Spring naar inhoud

Archief voor

Arran 1997 ‘Rowan Tree’

De tweede Arran in de reeks ‘Icon’s of Arran’ – na de 1996 Peacock – is de Rowan Tree, verwijzend naar de boom die je erg vaak in Schotland aan oude huizen aantreft. Ook op Arran is het een typisch element in het landschap. Wij kennen de Rowan Tree als lijsterbes. De rode bessen van deze boom zouden de geesten van de huizen weghouden en er voor zorgen dat feeën de baby’s niet meenemen en verwisselen voor hun eigen baby’s, die dan een slecht karakter of handicap zouden hebben. Denk aan de uitdrukking ‘He’s away with the fairies’ voor iemand die ze niet allemaal op een rijtje heeft. Bedankt voor de sample Marc! En sorry voor het – onbedoelde – bruggetje.
A ja, ook nog vermeldenswaard is dat dit een vatting is van 10 ex-sherryvaten, waar het bij de Peacock zowel sherry- als bourbonvaten betrof.

 

Arran 1997 ‘Rowan Tree’, 46%, OB 2010, Icon’s of Arran, 6000 bottles
Ik heb de indruk dat ik hier meer granen op de neus heb dan bij de Peacock. Het zoete distilleerderijkarakter is echter evenzeer aanwezig. Vanille, honing en daarna zoet fruit. Bij dat laatste denk ik aan pruimen, rozijnen en krieken, maar dan gesuikerde krieken. Krieken op siroop. Kriekenjenever. En roze pompelmoes (had ik ook in de Peacock). Iets floraals komt ook nog om de hoek kijken. Ja, hooi, gedroogde bloemen en potpourri, samen met de honing gaat dat domineren. Wat ik ook zowel hier als in de Peacock heb, is gekonfijte gember. Wordt dat een herkenningspunt? Erg aangename neus in ieder geval. De smaak is zacht, licht en prikkelend. Nu heb ik meer kruiden (gember vooral, net als wat peper en kruidnagel) en ook noten, naast de zoete granigheid. En de roze pompelmoes, ook dat is een terugkerende associatie. Middellange, verwarmende en kruidige afdronk. Lekkere whisky, duidelijk meer sherry-invloed dan de Peacock, maar niet beter. Ook niet slechter, dezelfde score dus. 83/100

Crossing the ocean…

…om in de VS uit te komen. Ik proefde zonet twee goedkopere Amerikaanse whiskey’s, een Bourbon en een Rye, beide van Heaven Hill, beide ginds te koop voor een $20, hier zal je misschien iets meer moeten neertellen. De eerste is dus een distillaat van meerdere graansoorten waarvan maïs minstens 51% moet uitmaken, de tweede bevat dan weer minimum 51% rogge.

 

De Old Fitzgerald 12y 90 proof zou meer tarwe bevatten dan andere bourbons en is blijkbaar populair in het Witte Huis, want gekend als ‘The favorite of American Presidents’. Old Fitzgerald werd geïntroduceerd in 1870 en vandaag wordt nog steeds hetzelfde originele mash-recept van John Fitzgerald en Pappy Van Winkle gebruikt. De 90 proof is hier dus 45%, gewoon delen door twee. Niet te verwarren met het Europese proofstelsel.


Old Fitzgerald ‘Very Special’ 12y 90 proof, 45%, Kentucky Straight Bourbon, Heaven Hill 2010
De neus combineert het klassieke kruidige en granige profiel met zoetzuur fruit. Kruisbessen, onrijpe bananen, bosvruchten. Leder. Vanille. Wat noten. En een beetje stof ook. Vrij complex maar erg lekker vind ik dit toch niet. Olieachtig in de mond met een bitterzoete smaak. Granen, kruiden (peper), vanillepudding, zachte karamel, de bosvruchten (ik denk vooral aan bosbessen), wat abrikoos, pruimtabak en een beetje hout. Middellange, verwarmende en eerder droge afdronk. De vanille, de kruiden en het hout blijven hangen. Hier is nog weinig sprake van fruit. Degelijke instap-bourbon, maar ook niet meer dan dat. Dat Crembo de volgende keer eens Belgian Owl meepakt naar het Witte House i.p.v. een kristallen vaas. 75/100
 

De Rittenhouse ‘Bottled-in-bond’ 100 proof Rye Whiskey kreeg in 2006 de prijs van ‘North American Whiskey of the Year’ op het San Francisco World Spirits Competition. Rye whiskey wordt gezien als de meest oorspronkelijke en unieke Amerikaanse whiskey, die er lange tijd ook de belangrijkste was, voor hij overschaduwd werd door bourbon en Schotse en Ierse import.


