Spring naar inhoud

Archief voor

Miyagikyo 10y

Tijd voor een Miyagikyo, een whisky uit de Nikka stal. Miyagikyo werd in 1969 opgericht door de legendarische Masataka Taketsuru en ligt nabij de stad Sendai, de oorspronkelijke naam van de distilleerderij. Met een productie van 2 miljoen liter per jaar is ze groter dan het bekendere Yoichi van dezelfde groep. Het grootste deel van de productie gaat logischerwijze naar de blends en vatted malts van Nikka. De 10y is hun instapmalt.


Miyagikyo 10y, 45%, OB Nikka 2010
Frisse, prikkelende en florale neus met wat hout, peper en vanille erdoorheen. Boter ook en hoe lager hoe meer fruit, perzik en mango. Die perziken heb ik ook op de smaak net als peer, maar zoals in de neus heeft hij redelijk wat hout en vanille in de aanbieding. Best zoet al bij al, en fluweelzacht op de tong. Middellange, eerder droge afdronk. Kruiden en hout. De neus is het beste stukje van deze whisky. 82/100

Bunnahabhain 18y 1991, A.D. Rattray

Gelegen aan de noordoostkust van Islay biedt de distilleerderij een prachtig uitzicht over zowel de Sound of Islay, de smalle strook water tussen de eilanden Islay en Jura, als over de Paps of Jura, de twee majestueuze tie… euh bergen op Jura.

 
Bunnahabhain 18y 1991/2010, 53.7%, Dewar Rattray, first fill sherry #5448, 647 bottles
Zoete, stroperige neus. Kandijsiroop, perensiroop, smeuïge karamel, dat soort zaken. Toast, lichtjes verbrande toast. Geroorsterde en gesuikerde noten, honing, sigarenkistje, wood smoke, brandende kaarsen, kamperfoelie, een licht geparfumeerde toets, zoethout. Hij is zelfs wat stoffig, niet erg maar toch. Met water komt er sinaas en een beetje tropisch fruit door. De smaak is dik, je kan er bijna op kauwen, en zoet. Nougat, praliné, zoethout, gezoute nootjes, hout, kruiden. Gaat van zoet meer en meer naar droog. Hars. Ja, droogt nogal uit. Spijtig (hier toch). Met water komt er fruit bovendrijven en meer karamel. Middellange finish op donkere chocolade, zoethout en zilt. Lekkere Bunna. 84/100

Glen Scotia 33y 1977, A.D. Rattray

Het stadje Campbeltown op het gelijknamige schiereiland telde op een gegeven moment liefst 33 distilleerderijen, wat het tot de whiskyhoofdstad van Schotland maakte. De financiële crisis rond 1930, de drooglegging, overproductie, de opkomst van blends, twee wereldoorlogen, de instorting van het Britse rijk en de soms povere kwaliteit van sommige producenten, leidde tot de sluiting van al deze distilleerderijen op twee na, Springbank en Glen Scotia. Recent kwam daar met de heropstanding van Glengyle opnieuw een derde bij.

 
Glen Scotia 33y 1977/2010, 57%, Dewar Rattray, cask 985, 195 bottles
Sherry hogshead. Lekkere zoete sherryneus. Veel gedroogd fruit à la pruimen, dadels en abrikozen. Vooral die laatste. Wat nog? Tabak, noten, aarde, zachte rook, zilt, rijpe, overrijpe appelsienen, orangettes, leder, zoethout, hooi, heide… complex that is. Stevig en verwarmend op de tong met gelijkaardige associaties. Ik heb het gedroogde fruit terug, de noten (amandel en okkernoten), karamel, kruiden, tabak, koffie ook. Daarna zwarte bessen, zeezout en stroop. Kandijstroop. Lange, droge en bitterzoete afdronk, met wat ‘herbal’ tonen. Lekkere oude Glen Scotia waarbij de droge sherry mooi wordt gecounterd door het zoets. 88/100

Highland Park 25y 1981, Daily Dram

Highland park ligt zoals iedereen weet niet in de Highlands maar op Orkney. De naam van de distilleerderij komt van de hoger gelegen heuvels, High Park. Een 20% van de productie gaat naar single malts.

