Spring naar inhoud

Archief voor

Tomatin 15y, maal twee

Vandaag twee vijftienjarige Tomatins, de meest recente die ik twee weken geleden proefde en een oude, gebotteld midden jaren tachtig door Sestante, die ik vandaag proef. Twee extremen eigenlijk.

 
Tomatin 15y, 43%, OB 2009
De neus start zoet, mierzoet. Turkish delight, honing en zoethout. Ananas ook, gras en veel granen. Havermout, boekweit, dat soort granigheid. Tot dusver geen vuiltje aan de lucht, maar dan komt het. De neus krijgt na enige tijd een wel erg vieze twist. Nat karton? Mmm, eerder iets zurigs. Zweet. Ja, zweet, dat is het. En niet je eigen zweet, maar dat van een ander. Yekkie inderdaad. Op de smaak is hij bitter en niet geweldig lekker. Wat ik er kan uithalen is veel graan, wat nootmuskaat, vanille en sinaas, maar ik moet er moeite voor doen. De afdronk is middellang en droog met bittere tonen. 84 op Whiskyfun? Mmm, toch heel wat minder op Onversneden. 69/100
 
Tomatin 15y, 59.2%, Sestante, bottled +/- 1985, 75 cl
Woow, dit is in geen jaren te vergelijken met de vorige… wat een schitterende Tomatin! Zacht, zoet en vooral zeer fruitig. Tropical! Wat nog allemaal? Laat me het kort houden en hier gewoon van genieten. Honing, crême brûlée, zoethout en een perfecte hoeveelheid hout, mooi er doorheen verweven. Daar moeten jullie het maar mee doen. 91/100

Glen Grant 25y, George Strachan

George Strachan Ltd. is een Britse kruidenier en groothandel opgericht in 1926. Het heeft in het verleden al enkele whisky’s gebotteld, zowel single malts als blends.
Deze 25-jarige Glen Grant kocht ik tijdens ons bezoek aan de Mara kelder. De aanduiding ‘26 2/3 fl. Oz’ op het label slaat op de inhoud, fl. oz. is de afkorting voor de fluid ounces. 1 fluid ounce is een goeie 28 ml, wat rekenwerk brengt ons dus tot 750 ml. Deze inhoudsmaat werd gebruikt tot begin jaren tachtig, waaruit we afleiden dat deze whisky ten laatste eind jaren vijftig werd gedistilleerd. Het label vermeldt ook 86° proof, wat dan weer neerkomt op 49% alcohol.
De fles ging in Limburg meteen open maar niemand was er toen echt wild van. Het zou echter niet de eerste keer zijn dat een oude whisky z’n geheimen pas onthult na enkele weken geopend te zijn. Dit vocht zat immers ook 25 à 30 jaar onder de stop. Vandaag is het tijd voor een herkansing.

 

Glen Grant 25y 86° proof, bottled by George Strachan Ltd. early 1980’s, imported by Sestante, 26 2/3 fl. oz.
Aangename delicate sherryneus met een klein beetje old bottle effect. Mijn oma die in een vorig leven het zilverwerk poetste. Daardoorheen geroosterde noten, praliné, rozijnen, honing, rum en appels. Boter ook, gedroogde abrikozen en nog heel wat meer. Munt. Peterselie. Alles wel heel erg subtiel. Gedroogde bloemen? Ik denk het. Complex en toch wel erg lekker hoor. Een hint van turf? Mmm, niet duidelijk. Een bepaalde waxyness, dat zeker wel. Djéé, deze neus heeft tijd nodig. En geduld. Op de tong dezelfde subtiliteiten waar ik er veel aan sherry link. Walnoten (of zeggen we okkernoten?), wat hout, zilt, zoethout, een toefje tabak, vrij veel tannines (druivenpitten o.a.), hars, menthol en kruiden. Nootmuskaat, kaneel, peper… Een dipje in het midden evenwel. De smaak is zeker niet zo goed als de neus, de tannines gooien wat roet in het eten. De afdronk zit daar ergens tussenin. Die is niet echt lang te noemen maar wel lekker en moet het hebben van noten, honing en munt.
Conclusie? Hij valt me zeker beter mee dan toen bij het openen, op de neus is hij zelfs groots te noemen. Toch heb ik het gevoel dat hij nog meer te bieden heeft – of had – maar dat ik er wel erg veel moeite voor moet doen het te ontdekken. Alles is heel subtiel en zacht, soms komen er zaken door die zich dan weer verstoppen. Misschien dat hij zich bij een volgende proefbeurt wel volledig vrijgeeft. Geen makkelijke whisky in ieder geval. 87/100

