Spring naar inhoud

Archief voor

Brora 1972 head to head

Handen wrijvend, de deur van de bureau gebarricadeerd, mijn gezinsleden een tijdelijk contactverbod opgelegd en een opkomende zenuwtrek onderdrukkend, zet ik hic et nunc twee Brora’s 1972 naast elkaar. Zoals hier in het verleden reeds beschreven, is 1972 een beetje een magisch jaar voor Brora, zoals 1974 dat was voor Ardbeg of 1976 voor Benriach. De twee die ik hieronder bespreek zijn beide Gordon & MacPhail Connoisseurs Choice bottelingen, de 1993 – waarover een relatieve consensus bestaat dat dit de beste is – en de 1996. Bij mijn weten bestaan er vier versies van, er is nog een 1992 en een 1997. Ik had in het verleden al zowel de 1993 als de 1996 gedronken, maar had van beide nog een kletsje staan. Wat kan het leven toch mooi zijn!

 
Brora 1972/1996, 40%, Gordon & MacPhail, Connoisseurs Choice – Highland – 92/100
Top notch farmy Brora-neus met zoete turf, smeulend haardvuur, planten, honing en ook een beetje bijenwas en fruit, maar allemaal wat onderliggend, overvleugeld door de ‘boerderij’ en de turf. Smaak in lijn met de neus, wreed lekker dus. Rokerig en farmy met wat zoets (de honing), een beetje fruit en een ietsje meer zilt. Lange, zoete en rokerige afdronk. Zo Brora als Brora maar kan zijn, zalige whisky dus.
 
Brora 1972/1993, 40%, Gordon & MacPhail, Connoisseurs Choice (old map label) – Highland – 93/100
Man, dit is dus echt lekker hé! Frisse en fruitige turf met een resem waxy toestanden. Boenwas, schoensmeer, kaarsvet… honing ook. Citrus. Bloemen. The whole shebang. En dan hebben we de zalige farmy notes nog niet gehad. Stallen, hooi, natte hond (neen, we gaan het niet hebben over de boerendochter… laat staan een natte). Lovely. Geweldig complex, ook in de smaak. Daar hebben we de turf en de boerderij, maar ook het fruit (pompelmoes), de honing, zilt en een mooie bitterheid. Genieten! En dan de finish, die vergeet je niet…
 

Conclusie: de 1996 is meer ‘in to your face‘ Brora, de farmy notes zijn er erg dominant. Nu, dat vind ik dus absoluut niet erg, maar het maakt ‘m naast geweldig lekker een ietsje minder boeiend dan de 1993. Deze laatste is complexer, de farmy notes zijn duidelijk aanwezig maar zijn mooi verweven met het fruit, de boenwas, de bloemen, de honing. Eigenlijk hebben we hier te maken met een kruising van het beste van Brora met het beste van Clynelish. Maar om nu te zeggen dat ik de 1993 – zoals sommigen – veel lekkerder vind, neen dat niet. De geweldige complexiteit verdient echter een extra puntje.

Twee Bruichladdichs, een lekkere nieuwe en een héél lekkere oude

Bruichladdich 1998 ‘Manzanilla’, 46%, OB, 2008, sherry wood, 6000 bottles – Islay – 80/100
Dit is een Bruichladdich op Manzanillavat gerijpt. Manzanilla is een lichte, droge sherry afkomstig van San Lucar de Barrameda, gelegen aan de Atlantische oceaan. Het heeft een kruidige en licht zilte smaak. Andere bekende sherry variëteiten zijn Fino, Oloroso, Pedro Ximénez en Amontillado. Eens zien wat de sherry met deze spirit heeft gedaan. Frisse neus met zilt, honing, veel citrus, maar ook abrikoos en appel. En de sherrykenmerken zoals koffie, hout en noten, maar die gaan nooit overheersen. Mooie balans. Zoete smaak, veel zoet fruit. Kokos. Karamel, vanille, beetje kruiden (een zeer herkenbaar kruid, maar kom er niet op). Vrij korte maar lekkere, licht rokerige en fruitige afdronk.
 
