Spring naar inhoud

Archief voor

Glen Grant 10y 70 proof

Glen Grant was lange tijd eigendom van de Chivas groep, deel van Pernod Ricard, maar deze laatste diende bij de acquisitie van Allied Domecq enkele distilleerderijen van de hand te doen, waaronder dus Glen Grant, maar ook Laphroaig en Bushmills. Glen Grant werd verkocht aan Campari, niet toevallig een Italiaans bedrijf. Glen Grant is altijd zeer populair geweest in Italië. Vandaag een oude jongeling.

 

Glen Grant 10y 70 proof, 40%, Gordon & MacPhail, +/- 1970, Square bottle, 26 2/3 Fl. Oz.
Stevig old bottle effect: grootmoeders kleerkast, zilverpoets, metalige tonen… daartussen de schil van groene appels, granen, honing, thee, een klein beetje rook en iets van gerookte hesp. Best aangenaam om ruiken. Levendig en stevig op de tong, veel granen en appels (eerder gele appels hier), opnieuw de thee (English Breakfast), de zachte rokerigheid en hoe langer hoe meer kruiden. Wordt vrij droog. Verbrande toast meen ik nog te detecteren. Niet echt complex, wel zeer genietbaar. Korte afdronk op toast en kruiden. Een leuk antiek hebbedingetje. 86/100

Highland Park 25y

Vandaag één van de standaardbottelingen van Highland Park, de 25 jaar. De helft van de whisky in deze vatting komt van Spaanse eik (first fill). Reken op een 150 euro.

 

Highland Park 25y, 48.1%, OB 2011
Erg lekkere neus op waxy turf of zoiets. Bijenwas, schoensmeer en turf, maar dan de typische (heide)turf van Highland Park, die toch anders is dan deze op Islay bv.. Noten en kruiden zoals kaneel en veel zoethout vullen aan, gevolgd door zoetere tonen zoals witte chocolade, zachte karamel en honing. Toch ook nog een beetje fruit, the orange kind: perzik en abrikoos. Onderliggend ook aarde, varens en mos. Bos dus. Complex en stevig op de neus maar ook op de smaak. De smaak is erg kruidig, zonder bitter of droog te worden. Nootmuskaat, kaneel, peper, gember, kruiden die mooi in balans blijven met de rest. En die rest is heel wat: eik, heide, boenwas, honing, rook (niet zozeer turfrook), karamel, noten en barikoos (de gedroogde variant hier). Oké, dat is dus redelijk in lijn met de neus. Ah, ook nog wat zilt. En de sherry heeft duidelijk z’n werk gedaan. Lange, verwarmende afdronk, kruidig en zoet. Complexe en knap gebalanceerde HP, en duidelijk nog een trapje hoger dan de 18. 88/100

Glenfarclas 105 8y, mid 1980’s

Glenfarclas werd in 1844 opgericht door Robert Hay, op de gronden van het Ballindalloch Estate. Hay gebruikte een deel van de uitrusting van de Dandalieth distilleerderij, die in 1825 werd gebouwd maar amper 12 jaar in gebruik was. Vandaag de klassieker ‘105’, maar dan een oude botteling, ergens van midden jaren tachtig, wat dus één van de eerste batchen moet zijn geweest.

 

Glenfarclas ‘105’ 8y, 60%, mid 1980’s, 75cl
Njummie, dit is zo’n lekker oud sherry-profiel: antieke meubelen, boenwas, chocolade, praliné, rijpe sinaas, mooie zachte eik, braambessen, rook van het hout… absoluut geen stevige sherry, wel zachte, belegen sherrytonen. Op de smaak laat het alcoholpercentage zich natuurlijk gelden. Stevig, mondvullend, maar perfect drinkbaar. Het kan zijn dat dat altijd zo geweest is, het kan ook zijn dat de tijd het geheel wat zachter heeft gemaakt. Vettig, olieachtig mondgevoel. Mooie fruitigheid (gedroogde abrikozen, mandarijnen en braambessen opnieuw), nougat, leder (oud leder natuurlijk) en daarachter kruiden. Gember, zoethout, tijm en peper. Erg lange afdronk (nu ja, sherrygerijpe whisky op dit alcoholpercentage, wat wil je), kruidig maar ook nog voldoende fruitig. Geen al te complexe, maar wel zeer genietbare oldie. 89/100