 

Highland Park 25y 1981/2007, 43%, Daily Dram, The Nectar
Aangename, grassige en frisse neus. Hooi, citrus, appels, een beetje rook en een beetje zilt. Zoete en fruitige smaak op honing, marespein, citrus, noten, gras en lichte turf. Geen geweldig lange afdronk met citrus en kruiden. Lekkere en me dunkt vrij typische HP. 84/100

Dewar Rattray bottelt de ideale zomerdram

Op het Cask Six Forum werd de vraag gesteld wat de ideale zomerdram is, een whisky die zich zelfs bij de hoge temperaturen van de voorbije weken vlot laat drinken. Wel, A.D. Rattray reikt het antwoord aan.

 
Clynelish 12y 1997/2009, 59.4%, Dewar Rattray, cask 4664, 310 bottles
Lichte, prikkelende en mineralige neus. Natte stenen, fris fruit (watermeloen, mandarijn), bloemen, richting licht geparfumeerd (rozenblaadjes), een niet geheel onverwachte waxyness, een aangename herbalness (ik heb daar geen Nederlandstalig woord voor, kruidigheid dekt de lading niet. Planten? Eucalyptus alvast. Citroengras). Dan ook wat zoets, vanille en banaan. Een ietsiepietsie zilt nog. Zeelucht eigenlijk eerder, zilt vermengd met jodium. Water toevoegen geeft honing, Canada Dry en kalk. Heel in de verte wat assen. Nice. Ook de smaak is verfrissend. Zacht en zoet met veel fruit en kruiden. Witte chocolade. Qua fruit is het vooral citrus (de schil van citroenen), banaan en abrikoos. Qua ‘kruidigheid’ houttoetsen en kruidnagel. Water brengt appel en peer naar voor. Vooral de peer springt er dan uit. Vrij lange, fruitige, kruidige en waxy afdronk, met ook hier een heel klein beetje zilt. Lekkere, frisse whisky. Frisky! 85/100

Tomatin 21y 1988, Dewar Rattray

Een andere nieuwe DR is een Tomatin op bourbonvat van 1988. Tomatin was lang de grootste distilleerderij van Schotland, met niet minder dan 23 actieve stills. Na een geleidelijke ontmanteling zijn er daar vandaag nog 12 van in werking.

 
Tomatin 21y 1988/2010, 55.2%, Dewar Rattray, cask 1088, 213 bottles
De neus begint heel zoet. Hij doet mij denken aan gestoofd fruit, allerlei confituren, zelfs Turkish delight. Gedroogde abrikozen ook wel, sultanas. Aarde en de geur van tabak heb ik nog. Daarna krijgt hij iets geroosterd en komt er een lichte kruidigheid door. Die kruiden en het geroosterd karakter mengen zich heel mooi met het zoets. En met mooi bedoel ik echt mooi. Met water groene bananen en gras. Op de tong toont hij zich vol, complex en olieachtig. Net als in de neus is hij zoet, met tonen van gedroogd fruit en infusiethee. Gesuikerde bloesems zou ik het noemen. Neen, ijs van bloemblaadjes. Ik heb dat twee weken geleden gegeten op restaurant – zalig lekker – en daar doet deze whisky mij wat aan denken. Net als aan Mocato d’Asti, een Italiaanse zoete witte wijn. Heerlijk bij een Keiems kaasje (Keiems Bloempje), maar nu dwaal ik af. Nootmuskaat en zoethout wat de kruiden betreft. Redelijk lange, fruitige afdronk op druiven, sinaas en kruiden. Een topper, het gemiddeld niveau van de nieuwe Dewar Rattray’s ligt echt wel hoog. 89/100

En nog een Longmorn

Ook de Longmorn gebotteld door de Van Compernolle Whisky Club ter gelegenheid van het eerste Wild West Whiskyfest proefde ik reeds eerder, nl. tijdens de eerste editie van het festival. Nu dus sample-gewijs een tweede maal. Dit was trouwens één van de twee festivalbottelingen, de andere is een Royal Brackla 1998.

 
Longmorn 32y 1976/2008, 54.7%, V.C.W.C., Wild West Whiskyfest 2009, cask 5895, 125 bottles
Deze 32-jarige Longmorn heeft een zeer aangename, kruidige en wat ‘aardse’ neus (grond, het wroeten in de aarde) en een krachtige, filmende smaak – op fruit en kruiden – die misschien wel wat complexiteit ontbeert, maar de sterke afdronk (zoet, vol) maakt veel goed. Mmm, dit is een korte note, dit moet beter kunnen Johan. Eens kijken wat we nog uit neus kunnen halen. Buiten snot. Vleessaus? Ja, vleessaus. Leder ook en een beetje tabak. Banaan, en iets waxy. Schoensmeer. In de smaak moet ik ook nog een beetje zilt vermelden. Het zijn echter de neus en de afdronk die deze whisky tot een winnaar maken. 89/100

Longmorn 37y 1972, The Whisky Agency

Dit is whisky die op korte tijd een stevige reputatie heeft opgebouwd. Ik proefde hem voor het eerst in Schotland dankzij Dominiek. Vandaag dus een tweede maal.