Bruichladdich 1966/1983, 53.5%, OB, Moon Import, Riserva Veronelli, 2400 bottles – Islay – 90/100
Frisse neus met veel rijp, sappig fruit (peer, perzik, appel), granen en lichte rook. Stevige, zoet-zilte smaak met duidelijke sherry en weerom wit fruit. Peper & zout finish. Erg lekkere, fruitige oude Bruichladdich.

Enkele Speysiders

Vandaag maak ik tijd voor enkele Speysiders die ik tot op heden heb verwaarloosd. Soms ten onrechte, soms ook niet zo blijkt.

 
Deanston 12y, 46.3%, OB, 2008 – Speyside – 67/100
Deze whisky hebben ze vóór het bottelen nog enkele weken op nieuwe eiken vaten gestoken, kwestie van het vocht een extra zoete touch te geven. En dat hadden ze beter niet gedaan. De whisky is inderdaad behoorlijk zoet (vanille, honing), maar het hout is te dominant, wat resulteert in een erg droge whisky op hooi, hout, zoethout en andere bittere toestanden. Daarnaast heeft de neus nog wel een beetje fruit en granen, en de smaak fruit (sinaas), suiker en een lichte kruidige touch, maar het geheel is te droog en te bitter. Droge, eerder korte afdronk. Saai allemaal, mist de nodige complexiteit. Toch wel een beetje een teleurstelling, mijn eerste Deanston.
 
Glencraig 33y 1974/2008, 50.5%, SMWS 104.9 ‘Church incense in naughty dungeons’, 204 bottles – Speyside – 87/100
Glencraig bottelingen zijn zeldzaam, om de eenvoudige reden dat de distilleerderij maar een korte tijd actief was, van de jaren zestig tot begin jaren tachtig. Deze 1974 heeft een erg frisse neus met bloesems en fruit. Beetje waxy. Ook de smaak is erg fruitig, evoluerend naar kruidig. Erg lekker.
 
Benrinnes 11y 1996/2008, 46%, Dun Bheagan, cask 91022, Tokay finish, 288 bottles – Speyside – 72/100
Neus: fruit (sinaas) en bloemen. Oeh, na een tijdje ook lijm, wat hier toch wel een storend element is (hoeft niet altijd zo te zijn). Smaak: zoet (vanille), pudding (vanille pudding dus), wijnachtig. Geen al te beste wijn. Middellange zoete finish met citrustonen. Niet bijzonder. Whisky en Tokay, het wil maar niet lukken.

Port Askaig

Port Askaig is de naam van een havenstadje (nu ja, dorp) aan de noordoostkust van Islay én sinds kort ook de naam van een nieuwe single malt whisky. Denk nu vooral niet dat Islay een nieuwe distilleerderij rijker is, het is Speciality Drinks Ltd. – de firma achter The Whisky Exchange van Sukhinder Singh – dat onder deze naam een single malt whisky uit Islay bottelt. Als je er de kaart van Islay bijneemt, zie je dat er zich in de buurt van Port Askaig maar één distilleerderij bevindt, Caol Ila. Alles wat onder het Port Askaig label wordt gebotteld, is dus in feite Caol Ila whisky.
Vandaag de dag bestaan er drie varianten Port Askaig: een 17-jarige aan +/- 60 euro, een 25-jarige voor een 90 euro en een cask strength whisky die ongeveer 45 euro moet kosten. Eind dit jaar zou er ook nog een 30-jarige gebottled worden. De whisky op drinksterkte hebben ze – net zoals Talisker dat doet trouwens – tot Imperial 80 proof versneden. Dit komt overéén met 45,8% alcohol.
Je vindt Port Askaigs natuurlijk op The Whisky Exchange, maar je komt ze evengoed tegen in de betere whiskyhandel. Ik heb me – ondertussen al een tijdje geleden – via Whiskysamples een setje besteld en nu eindelijk ook geproefd.