Laphroaig 13y 1998, Kintra Single Cask Collection

Laphroaig heeft niet het prefix ‘Royal’ voor z’n naam staan, maar zoals geweten, is Prins Charles een grote fan van de distilleerderij, welke hij in het verleden al eens bezocht. Het is dus misschien een kwestie van tijd voordat we kunnen spreken van de Royal Laphroaig 1998. De 1998 die ik vandaag proef, is een botteling van Kintra en is te koop voor 70 euro.

 

Laphroaig 13y 1998/2011, 53.4%, Kintra Single Cask Collection, refill sherry butt #700047, 96 bottles
Volle, rijke Laffieneus waarbij enerzijds zee-elemeten zoals zilt en zeewier en anderzijds zachte zoete turf opvallen. Daaronder priemt de geur van een koeienstal en nat hooi (farmy as they say) en gestoofd fruit (warme confituur van alllerlei rode vruchten). Verder denk ik aan leder en heb ik ook lichte medicinale toetsen. Mooi! Stevig en prikkelend mondgevoel op de zoete turf en het zilt van de neus, aangevuld met de schil van appelsien, aarde en kruiden (zoethout, gember en nootmuskaat). Lange afdronk op turfrook, zilt en sinaas. Het is misschien weeral een jonge Laphroaig, maar dit is voor mij toch één van de betere, knap gebalanceerde whisky met de sherry die voor extra diepte zorgt maar nooit overheerst. Knappe vatselectie van de mensen van Kintra. 89/100

Springbank 31y 1967, Murray McDavid

Oude Springbank? We krijgen er niet genoeg van. Wat te denken van een jaren-zestig exemplaar? Eéntje op fresh bourbon, vrij ongewoon voor oude Springbank. Een botteling voor de Amerikaanse markt.

 

Springbank 31y 1967/1998, 46%, Murray McDavid, fresh bourbon cask #1314, 750ml
Olijfolie, dat is het eerste wat opvalt in de neus. Vervolgens kokos (een klassieker bij oude Springbank), acaciahoning (ook niet ongewoon), allerlei bloemen en pas dan fruit (naast de kokos): ananas, rozijnen en rijpe kruisbessen. Achterliggend ook wat natte aarde en mos, net als lichte (tabaks)rook. En zilt. Complex, inderdaad. Krachtig en stevig mondgevoel (zou dat blind hoger inschatten dan 46%). Veel honing, maar ook veel fruit: ananas, kokos, abrikoos en sinaas. Nootmuskaat, anijs en kaneel maken het pittig. Minder complex dan de neus maar nog altijd erg lekker. Redelijk lange afdronk in het verlengde van de smaak: honing, fruit en kruiden, met hier dan nog een klein beetje rook als extra. Oude Springbank, toch altijd genieten. 90/100

Bruichladdich ‘Sherry Classic’

Morgen vertrek ik richting Schotland, voor een weekje Highlands en Orkney (maar heb voor de komende dagen enkele posts ingepland), vandaag proef ik nog een standaard Bruichladdich: de ‘Sherry Classic’. Anders dan de naam doet vermoeden, is dit geen whisky gerijpt op sherryvaten, maar op bourbonvaten, weliswaar gefinished op sherryvaten. Of ‘extra matured’ of ‘enhanced’, hoe je het ook wil noemen. De vaten komen van hun vaste leverancier, Bodega Fernando de Castilla.

