Spring naar inhoud

Archief voor

Talisker 30y, 2007

De Talisker 30y batch 2008 vond ik super, mijn verwachtingen voor deze 2007 batch zijn dan ook hoog gespannen…

 

Talisker 30y, 50.7%, OB 2007, 2958 bottles
Rijke, complexe geur. Fruitig, mineralig, waxy, zilt en rokerig. In concreto denk ik aan groene appels, pompelmoes en citroen qua fruit, turfrook en tabaksrook, bijenwas, kaarsvet en olijfolie. Wat de mineralen betreft doemen de natte stenen en gepoetst zilverwerk op. Zilt en zeewier brengen de zee in het glas. Vanille en marsepein geven het een zoete toets. De smaak gaat verder op dit patroon. Veel citrusfruit, vanille, gedroogde abrikozen, bijenwas, hooi en daarna kruiden. Kruidnagel, nootmuskaat en peper. Het zilt opnieuw. Mooie, ronde eik ter ondersteuning. En de zachte turfrook niet te vergeten. Lange, erg lange afdronk op drop, zilt, peper en citroen. Oesters besprenkeld met citroen en peper. Misschien niet helemaal op het niveau van de 2008 batch, maar weerom een dijk van een whisky. Rijk, vol en groots. 92/100

Bowmore 27y 1973, Blackadder

Vandaag een oude Bowmore, een 1973 van Blackadder.

 

Bowmore 27y 1973/2000, 50.2%, Blackadder, cask 3176, 233 bottles
Niet het verwachte (tropische) fruit. Of toch niet onmiddellijk. Wel granen, koffie en zilt. Hars ook wel. Pas na enige tijd zet het fruit zich door en dat is inderdaad tropisch. Ananas, banaan, mango, meloen, en ook wat limoen. Vanille. Het geheel is wel vrij vluchtig, ik mis de nodige body. De smaak is redelijk droog, daar zorgen eik, noten en kruiden voor. Het fruit wordt er wat door onderdrukt. Maar het is er wel, onder de gedaante van mango, meloen en mandarijn. Vanille, zilt en dan nu (dus niet onmiddellijk) turfrook. Vrij lange afdronk op vanille, mandarijnen en veel zilt. Lekker, absoluut, maar ik mis consistentie, aroma’s komen en gaan. 86/100

Bunnahabhain 35y 1976, The Whisky Mercenary

Laat ons maar meteen de derde en laatste botteling van The Whisky Mercenary (leuk label trouwens) in de ether gooien. Ik proefde ze alle drie naast elkaar en hield het beste voor het laatste. Een Bunnahabhain 1975, waar je een zeer correcte 145 euro voor dient neer te tellen.

 

Bunnahabhain 35y 1976/2012, 48.8%, The Whisky Mercenary, 80 bottles
Heerlijke neus op een geweldige combinatie van kruiden en banaan. Frisse kruiden zoals munt en tijm, maar ook peterselie. Doet me in zeker opzicht wat aan oude high-end rum denken. Very high-end. Maar dit biedt nog wat meer. Rozijnen (op rum, welja), opgelegde peren, rijpe kruisbessen, maar dus vooral banaan wat het fruitcompartiment betreft. Noten, met een nadruk op amandelen. Amandelspijs, marsepein. Boter. Gezouten boter. Zachte eik en een erg lekkere grassigheid die voor diepgang zorgt. Complex, diep en rijk. Ook de smaak is dat. Een smaak die prikkelend start op zilt, peper en zoethout, gevolgd door het fruit, zoals daar zijn: sinaas, banaan en pompelmoes. Onderliggende eik en okkernoten. En hooi. Mooi droog. Groene thee ook. Balsamico? Een beetje. Lange afdronk, bitterzoet op tonen van drop, eik en – wat had je gedacht – banaan. Is dit een sherryvat? Waarschijnlijk, alhoewel de kleur dat helemaal niet verraadt. Zo ja, geen actief vat in ieder geval. Fino? Dat zou wel eens kunnen. 145 euro? Voor 35-jaar oude whisky? Voor 35-jaar oude whisky van dit niveau? All right! Ik hoop dat Jürgen beseft dat hij de lat voor zichzelf wel erg hoog heeft gelegd met zijn eerste bottelingen. Nu ja, wij klagen niet. 91/100

Lochside 10y

Lochisde distillery werd in 1957 in het plaatsje Montrose opgericht door MacNab Distillers Company, op de plaats waar voordien een brouwerij stond.
Deze tienjarige is de enige officiële Lochside die ooit gebotteld is (rond 1990), meteen de reden waarom deze fles al behoorlijk prijzig is op veilingen. Reken op minstens 200 euro. Bedankt voor de sample Dirk.