Bunnahabhain 18y

De nieuwe 18-jarige Bunnahabhain is een whisky die bij mij moest groeien. Een eerste maal proeven was “bwa, slecht is dit niet”, een tweede maal “mmm, toch wel een lekkere whisky” en een derde maal “ja, dit is echt wel goed verdorie”.

 

Bunnahabhain 18y ‘XVIII’, 43%, OB 2009
Neus: asperges! Peterselie. Vers geknipte peterselie. Asperges met versnipperde peterselie dus. Vorig weekend nog gegeten maar zelden in een whisky tegengekomen. Daarna geroosterde granen, gedroogde bloemen en banaan. Vooral bij de herkansingen komen de zeer lekkere sherrytonen naar voor (zal wel aan mij gelegen hebben). Karamel, kruiden, bosvruchten… complex. Genieten! Mondvullende zachte smaak op… jawel, peterselie. Maar ook nog heel wat meer. Ik denk aan granen, pompelmoes, een beetje hars, kruiden, honing en meer en meer fruit, gedroogd fruit vooral. Lange afdronk met zoet (honing) en kruidig (nootmuskaat en kaneel) als dominante smaken. Op basis van de neus zou ik ‘m 89 gescoord hebben, maar de smaak kan dit hoge niveau niet (helemaal) aanhouden. Blijft echter een dijk van een whisky, een conclusie waar ik dus pas na herproeven toe ben gekomen, moet ik toegeven. 87/100

Nog een Clynelish 1982? Why not!

De Clynelish 1982 van The Perfect Dram die vorig jaar gebotteld werd, is een split cask met de Synch Elli van de Daily Dram. Deze laatste werd op 46% gebotteld en vond ik super, de Perfect Dram zou dus eigenlijk evengoed moeten zijn.

 
Clynelish 27y 1982/2009, 53.9%, The Perfect Dram II, TWA, 240 bottles
Ooh, wat een lekkere neus! Zachte, zoete toetsen vermengd met zalig fruit en een stevige waxy touch. Bijenwas, schoensmeer, honing, meloen, abrikoos. Licht mineralig. Ook in de smaak veel waxy toestanden, I love it! Kan een klein beetje water gebruiken, wat meer fruit en ook kruiden naar boven brengt. Lange, zoete en fruitige finish met de heerlijke waxyness die ook hier komt bovendrijven. Clynelish op z’n best en weer een geweldige botteling van The Whisky Agency. 92/100
 

Vergeleken met de beide Malts of Scotland heb ik toch een lichte, zeer lichte voorkeur voor dit vat. Zowel voor deze op vatstertte als deze op 46% van The Nectar.

Drie SMWS bottelingen

Vandaag drie whisky’s van de Scotch Malt Whisky Society op een drafje, drie Islay’s. Een Bunnahabhain, een Caol Ila en een Laphroaig. Bedankt voor de samples Danny.

 
Bunnahabhain 11y 1997/2009, 57.3%, SMWS 10.67 ‘Dreams are made of this’, 283 bottles
Lekkere Bunnahabhain. Zachte, zoete en licht granige neus met wat sherrytonen. Turf? Ja, maar heel licht. Balsamico. Stevige smaak. Zoet, fruit (sinaas). Subtiele rook, ook hier. Vrij lange afdronk. 85/100
 
Caol Ila 19y 1989/2009, 56.1%, SMWS 53.128 ‘Isle-la-la’, 279 bottles
Rook en zilt in de neus. Gerookte heilbot! Ook heel wat zee associaties in de smaak, naast de turf. Beetje fruit ook. Peer? Mooie afdronk. 83/100
 