 

Bruichladdich ‘Sherry Classic’, 46%, OB +/- 2011, Fernando de Castilla Finish
Op de neus is de sherry alvast erg discreet aanwezig. Wat zoete sherrytonen wel, zoals karamel, sinaas en gedroogde vijgen en dadels. Daarnaast denk ik aan perzik en (verse) abrikoos, peer, gezouten boter, zilt, amandelen, granen en melkchocolade. Alles licht en speels. Jong. De smaak is zacht en romig, met zoet, granig en fruitig (niet exhuberant echter) als hoofdtonen. Een beetje peper ook, net als lichte rook. Middellange, prikkelende afdronk, licht bitter. Prikkelende, speelse, jonge whisky, maar absoluut niet slecht. 80/100

Caol Ila 18y 1993, A. Dewar Rattray

Lekkere Caol Ila kan je zo goed als blind kopen. Caol Ila is maar zelden slecht of matig. Daarenboven blijft het aanbod aan bottelingen groot. Maar Caol Ila van begin jaren negentig op sherryvat, dat is volgens mij wel vrij uitzonderlijk. Ik proef een 1993 die rijpte op een sherry butt en die enkele maanden geleden door A. Dewar Rattray werd gebotteld.

 

Caol Ila 18y 1993/2011, 56.7%, A. Dewar Rattray, sherry butt #11145, 584 bottles
Frisse, mineralige en zoete neus. Dat frisse en mineralige uit zich in natte stenen, natte aarde en dennennaalden. Het zoete in karamel en sinaas. De schil van sinaas. Kaarsvet nog, net als motorolie. En onder dat alles turf natuurlijk. Zoete turf. Het coastal karakter zit goed verstopt, er is maar een klein beetje zilt waar te nemen. Droog mondgevoel met de zeste (sinaas) die samen met de turf en eik de toon zetten. Hier wel meer zilt dan op de neus. De sherry voert nog karamel en koffie aan. Naar het einde toe doemen ook kruiden op en krijgt de karamel een verbrand smaakje. Lange, droge afdronk. Water toevoegen? Niet doen! Nee, echt niet, zonder water had ik hoegenaamd geen sulfer, met water zowel op de neus als op de smaak. Weliswaar maar een beetje, maar zelfs een beetje is al snel te veel. Moeilijk om te scoren. Ik startte aan 87 maar heb er tot driemaal toe een punt afgetrokken, helemaal bekoren kon hij me uiteindelijk toch niet. 84/100

Strathmill 37y 1974, Archives

De Strathmill 1974 uit de Archives Inaugural Release die ik vandaag bespreek, zou wel eens een zustervat kunnen zijn van de geweldige 1974 van The Nectar, maar die vermeldde geen vatnummer, dat zullen we dus nooit zeker weten. Deze Archives botteling kost 170 euro.

 

Strathmill 37y 1974/2011, 44.5%, Archives, bourbon hogshead #1231, 180 bottles
Heerlijke, smeuïge neus, in lijn met deze van The Nectar, en dus ook wat in lijn met Clynelish. Fruit, bijenwas en honing zijn de voortrekkers. Het fruit vertaalt zich in ananas, perzik en rijpe kruisbessen. Een beetje cassis zelfs, en na enige tijd ook wat planten. Zaken die ik niet in de botteling van The Nectar had. De neus van deze laatste was nog wel iets expressiever. Zacht en romig mondgevoel met ook hier het fruit dat opvalt: mandarijn en pompelmoes (mooi bitter), gevolgd door honing en gesuikerde infusiethees. Licht floraal, richting tuinkruiden. Eik. Minder rond en wat bitterder dan de TNOTDD, maar nooit storend. Mooie, bitterzoete afdronk van gemiddelde lengte. Als je een Strathmill in je collectie wil, laat het dan een 1974 zijn. Ook deze is een schot in de roos. 90/100

Glen Grant 35y 1974, Duncan Taylor

In de negentiende eeuw bestonden er even twee Glen Grant distilleerderijen tegenover elkaar, Glen Grant en Glen Grant 2, het huidige Caperdonich. Tussen beide gebouwen liep er een pijplijn waardoor de spirit werd gepompt. Volgens de overlevering hadden enkele inwoners van Rothes, waar Glen Grant zich bevindt, een manier gevonden om spirit van deze pijp af te tappen.
Onderstaande Glen Grant werd gekozen door de bezoekers van het Spirtits in the Sky festival als single cask botteling voor België.

