Spring naar inhoud

Archief voor

Clynelish 1972 for Helmsdale Bar Tokyo

Laat ons nog eens zot doen. Goed zot. En dit met een legendarische Clynelish, een 1972 voor Helmsdale Bar Tokyo. De Malt Maniacs Monitor vermeldt twee 1972’ers voor deze bar, beide gebotteld in 2000: deze op 57.75% (foutief als 57.79%) en ééntje op 44.37%. Volgens mij gaat dat om één en dezelfde botteling, zie – wat wazige – foto. Deze whisky heeft een alcoholpercentage (‘proof of strength’) van 57.75% en een ‘angel’s share’ van 44.37%. Die jongens van de Helmsdale Bar hadden zich deze whisky ongetwijfeld al stevig laten welgevallen toen ze zich aan het label zetten, maar volgens mij ligt daar de verwarring. Soit, belangrijkste is dat ik nogmaals Dominiek dien te bedanken. Dus: bedankt Dominiek!

 

Clynelish 27y 1972/2000, 57.75%, Helmsdale Bar Tokyo, cask 14281, 173 bottles
Jééhaa! Man, dit is goed! Über fruity, kruidig, stroperig, waxy, laag na laag geeft deze neus zich bloot, ongelooflijk complex. Het stroperig vertaalt zich in romige karamel, (kandij)siroop en gekarameliseerde appels. Het fruit in gebakken appels dus, perzik, mango, rijpe ananas, papaya… De kruiden in kaneel, peper en nootmuskaat. De waxyness in antiekwas, oude geboende meubelen en oude boeken. Dan zou je toch wel denken dat het daar ophoudt. Wrong bet! Hij gaat verder op wat zilt, lichte turfrook en Lapsang Souchong thee. Zelfs een lichte farmy toets… ja wadde, een betere neus dan dit heb ik nog niet vaak geroken. Indrukwekkend. Echt wel tijd om te proeven nu, alhoewel ik hier gerust een ganse avond aan kan ruiken. Mondvullend en toch elegant en subtiel… ja ja, dit is Clynelish. En niet zomaar Clynelish. Het fruit, de kruiden, het stroperige, het licht ziltige, het licht rokerige: wat de neus beloofde geeft de smaak even schitterend weer. Smeuïge chocolade en praliné ook. Een beetje eik ja, maar houdt zich koest op de achtergrond. Ik heb al best wat Clynelish geproefd, maar dit is zonder twijfel één van de beste. A ja, de afdronk nog: heel lang en euh, lekker. En al even complex als de rest, dat blijft ook op het einde maar evolueren. Indrukwekkend, of had ik dat al gezegd? 95/100

Macallan 1995, A.D. Rattray

A.D. Rattray, de Schotse bottelaar die in 1868 opgericht werd door de heren Andrew Dewar en William Rattray, brengt heden weer enkele nieuwe bottelingen op de markt. Vandaag proef ik een Macallan 1995, gedurende de komende weken volgt de rest, waaronder een distilleerderij die hier nog nooit aan bod gekomen is.

 

Macallan 15y 1995/2011, 46%, A.D. Rattray, bourbon cask #11251, 334 bottles
Frisse, prikkelende neus. Veel Europees fruit à la appels, peren en witte perziken. Bloesems, een beetje gedroogd gras, honing en Ginger Ale. Een hint van witbier. Erg fris dus allemaal. Ook aangenaam om drinken. Clean, zoet en fruitig. De appel, de peer, de perzik, de honing. Hier zorgen kruiden voor wat extra complexiteit. Vanille heb ik nog, net als wat eik. Fijne eik. Easy drinking. De afdronk is eerder kort maar lekker. Kruiden en fruit voeren hier de toon aan. Dit is een veel beter alternatief voor zowat gans de officiële Fine Oak reeks. En als het in augustus nu ook nog wat zou willen zomeren, een ideale zomer/terrasdram. 84/100

Een Brora, weer veel te lang geleden

Brora 1978 is erg zeldzaam, bij mijn weten zijn er enkel drie 1978’ers gebotteld door de Scotch Malt Whisky Society, SMWS voor de vrienden. Eén van deze drie kreeg de naam ‘Marmalade on burned toast’ mee, ik veronderstel dat ik dat dan ook ga proeven.