 

Lochside 10y, 40%, OB MacNab Distillers +/- 1990, 75cl
Een whisky die je even moet laten ademen. Doe je dat niet, dan ruik je granen en hooi. Doe je dat wel, dan slaat het hooi om in gedroogde bloemen en doemt er een mooie fruitigheid op. Tropisch fruit. Vooral mango, maar ook papaya en lychee. Let op, dat tropisch fruit is niet bijzonder expressief, toch niet vanaf het begin, maar na enige tijd in het glas kun je er gewoon niet meer naast ruiken. Een klein beetje tabaksrook op de achtergrond. Hetzelfde patroon op de smaak: granen en hooi gevolgd door (tropisch) fruit. Rozenbottelthee ook. En een beetje bijenwas. Olieachtig mondgevoel. Het geheel wordt na enige tijd licht bitter, maar vooral de rozenbottel blijft weerwerk bieden. Ook in de relatief korte afdronk. Deze Lochside is gebotteld rond 1990, wat wil zeggen dat het whisky bevat gedistilleerd rond 1980. Wel, je proeft hier echt een aanzet tot de fameuse Lochside 1981. Misschien niet even complex maar de ingrediënten zijn duidelijk aanwezig. Een wel zeer leuke ontdekking deze jonge Lochside. 86/100

Clynelish 15y 1997, The Whisky Mercenary

Clynelish bestaat al sinds 1819, het jaar dat de Markies van Stafford, de latere Hertog van Sutherland, de distilleerderij uit de grond stampte (lees: liet stampen). De Markies had immers enorme velden waar hij een bestemming voor zocht, wat na rijp beraad gerst verbouwen en whisky-stoken werd. Op die manier had hij inkomsten uit z’n grond én uit de productie van whisky. Eerst diende hij wel een 1500 mensen die op z’n grond woonden te verjagen, maar daar draaide hij z’n hand niet voor om. In 1824 ontving hij een licentie, waarmee hij ook een pak illegale stokers in de regio een hak zette.
Vandaag de tweede van de eerste drie bottelingen van The Whisky Mercenary, alias Jürgen Vromans. Deze Clynelish 1997 kost je een 65 euro.

 

Clynelish 15y 1997/2012, 51.5%, The Whisky Mercenary, bourbon cask, 59 bottles
Och ja, ik ben ongetwijfeld bevooroordeeld als het op Clynelish aan komt, en Clynelish 1997 heeft zich in het verleden al laten kennen als textbook (jonge) Clynelish. Denk maar een deze van The Whiskyman (classic label & music label), de Archives,… Ook deze is zeer herkenbaar: cleane waxy neus met een stevige portie zee. Zilt en zeewier. Kaarsvet en schoensmeer. Honing zorgt voor een zoete toets, rode appels en citrus voor een fruitige. Pompelmoes. Ha, zelfs een beetje ananas. Onderliggend mineralige tonen zoals deze van natte stenen en klei. Allemaal behoorlijk Riesling-ig. Mooi rond. I just love it. De smaak doet niet onder. Romig mondgevoel, minder rond dan de neus evenwel, maar dat hoeft helemaal geen minunt te zijn. Zoete, fruitige, waxy en mineralige tonen met opnieuw de zee. Hier wel granen als extra (het jonge karakter speelt op), net als kruiden zoals peper en gember. Wat het fruit betreft, pompelmoes, citroen en kruisbessen. Zeer mooie bitterheid. Campari. Ik heb absoluut niets tegen Campari. Schweppes. Ik heb absoluut niets tegen Schweppes. Middellange afdronk op pompelmoes, was en zilt. Nice! Ik heb de indruk dat Jürgen z’n vaten weet te kiezen. Benieuwd naar de laatste, de Bunnahabhain 1976. Laat ons daar maar niet te lang mee wachten. 87/100

Highland Park 35y 1962, John Goodwin retirement

De afsluiter van de Highland Park tasting was de 35y die in 1997 gebotteld werd ter ere van de pensionering van John McLeod Goodwin, die voor Highland Park kwam werken in 1962, meteen het distillatiejaar van deze whisky. Hij startte als secretaris van de distilleerderij, om in 1988 benoemd te worden tot voorzitter. Op het label en op de bijhorende doos is het ‘H’ logo vervangen door een ‘G’, maar nergens staat het alcoholpercentage vermeld. Volgens Highland Park zou het echter meer dan 50% zijn. Aangezien deze whisky nooit via de klassieke kanalen te koop is aangeboden, is dit een erg gezochte en dus ook erg dure fles (in lijn met de 1958).