 
Port Askaig 17y, 45.8%, Speciality Drinks Ltd (TWE), 2009 – Islay – 83/100
In de neus een klassieke turf-rook-citrus mélange. Cleane turf, kampvuur, citroenen, sinaasschil. Beetje zoets ook, honing. Licht medicinale touch. Hey, als extraatje een subtiele waxy note! In de olie-achtige smaak krijg ik eerst veel turf, citrus (pompelmoes) en honing. Tot zo ver dus mooi in lijn met de neus. Daarna meer en meer zilt, zoethout en kruiden. Lange, warme afdronk op teer en zilt. Klassieke en dus best genietbare Caol Ila met een mooie balans.
 
Port Askaig 25y, 45.8%, Speciality Drinks Ltd (TWE), 2009 – Islay – 86/100
Oh, deze is veel fruitiger, wat gezien de leeftijd niet geheel onlogisch is natuurlijk. Zachte, complexe neus met sinaas, appel, passievrucht, boenwas, honing, zoethout, kruiden… Rook ook (en as – verbrand hout hier) maar merkelijk minder prominent dan in de 17y. Zachte smaak waar fruit, zoet en hout de kernwoorden zijn. Pompelmoes, sinaas, appel, honing, suiker, zilt, kruiden en hout. Serieus drogend (bitter) naar het eind. Middellange droge finish met hout, peper, zoethout en rook. Complexer dan de 17y, lekkerder ook. Een ietsje minder hout in de smaak had een puntje of twee meer opgeleverd.
 
Port Askaig Cask Strength, 57.1%, Speciality Drinks Ltd (TWE), 2009 – Islay – 77/100
Smokey! Veel rook, meer nog dan de 17y. Als ik ze naast elkaar zet, geeft de 17y eerder pure turf en deze CS rook. Houtskool, sigaren, smeulend haardvuur, roet/uitlaatgassen, dat soort zaken. Daarnaast heb ik wat zoets en hooi (of is het stro? – Even een zijsprongetje, een luistertip: Hay foot/Straw foot van 16 Horsepower, een project van de geniale David Eugene Edwards). Datzelfde hooi/grassige in de smaak, naast weerom veel rook en assen. Wat ziltig en met moeite een beetje vanille. Vrij lange rokerige (of wat had je gedacht?) afdronk, die kruidig en wat bitter eindigt. Blijf toch wat met een asbak gevoel zitten, de rook verdringt te veel de rest. Vond de 17y beter gebalanceerd.

Twee ‘Miltonduffs’

Milton-Duff Glenlivet 5y, 40%, OB bottled by George Ballantine Genova 1974 rotation – Speyside – 73/100
Was benieuwd om deze oude Miltonduff te proeven, maar dat viel me eerlijk gezegd wel wat tegen. Zowel in de neus als in de smaak erg ‘maltig’. Granen, muesli, brood, honing ook. Weinig opwindends.
 
Mosstowie 1979, 40%, G&M Connoisseurs Choice 1997 – Speyside – 77/100
Mijn eerste Mosstowie (spreek uit mostauwie). Mosstowie is/was eigenlijk geen distilleerderij, maar de naam van een whisky die tussen 1964 en 1981 in twee Lomond stills werd gedistilleerd in de Miltonduff distilleerderij. Neus: gestoofd fruit, karamel en lichte sherry. Wat olieachtig ook. Relatief krachtige smaak voor z’n 40%. Filmend, wat vettig. Boter. Amandel, hout, karamel, iets kruidigs en lichte rook hier. Geen noemenswaardig fruit, ondanks duidelijk sherry-invloed. Licht rokerige finish. Lekker, maar ook niet meer dan dat.