Laphroaig 19y 1990/2009, 51.5%, SMWS 29.75 ‘Light shining from a croft window’, 295 bottles
Neus: zoet (karamel), turf, kruiden. Smaak: rook, barbeque, kampvuur, zoet ook. Lekker maar minder complex dan ik gewoon ben bij Laphroaig. Middellange afdronk. 84/100

Weezer en ouwe Glendronach

Dit weekend de titelloze debuutplaat van Weezer (Blue Album) uit 1994 nog eens gespeeld. Dat is die plaat met de hits Buddy Holly (Woo-ee-oo, I look just like Buddy Holly) en The Sweater Song. Maar ook met Only in Dreams, misschien iets minder bekend maar een nummer dat bangelijk dicht de perfectie benadert. Alleen al die baslijn! En dan van minuut 5 tot het einde, een instrumentaal stuk dat tergend langzaam opbouwt en dan openspat… kippenvel! Voor mij één van de beste nummers ooit op plaat gezet, maar oordeel vooral zelf.
Maar welke whisky zet ik na dit auditief orgasme? Mmm, ik denk dat ik een kandidaat gevonden heb, een oude Glendronach gebotteld begin jaren tachtig, that’ll do the trick.

 
Glendronach 12y, 43%, OB for Previ Brescia, sherry, early 1980’s
Neus: banzai! ’t Is te zeggen: superieure sherry. Associaties van gedroogde pruimen, sultanas, oude rum, tabak, balsamico (vrij veel), drop, dille, laurier, tijm, een heel kruidenboeket feitelijk, tamari (sojasaus), ‘meaty’ notes… gho, wat is die neus zalig. Kan hier een ganse avond van genieten. Toch maar proeven. Banzai bis! Ondanks z’n relatief laag alcoholpercentage krachtig en mondvullend. Hij neemt in de mond de kruiden, de balsamico en het meaty karakter van de neus over aangevuld met espresso, zoethout, zilt, okkernoten en geconfijt fruit. Het geheel is behoorlijk droog, maar er bijlange niet over. Geen al te lange maar wel erg lekkere finish op noten en zoute drop. Top-sherry. 92/100

Glenfarclas 105

De Glenfarclas 105 is één van de eerste standaardbottelingen op vatsterkte en ondertussen een klassieker. Nu ja vatsterkte, het is een vatting op 60%.

 
Glenfarclas 105, 60%, OB 2010
Aangenaam geurende sherry. Sojasaus, rode bessen, dadels, vijgen, karamel, hert (nadat het gedood werd weliswaar), espresso. Met wat water doet hij me denken aan kruidige rode wijn. De onversneden (moet dat woord wat vaker gebruiken) smaak is… euh ja, stevig. Alhoewel best drinkbaar hoor. Aangename sherry met kandijsuiker, allerlei gedroogd fruit, sinaasschil, een bitterheid die mooi onder controle blijft. Met water meer fruit en ook zoethout en kruidnagel. Verwarmende droge en kruidige afdronk. Het alcoholpercentage kan afschrikken, maar daar is absoluut geen reden voor. 85/100

Twee 16-jarige Benriachs head to head

De Benriach 1993 voor Pin’Art heb ik onlangs op een Fulldram-event geproefd en goed bevonden. Nu blijkt dat ik daar een sample van heb staan, de ideale gelegenheid dus om hem eens in al rust te proeven. En laat ik er meteen de officiële 16y naast zetten.

 
Benriach 16y, 43%, OB 2010
De neus is fris en fruitig, de smaak droog en fruitig (maar wordt hoe langer hoe kruidiger). Qua geuren denk ik aan honing, pompelmoes, onrijpe banaan, kruisbessen, sultanas (veel fruit zoals ik al aanhaalde), bloemen en… papier. Warm papier, net uit de copier gerold. Qua smaken noteer ik deze van vanille, banaan, kamillethee, redelijk wat hout, kruiden en hars. Het geheel droogt een beetje uit, het hout en de kruiden beginnen het fruit wat te verdrijven. Droge, middellange finish. Deze whisky begon mooi maar op de smaak wordt ie met de tijd een ietsje te droog. Al bij al toch een lekkere whisky. 82/100
 