Rittenhouse 100 proof, 50%, Straight Rye Whiskey, Heaven Hill 2010
Zoete en kruidige neus. Ik denk aan karamel, chocolade, vanille, geroosterde noten, kruiden (peper, gember), granen en wat gedroogd fruit. Wat associaties ja, maar het geheel kan me toch niet echt bekoren. De smaak is vrij straight forward. Erg kruidig en vrij droog. Wat gedroogd fruit, noten en rozijnen, naast de overdosis aan kruiden. De afdronk is lang, maar ook hier erg (tè) kruidig. Heb al betere Rye gedronken. Voor de Sazarac betaal je misschien iets meer, maar die vind ik merkelijk beter. Whiskey of the year!? 74/100

Glenury Royal 37y 1973, The Whisky Agency

De whisky die ik vandaag bespreek, heeft op korte tijd een cultstatus verworven, vooral dankzij de 94/100 die hij op Whiskyfun toebedeeld kreeg. Ik was dan ook erg gebrand op een sample, voor een fles was het immers al lang te laat. De sample heb ik kunnen bemachtigen en ik zal dus spoedig weten of ik extra gefrustreerd moet zijn geen fles te hebben.

 

Glenury Royal 37y 1973/2010, 42.1%, The Whisky Agency, bourbon cask, 187 bottles
Fantastische subtiele en elegante neus op zoete en fruitige tonen, vermengd met lichte rook. Veel citrus (roze pompelmoes, mandarijn, bloedappelsien), nectarines, cavaillon, honing. Die neus is inderdaad geweldig. Ook wat hout, meer als toegevoegde waarde, nooit storend. Op de smaak speelt het hout iets meer op en komen er kruiden bij. De honing en het fruit blijven echter voldoende aanwezig. Orangettes, zoete citrusschil. Vol van smaken. Romig mondgevoel. Lange, fruitige en kruidige afdronk. Erg aromatische whisky met een neus die meer dan de uiteindelijke score verdiende. De gevoelens van frustratie kan ik toch lichtjes onder controle houden. Lichtjes. 91/100

Shalom Ballechin

Ik bemerk dat ik in drie jaar Onversneden nog geen enkele Edradour heb besproken. En neen, daar zit geen bewuste tactiek achter. Laat ons hier verandering in brengen door twee… Ballechins te proberen. Ballechin is immers een redelijk recent (2002) label van geturfde Edradour. De Longrow van Edradour eigenlijk. Alhoewel deze vergelijking misschien wat impulsief is.
De naam Ballechin verwijst naar een landgoed in Perthshire waarop tussen 1810 en 1927 een gelijknamige distilleerderij actief was. Ballechin was één van de zeven boerderij-distilleerders die in die tijd in Perthshire opereerde. Van die zeven bestaat vandaag enkel Edradour nog. Ballechin diende z’n deuren te sluiten omdat de waterloop die het gebruikte, omgelegd werd.
De whisky rijpt op verschillende types wijnvaten en de bottelingen die tot op heden op de markt werden gebracht, hebben geen leeftijd – zijn dus jong. De eerste release van Ballechin rijpte uitsluitend op rode Bourgogne-vaten. Elke release wordt op 46% en 6000 flessen gebotteld. Het fenolengehalte schommelt rond de 50 p.p.m..

 

Ballechin ‘3rd Release’, 46%, OB 2008, Port Cask matured, 6000 bts.
Ik heb erg lekkere turf op de neus, niet dominant, het laat voldoende ruimte voor zoete en fruitige tonen. Vanille, ananas, rijpe sinaas. Marsepein. Licht medicinaal. Sappige appels ook. I like this. Meer rook op de smaak, rubber en teer. Maar ook de sinaas van de neus en vanille. Verse pruimen. Gember en kaneel zorgen voor een kruidige toets. Wat zilt ook. Romig en dik in de mond. Best complex. Erg lange afronk, zoet en rokerig. Lekkere en relatief complexe whisky. Doet me zelfs wat aan Laphroaig denken (wat gezien de ligging geen evidente vergelijking is). Ze hebben de Edradour geturfd moeten maken om hem lekker te krijgen! 87/100

 

Ballechin ‘4th Release’, 46%, OB 2009, Oloroso Cask matured, 6000 bts.
De neus van deze vierde release start wat vreemd. Licht stoffig, de geur van ‘het putje’, sterfput, of van een afvoer die je aan het openbreken bent (ja, ik doe ook andere dingen dan whisky drinken). Asfalt ook en zachte rook. Na enige tijd komt er toch wat fruit door. Sinaas, pruimen, verse vijgen. Misschien wat noten. Minder expressief evenwel als de vorige, maar wordt beter met wat te ademen. Een beetje rook op de smaak, aardbeien en lichte assen. Daarna meer kruiden. Gember en zoethout vooral. Vrij lange, zoete en rokerige afdronk met wat kruiden ertussendoor. Lekkere whisky, eens te meer, maar toch minder boeiend dan de derde release. 84/100

Connemara Sherry Finish

Let’s go Irish! Dat is weer even geleden. Ik dronk daarnet de Connemara ‘Sherry finish’ uit Cooley’s Small Batch Collection, maar was niet echt onder de indruk.