Back in business

Zaterdagavond teruggekeerd van twee weken Gardameer. Was daar rond m’n twintigste al geweest, maar ging met plezier nog eens met de kids terug. Prachtig meer ingehouwen in de rotsen. Pittoreske stadjes bezocht, lekker gegeten, genoten van het zwembad, een dagje naar Verona getrokken én twee weken geen whisky gedronken. Dringend tijd dus om deze gewoonte terug op te nemen, vind ik zo. Een oude Linkwood will do the trick.

 
Linkwood 1972/2006, 43%, Gordon & MacPhail – Speyside – 83/100
Aangename sherry-invloed, niet te sterk. Mooi (wit) fruit, karamel, koffie, rook en hout. In de – ietwat droge – smaak ook een sterke kruidigheid. Nootmuskaat, gember en peper vooral. Droge, kruidige afdronk. Lekker, maar net een ietsje te veel hout om hoger in de tachtig te eindigen.

Twee Duncan Taylors for The Nectar

Twee schitterende DT’s geselecteerd door en gebotteld voor The Nectar.
 
Caol Ila 26y 1982/2008, 54.3%, DT for The Nectar, cask 2746, 269 bottles – Islay – 91/100
De verwachte turf is aanwezig, maar op de achtergrond. De elegante neus is zoet (karamel) en fruitig (citrus). Kruiden zitten er ook in. En zoethout. Heerlijk. Zachte, romige, fruitige smaak met zilt en kruiden. Lange kruidge afdronk. Zeer lekkere en complexe Caol Ila.
 
Caperdonich 35y 1972/2008, 50.3%, DT for The Nectar, cask 7424, 136 bottles – Speyside – 92/100
Deze Caperdonich is er één uit de oude doos, een voorbeeld van hoe lekker oude whisky kan zijn. Het hout heeft z’n werk gedaan, maar overheerst niet, wat maakt dat de andere elementen zich ten volle kunnen profileren en we hier dus een complexe en subtiele whisky hebben. Het hout wordt in de geur vergezeld van vanille, boenwas (bijenwas…), perzik, abrikoos, kruiden, lichte turf zelfs. Top! De smaak is erg zacht, zoet en fruitig (appelsienen hier). Lange fruitige en kruidige afdronk. Super whisky!

Scotch Single Malt Circle

Ook de Scotch Single Malt Circle is een recente Duitse bottelaar, een jaar of tien geleden opgericht door Maggie en Bill Miller. Bill, een in Dusseldorf wonende Schot en zijn vrouw Maggie (ook al zo’n typisch Duitse naam), kregen geen vergunning vast om een Duitse tak van de Scotch Malt Whisky Society op te richten, waarop ze besloten een eigen vereniging uit de grond te stampen, naar het voorbeeld van de Society.
Mede dankzij de goede relatie die de Millers met hun land van herkomst hebben bewaard en de vele contacten, kan de SSMC vaak erg goeie whisky’s bottelen. Alle zijn het single casks, niet gekleurd noch koud gefilterd.
De SSMC telt vandaag de dag zo’n 1000 leden, organiseert tastings en stuurt hun leden om de drie maanden een nieuwsbrief met de nieuwe whisky’s.

 
Glenfarclas 41y 1967/2009, 49.8%, SSMC, 139 bottles – Speyside – 84/100
Waar zit de sherry? Hij is er wel, maar goed verstopt. Vooral veel fruit (sinaas, maar ook appel) in de neus, samen met vanille, bloemen en lichte rubber. Fruitige en aangenaam bittere smaak op Earl Grey en drop, overgaand in een kruidige finish. Lekkere maar atypische Glenfarclas.
 
Tomatin 31y 1976/2008, 49.6%, SSMC refill sherry cask 19085, 336 bottles – Speyside – 91/100
Dit een geweldige Tomatin zie! Heerlijk fris fruitig en bloemig in de neus, verweven met subtiele sherry en honing. Het fruit dat ik hier ruik is ananas, passievrucht, banaan, perzik en nog heel wat meer. De smaak is mondvullend op fruit en bloesems. Doet me denken aan een superieure witte wijn. Condrieu? Beetje hout ook en iets zoets. Zoet hout? Zoethout. Euh ja. Lekkere bitterheid, ook in de lange finish.