 
Longmorn 37y 1972/2010, 51.3%, The Perfect Dram IV (The Whisky Agency & Three Rivers Tokyo 2010), 231 bottles
Oh ja, die neus is goed! Geweldig lekkere sherry, geweldig lekker fruit. Rood fruit (bessen), appelsien en kruisbessen. De sherry uit zich verder in associaties van noten, rozijnen, gedroogde pruimen en gedroogde bloemen. Potpourri, maar dan niet van die goedkope lavendeltoestanden. Alsof dat nog niet genoeg is, is deze Longmorn op de neus zalig waxy en geurt hij naar oude lederen zetels. Complex dus met een schitterende balans tussen bitter, fruitig en zoet. De romige whisky vult de mond meteen, waar hij zich een even schitterende dram als op de neus toont. De rozijnen en de pruimen, het rood fruit en het leder zitten ook op de smaak. Perziken, verse witte pruimen (naast de gedroogde dus), peren en wat – maar nooit teveel – hout vervolledigen het plaatje. Lange afdronk op studentenhaver en hout. Wat een zalige whisky, een terechte hype. 93/100

Twee Highlanders van A.D. Rattray

De volgende samples die ik uit het rijtje nieuwe Dewar Rattray bottelingen plukte zijn twee Highlanders, een Balblair en een Aberfeldy.

 
Balblair 19y 1991/2010, 46%, Dewar Rattray, cask 1016, 335 bttls
De inhoud van bourbonvat 1016 kreeg nog een finishing mee op sherryvat, en het resultaat mag er wezen. Erg lekkere, fruitige neus. Zuur-zoet fruit à la kruisbessen en rode bessen met wat suiker erover. Appels. Pink Ladies (ik heb het dus over appels). Evolueert naar mineralige en florale tonen. Een tuin vol bloemen na een hevige zomerse regenbui. Ja, ook de aarde. Dan ook wat melkchocolade, praliné, koffie verkeerd… de sherry laat zich (een beetje) gelden. De smaak is romig, zoet en fruitig. Peren, krieken, melkchocolade, aardbeienconfituur. Daarna komen er kruiden bovendrijven. Kruidnagel, nootmuskaat, zoethout en gember. En hij is – gezien het alcoholpercentage – ook nog eens geweldig vlot drinkbaar. Middellange afdronk op sinaas, zoethout en een beetje hout. Een schot in de roos. 88/100
 
Aberfeldy 15y 1994/2009, 57.3%, Dewar Rattray, cask 4007, 290 bttls
Dit is een bourbonvat zonder finish. Ook de neus van deze is goed seg! Anders, maar even sterk. Veel noten. Hazelnoten vooral en ook wat amandelen. Fruit (rijpe ananas, rijpe appelsien), Eau de Cologne (maar niets storends, verre van), leder, oude meubelen. Je zou denken dat ook deze een sherryfinish heeft gehad. Stevige en mondvullende smaak op opgelegde peren, noten, marespein en behoorlijk wat kruiden. Een aangename zurigheid en lichte taninnes. Die taninnes verdwijnen in de lange, zoete en fruitige afdronk. De neus kan het niveau van de Balblair aan, op de tong doet hij (een beetje) onder. 86/100

Caperdonich 1968, Duncan Taylor for The Nectar

Oude Caperdonich kan verdorie lekker zijn. De laatste jaren komen veel Caperdonichs van rond 1970 op de markt, vooral van 1968 en 1972 blijkt er serieus wat voorraad te zijn.