 

Highland Park 35y 1962/1997, no ABV, Cask Strength, OB for the retirement of John Goodwin
Al even expressief en aromatisch als de 1958, maar toch is dit een compleet ander profiel, de sherry is hier een stuk luider. Maar op een indrukwekkend mooie manier. De eik is sappig en groots, ik heb de uitgepuurde geur van een antiekshop (oude boeken, oude meubels, een beetje stof, oude kleren), veel honing, al even veel gedroogd fruit (vooral vijgen, maar ook dadels en pruimen), mokka, tabak, gember (big time!), zoethout, eucalyptus,… Allemaal erg elegant en klassevol. Puur vuurwerk in de mond, prachtig droog en tegelijk toch erg fruitig. Schitterende eik, noten en kruiden (kaneel, nootmuskaat, gember), perfect in harmonie met gedroogde abrikozen en vijgen, maar ook tropische vruchten zoals mango, papaya, lychee en meloen. Toppie! De afdronk is vreselijk lang (nu ja, vreselijk), prachtig kruidig en fruitig. Naast de 1958 is het moeilijk kiezen, alhoewel ik toch een lichte voorkeur heb voor de 1958, die biedt nog nét iets meer. Beide spreiden echter het beste wat Highland Park je kan bieden tentoon. Twee absolute meesterwerken. 95/100

Highland Park 40y 1958

De vierde whisky in de line-up was een cultfles, de veertig jaar oude 1958. Reken op meer dan 2000 euro op veilingen en nog 500 euro meer in winkels die nog een fles opzij hebben staan.

 

Highland Park 40y 1958/1998, 44%, OB, 665 bottles
Wat een heerlijke neus! Extreem aromatisch, expressief en rijk. Vooral dat fruit is ronduit groots. Sappige rode appels, ananas, meloen, mango en perziken. Maar ook geboend leder, sigarendoosjes en oude meubels. Gekonfijt fruit (bolus) doemt op, net als cake en zachte karamel. Marsepein. Erg smeuïg. En ook de heide en de zachte rook ontbreken niet. Vreselijk complex. Krachtig mondgevoel, zeker voor z’n 44%. Superfruitig. Geflambeerde banaan, ananas, meloen, abrikozen (zowel verse als gedroogde), gele rozijnen (van die grote). Cake opnieuw, nougat en hoe langer hoe meer kruiden. Munt, nootmuskaat, kaneel en zoethout. En ook hier de heide en de zachte rook. Best wat eik, niet verwonderlijk na 40 jaar, maar droog wordt het nooit. De zoete en de fruitige aromas blijven domineren, tot het bittere eind. Alhoewel dat bitterzoete eind moet zijn. De balans blijft immers bewaard in de erg lange afdronk. Sublieme whisky. Punto e basta. 96/100

Lindores Highland Park tasting

Zoals beloofd kom ik graag (zéér graag) terug op de geweldige Highland Park tasting waarmee we eind vorige maand het Lindores Whiskyfest op gang schoten. De toch wel indrukwekkende line-up laat zich als volgt lezen:

  1. Highland Park 1984 Malts of Scotland ‘Amazing Casks’
  2. Highland Park 12y, 40%, OB 8/7/1992 for the Belgian market
  3. Highland Park 21y 1959, 43%, OB 1980
  4. Highland Park 40y 1958/1998, 44%, OB, 665 bottles
  5. Highland Park 35y 1962/1997, no ABV, Cask Strength, OB for the retirement of John Goodwin

    De 21y 1959 kende ik al, maar ik zag er niet echt tegen op hem opnieuw te proeven. Hetzelfde kan ik ondertussen ook zeggen van de Amazing Cask. Van de drie andere whisky’s nam ik een sampletje mee naar huis. Hieronder mijn bevindingen van de 12y for Belgium, morgen en overmorgen van de twee kleppers.