 

Brora 25y 1978/2004, 57%, SMWS 61.20 ‘Marmalade on burned toast’
Cleane, waxy en mineralige neus: natte stenen, kaarsvet, schoensmeer. Wat floraal ook: gedroogde bloemen en hooi. Appelmoes met kaneel. Gestoofd fruit (de ‘marmalade’), hoe langer hoe meer. Olie. Lichte turfrook. Fris en erg aromatisch. Stevig en olieachtig in de mond, op bijenwas, honing, kruiden (zoethout, peper, gember), gekonfijt én gestoofd fruit, confituren inderdaad. En nu je het zegt, iets geroosterd, toast indeed. En niet te vergeten, onderliggende turf. Smullen! Water geprobeerd, maar dat brengt weinig bij, is trouwens al lekker genoeg zo. Lange afdronk, op zachte, romige turf en wat kruiden (hint van mosterd zelfs). Lovely! En zeker op de smaak heeft deze whisky z’n naam niet gestolen. 92/100

Littlemill 21y 1989, The Whisky Agency

Littlemill 1989, 1990 en 1991 blijkt vaak verrassend – alhoewel hoe langer hoe minder verrassend natuurlijk – lekker te zijn. Ik kijk dan ook uit naar deze 1989’er van The Whisky Agency, te meer omdat deze op sherryvat rijpte. Binnenkort volgt nog een 1990 van First Cask. En wat zetten we ernaast? De Littlemill 1990 voor Fulldram? You bet!

 

Littlemill 21 yo 1989/2011, 51,3%, The Whisky Agency, refill sherry hogshead, 239 bottles
Smeuïge zoete en fruitige neus. Perzik en abrikoos vooral, warme abrikozentaart. Appelmoes ook (met kaneel), cake met appeltjes, rijpe kruisbessen, sinaasconfituur, pruimencompot… dat soort zaken. De waxyness die ik ook in andere bottelingen had, heb ik ook hier. Bijenwas, zelfs iets licht farmy. Nat hooi en dito hond. Wat eik. En een erg aangename mineraliteit erbovenop. De zomerse regenbui. Stevig, fris en olieachtig in de mond. Veel fruit met hier meer kruiden dan op de neus. Qua fruitigheid enerzijds de gedroogde variant (abrikoos vooral, maar ook pruimen) en anderzijds de tropische (meloen, roze pompelmoes en mandarijn). Eik. Karamel. Qua kruiden denk ik aan peper en kruidnagel. Lange afdronk, vooral zoet en kruidig, het fruit geeft er vrij snel de brui aan. Bon, het niveau van ons aller Fulldram botteling haalt hij niet, die gaat nog dieper en evolueert meer, maar dit is wel erg lekkere whisky. 89/100

En nog een Clynelish 1965

Een dikke twee weken geleden proefde ik de Clynelish 24y 1965 die Cadenhead bottelde en Sestante importeerde, vandaag proef ik de zusterbotteling. Ook een 1965, ook 24 jaar oud, ook een botteling van Cadenhead, ook voor de Italiaanse markt, maar dit keer voor Mainardi.

 

Clynelish 24y 1965/1989, 46%, Cadenhead’s for Mainardi, 75 cl
Schitterende zachte en fruitige neus met subtiele sherrytonen. Ik ruik peer, sinaas, pompelmoes, banaan (gebakken banaan that is), karamel, koffie verkeerd, leder (oud leder natuurlijk), noten. Iets coastal ook (beetje zilt en zeewier) en niet te vergeten een zalig toefje turf om het plaatje helemaal af te maken. Zalig om ruiken. De smaak wijkt hier (gelukkig) weinig van af. De subtiele sherry, het smeuïge fruit, de lichte turf, de romige karamel, het beetje zilt, het zit er allemaal in. Ah, ook een heerlijke kruidigheid doemt op. Dit is lekkere whisky man! Lange, zalige afdronk, perfect in lijn met de smaak. Misschien niet helemaal het niveau van de Sestante versie op 49.4%, maar dat was ook schier onmogelijk. 93/100