 
Caperdonich 38y 1968/2007, 54.2%, DT for The Nectar, c2609, 130 bttls
Caperdonich van eind jaren zestig, begin jaren zeventig dat is fruit, fruit en nog ’s fruit. Het fruit dat ik hier heb is vooral gestoofd fruit. Het geur van het maken van confituur. Daarnaast ook banaan en ananas. Yep, het fruit verschuift een beetje van gestoofd naar tropisch. Door al het fruit heen heb ik ook wat vernis, hout, amdandelspijs en munt. Erg lekker en mooi gebalanceerd. Op de smaak toont hij zich nog erg stevig na 38 jaar op vat gelegen te hebben. Kruidiger dan op de neus evenwel, en minder fruit. Vrij zoet ook. Honing vooral. Lange, zachte afdronk op fruit en bloesems. Iets minder dan enkele 1972’ers die ik al proefde, maar toch weer smullen geblazen. 88/100

Heaven Hill

Vandaag steken we de plas over en belanden we in Kentucky, meer bepaald in de distilleerderij van Heaven Hill. Elijah Craig en Fighting Cock zijn hun bekendste bourbon merken. Ik proef er van elk één.


Elijah Craig 12y, 47%, OB Heaven Hill 2010
Zoete neus op de typische bourbon granigheid en vanille, vergezeld van butterscotch, hout, fruit en een beetje zilt. Aangenaam. Stevig in de mond op granen, hout, veel vanille, kruiden, gedroogd gras, abrikozen en bosbessen. Middellange finish op zoethout en vanille, met een klein beetje rook. Niet geweldig complex, wel lekker. 81/100
 
Fighting Cock 6y 103 proof, 51.5%, OB Heaven Hill 2010
Zoete, granige neus met karamel, vanille, veel kruiden (kaneel is het dominanste, maar ook nootmuskaat), een klein beetje leder, hout en citrus. Wat scherp. Ook de smaak is zoet (ik heb zowel vanille als karamel), met kruiden die mee om de aandacht dingen. Woudvruchten ook. Echt lekker vind ik dit evenwel niet. Middellange, droge en kruidige afdronk. Matige whisky. De Elijah Craig is niet veel duurder maar wel een pak lekkerder. 73/100

Mad Glance

Een beetje puzzelwerk leert dat dit een Glencadam moet zijn. De Glencadam distilleerderij werd opgericht in 1825 en is vandaag de dag in handen van Angus Dundee Distillers. Zo goed als de volledige productie gaat naar de Ballantine’s blends. Single malts van deze distilleerder zijn dan ook zeldzaam.

 

Glencadam ‘Mad Glance’ 12y 1995/2008, 46%, Daily Dram, The Nectar, 348 bottles
Prikkelende, frisse en fruitige neus. Appel, perzik, vijgen en pruimen heb ik. Naast het fruit wat vanille, noten en hooi. Aangenaam. De granen en het fruit zitten ook op de smaak, met zoete tonen van karamel, gevolgd door kruiden. Bitterzoet. Vrij droog naar het einde en in de afdronk. Geen slechte whisky. 80/100

Arran 1996, Dewar Rattray

De volgende Rattray is een Arran 1996, gerijpt op puncheon sherryvat. Een ‘puncheon’ is een vat met een inhoud van ongeveer 500 liter.

 
Arran 12y 1996/2008, 55.7%, Dewar Rattray, cask 96/723, 656 bottles
Prikkelende, alcoholische neus met tonen van versgemaaid gras, broccoli (mmm, nog niet veel gebruikt), zwarte bessen, een beetje tabak, nootmuskaat, amandel, nougat, vanille… wordt hoe langer hoe zoeter. Kaarsvet, nieuw leder, mineralen. Met water crème brûlée en boter. Niet slecht maar ook niet wauw. Stevig en olieachtig mondgevoel met bittere en zoete smaken. Kruiden, noten en hars aan de éne kant, fruit en zachte karamel aan de andere. Het fruit is de gestoofde, zoete variant. Appelcompot (-spijs, -moes), kweepeergelei, en wat perensap. Wat de kruiden betreft denk ik aan kaneel, paprika, zoethout. Het bittere neigt toch wat te overheersen op de duur. Middellange, maltige en ‘notige’ afdronk met een beetje (riet)suiker. 81/100

Highland Park 1998, Dewar Rattray

Na de verrassende Mortlach en de net iets minder verrassende Tullibardine, proef ik vandaag nog een nieuwe van Dewar Rattray, een Highland Park 1998 op bourbonvat, dit jaar op 11-jarige leeftijd gebotteld. Morgen een Arran.
Highland Park mout een deel van de gebruikte gerst zelf en droogt het met turf uit de buurt, welke het dan vermengt met ongeturfde malt van het vasteland.