 

Glen Grant 35y 1974/2009, 55.2%, Duncan Taylor for The Nectar, cask 16582, 168 bottles
Fruitige en zoete neus, in eerste instantie op appel-kersensap (maar dan iets sterker), gevolgd door meloen, perzik, honing, vanille, een beetje kruiden en mooie eik. De smaak is zijdezacht en zoet. Vanille, honing, marsepein en opnieuw veel fruit (perzik, appel, sinaasconfituur). Naar het einde meer en meer kruiden: kaneel (appel-kaneel that is) en gember. Eik, maar niet dominant. Middellange en eerder droge afdronk. Wordt na verloop van tijd redelijk droog, was anders een punt of twee meer geweest. 86/100

Springbank 33y 1967, Blackadder Raw Cask

Tijd voor oude Springbank? Het is altijd tijd voor oude Springbank!

 

Springbank 33y 1967/2000, 50.9%, Blackadder Raw Cask, cask 1562, 220 bottles, 750ml
Oh yes! Bijenwas, antiekwas, honing (acacia), kokos en geflambeerde banaan, een (geweldige) combinatie die niet ongewoon is bij oude Springbank. Dit alles wordt op de hielen gezeten door zachte turfrook, rozijnen op rum, ananas en sappige eik, ook allemaal bijna klassieke elementen die bij dit profiel horen. De geur van de herfst (natte bladeren, mos), nog zoiets. Een klein beetje zilt noteer ik nog, net als kaneel. Complex en elegant. De smaak doet niet veel onder: zijdezacht op veel honing, bijenwas, sinaasconfituur, ananas, kaneel, zoethout, nootmuskaat, een beetje munt en opnieuw wat turfrook. Minder complex dan de neus, maar dat is niet moeilijk. Lange afdronk op honing, sinaas, kruiden en eik. Een typische en dus heerlijke oude Springbank. 92/100

Clynelish 14y 1997, Archives

We blijven bij Clynelish. The Whiskyman bracht ons al een erg lekkere 1997, en ook een botteling van Dewar Rattray kon me bekoren. Vandaag een variant uit de Archives Inaugural Release. Te koop via de webshop van Whiskybase voor 65 euro.

 

Clynelish 14y 1997/2011, 53.9%, Archives, bourbon hogshead #4634, 160 bottles
Mineralige en waxy neus. Natte stenen enerzijds, bijenwas en schoensmeer anderzijds. Maar er is meer te ontdekken in de geur: noten, vanille en wat fruit. Onder die laatste categorie vallen onder andere gele appels en perziken. En dan zetten er zich na enige tijd ook florale tonen door: bloemen en vers gemaaid gras. Cleane en zoete smaak. Veel vanille en ook een stevige portie appels. Zoete appels. Pink Ladies (voor alle duidelijkheid, dat zijn die appels). En ook hier de mineralen en de bijenwas die ik in de geur had. En dan witte pompelmoes met kristalsuiker. Zeste. Een beetje peper ook. Ah, zout naar het einde. Best complex dus. Dat zilt blijft in de afdronk even hangen, samen met citrus en hooi. Jonge, cleane, pure, messcherpe Clynelish. I like. 86/100

Clynelish 28y 1982, Malts of Scotland

Eind vorig jaar bracht Malts of Scotland opnieuw een Clynelish 1982 uit. Op het eerste zicht is het geen zustervat van de 2010 bottelingen (vaten 5894 en 5895), maar vatnummers zijn niet meer wat ze geweest zijn natuurlijk. Zo vermeldt deze fles een eigen Malts of Scotland referentie en verwijst het spijtig genoeg niet meer naar het oorspronkelijke vatnummer.