Benriach 16y 1993, 55.6%, OB for Pin’Art, 2009, cask 2587, 295 bttls
Deze Benriach is gefinished op Sauternevat. Aangename zoete neus op karamel (fudge eerder), stroopwafels, rozijnen, perzikken en pruimentaart. Een lichte kruidigheid erdoorheen. Mooie balans. Ook op de smaak zijn de zoete en fruitige tonen mooi verweven met de kruiden. Deze 1993 is een vatsterkte, wat het geheel natuurlijk ook wat meer ‘oomph’ geeft. Op de afdronk nemen de kruiden het heft in handen. Knappe Benriach en beter dan standaardbotteling. 86/100

Benromach

Benromach, vandaag eigendom van Gordon & MacPhail, werd in 1898 tijdens de ‘whisky boom’ opgericht door Duncan MacCallum, toenmalig eigenaar van de Glen Nevis distilleerderij op Campbeltown en wijnhandelaar F.W. Brickmann. In 1900 werd de productie opgestart om in 1907 weer stilgelegd te worden. De reden hiervoor was dat Brickmann aan de rand van het faillissement kwam te staan. MacCallum besloot dan maar de zaak alleen draaiende te houden en de productie werd weer opgestart onder de naam Forres en dit tot 1910. Pas na de Eerste Wereldoorlog werd er opnieuw gedistilleerd en werd de naam Benromach weer gebruikt.

Eigenlijk kan de geschiedenis van Benromach best samengevat worden als een continu stilleggen en heropstarten van de productie want in 1931 was het weer zover, dit keer onder de eigendom van Joseph Hobbs (eigenaar van Ben Nevis in die dagen) en Hattim Attari. De Associated Scottish Distilleries Ltd., onderdeel van Train & McIntyre Ltd., namen de distilleerderij over in 1938. ASD ging in 1953 deeluitmaken van DCL, het latere Diageo. En wie Diageo zegt, zegt massale sluiting in 1983. Ook Benromach ontsnapte niet aan de sluitingsronde. De gebouwen werden bijna volledig ontmanteld, enkel de wash backs bleven staan.

In 1992 tenslotte kocht Gordon & MacPhail de zo goed als lege gebouwen en de rest van de stock op. De vermarkting van deze stock financierde de heropbouw, resulterend in de nieuwe opening op 15 oktober 1998, exact een eeuw na de oprichting. Een eerste whisky volledig van de hand van Gordon & MacPhail werd in 2004 onder de naam ‘Benromach Traditional’ op de markt gebracht. Benromach heeft één wash still en één spirit still waarmee ze jaarlijks ongeveer een half miljoen liter alcohol stoken. Hun molen, die gebruikt wordt om de gemoute gerst te malen tot grist, dateert van 1913 en is daarmee één van de oudste nog in werking.
Vandaag kennen we meerdere Benromach-varianten, zowel geturfde als niet-geturfde en zelfs een organische… Onderstaande 10-jarige standaardbotteling is de eerste officiële Benromach die ik proef. Shame on me.

 

Benromach 10y, 43%, OB 2009
De neus ervan is alvast erg lekker en spreidt zoet fruit tentoon, acaciahoning, gras en woodsmoke op de achtergrond. Na enige tijd gerookt vlees, spek. Vanille, zoethout en zachte, zoete turf. Mooie complexiteit! Hetzelfde kan gezegd worden over de bitterzoete smaak. Deze geeft appelsien, gember, zoethout, koffie, leder, een beetje zilt en ook hier de lekkere, lichte turf. Kapt erg vlot binnen. Vrij lange, bitterzoete afdronk op rietsuiker, fruit en turf. Wat een verrassing! Erg complex voor een tienjarige whisky, en alles heel mooi gebalanceerd. En dat voor amper 35 euro. Kopen die handel! 86/100
 

Connemara ‘Peated Single Malt’ NAS

Van deze whisky proefde ik eerder al een oudere batch, welke me niet echt kon bekoren. Eens zien of we drie jaar later enthousiaster zijn.