 

Connemara ‘Sherry Finish’ NAS, 46%, OB 2009, Small Batch Collection, Peated, Lot L9088
Een neus op cleane turf en houtskool. Zeelucht ook, jodium. Mineralig. Een beetje fruit misschien, maar helemaal niet veel. Hoestsiroop, dat wel. Nogal eentonig. Ook de smaak is dat, ik heb hier precies meer fenolen dan in de Octomore. Cleane turf, rook, assen. Wat citroen. Misschien iets zoets maar het geheel blijft toch te eendimensionaal. Vrij lange, eerder droge, rokerige afdronk. Niet slecht, wel saai. En waar zit de sherry verdorie? 77/100

Bowmore 1995, Wilson & Morgan

Bowmore 1995, altijd weer iets om naar uit te kijken. Laat het duidelijk zijn dat Bowmore z’n zeepverleden achter zich heeft gelaten, wat ik al dronk aan Bowmore van de jaren negentig (1993, 1994, 1995 en 1998) was over het algemeen allemaal erg drinkbaar tot bangelijk lekker. Vandaag eentje van Wilson & Morgan.

 

Bowmore 1995/2009, 46%, W&M Barrel Selection, Sherry finish
De neus neemt een frisse en florale start. Kamille, bloemen. Daarna zoet met honing en veel fruit. Banaan, ananas, meloen. Een beetje rubber en gedroogd gras. Bloesems ook en wat anijs. Lichte turf. Erg lekkere neus. Op de tong is hij licht en prikkelend, fruitig (hier vooral citrus) en floraal. Het mondgevoel is romig, mondvullend en licht stroperig. Bloesems, noten en honing heb ik nog. Wat kruiden en zilt naar het einde. En ook hier maar een beetje turf. De afdronk is middellang, ziltig, kruidig en zoet. Frisse, levendige whisky. Ik vind dit lekkere whisky, Bert Bruyneel vond dit niet te drinken, vertrouwde hij mij onlangs toe. Malt Maniacs! 87/100

Amrut 2003, Milroy’s

Vandaag proef ik een vijf à zes jaar oude Amrut, gedistilleerd in 2003 en gebotteld in 2009 door Milroy’s. Hij behaalde brons op de Malt Maniac Awards 2009. Vermits Amrut omwille van het Indische klimaat een erg hoge angel’s share heeft, zullen we het met deze leeftijden moeten doen en nooit 15 of 20 jarige Amrut te proeven krijgen.

 
Amrut 2003/2009, 46%, Milroy’s, cask 08/08/30-1, 210 bottles
De neus van deze Amrut start granig en licht herbal, maar evolueert daarna richting floraal, grassig, mineralig en zoet (honing). Lindebloesems. Aangenaam om ruiken. Ook op de smaak start hij vrij vlak met wat kruiden en granen, maar hij wordt beter met de tijd. Herbal, grassig en floraal. Romig mondgevoel. Eerder korte en licht zoete afdronk. Heeft wat tijd nodig, maar is dat best lekker. Mist wel een beetje pit op de tong, de neus vond ik het beste deel. 84/100

Tsuru 17y, Nikka

Een whisky die ik nooit geproefd had, is de Nikka ‘Tsuru’. Net als de Taketsuru een product van de Nikka groep dus. Maar waar de Taketsuru een vatted malt is, is de Tsuru een blend. De 17-jarige Tsuru kost rond de 85 euro, wat niet echt goedkoop is voor een blend, maar zoals de Hibiki al bewees, kunnen Japanse blends wel bangelijk goed zijn.

 

Tsuru 17y blended, 43%, OB 2010, Nikka
Frisse, prikkelende en zoete neus op vanille en florale toetsen. Gekookt fruit. Groene appels. Langzaamaan komt er ook een heerlijke kruidigheid opzetten. Nootmuskaat. Oude balsamico. Een lekkere zurigheid, zie ook de groene appels. Zachte rook. Man, dit is goed. En complex. Zacht en romig op de tong, zeer delicaat en met toch behoorlijk wat body. Ook hier heb ik zowel zoete, zure als kruidige tonen. De start is zoetzuur: kruisbessen, zoetzure appels. Daarna krijg ik wat hout en de bijhorende kruiden. Peper en zoethout. De kruiden zetten zich verder in de vrij lange afdronk, alwaar ze het zoete en het fruit wat in de schaduw stellen. Een ronduit schitterende blend! 86/100

Oud naar nieuw – een klassieker

Maandag stond de tasting van onze club in het teken van een ondertussen klassiek thema, van oud naar nieuw. We proefden van drie whisky’s telkens de recentste versie en een oudere. De whisky’s die aan bod kwamen, waren de Springbank CV, de Talisker 10y en de Macallan 12y. Deze zes proefden we blind. Ik heb niet geweldig veel genoteerd en ook de setting – veel discussiëren en raden – was niet van aard om te scoren.

 

Als welkomdram kregen we 2 van de 300 cl Robert Watson of Aberdeen ‘Imperial’, rotation 1967 ingeschonken. Een blend van meer dan veertig jaar oud dus. Hierbij ging het misschien meer om het gebaar – je opent niet elke dag een 3-liter fles – dan om de inhoud, maar het dient gezegd dat het absoluut geen slechte whisky is.
De neus start zoet en herbal en evolueert richting floraal. Bij mij balanceerde hij wat op het randje van zeep, maar zonder te storen, laat het ons op ‘floraal’ houden. Lekker op de tong, zonder echt diep te gaan, op granen, het florale van de neus en iemand merkte ook nog witte chocolade op. Maar ik weet niet meer of dit op de neus of op de smaak was. Whatever, dit is een lekkere blend.