 

Clynelish 28y 1982/2011, 53,7%, Malts of Scotland, MoS 11015, 275 bottles
Expressieve fruitige en waxy neus, zo kennen we Clynelish 1982. Het fruit, dat is perzik, peer, banaan, roze pompelmoes, meloen en ananas. Licht tropisch dus na enige tijd. De waxyness dat is smeuïge bijenwas en kaarsvet. Daarnaast is de neus zoet (honing en vanille) en een beetje zilt. Het geheel wordt ondersteund door eik en kruiden (kaneel en zachte peper). Die kruiden zijn prominenter aanwezig dan in andere 1982’ers. Stevig en mondvullend op de tong, fruit en kruiden in perfecte harmonie. Fruit: pompelmoes, limoen en ananas. Kruiden: munt, peper en kaneel. Ook hier zorgt het zilt, de vanille en de eik voor extra complexiteit. Lange verwarmende afdronk, met de honing, citrus en kruiden die de dienst uitmaken. Opnieuw een zeer mooie en mooi gebalanceerde Clynelish. I just love it. 91/100

Tomintoul 43y 1969, The Whiskyman

Bottelingen van The Whiskyman, daar kijk ik telkens weer naar uit zie… Vanaf vandaag ligt er een nieuwe in de winkel, een Tomintoul 1969, die Rolling-Stones-gewijze de naam Honky Tonk Whisky meekreeg.

 

Tomintoul 43y 1969/2012 ‘Honky Tonk Whisky’, 44.1%, The Whiskyman, 138 bottles
Mmm, wat een elegante neus! Subtiel, delicaat, fragiel, gelaagd, complex, het zijn maar enkele kernwoorden die in me opkomen na een paar keer m’n neus in het glas gestoken te hebben. Ik heb niet veel zin om daar veel aan toe te voegen en gewoon te genieten. Maar ik forceer me tot: gestoofd fruit (confituren), mandarijn, honing, rijpe ananas, oude witte wijn (Condrieu, ah!), gesuikerde kruidenthees, natte aarde, bijenwas… gedragen door sappige eik. Wha, zelfs wat passievrucht. Ronduit prachtig. Fluweelzachte smaak, boterig gevoel. Enorm fruitig en waxy. Sinaasconfituur, banaan (net nog groen genoeg), pruimen, ananas, honing, vanille, cake, kaneel, zoethout, enzoverder. En ook hier de juiste hoeveelheid eik ter ondersteuning (voor het creëren van ‘body’). De balans is perfect. Behoorlijk lange afdronk, kruidig en zoet. Erg complex en geweldig elegant. Klassewhisky! 91/100

Dailuaine 27y 1974, Silver Seal

Dailuaine 1983 kan erg lekker zijn, dat weten we ondertussen. Laat ons vandaag een klein decennium verder in de tijd gaan, uitkomende in het jaar 1974 met een botteling van Silver Seal uit 2001.

 

Dailuaine 27y 1974/2001, 53%, Silver Seal ‘First Bottling’, 210 bottles
Zachte, zoete en fruitige neus. Ik noteer onder andere vanille, ananas en banaan. Die ananas, dat is eerder ananas in blik, en op siroop. Dat wordt gevolgd door boter, nat hooi en natte aarde (wat damp uit de aarde ook wel). En daar dan onder lichte eik (geboend) en nog lichtere rook. Aroma’s die in lagen komen. Delicaat profiel, ook op de smaak. Ik noteer vanille, honing, kruiden (hier valt zoethout op), eik, granen, noten, citrus…. bittere en zoete tonen dus die elkaar mooi in evenwicht houden. Middellange, bitterzoete afdronk (zie de associaties van de smaak) met ook hier een klein beetje rook. Foutloos en aangenaam zonder dit echt geweldig te kunnen noemen. 84/100

Longmorn 19y 1992, Malts of Scotland

Een andere nieuwe Malts of Scotland is een Longmorn 1992. Ik proefde hem naast de zeer lekkere Glen Scotia 1991 MoS. Deze kost ongeveer 90 euro.