     

    Highland Park 12y, 40%, OB 8/7/1992 for the Belgian market
    Mooie, romige, zoete neus. Bijenwas, pollen, honing en heide, dat zijn de eerste zaken die opvallen. Daarna gevolgd door oud leder, melkchocolade en romige boter. Pas daarna door hoe langer hoe meer fruit. Sappige perziken, dito abrikozen, ananas uit blik, kokos, banaan… vrij tropisch dus. Evolueert heel mooi. Moeilijk in te schatten wat de whisky initieel te bieden had en wat door de flessenrijping komt (dit is immers twintig jaar geleden gebotteld). De smaak is meteen erg fruitig, naast lichte granen, honing, hooi en heide. En het fruit neigt ook hier naar het tropische. Banaan, ananas, meloen, naast perzik en wat harde peren. Onderliggend zachte rook, tabak en groene thee. Een weinig eik. Mooi olieachtig mondgevoel. De afdronk is vrij kort en licht, hier mist hij kracht. Los van de wat tegenvallende afdronk is dit – zeker op de neus – een zeer lekkere old-school malt. 89/100

    Bowmore 12y 2000, The Whisky Mercenary

    Er wordt de laatste tijd serieus wat afgebotteld in België. Lange tijd was The Nectar de enige noemenwaardige naam in het landschap, maar de jongste jaren zijn daar enkele bottelaars bijgekomen. Ik denk in de eerste plaats aan Thosop, Asta Morris en The Whiskyman, maar ook kleinere spelers zoals Lords of the Drams en nu ook The Whisky Mercenary. De mercenary of huurling in kwestie is Jürgen Vromans, al jarenlang een gevestigde naam in de Belgische whiskywereld en tegen het lijf te lopen op zowat elk whiskyfestival of tasting in de regio. Jürgen brengt meteen drie whisky’s op de markt, een Clynelish 1997, een Bunnahabhain 1976 en deze Bowmore 2000. Voorwaar een aanlokkelijk trio. De Bowmore kost je 60 euro.

     

    Bowmore 12y 2000/2012, 46%, The Whisky Mercenary, 42 bottles
    Ja ja, dit zit snor (met alle sympathie voor Movember), het eerste wat mij opvalt is zoet fruit, eerder nog dan de turfrook en het zilt, twee zaken waar je bij jonge Bowmore moeilijk omheen kunt. De associaties van de zee, met naast het zilt ook zeewier en oesters, en de zachte turfrook, worden mooi in bedwang gehouden door tonen van zoete rode appels, ananas in blik, banaan en zelfs wat lycheesap. Vrij zoet, naast het zoete fruit heb ik ook kandijsuiker, marsepein, vanille en gekonfijte gember (prikkelend zoet). Gezouten boter, leder en onderliggend een subtiele maar absoluut welgekomen mineraleit. Behoorlijk complex voor z’n leeftijd. All good. Zacht en romig op de tong. Iets meer turfrook dan op de neus, zoals wel vaker, maar het is toch weer het fruit dat met de pluimen gaat lopen. Perziken en de ananas en lychee die ik ook al in de neus had. Een stevige hoeveelheid zilt, en ook wat vanille, kandij en kruiden. Hoe langer hoe meer kruiden. Gember en zoethout. Zwarte olijven? Ik denk het. Middellange afdronk, zilt, rokerig en fruitig. Aangezien deze whisky op drinksterkte is gebotteld, doe ik hier geen water bij, iets waar ik ook absoluut geen behoefte aan heb. Op veel vlakken vind ik dit allemaal perfect. Compleet mijn profiel, turfrook als toegevoegde waarde. Prijs/kwaliteit een echter topper. 89/100

    Glen Scotia 20y 1992, Thosop

    Een nieuwe Thosop handwritten, altijd iets om naar uit te kijken. Deze keer is het een Glen Scotia 1992. Hij kost je 110 euro.

