Voor de mensen die geen abonnement op Whisky Passion hebben (shame on you), hierbij een overzichtje van de decadente Benriach 1976 tasting die Serge Reijnders in juni organiseerde voor een veertigtal enthousiastelingen. Het artikel was eerder een sfeerverslag, hieronder lees je wat ik van de verschillende whisky’s vond. De scores van de meeste wisky’s zijn redelijk arbitrair. Maar is een score dat niet altijd? Soit, neem er een nog grotere korrel zout bij dan anders.

Serge opteerde om de negentien Benriachs 1976 te schenken in vier flights, drie van vijf whisky’s en op het eind een flight van vier toppers, blind geschonken. Voorafgaand hadden we twee jongere Benriachs en tussen de flights telkens een geturfde whisky om een keer iets helemaal anders te proeven. De whisky’s werden gerangschikt volgens reputatie. Op die manier zou het een tasting worden die alleen maar kon groeien.
Jürgen Vromans, ook lid van Cask Six en door sommigen gekend als de Whisky Mercenary, praatte de tasting aan elkaar.
Om in de sfeer te komen en vooral om ons smaakpallet op whisky te zetten, kregen we twee relatief jonge Benriachs te proeven, de Benriach 25y 1985, 48.1%, Liquid Sun en de Benriach 15y 1995, 52.5%, OB for Whisky Live South-Africa, cask 5968. Die eerste is een aangename, cleane en fruitige whisky. Wit fruit, vanille, granen en bloesems maken de dienst uit. Over de tweede waren we wat minder enthousiast, hij was gefinished op portovat en dat maakte dat het distilleerderijkarakter volledig overschaduwd werd door de (zoete) wijn. Tonen van Turks fruit, nougat, siroop, noten, kastanjes en (te) veel eik.
Maar we waren wel meer dan klaar voor het grote werk. En dat grote werk was dus het jaar 1976. Een eerste stap werd gezet door drie geturfde whisky’s en twee zustervaten die midden vorig decenium door Signatory werden gebotteld:
- Benriach 30y 1976/2007 cask #4469 (55.5%, OB, richly peated, Port finish, 798 bottles) – 88/100
- Benriach 29y 1976/2006 cask #9441 (54.6%, Signatory Vintage, refill butt, 401 bottles) – 88/100
- Benriach 29y 1976/2006 cask #8084 (56%, OB, peated, 194 bottles) – 89/100
- Benriach 28y 1976/2005 cask #9442 (56.9%, Signatory Vintage, sherry butt, 426 bottles) – 89/100
- Benriach 28y 1976/2005 cask #8081 (58.7%, OB, peated, 189 bottles) – 90/100
Van de Signatory’s vond ik vat 9442 de betere van de twee, hij is iets expressiever, fruitiger. Vat 9441 is prikkelend en fris maar niet zo aromatisch, vat 9442 is een stuk ronder op fruit (een beetje tropisch zelfs), hooi, kruiden, cake en antiekwas. Naar het einde en in de afdronk werd hij wel vrij droog. Let op, de smaken (tropisch) fruit, eik en kruiden ga je hier nog vaak te lezen krijgen, het zijn samen met vanille de typische elementen die je in Benriach 1976 aantreft, het één en ander natuurlijk in meer en mindere mate.
Bij de geturfde whisky’s viel vat 4469 best te pruimen, een stuk meer dan de andere ‘Port Pipe’ die we als aperitief dronken. Meer fruit (sinaas valt op) en lichte turf, samen met de zoete tonen (appel-en perenstroop, kandijsiroop) en de eik van het vat. De neus deed me in eerste instantie trouwens wat denken aan Tomatin 1976 (rozenbottel). Vat 8084 is meteen vrij typisch Benriach 1976 maar niet erg complex. Eik, ananas, tabak en erg lichte turf op de neus, op de smaak vooral zacht, tropisch fruit (banaan, ananas, ook wat sinaas) en rozenbottelthee. Vat 8081 vond ik net een tikkeltje beter, dankzij de extra complexiteit en perfecte balans tussen het zoete fruit en de drogere tonen van de eik en de kruiden. Eerder roze pompelmoes dan sinaas, maar ook tropisch fruit, en meer kruiden.
Al bij al geen èchte hoogvliegers, maar hier en daar konden we toch al het geweldige karakter van Benriach 1976 ontwaren. Om die reden staken casks 8081 en 8084 er wat bovenuit, met voor mij 8081 als winnaar uit het rijtje, terwijl cask 8084 gemiddeld beter lag in de groep.