 

Longmorn 19y 1992/2012, 52.6%, Malts of Scotland, Bourbon hogshead #MoS12011, 205 bottles
Frisse, prikkelende en mineralige neus. Erg mineralig is dit. Daarnaast vallen vanille, amandelen, abrikoos en cider op. Een beetje gekonfijt fruit ook en cake. Gras. Tabak in de verte. Maar vooral die mineralen dus. Op de smaak is het de cider die nadrukkelijk op de voorgrond treed. Gele appels. Granen, vanille, sinaas en kruiden vullen aan. Gember, nootmuskaat. De abrikoos doemt ook weer op. Best lange, kruidige afdronk. Kaneel en nootmuskaat. Ook wat granen blijven hangen. Lekkere whisky, met mineralen op de neus en cider op de smaak. Oké, heel wat meer dan dat, maar het geeft een idee. 86/100

Glen Garioch 8y, Lemar Import

De Glen Garioch 8y for Lemar (Italiaanse importeur) is een whisky die een bepaalde reputatie heeft verworven bij liefhebbers van eh… lekkere whisky. Het betreft een botteling van eind jaren zeventig, dus whisky van 1970 en omstreken. Het is met dit soort oude flessen niet altijd duidelijk wat de invloed is van de zogenaamde flessenrijping en wat de initiële kwaliteiten van de whisky waren. Het kan best zijn dat deze whisky dertig jaar geleden helemaal niet bijzonder was. Eens zien of hij dit vandaag wel is.

 

Glen Garioch 8y, 43%, OB end 1970’s, Lemar Import, Italy
Nu, de neus is in ieder geval nog erg fris na meer dan dertig jaar op fles. Dat frisse vertaalt zich in munt, eucalyptus en gras. Weide. En de bijhorende bloemen. Granen ook, hars en daarna bijenwas. Lichte rook en chocolade vullen aan. Elegante neus. De smaak is een stuk scherper en wat droog. Hars, kruiden, groene thee en lichte rook. Nooit te droog of te scherp echter, integendeel, dat was vooral de eerste impressie, hij wordt zachter met de tijd. Lange, verwarmende afdronk. Zowel op neus als op smaak een zeer aangename whisky, zeker als je ‘m wat tijd geeft, maar helemaal beantwoorden aan mijn verwachtingen doet hij toch niet, deze waren net iets te hoog gespannen. 88/100

Bunnahabhain 38y 1972, Silver Seal

En we blijven ook vandaag bij Bunnahabhain plakken, met een 1972 van Silver Seal. Nog wat ouder dan de voorgaande, maar ook een prijsklasse hoger (reken op 220 euro). Binnenkort trouwens nog wat meer recent werk van Silver Seal (geweldige labels toch?).

 

Bunnahabhain 38y 1972/2011, 46%, Silver Seal, Sestante Collection
Prachtige eik, dat is het eerste dat opvalt in deze neus. Pas geboende parket. Nadien volgt een mand rijp fruit, ik denk aan kruisbessen, sinaas, ananas, papaya, vers appelsap… Wat aarde en mos ook. Dat alles op een zoete onderlaag van smeuïge honing. En zelfs een heel klein beetje rook. Zalig om ruiken. Ook de smaak kan ik als zalig omschrijven, perfecte balans tussen zoete en drogere tonen. Voor het zoets zorgt het fruit (sinaas, ananas, maar ook dadels en vijgen) en de honing, voor het drogere zorgen dan weer kruiden (kamille, nootmuskaat, zoethout en peper vallen me op) en sappige eik. Lange afdronk waarbij de eik meer en meer op de voorgrond treedt, met de honing op de tweede plaats. Een sublieme neus en een erg lekkere smaak. 91/100

Bunnahabhain 31y 1980, Whisky-Doris

En nu we toch bezig zijn, blijven we nog even bij Bunnahabhain. Eén van de recentere Whisky-Doris bottelingen is een Bunna 1980, eind vorig jaar gebotteld. Te koop voor 110 euro.