 
Connemara ‘peated single malt’ NAS, 40%, OB 2009
De neus geeft bij een eerste maal ruiken niet veel bloot. Maar geef ‘m wat tijd en hij bloeit open. Sinaas, peer en kruiden zijn de eerste zaken die naar boven komen, gevolgd door turf en Riesling. De turf komt meer en meer opzetten. Karton ook, toch een minpuntje. Mmm, wacht ‘s, dat karton wordt prominenter. Uitlaatgassen komen erbij, stof… oei, deze neus neemt een vreemde en behoorlijk onaangename wending. Op de tong is hij romig, boterig met veel sinaas (rijpe sinaas), turf en wat kruiden. Maar ook hier die vieze twist met het stof en het karton. Spijtig, erg spijtig. De finish is niet al te lang en vooral kruidig. De score viel terug van vooraan in de tachtig tot ver eronder. Wil je hier van genieten, dan mag je ‘m niet te veel tijd geven want voor je het weet heeft hij je bij de b… 71/100

Master of Malt

Master of Malt uit het graafschap Kent is één van de grootste online whiskyhandelaars. Bij z’n oprichting in 1985 kon men enkel bestellen per post, pas in 1990 werd een winkel geopend, om tien jaar later weer te sluiten. De online verkoop vanaf 1998 was immers zo succesvol dat men besloot zich enkel en alleen nog daar op te richten. Master of Malt is ook actief als bottlelaar en bottelt zowel blends, vatted malts, single malts als single casks. Vandaag proef ik een vatted malt, de Islay 12y.

 

Islay 12y ‘Distilled at Islay secret distilleries’, 40%, Master of Malt, 2009
Op de neus is de sinaas het eerste dat opvalt. Rijpe sinaas, op het randje van overrijp. Deze sinaas vermengt zich mooi met turf, vanille, banaan, kaneel en zoethout. Erg lekker die neus. De smaak is zacht en zoet. Ik heb appels, citrus, turf, amandelen en ook hier kaneel. Relatief lange afdronk (zeker gezien het alcoholpercentage) met lichte turf en wat zilt. Knappe vatting! 85/100

North Port

North Port (ook gekend onder de naam Brechin, North Port Brechin of in z’n beginjaren onder Townhead) is een distilleerderij die in 1820 gebouwd werd door David, John & Alexander Guthrie in het plaatsje Brechin, aan de oostkust van Schotland. Na af en toe tijdelijk de productie stil te hebben gelegd, o.a. tijdens de twee wereldoorlogen, sloot Diageo in 1983 definitief de deuren van North Port. Vandaag staat er een supermarkt op het terrein waar ooit deze distilleerderij actief was.

 
North Port 26y 1981/2007, 52.9%, DT Rarest of the Rare, cask 775
Deze whisky is redelijke ‘waxy’. Op de neus heb ik boenwas, kaarsvet, lampolie, dat soort zaken. Geen Clynelish waxyness echter. Geen honing, geen bloemen. Veel gras, dat wel. Hooi (gedroogd gras dus eerder). Wat hars en zoethout ook. Niet echt boeiend eigenlijk. Ook de smaak is dit niet. Die is vettig, olieachtig en geeft associaties van hars, citrus, venkel en het gras weer. Eerder lange, droge en zilte afdronk. Bwa, dit is verre van slechte whisky hoor, maar nogal aan de saaie kant. 75/100

Twee Arrans

Vandaag zet ik twee Arrans naast elkaar, de vorige batch van de officiële 12y en de Farina’s Lore van Daily Dram.

 
Arran 12y, 46%, OB 2008
Zachte sherrytonen in de neus. Karamel, koffie, tabak. Chocolade. Noten. Praliné. Wit fruit ook, peer vooral. Best lekker. Smaak: vanille, appels en hout zijn zowat de dominantste associaties. Droge afdronk met karamel en noten. Geslaagde (en betere) opvolger van de 10 jarige. 80/100
 