Na onze mond gespoeld te hebben met wat Ardbeg 10y batch 2011, kregen we de tweede reeks ingeschonken, whisky’s waarvan we konden vermoeden dat ze ons nog meer gingen bekoren dan deze uit de eerste:
- Benriach 34y 1976/2011 cask #6942 (57.8%, OB, sherry butt, 469 bottles) – 91/100
- Benriach 28y 1976/2005 cask #8079 (57.6%, OB for Craigellachie Hotel, 144 bottles) – 92/100
- Benriach 33y 1976/2010 cask #8795 (53.2%, OB, 221 bottles) – 89/100
- Benriach 30y 1976/2007 cask #8080 (52%, OB for The Nectar, peated, 151 botles) – 92/100
- Benriach 32y 1976/2008 cask #2014 (50.3%, OB, batch 5, 271 bottles) – 93/100
Hiervan had ik al de tweede, vierde en vijfde geproefd, alle drie whisky’s die ik top vond. Vat 6942 was dus nieuw voor mij en het was meteen duidelijk dat deze flight z’n hogere verwachtingen ging inlossen. Dit is een whisky die de 1976 fruitigheid ten volle tentoonspreidt, mooi vermengd met de sherry van het vat (eik, kruiden, koffie, noten, leder) en antiekwas. Het fruit keert hier richting sappige bosvruchten, zoet en zuur rood fruit. Vat 8079, gebotteld voor het Craigellachie hotel ging daar voor mij nog net boven. Het fruit is anders (meer op het tropische front) en het geheel is nog wat complexer (extra floraliteit onder de vorm van gedroogde bloemen enzo, en ook zeer lichte turfrook). De eik is in balans met de rest. Mooi bitterzoet. De volgende in het rijtje, vat 8795, viel er een beetje tussen uit. Hij is het minst expressief, vertoont het minste fruit, op de neus is hij zelfs een beetje duf. Op de smaak moet hij het hebben van tuinkruiden en kruidenthees, vergezeld van een beetje tropisch fruit (maar een pak minder dan bij z’n collega’s) en een stevige portie eik.
Vat 8080, dat gebotteld werd voor The Nectar, was bij z’n verschijnen één van de beste Benriachs tot dan toe, maar ondertussen zijn er toch al enkele lekkerdere gebotteld. Al blijf ik dit een heerlijke whisky vinden. Diep en breed, erg aromatisch op fruit (ananas, appels, banaan, roze pompelmoes) en honing, lichte eik en kruiden, met zachte rook als extra. Eerder houtvuur dan turfrook. Vat 2014 sloot de tweede flight af. Deze proefde ik enkele maanden voordien al, ik wist dus dat hij in deze line-up moeilijk te kloppen zou zijn. Nog expressiever dan de andere vier, frisser ook én complexer. Zeer fruitige en florale neus, op de smaak een explosie van tropisch fruit (passievrucht, ananas, mandarijn…), vergezeld van tuinkruiden, peper, leder en nog heel wat meer.
Serge bleek z’n handen gelegd te hebben op een staal van vat 2013, een vat dat nog niet gebotteld is en dat we dus als extraatje te proeven kregen. Ideaal om naast 2014 te zetten. Het kon de vergelijking echter maar moeilijk aan, cask 2014 won met verve het pleit. En meteen ook deze flight (vóór de Craigellachie), zowel voor mij als voor de groep.
De lichtjes geweldige Bowmore 13y 1998 van Asta Morris (49.7%, cask AM003, 2011, 211 bottles) deed dienst als welgekome afleiding. De aansluitende barbecue deed dat ook. En wat hier ook zeker niet onvermeld mag blijven zijn de ondertussen legendarisch geworden chocolademousse en tiramisu van Serge zelfde (al schrijvend komt het water me weer in de mond). Na ons dus volgepropt te hebben met een scheepslading calorieën in vastere vorm, zetten we ons aan een straatje super Benriachs, drie gebotteld voor de Aziatische markt (met vatnummers 30XX) en twee Europese (met vatreferenties 355X):
- Benriach 34y 1976/2011 cask #3029 (42.1%, OB for Shinanoya Japan, 139 bottles) – 93/100 (eigenlijk 93,5 maar we doen niet aan halve punten)
- Benriach 35y 1976/2011 cask #3010 (45.3%, OB for Auld Alliance Singapore, 196 bottles) – 91/100
- Benriach 34y 1976/2011 cask #3041 (40.5%, OB for BBI Japan, 143 bottles) – 92/100
- Benriach 33y 1976/2009 cask #3550 (46.2%, OB for The Whisky Fair, 103 bottles) – 93/100
- Benriach 33y 1976/2009 cask #3551 (51.%, OB for La Maison du Whisky, 160 bottles) – 93/100
Deze flight speelde duidelijk in nog een hogere klasse dan de vorige. En dan moest flight 4 nog komen… Vat 3029 (Shinanoya) opende de debatten en deed dat overweldigend goed. Op zo’n manier dat hij voor een aantal deelnemers zelfs de ultieme winnaar van de avond was. Voor mij was hij dat niet, maar hij eindigde toch mooi op een gedeelde derde plaats. Hij heeft sowieso de meest expressieve neus van allemaal, met het meest exuberante tropisch fruit (en liters roze pompelmoes, en op de smaak noteerde ik ook suikerspin).