 

Bunnahabhain 31y 1980/2011, 46.3%, Whisky-Doris, bourbon hogshead #13, 177 bottles
Zoete, waxy neus op tonen van honing, vanille, ananas, gele appels en sappige perziken. Meubelwas. Dat gaat dan over in zachte florale toetsen: gras en bloemen. Een klein beetje zilt op de achtergrond en zo goed als geen hout. Kruiden dan? Misschien wat gember. Ah, boter ook. Zeer elegant allemaal. Rond en romig op de tong, en erg grassig. Dat (gedroogd) gras laat zich vervoegen door granen, pils, noten, munt, zilt en pas daarna fruit (appels, de schil van appelsienen, perzik). Meer eik en ook wat meer kruiden dan op de neus. Opvallende gember opnieuw, maar ook zoethout en nootmuskaat. Het geheel blijft daarenboven ook een zoete ondertoon hebben: vanille en honing. De pils groeit, spijtig. Middellange afdronk, zoet en kruidig. Puur op de neus was het negentig geweest, de bier-associaties op de smaak doen ‘m een punt of twee verliezen. 88/100

Bunnahabhain 20y 1990, Master of Malt

Tijd voor een stevige portie sherry in de vorm van een Bunnahabhain 1990, meer bepaald december 1990, november vorig jaar gebottled door de jongens van Master of Malt. Volgens hen een profiel dat nauw aanleunt bij dat van sommige ‘good old’ Japanse whisky’s op sherryvat. ‘Oei’ is dan mijn eerste reactie.

 

Bunnahabhain 20y 1990/2011, 54.1%, Master of malt, sherry butt
Stevige, zware sherryneus op enkele usual suspects zoals noten, donkere chocolade, zoute karamel, gedroogde pruimen, dito abrikozen en balsamico. Maar ook een heel klein beetje rook en… lucifers. Maar die lucifers had ik enkel in het begin, ze verdwenen als sneeuw voor de zon. En dat is maar goed ook. Wat wel meer naar voor kwam, was oxo. Het mondgevoel is al even stevig als de neus. De gedroogde vruchten, de noten, het licht vegetale, de eik, de rook (van het hout), het zit ook hier. Dat alles wordt aangevuld met kersen, koffie, zilt en heel wat kruiden zoals kruidnagel, kaneel en anijs. Best complex dus, maar nogal drogend naar het einde. Lange, droge, kruidige afdronk met nog wat pruimencompot en karamel. Een sherrymonster, complex maar wat te droog en te bitter om hoger te scoren. 83/100

Glen Scotia 20y 1991, Malts of Scotland

Ik heb dit weekend het proeven en bespreken hervat, aan de hand van enkele recente samples van verschillende bottelaars. Daaronder o.a. deze Glen Scotia 1992 van Malts of Scotland. Een 1992 MoS, een jaar eerder gebotteld, kon me niet echt bekoren. Maar dit is een bourbonvat, dat wordt dus sowieso een heel ander profiel. Hij kost je een 100 euro.

 

Glen Scotia 20y 1991/2012, 54.5%, Malts of Scotland, bourbon hogshead #MoS12009, 158 bottles
Mmm, waxy! Oud, geboend leder, geboende planken vloer, oude boeken… aangename verrassing, had ik niet verwacht in Glen Scotia van die leeftijd. Bij die was komt eerst fruit bij, in de gedaante van roze pompelmoes en rode appels. Rozijnen ook. Gele rozijnen. Van die grote. Daarna de geur van natte stenen (mineralig), gevolgd door munt en tijm. Ronde, volle witte wijn (muscat). Licht zoet dus, ook door de vanille die opduikt. Complexe en klassevolle neus. De smaak is wat minder rond dan de neus, wat scherper. Licht bitter. Krachtig mondgevoel. Wat opvalt zijn tuinkruiden en een stevige schep zout. Eik ook wel, zoethout en gember. Bittere appelsien. Dat bittere wordt in balans getrokken door vanille en gele appels (cider). Wat hebben we nog? Pruimtabak onder andere en ook wat mokka. Lange, droge afdronk, waar de kruiden en de vanille van de smaak ten dans spelen. Een whisky die zeker op de neus een pak ouder overkomt. Knappe selectie. Die neus verdiende trouwens een nog hogere score. 88/100