St. Magdalene 23y 1982, Old Malt Cask

Alhoewel ik oude St. Magdalene enorm kan appreciëren, bevalt de whisky uit hun nadagen mij heel wat minder. St. Magdalene sloot z’n deuren, net zoals heel wat andere distilleerderijen van Diageo, in 1983.

 

St. Magdalene 23y 1982/2006, 50%, DL Old Malt Cask, cask 2918, 331 bts.
Cleane, granige en licht zoete neus. Ontbijtgranen, vers gebakken brood. Vanille. Vrij grassig ook (hooi). Iets licht zurigs… rottend hooi? Wat rubber misschien ook. Daarnaast heb ik de geur van boter, noten en wat vegetale toetsen. Net als kaarsvet. Een klein beetje turf vervolledigt het geheel. Al bij al een weinig boeiende neus. In de mond is dit een olieachtige whisky, redelijk dik. De start is ook hier zoet en granig en wordt net zoals op de neus gevolgd door grassige tonen. Wat bijenwas, citrus en ook hier een beetje turf. Wat ik niet zo op de neus had, zijn kruiden. Munt, peper. Best lange afdronk, zoetzuur (neigt richting farmy tonen). Een whisky die weinig met me doet. 78/100

Laphroaig 12y 1996, Milroy’s

Laphroaig heeft lange tijd een bijzondere relatie gehad met Lagavulin. Zo werd de distilleerderij opgericht door de zoon van de stichter van Lagavulin, Donald Johnston en werd het een tijd gerund door de manager van Lagavulin, Walter Graham, toen Donald’s zoon op elfjarige leeftijd de distilleerderij erfde van zijn vader. Graham beheerde dus een tijdje twee distilleerderijen. Daarna verslechterde gedurende een bepaalde tijd de relatie tussen beide, resulterend in meerdere gerechtelijke procedures.

 
Laphroaig 12y 1996/2009, 46%, Milroy’s, bourbon hogshead #7289, 337 bottles
De neus neemt een cleane, mineralige en grassige start. Natte stenen, hooi en stro. Daarna zet de rook zich door en vervolgens komen vegetale en kruidige toetsen (zoethout o.a.) en wat vanille bij. Op de smaak rook, meer dan op de neus, dat grassige opnieuw, alsook de mineralen. Mist hier wel wat complexiteit. Geen al te lange afdronk, clean en rokerig. Niet slecht maar misschien een beetje simpel. 83/100

Caol Ila 20y 1988, Wilson & Morgan

Caol Ila werd in 1846 gebouwd door Hector Henderson, op dat ogenblik de eigenaar van Littlemill. In 1863 verkocht Henderson Caol Ila aan Bulloch Lade, wiens naam nog op heel wat oudere bottelingen prijkt (Bulloch Lade & Co).

 

Caol Ila 20y 1988/2008, 46%, W&M Barrel Selection, casks 4224 & 4225
De neus is zoet (vanille), fruitig (appel, peer, witte perzik) en licht floraal. Onderliggend zachte turf en even zachte sherry-aroma’s (koffie, tabak). Zacht en olieachtig op de tong. Romige chocolade, praliné… mellow. Best wat eik. Witte pompelmoes, wat kruiden. Licht (maar aangenaam) bitter. Mooi evenwicht tussen de eik en de fruitige turf. Wat zilt hier ook. Lange, bitterzoete afdronk. Niets mis mee, integendeel, I like this. 87/100

Longmorn 1976, Thosop

Ha, een nieuwe Thosop Handwritten label! Altijd iets om naar uit te kijken. Thosop is het geesteskind van Luc Timmermans, die de bottelingen onder het handwritten label nog steeds zelf selecteert, maar sedert kort doet hij dat samen met Dominiek Bouckaert (The Whiskyman), die de whisky’s ook verdeelt. Hun recentste selectie is dus deze Longmorn 1976 op 134 flessen. 134 flessen die wel eens snel uitverkocht kunnen zijn.

