ja, niet abnormaal op deze leeftijd, maar het is er puur ter ondersteuning, het hout treedt op geen enkel moment op de voorgrond. Lange, zoete afdronk met een prachtig bitter kantje. De balans tussen het overweldigende fruit, de zoete tonen en de eik is werkelijk perfect. Misschien dat de LMdW nog een ietsje meer diepgang heeft (ik proefde ze enige tijd geleden samen, naast de 1975 voor Asta Morris), maar dit komt behoorlijk in de buurt hoor. 94/100

Springbank 14y 1998, Malts of Scotland

De laatste, nee, de voorlaatste (ik hou het beste voor laatst) botteling uit de reeks nieuwe Malts of Scotland is een Springbank 1998. Hij is hier en daar al besproken, en het blijkt een whisky te zijn die je ofwel geweldig vindt ofwel maar matig kan appreciëren. Benieuwd tot welke categorie ik me ga bekennen.

 

Springbank 14y 1998/2012, 51.5%, Malts of Scotland, Sherry Hogshead #MoS12014, 212 bottles
Bwa, ik vind dat toch geen slechte neus. Een beetje ongewoon misschien, maar zeker niet slecht. Een combinatie van geroosterd hout, natte aarde, mos, natte bladeren, (nieuw) leder, gekookte groenten en rubber. Vrij scherp wel. De sherry brengt ook nog rozijnen en pruimencompot aan. En ik moet ook ineens aan Canada Dry denken. Lichte turfrook op de achtergrond. Mmm, na enige tijd ook natte kranten en al even nat karton. Natte wol ook wel. Ha, zelfs de smaak is nat! En voor de rest vrij scherp. Eik, kruiden (veel gember), hars, cassis, druivenpitten (lichte tannines). Daardoorheen wat zoete tonen, maar de bittere overheersen. Mineralen mag ik niet vergeten te vermelden. En zilt, hoe langer hoe meer. Ook hier een (klein) beetje turf. Lange afdronk, moeizaam balancerend tussen scherpe, droge tonen en zoete. Moeilijke whisky. Er waren momenten dat ik ‘m in z’n vreemdheid best kon appreciëren (85), maar deze werden gecounterd door momenten dat het tegenwrong (75). 81/100

Lindores Whiskyfest

Op zaterdag 27 en zondag 28 oktober 2012 is het weer zover, dan vindt de jaarlijkse hoogmis voor de liefhebber van bijzondere whisky’s, het Lindores Whiskyfest, plaats. Na vorig jaar een andere formule ingelast te hebben, vallen we dit jaar terug op het vertrouwde opzet van een festival.

En niet zomaar een festival, nee, eind oktober zal je in hotel Bero, Oostende, meer dan duizend verschillende oude en zeldzame bottelingen kunnen proeven. Zaterdagavond van 21u tot 1u is er daarenboven een Nocturne met een straat zéér selecte whisky’s. En voor de échte liefhebbers organiseren we aan de vooravond van het festival (vrijdagavond dus) een unieke Highland Park tasting, geleid door Martin Markvardsen, Highland Park Brand Ambassador. Op deze tasting komen achteréénvolgens aan bod: Highland Park 12y, OB 1992 for the Belgian Market, Highland Park 21y 1959/1980, OB green dumpy, Highland Park 40y 1958/1998, OB 665 bts. en Highland Park 35y 1962/1997, OB for John Goodwin’s retirement. Astemblief.

Hier kan je je inschrijven voor het Fest en voor de Highland Park tasting. Zeg niet dat je het niet geweten hebt.

Highland Park ‘Thor’

De indrukwekkende Thor botteling van Highland Park (en dan heb ik het in eerste instantie over de verpakking) is een eerste van vier whisky’s uit de nieuwe Valhalla reeks, een reeks die je kan zien als opvolger van de Saint Magnus trilogie. Alle vier de bottelingen worden vernoemd naar Noorse goden. Na Thor mogen ook Loki, Freia en Odin hun opwachting maken. Deze ‘Thor’ is bevat whisky die minstens zestien jaar oud is en kost je een 150 euro.