 
Highland Park 11y 1998/2010, 46%, Dewar Rattray, cask 5789, 317 bts
Ola, deze neus is lekker! Veel zoet fruit vermengd met zachte, zoete turf. I love that. Het fruit is echt om van te smullen. Ik heb sinaasappelconfituur, ananas, peer, citroenschil… Redelijk wat mineralen ook, natte stenen en kalk, met daarnaast nog wat vanille, honing, gras en bloesems. En turf dus, meer turf dan ik verwachtte bij een Highland Park. Elegant en perfect gebalanceerd die neus. De smaak is vol en prikkelend met ook hier veel fruit, net als de vanille en de zoete turf. En de grassige toets. Een tikkeltje hars, wat citroen en gember maken het plaatje af. Redelijk lange afdronk op fruit, iets meer hout dan op de smaak, kruiden en diezelfde aangename turf. Prijs/kwaliteit een topper. 87/100

Allt-A-Bhainne

Allt-A-Bhainne is een distilleerderij die hier nog niet aan bod is gekomen. De reden is simpel, de productie van deze distilleerderij gaat zo goed als volledig naar de blenders, het aanbod aan single malt is dus zeer beperkt. Allt-A-Bhainne is daarenboven ook een jonge distilleerderij, opgericht in 1975, in 1989 verder uitgebreid door Chivas.

 
Allt-A-Bhainne 1992/2007, 43%, Scott’s Selection ‘Private Cellar’
Cleane, granige neus. Muesli, havermoutpap, brood, mash. Aardappelpuree. Licht stoffig met notes van champignons en aarde. Gedroogd gras. Wat munt. Niet echt boeiend te noemen. Olieachtig mondgevoel op tonen van karamel en granen. Maltig. Geroosterd brood, toast. Een beetje fruit (peer, pruim) en ook hier een grassige ondertoon. Eerder korte, matige afdronk. Foutloze maar saaie whisky. Ideaal voor blends, inderdaad. 74/100

Een nieuwe lading Dewar Rattray’s

Na een tijdelijke afwezigheid gooit Dewar Rattray zich opnieuw op de Belgische markt. Deze herlancering vertaalt zich in 12 nieuwe bottelingen onder het Cask Collection label, bottelingen die vanaf heden in België te verkrijgen zijn. Ook lanceren ze twee nieuwe versies van de Stronachie, een 12y en een 18y. In de loop van de komende weken zal je hier af en toe besprekingen van dit alles zien verschijnen. Ik begin met twee 1990’ers, een Mortlach en een Tullibardine.

 
Mortlach 19y 1990/2010, 58.6%, Dewar Rattray Cask Collection, cask 5950 (part), 218 bottles
Mortlach is de oudste distilleerderij op Dufftown, opgericht in 1823. Dit is een sherryvat, maar op het eerste zicht (vervang zicht door reuk en smaak) merk je daar niet veel van. Frisse neus die het bij de start vooral moet hebben van granen, citrus (schil van citroenen), honing en gedroogd gras. Wat droog. Daarna komen er abrikozen, sinaas, okkernoten en (melk)chocolade bovendrijven, zaken de je toch eerder met sherry associeert. Een lekkere ‘herbal’ kruidigheid steekt ook de kop op. Nog iets? Ja, appelschillen. Het geheel doet me trouwens wat aan cider denken. Boeiende neus, mooie evolutie. Water toevoegen vergroot de fruitigheid, peren onder andere. De smaak is stevig en toch zijdezacht met fruitig en kruidig als kernwoorden. Hooi, malt, pompelmoes, zoethout, licht bitter. Hier is het het water dat de sherry naar boven haalt. Het zoethout wordt prominenter en er komt zachte karamel, koffie en praliné door. De finish is niet geweldig lang maar mooi gebalanceerd op citrus, melkchocolade en gebak. Lekkere whisky, absoluut. 86/100
 
Tullibardine 18y 1990/2009, 59.1%, Dewar Rattray Cask Collection, cask 6105, 300 bottles
Deze whisky heeft zowat dezelfde kleur als de Mortlach, maar hier klopt het plaatje, dit is een bourbonvat. De neus start zoet op fudge, dadels en kandijsiroop. Dan krijgen we warme appelmoes en kaneel. Appelstrudel… oh ja, duidelijk appelstrudel. Een beetje peer ook, en een lichte houttoets. Best lekker, maar de neus van de Mortlach kon me meer boeien. Meer vanille met wat water. In de mond is hij olieachtig en zoet. En vreemd genoeg ook wat stoffig. Wat hebben we hier allemaal? Paraffine, gras, lichte hints van karton, wat niet echt een pluspunt is. Er komen meer en meer kruiden door: kaneel, nootmuskaat, zwarte peper en zoethout. Deze whisky wordt me toch wat te bitter op de duur. Misschien dat water helpt. Mmm, een beetje. Fruit en yoghurt krijg ik nu. De afdronk is vrij lang en verwarmend maar ook hier wat te bitter om echt lekker te zijn. De neus is aangenaam, op de smaak verliest hij het pleit. 78/100