 

Longmorn 35y 1976/2011, 53%, Thosop, Handwritten label, bourbon barrel, 134 bottles
O ja, even ruiken maakt duidelijk dat dit absoluut geen slechte vatselectie is… integendeel, zalig zoet en fruitig. Rijpe kruisbessen, peren, perzik, meloen, biscuit, meringue. Ik proefde deze een eerste maal naast een Longmorn 1975. Een erg lekkere 1975, ook erg fruitig en zoet, maar daar bleef het grotendeels bij. Deze gaat een stuk verder, hier komen nog wat extra lagen bij. Vooral de eik zorgt voor extra diepte en complexiteit, net als kruiden (gember, veel, maar ook nootmuskaat en kaneel), oude en stoffige meubels, romige melkchocolade, wat vanille en leder. Erg complex. Ook de smaak is dat. Net als op de neus is het het fruit dat eerst opvalt. Ik denk aan perzik, meloen en sinaas. Gebakken appels ook. Met bruine suiker. Tarte Tatin. Dan komt de eik erbij, die zorgt voor diepte maar gaat nooit overheersen. Kruiden vergezellen de eik, gevolgd door leder en iets licht waxy. Heerlijk! Rond en olieachtig mondgevoel. Lange, volle afdronk, fruitig en kruidig. Een top-Longmorn, een van de beste die ik al dronk. 92/100

Macallan 30y 1980, Prenzlow Portfolio Collection

De Macallan 1980 die ik nu bespreek, werd gebotteld door Jack Wieber in z’n Prenzlow Portfolio Collection. Alfred Prenzlow is kunstenaar en gekend om z’n tekeningen en schilderijen van het distilleerproces en distilleerderijen. De whisky’s onder dit label krijgen dan ook een passend label mee, en worden op een uitzondering na alle gebotteld op 120 flessen. Hier vind je meer info terug over de collectie.

 

Macallan 30y 1980/2010, 49.6%, Jack Wiebers Whisky World, Prenzlow Portfolio Collection, cask 16447, 120 bottles
Bitterzoete sherryneus op de schil van sinaas, donkere chocolade (orangettes, inderdaad), praliné, butterscotch, kandijsuiker, geroosterde noten, rozijnen, pruimencompot, eik en een klein beetje rook van het hout. Een lichte waxyness. Aangenaam, en meer dan dat. Best stevig op de tong. Romig ook, op kandijsiroop, zoete appels, sinaas, rozijnen, cake en kruiden. Qua kruiden denk ik aan nootmuskaat en kruidnagel. Licht drogend. En ook hier een toefje rook. Lange, bitterzoete afdronk op kruiden, gekonfijt fruit en wat eik. Erg lekkere Macallan, vooral de neus is dat. 87/100

Port Ellen 23y 1983, Douglas Laing Provenance

Port Ellen, we kunnen er maar niet genoeg van krijgen… Vandaag een 1983 die Douglas Laing onder z’n Provenance label bottelde. Provenance is zowat het instaplabel van DL met toegankelijke whisky’s op drinksterkte.

 

Port Ellen 23y 1983/2007, 46%, DL Provenance, cask 3402 & 3403
Aangename Port Ellen. Oké, dat is een pleonasme. De neus geeft rokerige, zilte en fruitige aroma’s vermengd met zachte turf. Een beetje vanille ook, zeewier en vers gemaaid gras. Zachte smaak (het alcoholpercentage speelt mee natuurlijk) op zilt, citroen, amandelen, groene appel, peper, vanille, nat hout, rook… nice, maar mist toch wat ballen hier. Het zilt en de zachte turf blijven lang hangen in de zoete afdronk. De balans tussen de turf, de rook, het zoete en de citrus klopt als een bus. Zeker niet de beste Port Ellen die ik al proefde, maar lekker, dat wel. 86/100

Bowmore 8y 2000, A.D. Rattray

Bowmore mout nog steeds zelf een deel van z’n gerst, ongeveer een derde, de rest van de malt komt van Port Ellen maltings. Dit moutproces maakt een bezoek aan Bowmore extra interessant mocht je ooit eens op Islay verzeild raken.