Maar hij mist complexiteit en diepgang om nòg meer indruk te maken. Vat 3010 (Auld Alliance) kon het niveau van z’n voorganger niet aanhouden, de neus is wat je kan verwachten (vooral op aromatisch tropisch fruit), op de smaak gaan de eik en de kruiden iets te veel domineren, daar wordt het dus wat droog. Maar dit blijft erg lekkere whisky, daar niet van.
Vat 3041 was dan weer wel beter in evenwicht, met het fruit dat hier vooral de rijpere varianten uitspeelde (rijpe ananas en banaan, naast de mango enzo). Op de smaak vergezeld van een heerlijke kruidigheid. Vat 3550 kende ik al en bevestigde z’n status van superfruitige en volle Benriach. De eik en de kruiden zitten hier op de achtergrond, het is zeker ook niet de meest complexe van allemaal, maar ik vind ‘m heerlijk. Vat 3551 tot slot was een meer dan waardige afsluiter, erg aromatisch, fruitig en zoeter dan de andere, zonder zeer complex te zijn. Op het – hoge – niveau van 3550.
Voor de groep stak de botteling voor Shinanoya er bovenuit, voor mij, mja, uiteindelijk toch ook wel. Al was het net. Die neus hé.
Nog een Bowmore, de lekkere Bowmore 10y 1995, 56.7%, The Ultimate, cask 798, maakte dat we meer dan klaar waren voor de laatste flight, we stonden te popelen. Deze beloofde immers de apoteose te vormen, het orgelpunt te zetten op deze unieke tasting. The best of the best, blind geschonken:
- Benriach 34y 1976/2011 cask #3033 (48.2%, OB for Taiwan, 216 bottles) – 94/100
- Benriach 30y 1976/2006 cask #3557 (53%, La Maison du Whisky, 222 bottles) – 94/100
- Benriach 33y 1976/2009 cask #3558 (47.4%, OB for The Whisky Fair, 162 bottles) – 92/100
- Benriach 35y 1976/2011 cask #3032 (44.2%, OB for Whisky-e Ltd, Japan, 176 bottles) – 93/100
Vat 3557 (La Maison du Whisky) kennen een aantal onder jullie als ‘the one’ of ‘the one that cannot be named’. Waarom dat zo is, moet je maar eens bij gelegenheid aan Bert Bruyneel vragen.
Waar verwacht werd dat deze whisky de lakens naar zich toe zou trekken, gebeurde dat niet. In deze line-up moest hij de duimen leggen voor vat 3033 (Taiwan), ook voor mij. Nochtans vond ik 3557 nog net iets beter dan 3033 de vorige keer dat ik ze (niet blind) tegenover elkaar zette, op het Lindores Whiskyfest eind vorig jaar. De omstandigheden zijn natuurlijk niet met elkaar te vergelijken, op het LWF betrof het drie Benriachs (ook de 1975 voor Asta Morris deed mee), hier was het na vijftien andere Benriach 1976’ers. En om eerlijk te zijn, ik zou ook vandaag niet kunnen zeggen welke van de twee mijn ultieme voorkeur wegdraagt. De éne keer was het 3557, nu was het dus 3033. Ik zou ze nog eens naast elkaar moeten kunnen zetten… Beide whisky’s zijn in ieder geval erg complex, complexer dan de rest, dat zeker, ze gaan dieper, ze zijn gelaagder. En daarenboven slagen ze er in hetgeen Benriach 1976 groot heeft gemaakt, namelijk dat geweldige (tropische) fruit, in al z’n glorie uit te spelen.
Bij vat 3033 noteerde ik naast het gekende fruit, de eik en de kruiden ook kokos, bijenwas, munt, marsepein, melkchocolade en vooral veel puntjes. Bij vat 3557 werd dat honing, munt, iets floraals (heide, hooi), zelfs een beetje neigend naar de geur van een boerderij (nat hooi, stallen… maar zeer subtiel). Vat 3558 kende ik ook, deze is complexer dan vat 3550 uit vorige flight, dat gelijktijdig werd uitgebracht, maar minder expressief fruitig en droger op de smaak. Ik heb een lichte voorkeur voor 3550. Vat 3032 tenslotte kon ook geen aanspraak op een medaille maken, alhoewel het nu ook weer niet zoveel scheelde, het is immers een whisky die zonder blikken of blozen model kan staan voor al het lekkers dat Benriach 1976 je kan bieden.
Vat 3033 voor Taiwan werd uitgeroepen tot winnaar van deze flight èn tot beste Benriach 1976 ooit. Het zilver ging naar vat 3029 voor Shinanoya en het brons naar vat 3032 voor Japan. Azië won het dus overtuigend van Europa.
Wat mij persoonlijk betreft konden vaten 2014, 3029, 3032, 3033, 3550, 3351 en 3557 zich onderscheiden van de rest als de beste Benriachs. Binnen deze kopgroep nemen 3029, 3033 en 3557 echter nog enkele banddiktes (fietslengtes zou overdreven zijn) voorsprong. En het één moment zal ik het liefst naar de éne grijpen, het andere moment naar de andere. Dat natuurlijk in de van de pot gerukte veronderstelling dat ik deze drie flessen open zou hebben staan.