Highland Park 16y

De Highland Park 16y, met z’n lichtblauw label, werd gebotteld voor de Duty Free markt in 1 literflessen.

 

Highland Park 16y, 40%, OB 2010, 1L
Zachte en lichte neus op rozijnen, pruimen, kersen, honing, lichte turf, vanille, noten, gedroogde bloemen en een beetje hout. Maar alles erg subtiel en licht, weinig power. Hetzelfde kan gezegd worden van de smaak. Licht, floraal, wat sinaas, wat gedroogd fruit, zachte rook, een beetje vanille, een hintje kruiden, maar ook hier erg gedempt. Wordt vrij bitter na enige tijd. Hout, okkernoten, wat zilt. Korte, bittere finish met honing die voor wat tegengewicht zorgt. Een beetje een tegenvaller. 76/100

Twee niet-Schotse Britten

In Groot-Brittanië wordt er buiten Schotland ook in de andere twee ‘landen’ whisky geproduceerd. Vandaag proef ik m’n eerste St. George, een Engelse whisky én m’n eerste Penderyn, een Welshe.

 

St. George 3y ‘Chapter 6’, 46%, OB The English Whisky Co, casks 001-011, feb. 2007 – feb. 2010
Chapter 6 is een niet-geturfde St. George en de eerste echte – drie jaar oude dus – whisky. De neus maakt snel duidelijk dat dit een erg jong product is, veel ‘new spirit’ met associaties van granen, alcohol, bubblegum, ananas en peren. Rijpe pruimen ook, hooi en wat munt. Op de tong veel sappig wit fruit (meloen, appels, peren) en mierzoete tonen (harde fruitsnoepjes, bubblegum), wat hout, vanille en ontbijtgranen. Peper naar het eind. Korte, alcoholische en fruitige finish met de peper die effe blijft hangen. Nog redelijk ‘new make’ maar slecht is dit niet. Een goedje met potentieel. 67/100

 

Penderyn Limited Edition 5y, 46%, OB 2007, Madeira finish
Penderyn is een product van de Gwalia distilleerderij, gelegen te Penderyn in het Brecon Beacons National Park. Op 14 september 2000 werd er voor het eerst sinds lang weer whisky gedistilleerd. Deze whisky is na rijping op bourbonvaten gefinished op Madeiravat. Dat laatste merk je wel, je krijgt in de neus zoete wijn associaties. Of is het misschien omdat ik daar op lette? Sinaas, rozijnen, pruimencompot, vanille, bloesems, honing, wat hout (lichte bitterheid), granen, dat zal het zo wat zijn. Granig en licht zoet op de smaak. Ook hier sinaas en snoepgoed. Appelsap. Het jonge karakter speelt meer op dan in de geur. Wordt wat bitter naar einde (hout en kruiden). Afdronk in het verlengde hiervan, bitterzoet. 70/100

De nieuwe Bowmore 12y

Terug met de beide voeten op de grond. En de nieuwe Bowmore 12y in de hand.

 

Bowmore 12y, 40%, OB 2010
Lichte neus op turf (maar in beperkte mate), zilt, een blik sardines (geopend weliswaar), sinaas, banaan en meloen, nat hout, honing, fudge… aangenaam. De smaak is wat dunnetjes (40%) en licht olieachtig. Je treft er de zachte turf en zilt van de neus aan. Daarnaast heb ik vanille, sinaas, eik, melkchocolade. Subtiel kruidigheid. Smooth. Lichte, middellange, licht bittere afdronk op kruiden en rook. Wordt zoeter naar het einde. Niet slecht en een stevige verbetering t.o.v. van vroegere batchen me dunkt. 83/100