 

Highland Park 16y ‘Thor’, 52.1%, OB 2012, Valhalla Collection, 23.000 bottles
De neus start op karamel en gestoofd fruit. Confituren, appelcompot, rabarbermoes, dat soort zaken. Pruimen ook. Verse. Daarna iets scherpere tonen zoals gekonfijte gember, mierikswortel, koper en gerookt vlees. Licht zilt. De geur van tabaksdoosjes ook wel. En onder dat alles zachte turfrook. Mooi. Romig mondgevoel. De smaak laat zich het best omschrijven als kruidige rook. Of rokerige kruiden. Heide(turf), kaneel, gember, zoethout, peper en peperkoek. Wat zoets dus ook, naast die peperkoek ook appelsap en honing. Enkele woudvruchten zoals bramen komen ook nog om de hoek kijken. Opnieuw tabak. En zilt (zoute drop). Ja, ook op de smaak is dit erg genietbare whisky. De afdronk is lang, eerst zoet en daarna vooral kruidig en zilt. Knap uitgebalanceerde whisky die heel wat aroma’s (verwachte en minder verwachte) aan bod laat komen. Veel beter dan ik op basis van vorige speciale bottelingen verwacht had. 89/100

Lochside 44y 1967, Malts of Scotland

De meest bijzondere whisky uit de jongste Malts of Scotland release, is deze Lochside 1967. Het is meteen ook de oudste. Het bijzondere ligt ‘m vooral in het feit Lochside van de jaren zestig vaker grain of single blend (malt & grain van dezelfde distilleerderij) is, single malt van die leeftijd is zeldzaam. En omdat het zo zeldzaam (en zo oud is), is hij met z’n 345 euro ook erg prijzig.

 

Lochside 44y 1967/2012, 41.7%, Malts of Scotland, Bourbon Hogshead #MoS12016, 115 bottles
Zeer mooie, subtiele en elegante neus, waarbij meteen de eik opvalt, sappige, belegen eik. Maar het geheel is verre van droog of ‘woody’. Aarde en wortels spelen ook vooraan. Net als gepoetst zilverwerk. Het is pas nadien dat de meer expressieve aroma’s naar voor komen. En dat is in de eerste plaats heel wat fruit. Zoet en sappig fruit. Ik denk aan ananas, appelsap en abrikoos. Kokos ook. Daarnaast toast, gedroogd gras, geboende eiken meubelen, bijenwas en een honing/vanille combinatie. De wortels maken daarna nog een comeback. Ah, ook nog wat tabaksrook. Nice. Maar alles dus eerder subtiel dan wel exuberant. De smaak is al even complex maar ook hier weinig uitgesproken. Het goede nieuws is dat ook de eik dat niet is, ik had het gezien de leeftijd zeker op de smaak een stuk droger verwacht. De smaak is wel een beetje bitter, maar dat blijft aangenaam. Eik, pompelmoes, wortels, planten, kruiden. En ook hier pas in tweede instantie de vanille en het fruit, naast de pompelmoes dan. Perziken, abrikozen en kokos. Naar het einde toe en in de afdronk treedt de eik wel iets meer naar voor. Die afdronk is niet al te lang, maar dus eerder droog en (aangenaam) bitter. Dit is geen absolute hoogvlieger, daarvoor is hij niet expressief genoeg en wordt het geheel naar het einde toe misschien wat te droog. Maar als je er de tijd voor wil nemen, is het toch genieten geblazen. 89/100

Beach House & Glenglassaugh

Tijd voor een streepje muziek. Beach House deze keer. Beach House is een Amerikaanse band die in 2004 in Baltimore werd opgericht door Vicortia Legrand en Alex Scally. Qua genre zou je hun muziek onder de grote Indie noemer kunnen steken. In ieder geval, als je van The National, Avi Buffalo, Bon Iver, Fleet Foxes of Trembling Bells houdt, dan moet je zeker ook Beach House ontdekken.
In 2006 bracht de groep een eerste titelloos album uit, wat meteen op gejuich van de critici onthaald werd. Nadien volgende om de twee jaar een nieuw studio-album, Devotion in 2008, het geweldige Teen Dream in 2010 en het even sterke Bloom dit jaar.

Uniek is dat Beach House maar uit twee leden bestaat, Legrand neemt de zang en orgel voor haar rekening, Scally (slide)gitaar en keyboards (incl. de geprogrameerde drums). Legrands stemgeluid is dromerig en melancholisch, en doet denken aan dat van Nico (vooral bekend van haar samenwerking met Velvet Underground – zijn die al aan bod gekomen trouwens?).