 
Eerste koppel
Springbank CV, 46%, OB 2010
Op de neus startte deze wat vreemd. Mineralig én stoffig. Natte steen, iemand aan onze tafel merkte natte muren op. Ik had een beetje rook, neigend naar farmy notes. De combinatie van dat laatste en de natte muren deed me aan oude vochtige stallen denken. Niet geheel onaangenaam. De smaak is zoet en mineralig.

Springbank CV, 46%, Green Thistle, OB rotation 1996
Erg frisse neus, maar alle whisky’s die na de vorige gezet zouden worden, zouden fris overkomen. Veel wit fruit en lychees, wat eigenlijk ook wit fruit genoemd kan worden. De smaak is fris, clean en fruitig, in het verlengde van de neus dus.

Ik gokte correct op Springbank. Je zal zien dat ik bij de volgende twee paren niet vermeld waar ik op gokte, zoek daar vooral niets achter. Geen van beide Sprinkbanks vond ik echter écht lekker, de oude wel wat beter dan de nieuwe. Of CV nu staat voor Curriculum Vitae of Chairman’s Vat (Springbank houdt beide theses in stand, kwestie van het debat levendig te houden), geen van beide vlaggen dekken echter hun lading.

 
Tweede koppel
Talisker 10y, 45.8%, OB end 1980’s, pre-classic malts
Een klein beetje turf, herbal notes, fruit (banaan). De smaak is zoet en fruitig. Een lichte kruidigheid en dito rokerigheid.

Talisker 10y, 45.8%, OB 2008
Een neus op fruit en lichte rook. “Cuberdons!” riep er iemand. Neuzekes in de volksmond. Voor de Nederlandse lezers: van die paarse kegelvormige snoepjes, hard aan de buitenkant, zacht en stroperig van binnen. Ik weet zelfs niet of ze in Nederland te krijgen zijn, in ieder geval een aanrader als je eens de grens oversteekt. Soit, de neus is ook licht waxy. De smaak romig, fruitig en zoet met zeer lichte rook. Wat kruiden naar het einde en in de afdronk.

Hier vond ik de oude wel duidelijk beter. Na beide whisky’s raadde trouwens niemand Talisker. Highland Park was de gok van Kristof, een gok die ik onderschreef, maar het bleek dus een ander eiland te zijn. Vreemd dat iedereen hier fout zat.

 
Derde koppel
Macallan 12y ‘Sherry Oak’, 40%, OB 2010
Wat gedempt op de neus. Sherry, maar belegen. Ik bedoel met belegen… euh ja, wat bedoel ik daarmee? Gedempt ja, niet echt levendig of prikkelend. Wat vegetaal (peterselie, heb dat tegenwoordig vaak in whisky op sherryvat). Op de smaak ook zachte karamel. Fudge.

Macallan 12y, 43%, OB end 1990’s
Hola, dit is helemaal anders, een veel uitgesprokenere neus, aromatischer. Goeie, expressieve sherry that is. Meer kruiden, meer fruit. Rood fruit vooral. Bosvruchten.

Hier was het verschil ook duidelijk, de oude was beter, expressiever vooral. ‘Levendiger’, ‘prikkelender’ ‘virieler’, ik zou bijna ‘jonger’ zeggen.

 

Conclusie: net zoals bij vorige oud-naar-nieuw sessies, wint ook hier ‘oud’ het pleit. Maar ik kan het toch niet nalaten te vermelden dat dit niet altijd zo is of hoeft te zijn, ik heb al best wat oude whisky’s geproefd die mij tegen vielen en nieuwe batchen die ik beter vond dan oude(re). Het is zeker niet zo dat omdat een whisky oud is dat hij ook beter is, alhoewel het bij instap-malts (officiële 10/12 jarige) wel vaak het geval blijkt te zijn.

 

Voor de volledigheid, de eindrangschikking:

  1. Macallan oud
  2. Talisker oud
  3. Springbank oud
  4. Macallan jong
  5. Talisker jong
  6. Springbank jong

Daarna volgden nog twee toetjes, een nog-niet-gebottelde Port Ellen van Luc en een al-wel-gebottelde Bunnahabhain die Reinhard voor z’n verjaardag mee had, beide ronduit schitterende whisky’s. Applaus.

 
Port Ellen 27y 1982/2010, 57.5%, ‘not available in the market’ as they say. Eén van de beste jaren tachtig Port Ellens die ik al kon proeven, met een afdronk van hier tot op Islay. Indien dit ooit gebotteld wordt, I wante die bottle.
 
Bunnahabhain 33y 1976/2010, 49%, Celtic Heartlands (Jim MacEwan), 465 bottles. Fruit, zilt, kruiden, honing, licht rokerig (fascinerend dat ik dat nog genoteerd heb). Erg complex en vooral overheerlijk.
 

Voila, dat was weer een gezellige avondbezigheid zie. Natuurlijk volgde een nabespreking die zoals altijd veel te lang uitliep, met een stukgeslagen radiowekker als collateral damage. Soms is zeven uur gewoon te vroeg.