     

    Glen Scotia 20y 1992/2012, 48.2%, Thosop Handwritten label by The Whiskyman, refill sherry hogshead, 162 bottles
    Mooie sherryneus, zoet en ‘notig’. Studentenhaver, met z’n gedroogd fruit (rozijnen, vijgen) en allerlei noten. Prikkelende munt, eucalyptus en gember. Fris. Hoestbollen. Geboende eik, en een mooie rokerigheid. Geen turfrook, eerder tabaksrook en de geur van sigarendoosjes. Tabaksbladeren. Enorm dat laatste. Erdoorheen wat bosvruchten (bramen, zwarte en rode bessen). Elegante en rijke neus. Ook in de mond is dit een elegante whisky, het droogt nooit uit. Daar zorgt het (weliswaar gedroogde) fruit, de chocolade en de bijenwas voor. Zilt (iets wat ik bij deze niet op de neus had) en munt komen daar bij, net als de onvermijdelijke eik en kruiden. Qua kruiden denk ik aan nootmuskaat, kaneel, peper en (veel) zoethout. Sterke kruidenthees. En ook hier bosvruchten na enige tijd. Ik vreesde dat ik dit op de smaak té droog zou vinden, maar dat is dus niet het geval. Pas op, dit is redelijk droog, maar nooit té. Nice. Middellange afdronk, mooi droog, op eik, noten, kruiden en zilt. Dit is één van de beste Glen Scotias 1992, van de velen die we de jongste jaren voorgeschoteld kregen. 87/100

    Highland Park 1986, MoS Amazing Casks

    Hoog tijd om terug wat recentere bottelingen te proeven, de laatste drie weken ben ik niet meer tot proeven gekomen en teerde ik vooral op tasting notes die ik nog had liggen. Ik begin met de jongste Amazing Cask van Malts of Scotland. Niet dat we er daar al veel van hebben gehad, deze Highland Park is nog maar de tweede. Wat het bijzonder karakter van deze bottelingen natuurlijk alleen maar onderstreept. Bedoeling van deze reeks is immers whisky’s te bottelen die uit de band springen, die een uniek en bijzonder karakter hebben, eerder nog dan dat ze uitzonderlijk lekker zouden zijn (wat we natuurlijk niet mogen uitsluiten), een beetje zoals het fameuse White Label van Cadenhead. De selectie gebeurt door Thomas Ewers (de man achter Malts of Scotland) en Luc Timmermans.
    Deze HP kost je 160 euro.

     

    Highland Park 1986/2012, 54.1%, Malts of Scotland ‘Amazing Casks’, Bourbon Hogshead #MoS12053, 245 bottles
    Zeer frisse, aromatische neus. Veel ‘buitenlucht’. Een wandeling door de heide, en nog meer door de weide, met z’n hoge gras en bloemen. Boterbloemen, paardenbloemen. Ochtenddauw. Klei. Kalk. Natte stenen (we wandelen nu langs een bergriviertje). Aspirine. Honing? Mja, maar toch eerder vanille. En fruit zegt u? Reken maar van yes. Rode, sappige appels (Jazz), perziken, veel kruisbessen en een beetje lycheesap. Rook? Ook dat is er wel, maar ver op de achtergrond. Bijenwas, dat zeker wel. Hooi ook. En dennennaalden, samen met een klein beetje hars. Echt wel veel ‘buiten’-associaties. Clean, en vooral complex profiel. Frisse, zoete, florale en fruitige tonen mooi met elkaar verweven. Maar geef ‘m zeker tijd, hij groeit, evolueert prachtig. Eigenlijk veel meer Clynelish dan Highland Park. De smaak doet qua cleanigheid en complexiteit niet onder. Eerst valt het florale karakter op (hooi, gras, bloemen), gevolgd door het zoete (honing, vanille, nougat), dan door het mineralige, het fruit (perziken, peren, ananas en pompelmoes) en de bijenwas. Onderliggend kruiden (kaneel, zoethout en peper) maar zo goed als geen eik. Wel een beetje zout. Prikkelend mondgevoel. Lange, tintelende afdronk, zoet, zilt en kruidig. De neus is pure Clynelish, de smaak is iets meer Highland Park. Zeer complexe, en inderdaad toch ook wel bijzondere whisky. 91/100

    Bruichladdich 28y 1968, Signatory Vintage

    Die Signatory Vintage ‘dumpy’ flessen, daar zitten toch wel pareltjes bij. Zeker bij de eerste bottelingen, deze van vóór 1995. Vandaag een botteling van 1996, een Bruichladdich 1968. Signatory heeft heel wat Bruichladdich 1968 op de markt gebracht, de éne al beter dan de andere.