 
Bowmore 8y 2000, 46%, A.D. Rattray for Single & Single, 2009
Op de neus enorm olieachtig. Lijnzaadolie, zelfs wat levertraan (jeugdtrauma). Nieuw rubber (binnenband). Gelukkig blijft het daar niet bij, ook een beetje turf, iets waxy en meer en meer florale toetsen. Gedroogde bloemen. Mineralen en jodium. De lichte off-notes van het begin worden weggedrukt, mooi. Dat florale (de gedroogde bloemen) gaat verder op de smaak, de turf komt meer naar voor, en hier komt er een lekkere kruidigheid bij. Tuinkruiden. Vanille ook. Helemaal niks storends op de smaak. Zacht en romig mondgevoel. Best lange afdronk, op zoete en kruidige turf. Had even tijd nodig, maar werd dan toch een mooie whisky. Bronze medaille op de Malt Maniacs Awards 2009. 84/100

Benriach 10y ‘Curiositas’ revisited

De Curiositas proefde ik reeds in 2008 en vond die toen best aangenaam om drinken, lekker zonder meer. Vandaag keer ik er naar terug met de recentste versie. Kost geen 40 euro.

 

Benriach 10y ‘Curiositas’, 46%, OB 2010, Peated
Lekkere, ietwat farmy turf op de neus, vergezeld van vanille, wat fruit (ananas, rode bessen en rijpe kruisbessen) en na enige tijd ook vegetale toetsen. Op de smaak lichte assen (niks storends), een beetje rubber en opnieuw het vegetale (hier meer naar het kruidige). En de vanille. Eerder lange afdronk op vanille en turfrook. Wat simpel misschien maar wel lekker, en voor mij een trapje hoger dan de 2008 batch. 84/100

Talisker 10y, een klassieker

Laat me eens één van mijn favoriete standaardwhisky’s bespreken, de Talisker 10. Er zijn hier in het verleden al oudere batchen de revue gepasseerd, vandaag een recente botteling. Ik vind immers dat deze whisky nog niets van z’n pluimen heeft verloren, integendeel, hij wordt er gewoon nog beter op.

 

Talisker 10y, 45.8%, OB 2010
Zoete en licht kruidige turf op de neus. Meer turf dan verwacht en dan in vorige batchen. Iets licht farmy (nat hooi), wat fruit (sinaas, zoete appels) en bijenwas. Perfecte balans en heerlijk om ruiken toch wel. Ook bij het proeven stoot ik op zachte, zoete turf, (rijpe) sinaas, was en kruiden. Lichte zilt. Leder. Een beetje teer. De smaak sluit heel mooi aan bij de geur. Romig mondgevoel. Lange afdronk, complex en rond. Waar voor je geld, en nog niet zo’n klein beetje. 90/100

Clynelish 1971 en T-Bone Burnett

Gisteren De Kleine Prins aan het werk gezien in Gent, een dijk van een concert. Ik ben absoluut geen fan van de muziek van Prince, maar wat een performer en wat een muzikant ook. Behoorlijk indrukwekkend feestje. Deze avond echter wentel ik me in subtiliteit en elegantie. Subtiliteit? Elegantie? Dan hebben we het toch wel over Clynelish zeker? Oké, oké, ik had ook een andere whisky kunnen nemen, maar ik heb nu eenmaal een zwak voor Clynelish, de keuze was dus evidenter dan het misschien lijkt. Clynelish en zeker oude Clynelish is zelden scherp of hoekig, integendeel, de combinatie van fruit, (bijen)was en romige zoete toetsen maakt het juist een erg toegankelijk profiel. Zacht, smeuïg, elegant, dit profiel moet het minder hebben van explosiviteit en kracht, maar meer van zijdezachte en gebalanceerde tonen. Subtiel en elegant dus, net als de muziek van T-Bone Burnett.