Benriach 1976 clash

Onder het motto ‘Wat Bert B. kan, kan ik ook!’ zet ik vandaag – eveneens blind gedronken trouwens – drie 1976 Benriachs naast elkaar, meer bepaald de beide vaten voor The Whisky Fair, 3550 en 3558 op respectievelijk 46.2% en 47.4%, uitgedaagd door de lichtjes geweldige Benriach 30y 1976/2006 for LMDW, vat 3557, waarvan ik in extremisch nog een sampel kon bemachtigen.
1976 is een legendarisch jaar voor Benriach, echt straf wat ze daar dat jaar uit hun stills hebben geschud. En al even straf dat dat de jaren ervoor en erna minder lukte, alhoewel er ook daar soms nog erg lekker spul tussen zit, maar toch merkelijk minder.

 
Benriach 33y 1976/2009, 46.2%, OB for The Whisky Fair, cask 3550 – Speyside – 93/100
Whohoow, wat een zalige frisse, fruitige neus! De heerlijkste fruitsla met meloen, perzik, passievrucht, mango. Tropical! Honing ook en een heel lichte kruidigheid. Klein beetje hout. Een even grote fruitigheid in de smaak (citrus en tropisch fruit) en ook hier een klein beetje hout. Peper naar het einde. Zachte, zéér fruitige finish.
Heerlijke whisky en qua fruitigheid in de lijn van de St. Magdalene’s van midden jaren zestig.
 
Benriach 33y 1976/2009, 47.4%, OB for The Whisky Fair, cask 3558 – Speyside – 92/100
Ha, dit is anders. Ook veel fruit, maar verweven met hout en kruiden. Meer houtinvloed dan de vorige dus. Het fruit in de neus is ook ‘Europeser’. Sappige peer, perzik. Wat zoeter ook. Honing en vanille. In de smaak merk je nog duidelijker het hout. De prominente fruitigheid gaat over in een lichte bitterheid. Rozebottel ook. Lange, fruitige en licht drogende finish.
Deze is wat scherper dan de eerste. Hier zorgen het hout en de bijhorende kruiden voor. Dit maakt het geheel misschien wat complexer, maar daarom nog niet beter dan de pure fruitigheid van de eerste. Het zijn twee verschillende whisky’s, maar verdomd moeilijk uit te maken welke ik nu best vind. Lichte – heel lichte – voorkeur voor de vorige.
 
Benriach 30y 1976/2006, 53%, OB for La Maison du Whisky, cask 3557, 222 bottles – Speyside – 95/100
Hoho, dit is weer anders. Ook dit is een fruitbom, met hier citrus (de pompelmoes nietwaar), ananas, mango, passievrucht,… honing en vanille. Beetje hout ook. Tot hier een mooie synthese van beide voorgangers, maar deze gaat verder. Floraal (rozen in volle bloei), iets geroosterd. Gewoonweg subliem! De smaak van hetzelfde laken een broek. Het fruit (pompelmoes), het zoets, een heerlijke kruidigheid, eindigend in een schitterende bitterheid (de pompelmoes!). Lange en – hoeft het gezegd? – superfruitige afdronk.
Oh ja, deze gaat toch nog vlot boven z’n zustervaten. Het bleek vat 3557 te zijn, wat me niet echt verwonderde. Deze heb ik in het verleden al eens besproken. Blijft voor mij van het beste ‘fruit’ dat ik al gedronken heb.
 
Heb de 3550 en de 3558 maar meteen ook in 70 cl vorm aangeschaft, kwestie van me achteraf niet voor het hoofd te moeten stoten zoals met de 3557 die ik grandioos gemist heb.