     

    Bruichladdich 28y 1968/1996, 49.6%, Signatory Vintage, dumpy, cask 2120, 382 bottles
    Frisse, fruitige neus. Meloen, lychee en perzik. Honing en Canada Dry (Ginger Ale) zorgen voor de zoete toets, kaneel, anijs en gember (zie ook de Canada Dry) voor een pittige. Gedroogd gras en mos vervolledigen. Stevig mondgevoel, complexe smaak. Vanille, meloen, lychee en groene appels, met onderliggende eik en kruiden. Peper, kaneel, nootmuskaat. Licht zilt. Lange afdronk op gekookt fruit en kruiden. Die kruiden drogen het geheel wel wat uit. Maar buiten dat bittere naar het einde toe vind ik dit een zeer aangename en elegante whisky. 89/100

    Strathmill 15y ‘Manager’s Dram’

    Strathmill wordt zelden gebotteld als single malt, nochtans zijn de drie onafhankelijke bottelingen die ik hier in het verleden besproken heb, mij erg goed bevallen. Benieuwd of dit ook bij deze Manager’s Dram het geval is.
    In z’n beginjaren heette Strathmill trouwens Glenisla-Glenlivet Distillery.

     

    Strathmill 15y ‘Manager’s Dram’, 53.5%, OB 2003
    Scherpe neus, alcoholisch en grassig. Vers gemaaid gras, eik, okkernoten, de schil van groene appels. Ook iets vegetaals. Gekookte groenten. Asperges? Het gras slaat op de duur om in hooi. Marsepein noteer ik ook nog. Zeker niet slecht maar nogal scherp allemaal. Met water granen, boter en lichte rook (assen). Ook de smaak is alles behalve rond. Groene appels, de schil van citrus, gras, hooi, noten en peper. Erg clean en scherp dus. Kandij toch ook en opnieuw de marsepein, wat dan toch voor een zoete toets zorgt. Maar het is de alcohol die domineert. Met water zoeter en meer citrus. Korte, frisse, cleane afdronk. Heeft zeker water nodig, maar ook dan is dit niet erg bijzonder. Vreemd dat de managers deze whisky ooit geselecteerd hebben. 82/100

    Nikka from the Barrel

    Nikka from the Barrel is een blend van grain whisky afkomstig van de Miyagikyo distilleerderij en malt whisky afkomstig van Yoichi.

     

    Nikka ‘From the barrel’, 51.4%, OB +/- 2012, 50cl
    Op de neus – niet geheel onverwacht – zoete granen. Ontbijtgranen, Frosties, honing, vanille. Dat wordt dan gevolgd door rode bessen, abrikozen (vers én gedroogd), dadels, de schil van sinaas en noten (richting maresepein). De geur van sigarendoosjes ook. En daaronder eik en kruiden. Kruiden zoals daar zijn kaneel en munt. Op de smaak vallen die kruiden meer op, samen met de granen. Daarnaast vanille en kandijsuiker, wat het een zoete toets geeft. En opnieuw die lichte tabak. Rozijnen, vijgen, gedroogde abrikozen en eik vallen ook nog op. Middellange afdronk op kruiden (vooral gember hier), granen en een beetje kandij. Net wat te weinig, want het wordt toch vrij droog. Maar dat is het enige minpunt, voor de rest is dit best te pruimen. Juist, pruimen, ook dat had ik op de smaak. 84/100

    Caperdonich 38y 1968, Duncan Taylor cask 2619

    Caperdonich van eind jaren zestig, dat is een ander profiel dan dat van de ondertussen welgekende 1972’ers. Over het algemeen zijn deze eersten zachter en subtieler, minder expressief maar eleganter. En evenzeer over het algemeen heb ik een voorkeur voor de 1972’ers, uitzonderingen zoals de 1968 M&H niet te na gesproken natuurlijk.
    Vandaag een 1968 van Duncan Taylor. Eén van de vele, Duncan Taylor heeft massa’s Caperdonich op de markt gebracht. Ik besprak hier in het verleden reeds zustervaten 2609 (voor The Nectar) en 2616.

