Gisteren publiceerde ik review nummer 1499. Vandaag moet ik dus iets bijzonders van stal halen. En laat ons er daar maar meteen twee van maken, het zijn tenslotte feestdagen. 1500 whisky’s op iets minder dan vijf jaar (vijf jaar Onversneden in februari, zal al maar beginnen uitkijken naar wat spectaculair spul), dat is een mooi gemiddelde vind ik zo.
Wat te denken van wat lokaal graan voor deze gelegenheid? Of lokale gers eigenlijk. Tussen 1988 en 2001 bottelde Springbank een ondertussen legendarisch geworden reeks whisky’s, onder de naam ‘Local Barley’. Er werd dus gebruik gemaakt van whisky gedistilleerd uit lokaal gekweekte gerst – en onder lokaal kan Campbeltown verstaan worden. Voor het overgrote deel waren dat whisky’s gedistilleerd in 1966, maar in 2001 werden ook enkele 1965’ers gebotteld, onder een ander label. Die laatsten zijn iets minder gekend, en ook iets minder gerenommeerd dan een paar beroemde broertjes uit 1966 zoals vaten 443, 499 of 507. Toch waag ik me vandaag aan twee van de buitenbeentjes, die met hun 36 jaar meteen ook de oudste Local Barley’s zijn.
Springbank 36y 1965 ‘Local Barley’, 47.6%, OB 2001, cask 1965/8
Pure boter op de neus, bakboter, samen met aroma’s van munt en sappige eik, met daarna (en daarachter) rozijnen (sultanas), ananas, abrikozen, vanille en hooi. Het geheel is fris en expressief. De geur van een warme appelcake ook, wat het frisse wat tempert. Lichte tonen van kokos. Inkt? Ja, dat zit er ook ergens tussen. En – ik zou bijna natuurlijk zeggen – zachte, zoete rook. Turfrook en tabaksrook. Boenwas ook, net als leder. En een beetje hars. Na enige tijd komt daar nog de geur van vers gebakken brood bij. En gember niet te vergeten. Zeer mooi, geweldig om ruiken. De smaak start vrij droog (eik, hars en kruiden), maar langzaamaan komen er zachtere aroma’s bij, zoetere en fruitigere. Wat de kruiden betreft denk ik aan kaneel, zoethout en gember, qua fruit aan abrikozen, perziken, bananen en (warme) appels. Karamel en melkchocolade maakt het zoet, olijfolie maakt het eh, olieachtig. Zilt naar het einde toe. Minder complex dan de neus. Lange afdronk, waar het droge het net wint van het zoete. Kruidig. Goed, zeer goed zelfs, maar toch blijf ik wat op m’n honger zitten, het wordt nooit fantastisch goed (alhoewel het op de neus in de buurt komt). Zou het kloppen dat de 1965’ers niet kunnen tippen aan de meeste 1966’ers? Let’s double check. 91/100
Springbank 36y 1965 ‘Local Barley’, 52.1%, OB 2001, cask 1965/9
Mmm, die vlieger gaat niet helemaal op. Helemaal niet zelfs. Ik vond de vorige al geweldig lekker om ruiken, dit is nog een andere categorie. Man, hoe zalig is dit! Tel bij de neus van de 1965/8 een pak meer tropisch fruit (meer kokos, meer ananas, maar ook passievrucht, mango, banaan en meloen) alsook een grotere ‘waxyness’ (bijenwas, boenwas, kaarsvet). De eik is ronduit groots, nog ronder en dieper dan bij de 1965/8. Ik tref ook geroosterde noten aan, praliné, oude boeken en geroosterd vlees. Barbequetoestanden. En dat is allemaal extra, want de munt, de rozijnen, het hooi, de kokos, de appelcake, het leder, het zit ook allemaal hier in. Net als de geweldige rook. Prachtige, rijke, elegante en gebalanceerde sherry. Top! Dik, rijk, krachtig en geconcentreerd mondgevoel. Gestoofd fruit (confituur van sinaas, van aardbei, van bramen), abrikozentaart, rozijnen op rum, chocolade van de beste kwaliteit, geroosterde noten, hooi (licht farmy), meloen, lychee, Lapsang Souchong thee, eucalyptus, kokos, kandijsuiker, hoestsiroop… de aroma’s blijven komen. Ronde sappige eik. Prachtige (turf)rook. Zucht, dit is zo’ whisky die je onmogelijk volledig kunt vatten. Pure kunst. Fantastisch lange afdronk, op een pak van bovenvermelde associaties, maar waar vooral de kruiden, de kandij en zoete rook het luidst om de aandacht roepen. Ik weet niet of dit de meest complexe oude Springbank ooit gebotteld is, maar man, wat is dit een wonderlijk goedje. 95/100