 

Dufftown 27y 1982, Riverstown

Dufftown is één van de grootste distilleerderijen in de portefeuille van Diageo, en vóór de bouw van Roseisle volgens mij zelfs dé grootste. De productie gaat bijna volledig naar blends zoals Johnny Walker, Bell’s (Arthur Bell was lange tijd eigenaar van de distilleerderij) en Dewar’s White Label. Een klein deel wordt als single malt gebotteld, vooral door onafhankelijke bottelaars. Zo ook vat 18582, een sherryvat door Riverstown.

 

Dufftown 27y 1982/2010, 55.7%, Riverstown, cask 18582, 104 bts.
Ik vond dit geen gemakkelijke whisky. De neus is erg alcoholisch en kruidig, maar na enige tijd en zeker met een beetje water, bloeit hij open. Honing, gras, bloemen en citrusfruit laten zich dan gelden. Zonder water is hij op de tong vrij bitter en droog met een klein beetje rook op de achtergrond, maar ook hier is water een serieuze meerwaarde. Hij wordt zoeter en fruitiger. Middellange, kruidige afdronk. Aangename whisky, maar enkel met water. 84/100

Belgian Owl 4y

Eind vorig jaar zag de nieuwe Belgian Owl het levenslicht. De whisky rijpte lang genoeg om als vierjarige gebotteld te worden. Ik besprak eerder reeds een driejarige Owl, benieuwd om te zien in hoeverre de spirit er op vooruit gegaan is.

 

Belgian Owl 4y, 46%, OB 2010
Frisse, florale en zoete neus. De bubblegum die ik nog in de 3y had, is hier zo goed als afwezig. De peren en de perziken heb ik nog wel. Ook wat kers trouwens. Daarnaast de onvermijdelijke granen en vanille. Lentebloesems. Ook de smaak is fris en floraal met zoete en fruitige toetsen. Jong, maar rijper dan dan de 3y. Euh ja, een jaar rijper. De smaak doet me wat denken een appel-kersensap, maar dan iets straffer. Vanille ook, granen en citrus. En meer kruiden dan in de 3y. Middellange, florale en fruitige afdronk. Gezien de leeftijd is dit lekkere whisky, absoluut, en beter dan de 3y. Ook al proef je dat er nog verbeteringsmarge is. Ideaal als aperitief me dunkt. 79/100

Benriach 34y 1975 for The Whisky Agency

Ah, oude Benriach… smeuïge, zoete fruitigheid! Een profiel dat me wel ligt om het eufemistisch uit te drukken. Er zijn hier al een handvol 1976’ers en 1968’ers de revue gepasseerd, vandaag een 1975 voor The Whisky Agency. We weten dat Carsten z’n bottelingen wel weet te kiezen, dit kan alleen maar genieten worden…

 

Benriach 34y 1975/2010, 50.6%, OB for The Whisky Agency, cask 3061, bourbon hogshead, 348 bts.
Zoals te verwachten heb ik meteen veel fruit op de neus. Tropisch fruit à la meloen, passievrucht, ananas en ook mandarijn en roze pompelmoes. Wat honing zorgt voor een zoete toets, gember en peper voor een kruidige. Op de achtergrond een klein beetje turf, niet zoveel als in de 1976 for the Nectar maar wel aanwezig, wat ik bij andere 1976’s niet had. Die neus is om van te smullen, zonder erg complex te zijn. Ook de smaak is dat niet. Hij is romig, zoet en fruitig. De lichte rokerigheid is hier zo goed als verdwenen. Het tropisch fruit, de citrus, de honing en de lichte kruidigheid zijn wel nog aanwezig. Lange afdronk, perfect in het verlengde van de smaak, op dezelfde associaties. Héérlijk! 91/100

Arran 1996 ‘Peacock’

Arran is nog maar een goeie 15 jaar actief, maar heeft al heel wat bottelingen op de markt gebracht, waaronder een pak finishes. In 2009 werd de reeks ‘Icons of Arran’ boven de doopvont gehouden. De eerste whisky in deze reeks was een 1996 die de naam ‘Peacock’ meekreeg, verwijzend naar de pauw die je massaal op het eiland aantreft.

 

Arran 1996 ‘Peacock’, 46%, OB 2009, Icon’s of Arran, 6000 bottles
Zoete neus met fruitige accenten. De associaties die ik hier eerst heb zijn zoete: vanille, honing, harde aardbeisnoepjes, rozijnen. Daarna volgt het fruit: roze pompelmoes, mandarijn, banaan. Gekonfijte gember (eens je dat hebt gegeten, vergeet je dat niet), appel-kaneel. Dat laatste heb ik ook in de smaak, naast de honing, de vanille en het fruit. Ananas, limoen. Wat granen. En ook hier dat licht kruidige. Peper, en de kaneel dus. Levendig, prikkelend. Geen al te lange afdronk op zoet fruit met een toefje peper. Frisse, vlot drinkende whisky, een ideale zomerdram me dunkt. 83/100

Glenfiddich 22y 1961 for Nadi Fiori

Tijd om eens een Glenfiddich te bespreken. Buiten de standaard 12y is er hier nog geen aan bod gekomen. Laat ons dat maar goed maken met een klepper, de 1961 voor Nadi Fiori. Bij menig whiskyliefhebber en verzamelaar doet de naam Nadi Fiori het hart wat sneller slaan. Fiori was immers de man achter Intertrade, de Italiaanse importeur van enkele toch wel legendarische bottelingen, denk aan Highland Park 1956, Bowmore 1965, Ardbeg 1975, Caol Ila 1969, Laphroaig 1966, Port Ellen 1969 of Talisker 1970. Niet dat hij zich vandaag niet meer ledig zou houden met whisky, hij is immmers ook de man van de firma High Spirits, gevestigd in z’n woonplaats Rimini. Soit, deze Glenfiddich 1961 werd in 1983 voor hem gebotteld.