T-Bone Burnett, geboren in St. Louis als Joseph Henry Burnett, is een Amerikaans singer-songwriter en gitarist (er zijn trouwens maar weinig foto’s te vinden waar hij niet met z’n gitaar poseert), maar hij is waarschijnlijk bekender als producer, producer van albums en soundtracks. Artiesten die op hem een beroep deden zijn o.a. Elvis Costello, Los Lobos, Counting Crows, Natalie Merchant en Robert Plant. Qua films zorgde hij voor de geniale soundtracks van o.a. O Brother, Where Art Thou? (Grammy), Walk the Line en The Big Lebowsky. Hij won ook een Oscar voor beste song, The Weary Kind uit Crazy Heart.

Burnett speelde eerst in enkele bands, o.a. in The Alpha Band, dat hij oprichtte samen met David Mansfield en Steven Soles, die hun sporen verdiend hadden bij Bob Dylan. Vanaf 1980 ging hij solo. Zijn albums kregen altijd erg lovende kritieken maar verkochtten voor geen meter, zeker in Europa niet. Ontdekken deed ik hem via Humans From Earth, een song uit de film Until the End of the World van Wim Wenders (ook een geweldige soundtrack trouwens). En de bovenvermelde films maakte me natuurlijk nog meer fan. Ik luister momenteel naar The True False Identity, een plaat uit 2006. Song als Earlier Baghdad (The Bounce) en There Would be Hell to Pay zijn echt parels. Subtiel en elegant, wel ja, het zijn eigenschappen die perfect toepasbaar zijn op deze muziek.

 

Ik drink bij dit album een subtiele en elegante Clynelish 1971 van Jack Wieber. Let op, dit vatnummer staat tweemaal vermeld in de Malt Maniacs Monitor, éénmaal onder het Premier Malts label en éénmaal onder het Auld Distillers label, mèt een ander alcoholpercentage.

 

Clynelish 32y 1971/2003, 54.2%, JWWW Premier Malts, cask 2704
Oké, even de neus in het glas steken maakt duidelijk dat dit weer een topper wordt. Een enorme fruitigheid (peer en veel tropische soorten à la mango, ananas, meloen en papaya), honing, bijenwas, zoethout, een klein beetje zilt, meer bloesems en heel lichte turf. Elegant, subtiel, complex en perfect gebalanceerd. De smaak ligt mooi in het verlengde van de neus. Sappig fruit (veel perzik hier), turf, zilt, bijenwas, pollen, honing (oké, bijenkorf – niet dat ik weet hoe bijenkorf smaakt, maar alla), noten, … van alles een beetje en niets dat de rest verdrukt. Lange, licht bittere afdronk op eik, pompelmoes en turf. Heerlijk. Man, wat hou ik van dit profiel! En van T-Bone Burnett. 92/100

Tasmaanse whisky!

Tegenwoordig wordt zowat overal whisky gestookt, dus ook in Australië. Vandaag proef ik m.a.w. whisky van de andere kant van de wereld, geproduceerd op Tasmanië, het eiland in het zuiden van Australië. Deze ‘Lark’ vermeldt geen leeftijd en zal dus vrij jong zijn, wat gezien het klimaat misschien ook moeilijk anders kan. Reken op een kleine 80 euro voor een fles. Niet goedkoop maar weet dat daar wat kilometers in verrekend zijn.