Met Bloom en meer bepaald het prachtige nummer Wishes op de achtergrond, zet ik mij aan de beste Glenglassaugh die ik al kon proeven, namelijk de 1974 ‘Manager’s Legacy’. Deze whisky werd hand-gebotteld op de distilleerderij ter ere van Jim Cryle, gewezen manager van Glenglassaugh. En dit op een zeer beperkte oplage van 200 flessen.

 

Glenglassaugh 1974 ‘Manager’s Legacy’, 52.9%, OB 2010, Jim Cryle, refill hogshead, 200 bottles
Heerlijke, complexe neus, fris en levendig. Veel fruit om mee te beginnen (sinaas, ananas, pruimen), aangenaam zoet (zachte fruitsnoepjes, kandijsuiker), gevolgd door kruiden (zoethout, gember), tabak, noten, koffie, siroop, leder, lichte bijenwas en antieke meubelen. Erg rijk en vol. Ook de smaak is prachtig. Romig, stroperig bijna. Ik heb associaties van kandijsiroop, perenstroop, appelsap, sinaas, mandarijn, pruimen, rozijnen (op rum), rozenbottel, lychee,… ja, vooral veel puntjes. Vreselijk complex en rijk. Dat alles op een bedje van sappige eik, hars en de bijhorende kruiden (zoethout, nootmuskaat, peper). Verwarmende afdronk die wel heel lang blijft hangen, perfect in lijn met de smaak (dat is dus al even complex als de rest met een perfecte hoeveelheid eik ter ondersteuning). Lovely. 92/100

Laphroaig 10y 1980’s

Laphroaig heeft zeven distilleerketels, wat vrij ongewoon is. Meestal heeft een distilleerderij een even aantal stills, evenveel wash stills als spirit stills, Laphroaig heeft echter een extra spirit still. Een groot deel van de productie gaat naar blends, waaronder Islay Mist, één van de grootste successen van Laphroaig.
Vandaag proef ik de standaard Laphroaig 10y, maar dan wel deze van 25, 30 jaar geleden, een botteling van midden jaren tachtig.


 
Laphroaig 10y, 40%, OB 1980’s
Best wat fruit op de neus, zelf licht tropisch: mango, meloen en ananas naast roze pompelmoes en nectarines. Zachte turf en veel zoete tonen: honing, karamel, verse slagroom. Mokka ook, net als enkele ‘oude’ associaties zoals oude boeken en oude kleerkast. De smaak ligt in het verlengde hiervan: mooie fruitigheid (vooral op citrus nu) en zachte, zoete turf. Koude koffie, geroosterd brood en nootmuskaat vullen aan. Wordt wat grassig ook. Lange afdronk op rook en fruit, en wat zilt als extraatje. Erg fruitige Laphroaig, de tijd heeft de turfrook wat naar de achtergrond gedrukt ten voordele van het fruit, waar we alleen maar blij om kunnen zijn. 90/100

Port Ellen 28y 1983, Silver Seal & Whiskybase

En we blijven nog even hangen bij Port Ellen, meer bepaald bij een 1983, gebotteld door Silver Seal, samen met de jongens van Whiskybase. Een joint bottling noemen ze dat. Naar het schijnt zijn er daarenboven een aantal flessen naar The Auld Alliance bar in Signapore gegaan.

 

Port Ellen 28y 1983/2011, 55.5%, Silver Seal, joint bottling with Whiskybase.com, cask S1462, 60 bottles
Ha, dit is toch een ander profiel en net iets meer spek naar mijn bek. Iets scherper, iets minder ‘afgeborsteld’. Rubber, maar dan de betere soort, zeker geen nieuwe fiestbanden of zo. Houtskool, zachte zoete turf en een klein beetje teer. Zonnebloemolie. Geboend leder. Ook best wat zoets: vanille en geflambeerde bananen. Roze pompelmoes? Misschien. Daarachter gaan in ieder geval nog noten en wat zilt schuil. Perfecte balans op de smaak tussen de turf, het zilt en het zoets (vanille en citroensnoepjes). Hier aangevuld met wat kruiden. Het geheel blijft wel prachtig scherp, daar zorgt het zilt en de teer voor. Opnieuw wat noten, en hoe langer hoe meer gerookte vis. Heilbot enzo. O ja, dat zilt wordt groots. Lange, zilte en zoete afdronk. Geef mij dan toch maar deze van Silver Seal en Whiskybase, ondanks het feit dat je er iets meer voor betaalt. 92/100