Littlemill 1990, Malts of Scotland ‘Clubs’ for Fulldram

Bon, het moest er eens van komen. Vandaag proef ik – en dat is dus niet de eerste keer – een whisky die ik met de grootste moeite zo objectief mogelijk ga trachten te bespreken. Whisky bespreken en objectiviteit zijn sowieso twee zaken die moeilijk verenigbaar zijn – je kan enkel trachten zoveel mogelijk ‘objectiviteit’, consistentie en transparantie te leggen in deze per definitie zeer individuele en subjectieve aangelegenheid. Maar bij deze whisky wordt het dus extra moeilijk. De Littlemill 1990 ‘Club 02’ van Malts of Scotland is immers onze botteling. Met ‘onze’ bedoel ik deze van Fulldram, onze whiskyclub die dit vat bottelde ter gelegenheid van z’n vijfjarig bestaan. Hij werd gekozen als beste uit een selectie van vaten van Malts of Scotland. De keuze was bovendien makkelijker dan initieel gedacht, dit vat schreeuwde “kies mij!”.
Enige tijd geleden besprak ik reeds een andere Littlemill 1990 van deze bottelaar, vat 915, een whisky die ik – om het eufemistisch uit te drukken – al best te pruimen vond. Net zoals vat 915 is ook dit vat (#736) een bourbonvat. Gedistilleerd op 8 januari 1990 en gebotteld op 5 mei 2010, exact vijf jaar na de oprichting van Fulldram.

 
Littlemill 20y 1990/2010, 53.9%, Malts of Scotland ‘Clubs’ for Fulldram, cask 736, 183 bottles
De neus start wat schuw op zoete en grassige tonen. Een beetje walsen, wat lucht happen doet wonderen. Dat laatste mag vrij letterlijk genomen worden, hoe de neus openbloeit en evolueert… prachtig. Het zoete wordt meer dan gewoon zoet, smullen. Vanille, marsepein. Er komt fruit door, veel fruit. Ik noteer citroen, pompelmoes, abrikoos, evoluerend naar ananas en kiwi. Appelsienenconfituur. Amandelen ook (oké, de marsepein), net als radijs en wat gember. Een beetje waxy tonen (boenwas, kaarsvet) en een toef wood smoke zorgen voor de finishing touch. Rook van het hout dus, net zoals ik dat in vat 915 had. Het geheel doet me wat denken aan een Condrieu, één van mijn favoriete witte wijnen. Proeven nu.
Pats, boem, paukenslag! In de mond heeft hij absoluut geen tijd nodig om aromatisch-gewijs te exploderen. Amai, dit is lekkere whisky! Succulent romig, zoet en fruitig. Honing, gesuikerde lindethee, pompelmoes, citroenschil, een beetje hars, een beetje hout… een zalige bitterheid. Hij evolueert richting kruiden. Nootmuskaat, kaneel, gember. Een licht mineralige toets ook. Dit drink zo vlot, je hebt absoluut geen idee dat dit nog altijd een drankje op 54% alcohol is. Water? Laat ons de naam van deze blog eer aan doen, water is het laatste waar ik bij deze whisky aan denk. Dat beetje wood smoke, ook op de smaak, mag ik niet vergeten. De afdronk dan nog, die is lang, zoet en fruitig. Ik weet dat dit vrij banaal klinkt, maar laat het duidelijk zijn dat ik hier eigenlijk ‘zalig zoet’ en ‘super fruitig’ bedoel. Vooral citrus domineert hier. Ook de kruiden van de smaak steken in de afdronk nog even de kop op. Wel, deze is beter dan vat 915. Oh ja, hij is beter. De neus is even groots, maar zowel op de smaak als op de afdronk gaat hij er over. Vlotjes. Ben ik toch niet wat vooringenomen? Misschien. In ieder geval, ik weet wat ik geproefd heb. En nog vaak ga proeven. Emotionele score: 95/100. Rationele score: 92/100
 

Woordje van de uitgever: ik heb mezelf bij het proeven regelmatig afgevraagd of ik deze whisky ondanks alles toch niet wat gekleurd weergeef, zowel qua beschrijving als qua score. Het is tenslotte een beetje ons kindje, een eerstgeborene dan nog wel. Wel, ik kan je verzekeren dat ik echt ongelooflijk m’n best heb gedaan zo neutraal mogelijk te zijn, het is gewoon een superwhisky. Hand op het hart. En, als je toch nog ergens een fles kan vastkrijgen (voor alle duidelijkheid, de mijne staan niet te koop), proef ‘m vooral zelf, je zal het je niet beklagen.