     

    Caperdonich 38y 1968/2007, 51.4%, Duncan Taylor, cask 2619, 166 bottles
    Op de neus heb ik niet de verwachte fruitexplosie. Wel zachte turfrook en geroosterde noten, eik, hars, gember, anijs en eucaluptus. Een beetje nougat. Pas daarna krijg ik fruit, licht tropisch, maar ook gestoofd (confituren, vooral sinaas). Ook op de smaak valt lichte turf op, tabak, eik, hars en zilt, gevolgd door perzik, honing, sinaas en opnieuw de eucalyptus. En munt. Herbal that is. Lange afdronk op kruiden en zachte rook. Verrassende en ongewone Caperdonich. Wel lekker. 88/100

    Dailuaine 27y 1966, Cadenhead

    Vandaag een oude Dailuaine, meer bepaald een 1966 van Cadenhead, ondertussen bijna twintig jaar geleden gebotteld. Cadenhead heeft meerdere Dailuaines 1966 gebotteld, waaronder de legendarische 1966/1997 onder hun Authentic Collection label.

     

    Dailuaine 27y 1966/1994, 45.7%, Cadenhead’s Original Collection
    Hola, wat een mooie oude sherry op de neus. Belegen eik, geboende meubels, antiekwas, oud leder, oude kleerkast, oude boeken. Alles aan deze whisky geurt oud. Maar nooit stoffig of saai. Daar zorgt het fruit voor, fruit dat na enige tijd op de voorgrond treedt. Ananas, gedroogde abrikozen, mango… tropical. Heerlijk zoet. Crème brûlée. Amandelspijs. Dan ook nog frisse kruiden zoals eucalyptus en munt. Samen met het fruit geeft dat een erg frisse en levendige toets aan deze whisky. Prachtig. Volle smaak, erg kruidig. Ik heb nog gedroogd fruit en kandijsuiker, maar de eik en vooral de kruiden gaan hoe langer hoe harder roepen. Zoethout, peper, kruidnagel en munt. Licht bitter. Okkernoten en aarde ook. Lange afdronk, ook hier licht bitter maar met zacht tropisch fruit dat nog om de hoek komt kijken, wat de balans terug in evenwicht trekt. Heerlijke old school sherry. 92/100

    Longmorn 23y 1988, First Cask

    First Cask kennen we van het Britse Direct Wines, maar sinds kort ook van Whisky Import Nederland (WIN) van de heren Jan Kok en Marcel Bol. Onder hun First Cask label (ik ga ervan uit dat ze de rechten van Direct Wines hebben overgekocht) bottelen zij single casks, zoals deze Longmorn 1988. Hij kost je net geen honderd euro. Bedankt voor de sample Steven.

     

    Longmorn 23y 1988/2012, 52.6%, First Cask, sherry hogshead #14379, 259 bottles
    Volle, smeuïge sherryneus. Veel zoet fruit: rozijnen op rum, gekarameliseerde appels, warme appelstrudel, tarte tatin, appelmoes met kaneel… eigenlijk alles wat je kan bedenken met warme appels. Vergezeld van een bolletje vanille-ijs. Bramenconfituur ook, en pruimencompot. Daaronder zorgen vanillefugde en bijenwas voor een extra smeuïgheid. Gevolgd door sappige eik, gekonfijte gember en zoethout, die de neus extra gewicht geven. Mooi. Zéér mooi. De vanille groeit trouwens, we hadden al vanillefudge en vanille-ijs, nu zijn het zuivere vanillestokjes. Leder ook nog en een beetje heide. Een heel lichte rokerigheid. Van de heide, en van sigarendoosjes. Die evolutie is echt knap. Erg aangenaam mondgevoel, perfecte sterkte. Zoete en kruidige tonen vallen op. Kandijsuiker, rozijnen, gedroogde pruimen en melkchocolade met pralinévulling. Lichtgroene bananen (zoals ik ze het liefst heb). Qua kruiden noteer ik zoethout, kaneel en nootmuskaat. Speculaaskruiden ook wel. De balans is perfect, het zoete blijft mooi in de pas van de drogere elementen lopen. Lange afdronk waarbij het gedroogde, zoete fruit blijft domineren. Een whisky die startte op 87/100 om uiteindelijk zonder blikken of blozen te eindigen op 90/100

    Linlithgow 30y 1973

    Linlithgow, dat is dus St. Magdalene. Beide namen werden door elkaar gebruikt, zonder een echte logica. Het gaat dus niet om twee verschillende whisky’s van dezelfde distilleerderij (zoals bv. Springbank, Longrow en Hazelburn) maar gewoon twee namen voor hetzelfde product. Deze officiële 30y rijpte op Amerikaanse eik.