 

Lark ‘Distiller’s Selection’ NAS, 46%, OB 2010, Tasmania
Mooie sherryneus. Bitterzoet met een lichte zurige toets. Veel (zuur) fruit. Rode bessen, braambessen, harde appels. Wat eik. Amandelspijs. Stevige ‘herbalness’. Eucalyptus enzo. Vicks. Doet me aan bourbon denken, aan erg lekkere bourbon. Op de smaak wat meer eik. Kruiden komen er bij, er blijft wat fruit aanwezig maar het zijn toch de kruiden die de hoofdtoon voeren, de ‘herbalness’ blijft domineren. Dit lijkt een beetje een kruising tussen een kruidenlikeur en whisky. Wel lekker, absoluut. Middellange, kruidige en frisse afdronk. Echt een meevaller. Ik had lage verwachtingen, maar ik vind dit gezien z’n leeftijd wreed goeie whisky. 86/100

Bruichladdich 28y 1970, Old Malt Cask

Het wordt tijd dat ik eens de Bruichladdich 1970 OB (44.2%) proef, volgens velen de beste Laddie ever. Maar intussentijd moet ik het doen met een andere 1970’er, eentje gebotteld door Douglas Laing in z’n Old Malt Cask reeks. Ook niks mis mee.

 

Bruichladdich 28y 1970/1999, 50%, DL Old Malt Cask, 199 bottles
Dit is een erg complexe en subtiele Bruichladdich. Op de neus kruiden en fruit, vermengd met zachte rook en een lichte farmy toets. Nat hooi en zo. Qua fruit denk ik aan perziken, abrikozen, peren en meloenen. Maar zoals gezegd zeer subtiel allemaal. Super! De smaak is romig en zoet op de abrikozen en de perziken van de neus maar ook banaan. De kruiden komen vooral naar het einde en in de afdronk opzetten. Nootmuskaat. Een topper deze Bruichladdich. 90/100

Tomatin 42y 1965, Duncan Taylor

Tomatin is één van de vele distilleerderijen die eind 19e eeuw het levenslicht zagen, het werd opgericht in 1897. Vandaag is het in handen van de Japanse groep Takara Shuzo.

 

Tomatin 42y 1965/2008, 52.1%, DT Rare Auld, cask 20942, 211 bts.
Fruit, fruit en fruit. En daartussen nog wat fruit. Vooral veel appels, soms lijkt het puur appelsap (gevaarlijk appelsap). Peren ook, perziken, abrikozen, meloen. Oké, als je je best doet, haal je er ook andere associaties uit maar het fruit is ‘big’. Die andere associaties zijn honing, eik (op de achtergrond dus), cashewnoten en een klein beetje gember. Op de smaak heb ik weliswaar meer eik, maar het fruit blijft de toon zetten, de eik vult enkel aan. Net als vergezellende kruiden trouwens. Verschrikkelijk drinkbaar, ik heb het idee zo’n ganse fles te kunnen verzetten. Decadent en niet verstandig, ik weet het. Lange, zoete en fruitige afdronk met ook hier de eik die zich erg gedeisd houdt. Geen complexe whisky, maar wat kan mij het schelen, dit is gewoon geweldig lekkere whisky. 91/100

Een oude Pittyvaich

Pittyvaich, hebben we die hier al gehad? O ja, een 1974 Kingsbury die ik heerlijk vond (91/100). Eens zien of deze van Cadenhead voor Bar Metro in Milaan de vergelijking kan doorstaan…

 

Pittyvaich 1977, 56.6%, Cadenhead for Bar Metro di Giorgio D’Ambrosio, Milano, Sestante Import, +/-1990, 75cl
Wat ranzige neus op boter en kaas (kaas die al lang terug in de koelkast had moeten liggen), gedroogd gras en een heel klein beetje (groen) fruit. Granny Smith? Voor de rest wordt de geur gedomineerd door de alcohol. Water toevoegen maakt het geheel niet veel beter. Ook de smaak is niet om over naar huis te schrijven. Erg grassig en alcoholisch zonder water, met wat kruiden (munt, gember) en dezelfde zure appels van op de neus. Onrijpe bananen. Water toevoegen maakt het geheel toegankelijker maar daarom nog niet lekkerder. Eerder lange afdronk, een beetje zoet maar ook licht wrang. Minder slecht met een beetje water maar op geen enkel moment lekker. 74/100