 
Glenfiddich 22y 1961/1983, 45%, OB for Nadi Fiori, 350 bottles, 75cl
Droge, wat grassige neus op allerlei kruidenthees (kamille, rozebottel, munt, zoethout), hooi, honing en boenwas. Daarna wordt hij wat floraal, gevolgd door de geur van melkchocolade en praliné. Een klein beetje rook ook. Héél lekker, net als de smaak trouwens. Die start droog en licht bitter, maar dat wordt snel gecompenseerd door zoete en fruitige toetsen. Ananas, banaan, kiwi en sinaas. Pisang Orange, maar dan beter. Zoethout, peper en munt geven er nog een licht kruidige toets aan. Toast. Middellange, licht drogende, bitterzoete afdronk. Heerlijke oude Glenfiddich. 89/100

Hankey Bannister

Hankey Bannister. Bij velen zal deze naam geen belletje doen rinkelen. Bij mij tot voor kort ook niet. Nochtans bestaat het merk al meer dan 250 jaar en was de whisky geliefd bij o.a. King George V en Winston Churchill.
De naam Hankey Bannister verwijst naar z’n twee stichters, de heren Beaumont Hankey en Hugh Bannister die in 1757 een handel in wijnen en sterke dranken begonnen in de Londense West End. Omdat ze zelf uit de betere kringen kwamen, richtten ze hun handel vooral op dit cliënteel. Vrij spoedig begonnen ze met het ontwikkelen van een eigen blend, op basis van Lowland grain whisky en Highland & Speyside malt whisky. De kwaliteit van deze blend was blijkbaar dermate dat hij snel z’n weg vond naar de salons en landhuizen van de Britse upper class, tot in het koninklijk paleis toe. Een Royal Warrant kon dan ook niet achterblijven.
Vandaag wordt Hankey Bannister verkocht als ‘Original’ (zonder leeftijd), als 12y ‘Regency’, als 21y en als 40y, en dit in een veertigtal landen, waarvan naast het Verenigd Koninkrijk Zuid-Afrika en Duitsland de belangrijkste afnemers zijn. HB is in handen van Inver House Distillers en hun whisky’s kaapten de laatste jaren meerdere prijzen op verschillende concours. Ik kon vorig weekend de Original, de 12y en de 40y proeven. Hieronder mijn bevindingen.

 

Hankey Bannister ‘Original’, 40%, OB 2010
Deze Original bevat – net zoals de andere bottelingen – voor 30% single malt (vooral Balblair maar ook wat Knockdhu en Balmenach) en voor 70% grain whisky van North British en Port Dundas. De begeleidende tekst vermeldt ‘ideal for mixing’, dat beloofd niet veel goeds. Eerlijkheidshalve moet ik er aan toevoegen dat het ook ‘and great served straight’ vermeldt. Let’s see. Wel, die neus kan er al best mee door. Het is natuurlijk geen complexe of ‘diepe’ neus, dat verwacht je hier niet, maar hij is genietbaar. De basistonen zijn granig (wat bitter-granig), zoet en zout. Ik heb gesuikerde ontbijtgranen, havermoutpap, groentebouillon, wat kruiden (herbal, maar ook gember) en een beetje gestoofd fruit. Een beetje scherp, maar dat is hier een pluspunt, zeker in vergelijking met een gemiddelde blend. De smaak is erg zacht en clean, op granen, vergezeld van zoete en vegetale tonen. Honing, gebakken champignons, de groentebouillon weer, hout en stro. Wat gedroogd fruit ook. Verdacht lange afdronk op granen, honing en het steeds terugkerende vegetale. Gho, voor een instap-blend is dit zeker geen slechte whisky en inderdaad ook genietbaar ‘served straight’. Een blend met pit en karakter, en een toch wel beter alternatief voor bv. J&B of Johnny Walker. 65/100

 

Hankey Bannister 12y ‘Regency’, 40%, OB 2010
De 12y is duidelijk familie van de Original, hij ligt er mooi in het verlengde van, maar biedt iets meer diepgang. Het vegetale is aanwezig maar minder prominent. De neus heeft iets licht geparfumeerd en floraals. Niets storends evenwel. Integendeel, hij is vooral fris. Voor de rest is de neus zoet (honing, vanille) en fruitig. De geur van harde peren. En wat granen natuurlijk. Zachte, romige smaak, met ook hier wat meer ‘body’ dan de Original. Veel honing, zachte karamel, wat hout (wat ik bij de Original niet echt had) en wit fruit. Alhoewel ik ook nectarine noteer. Naar het einde toe wordt hij licht bitter. Ook de middellange afdronk is wat bitter. Die extra rijping geeft toch een bepaalde meerwaarde, zonder dat ik hier zwaar van onder de indruk was. 72/100