     

    Linlithgow 30y 1973, 59.6%, OB 2004, 1500 bottles
    Wat een zalige neus! Smeuïg zoet op cake, zoete drop, rozijnen (sultanas eigenlijk), gedroogde vijgen, abrikozenconfituur, geflambeerde banaan en gekonfijte gember, wat het licht prikkelend maakt. Ook citrus zorgt voor de lichte prikkeling. Naast dit alles vallen er ook lichte rook en oud leder te noteren, net als wat olijfolie. In de mond is dit niet meer en niet minder dan een smaakbom. Veel fruit (citroen, mandarijn, de schil van appelsienen), rozijnen, zachte karamel, praliné, bijenwas, cake, gember, peper, nootmuskaat, enzoverder. De kruiden groeien, op een fantastische manier. Ze gaan het geheel nooit uitdrogen, ze prikkelen en accentueren de complexiteit. Alles expressief en rond. En de perfecte hoeveelheid eik. De balans is gewoon perfect. Erg lange afdronk, kruidig en zoet. Ronduit prachtige whisky. 93/100

    Lochside 1991/2008, Connoisseurs Choice

    Lochside 1981 kent iedereen ondertussen wel, maar ook de andere jaren werd daar gedistilleerd natuurlijk. Zo ook in 1991, een vintage waarvan Gordon & MacPhail blijkbaar een groot deel heeft opgekocht. Deze botteling van 2008 is één van de vele 1991’ers van hun hand.

     

    Lochside 1991/2008, 43%, Gordon & MacPhail Connoisseurs Choice, bourbon barrels
    Frisse, mineralige geur. Natte stenen, natte gazon, de geur na een zomerse regenbui. Pas daarna zet het fruit zich door. Roze pompelmoes, limoen en mandarijn. Citrus dus. Maar ook ananas na enige tijd. Honing en nougat maken het zoet. En een beetje zout maakt het… eh, zout. Een beetje dus. Op de smaak wordt dit patroon verdergezet. Veel pompelmoes en mandarijn, maar ook het mineralige en het grassige komen terug. Vanille. Misschien wat noten en groene thee als extra. Met de eik erbij maakt dit dat het naar het einde vrij droog wordt, maar nooit storend. De afdronk is niet echt lang en mooi drogend. Witte pompelmoes, bittere sinaas, eik en peper. Verfijnde, elegante whisky. Wordt 1991 met tien jaar extra rijping het nieuwe 1981? Time will tell. 86/100

    Octomore 5y ‘Comus’

    We keren even terug naar Octomore. Na de 4.1. die ik best te pruimen vond, proef ik nu de 4.2, ook op astronomisch turfgehalte (167 ppm – let wel, dat gaat dan altijd over hoe zwaar de malt geturfd is, dat zegt uiteindelijk weinig over het turfgehalte van de whisky zelf). Deze is echter gefinisht op Chateau d’Yquemvaten. De naam van deze botteling verwijst naar Comus, de zoon van Bacchus, die we natuurlijk wel allemaal kennen.

     

    Octomore 5y 04.2 ‘Comus’, 61%, OB 2012, 18000 bottles, chateau d’Yquem finish
    Ook bij deze valt de turfrook wel mee. Hij is er – natuurlijk – maar hij is niet zo overweldigend dan je wel zou denken. Deze whisky is ook fruitig en zoet, en daar kunnen we alleen maar blij om zijn. Wat het fruit betreft, denk ik aan perzik en abrikoos, peren en rode appels. Qua zoete tonen noteer ik cake, honing en nougat. Maar daar stopt het niet bij. Ik heb ook leder, hooi en een beetje bijenwas. Zilt ook nog. En peper. En een klein beetje hars. Erg lekker vind ik dit. Stevig en olieachtig mondgevoel, de smaak verweeft perfect de zilte en rokerige aroma’s van de whisky met de zoete en fruitige aroma’s van de Sauternes. Turfrook, teer, zilt en zeewier aan de éne kant, abrikozen, perziken, druiven en meloen aan de andere. Leder, hooi en noten vullen aan. Lange afdronk, rokerig en zoet. Lekkerder nog dan z’n voorgangers. De finish op Chateau d’Yquem heeft hier blijkbaar een erg positief effect gehad, het voegt een heerlijke complexiteit toe. 89/100