 

En dan heb ik de eer ook nog de veertigjarige te mogen proeven. Deze whisky werd op vatsterkte gebotteld ter gelegenheid van het 250-jarig bestaan van Hankey Bannister in 2007. En met 450 euro per fles is het duidelijk dat dit het paradepaardje van de reeks is. Hij werd trouwens beloond met de prijs van Best Blended Whisky in the World op de World Whiskies Awards 2008 en 2009.
Het verhaal gaat dat men deze blend uit 1966 uit het oog verloor en pas midden de jaren ’00 herontdekte ergens achteraan in de opslagplaatsen van Inver House. Het goedje rijpte op sherryvaten (‘Spanish Oak’, denk ook aan de Balblairs Spanish Oak van 1966) en bevat whisky van enkele illustere en nu reeds lang gesloten en vaak ook vergeten distilleerderijen zoals Garnheath, Killyloch en Glenflagler. Uniek is het minste wat je van deze blend kan zeggen.

 

Hankey Bannister 40y, 43.3%, OB 2007, 1917 bottles
Ruiken: hola, dit is inderdaad heel andere koek. Heerlijke, belegen en kruidige neus. Ik moet meteen aan gebakken peterselie (wat je al eens bij garnaalkroketten geserveerd krijgt) denken. Maar gelukkig biedt hij nog heel wat meer. Rozijnen, noten, chocolade… oké, we zitten weer bij de studentenhaver. Geroosterde noten trouwens. Karamel, gebakken banaan, boenwas ook, toast, ananas, mandarijn en een heel kruidenboeket. Bloemen… ja, een erg rijke en complexe neus. I love it. Zeer aromatisch, met de verschillende geuren heel mooi geïntegreerd. Proeven: heerlijk romig, olie-achtig en al even complex als de neus. Bosvruchten, noten, kruiden en hout bepalen hier de smaak. Cassis, bramen, rozijnen op rum, chocolade, orangettes, kruidnagel, peper, nootmuskaat, enzovoort enzoverder. Licht bitter, maar het hout gaat nooit overheersen. Lange, rijke afdronk op sinaas en kruiden. Zalige blend, het hoeft gezegd, een blend die perfect voor een veertigjarige single malt kan doorgaan. 90/100

Glen Peat Class

Malts of Scotland bracht vorig jaar twee laagdrempelige standaardbottelingen uit, een geturfde en een niet-geturfde whisky, beide ideaal om als dagelijkse whisky aan te schaffen. De niet-geturfe kreeg de naam Glen First Class mee en is dus een vatting van meerdere vaten Glenfarclas. De geturfde botteling doopte men dan Glen Peat Class. Het is een vatting van 65% Ardbeg, 30% Laphroaig en 5% Bowmore, married by birth zoals men zegt, waarmee bedoeld wordt dat de jonge spirit samengevoegd werd en vermengd in dit geval nog zeventien jaar verder rijpte. Achtienjarige Ardbeg is trouwens zo goed als niet vast te krijgen en al zeker niet voor deze prijs (een 50 euro) te bottelen. Dit is dus best een unieke botteling, voor een scherpe prijs.

 
Glen Peat Class 18y, 50%, Malts of Scotland
Licht medicinale neus met de klassieke Islay elementen: turf, jodium, zilt, zeewier. Daardoorheen wat fruit (citrus), koffie en iets vegetaals. De geur van een bos in de herfst. Teer. Petrolium? Vaag misschien, en zeker niets mis mee. Alles mooi gebalanceerd. De smaak is redelijk vergelijkbaar. Zilt, turf, zeewier en zachte, lichte fruittoetsen. Praliné doemt op, pralines van donkere chocolade met parliné vulling. Of nee, Dessert 58! Mokka ook en naar het einde een lichte kruidigheid. Lange, romige afdronk op zoete en kruidige tonen. Lekkere en vooral vlot wegdrinkende Islay-whisky. 85/100

Port Ellen 1983, Norse Cask

Norse Cask is een label van de Deense onafhankelijke bottelaar Quality World. Tot op vandaag hebben ze bij mijn weten drie Port Ellens gebotteld, twee 1983’ers en één 1979. De Port Ellen die ik vandaag proef is een botteling van een sherry hogsheadvat. Port Ellen 1982/1983 op sherryvat, altijd gevaar voor sulfer.

 

Port Ellen 25y 1983/2009, 58.6%, Norse Cask, cask QW1312, 226 bts.
De neus start alvast on-Port Ellen. Ik heb weinig rook en ook niet al te veel zilt. De sherry heeft z’n werk gedaan en maakt de neus zoet en fruitig. Stroperige karamel, honing, gekonfijt fruit, perensiroop, gedroogde abrikozen en vijgen… de karamel krijgt een verbrand randje. Geen sulfer evenwel. Daarna kruiden, maar het geheel blijft vooral zoet. Wat rook, toch wel, maar op de achtergrond. In de mond is hij stevig en olie-achtig, romig bijna. Meer rook dan op de neus, naast het zoets en de kruiden. Peperkoek. Nootmuskaat ook en peper. Noten. Tevens wat fruit, pruimen en naar het einde peer. Lange, kruidige, wat grassige afdronk met een voldoende portie rook. Zéér lekkere Port Ellen. 91/100

Imperial 19y 1990, Duncan Taylor

Imperial dankt zijn naam aan de bouw in 1897, het jaar dat Queen Victoria haar diamanten jubileum vierde. Op een enkele uitzondering na (denk aan de 15y), zijn alle Imperial whisky’s trouwens onafhankelijke bottelingen, de productie was immers bedoeld voor de blenders. Imperial kon je o.a. aantreffen in Ballantine’s, Old Smuggler en Teachers. Ik schrijf ‘kon’ want sedert 1998 sloot Allied Distillers de distilleerderij, waarschijnlijk definitief.

 
Imperial 19y 1990/2009, 53.9%, DT Rare Auld, cask 450, 156 bottles
Neus: tutti frutti. Sinaas, perzik, ananas en ongetwijfeld nog heel wat meer. Zoet ook, vooral vanille van het hout en een lekkere kruidigheid (nootmuskaat, kaneel). Smaak: erg gelijkaardig. Weerom veel fruit en kruiden. Citrus (bitterzoet à la roze pompelmoes en limoen), honing, appel-kaneel vla en hout. Mediumlange finish op… ja, fruit en kruiden. Aangename, vlot drinkende Imperial. 84/100

Twee oudjes vanop het Lindores Whisky Fest

Vanop het LWF bracht ik nog twee samples mee die ik zondag kraakte, alvorens de griep mij velde. Hopelijk ben ik vanaf morgen opnieuw in proef-vorm, want geraak stilaan zonder notes. Hieronder alvast mijn bevindingen van deze twee oldies.

 

Glen Grant 21y, 45.7%, OB, Director’s Reserve, 1970’s, tall neck, 75 cl
Over smaken valt niet te twisten, maar over de vormgeving van deze sledgehammer fles had men m.i. toch beter nog een nachtje geslapen. Op de doos staat vermeld dat dit ‘a rare example of Highland Craftsmanship from Glen Grant Distilleries, Rothes’ is. De neus is zacht, erg zacht zonder veel uitgesproken sensaties. Honing, rozenbottelthee, wat granen en een erg lichte waxyness. Wat roze pompelmoes ook, maar alles gedempt. Een tijdje in het glas laten, brengt niet veel extra naar voor. Ook de smaak is zacht, licht fruitig, wat granig en hier ook wat herbal te noemen. De afdronk is niet erg lang – dat liet zich raden – en in het verlengde van de smaak. Zeker geen slechte whisky, maar één die toch wat onder de verwachtingen bleef. Director’s Reserve!? Oude Glen Grant kan bangelijk goed zijn maar voor hetzelfde geld ook tegenvallen. Hier is het toch lichtjes dat laatste. 81/100

 

Glendronach 8y, 40%, OB bottled 1970’s, dumpy green, Italian Import
26 2/3 Fl. Oz. (fuid ounces) ofte 75 cl dus. Let op, dit is een andere versie dan de 45.4%. De neus van deze is alvast veel uitgesprokener dan deze van de Glen Grant, fruitig vooral. Allerlei citrusvruchten maar ook rijpe ananas (bijna overrijp, lichtjes zuur). Yoghurt (weer dat aangenaam zurige), heide, pollen, vers gemaaid gras, graan. Heel levendige neus. Op de smaak wat hout, wat ik op de neus niet had, hij start wat droog. Licht bitter ook. Maar daarna zet het fruit zich – wat schuw – door. Hier heb ik eerder bessen (braambessen, frambozen). Het grassige zit ook op de smaak en naar het einde meer en meer kruiden. Lange, eerder kruidige afdronk, met nog wat fruit dat om de hoek komt kijken. Lekkere oldie, maar de 45.4% vond ik nog beter. 86/100

Ledaig 15y 1972, MacNab revived by Full Proof

De Ledaig die ik vandaag proef, werd gedistilleerd in december 1972 en gebotteld in april 1988. Het label vermeldt verder dat deze whisky nieuw leven werd ingeblazen door Full Proof. Nader onderzoek wijst uit dat deze whisky inderdaad eerst een ander leven leidde als de Ledaig 15y van MacNab. Een resterend deel van de stock werd later door Full Proof herlabeld.

 
Ledaig 15y 1972/1988, 43%, MacNab, revived by Full Proof, 228 bts.
Lekkere, subtiele en complexe neus die rokerig en medicinaal start en dan overgaat in aangename zoete tonen. Honing, chocolade, mokka, praliné. Iets subtiels zurigs ook. Yoghurt? Sinaas. Lichtjes waxy. Aarde, planten, dat zeker ook. En lichte ‘boerderij’ associaties (farmy that is). De smaak is stevig, mondvullend en vooral lekker. Rokerig (turfrook), kruidig (nootmuskaat, zoethout, gember?) en ook fruitig (de sinaas opnieuw). Droger naar het einde. Hier eerder bittere chocolade, op de neus melkchocolade. Lange, zoet-rokerige afdronk met ook kruiden die mee om de aandacht dingen. Zalige whisky! 91/100