Arran ‘Farina’s Lore’ 10y 1998/2009, 59.1%, Daily Dram, The Nectar
Jonge en zachte sherry op de neus met kirsch-associaties. Kersen, maar ook ander rood fruit zoals aardbeien. Een beetje rubber en kruiden vervolledigen het plaatje. Stevige smaak, fruitig (rood fruit, ook hier), kruidig en licht bitter, zonder echt onaangenaam te zijn. Sterke thee. Een beetje water toevoegen geeft meer fruit en gedroogd gras. Middellange, droge en kruidige afdronk. Gember. Vlot drinkbare Arran. 81/100

Aberlour 18y

De achtienjarige Aberlour die ik vandaag bespreek, heeft mij serieus verrast. Voor een 60 euro is dit een zéér koopwaardige whisky. Je krijgt er niet alleen erg lekkere whisky voor, maar daarenboven zit die in een mooie dumpy fles, vind ik zo.

Aberlour ligt in het hart van Speyside en z’n geschiedenis gaat terug tot 1826, en misschien zelfs nog verder. 1879 is de eigenlijke (officiële) start van de distilleerderij. Enkel een explosie in het molenhuis (die de distilleerderij volledig verwoeste) en de twee wereldoorlogen deden de productie tijdelijk stilleggen. Na een verhuis en enkele overnames is Aberlour sedert 1974 eigendom van de Pernod-Ricard groep, die de distilleerderij volledig afbrak en een nieuwe opbouwde. Ongeveer een derde van de geproduceerd spirit rijpt op sherryvaten, de rest op bourbon. De helft gaat naar hun single malts, de andere helft naar de Clan Campbell blend.

 
Aberlour 18y, 43%, OB 2009
Lekkere, zachte en zoete sherryneus met honing, cake, boenwas, gedroogde abrikozen, peren, zoethout, lichte rook en iets bloemigs. Yoghurt? Alles erg subtiel maar heel lekker en complex. Ook de smaak is dit. Licht maar boeiend. Ik heb associaties van vijgen, rozijnen, rum, munt en zoethout. En de abrikozen opnieuw. Licht drogend, aangenaam drogend. Middellange bitterzoete afdronk met honing en hout die mekaar perfect in evenwicht houden. Een ontdekking! 87/100

Tamdhu 25y

Blijkbaar is dit nog maar mijn tweede Tamdhu. Tamdhu werd in 1897 opgericht en twee jaar later verkocht aan Highland Distillers & Co Ltd. Na twintig jaar stilgelegen te hebben, werd de productie terug opgestart in 1948. Het was evenwel pas in 1976 dat Tamdhu als single malt werd gelanceerd, tot voordien ging de productie volledig naar de blenders. Ook na 1976 was het grootste gedeelte van de whisky bestemd voor blends, met op kop Famous Grouse (maar ook in J&B en in Cutty Sark tref je Tamdhu aan).
Een trieste noot om mee te eindigen: de Edrington Group, sedert 1999 eigenaar van Highland Distillers & Co, besloot vorige maand Tamdhu definitief te sluiten.

 
Tamdhu 25y, 43%, OB 2006
De neus van deze Tamdhu is fris met veel bloesems, appel, ananas, kaneel en tabak. De smaak valt me wat tegen, heeft iets van bier (spijtig genoeg pils). Ja, een bitterheid die ik eerder met bier associeer. Hout, karamel, nootmuskaat en peper. De afdronk is ziltig maar niet erg lang. 77/100

Een oude Springbank

Springbank 12y, 43%, OB bottled early 1980’s for Italy, ceramic jug
Bijzondere fles. Nu ja fles, het is een zwarte stenen kruik, met wit opschrift. Eens zien of de inhoud even bijzonder is. Bij een eerste ‘nosing’ is de neus vrij droog en scherp. Hout, hars, vernis, thinner, gras, dat soort zaken. Inderdaad bijzonder dus, alhoewel niet in geheel positieve zin. Maar als je ‘m wat tijd geeft, wordt ie toegankelijker. Je krijgt dan iets zoets en iets rokerigs. Gerookte vis. De smaak zit wel meteen goed. Zoet en kruidig met een lichte bitterheid. Het grassige en hooi duikt ook in de smaak op. En in de kruidige finish. Ondanks het feit dat de eerste indruk me wat afschrikte, evolueert deze whisky tot een erg mooie dram. Je moet er enkel wat tijd voor maken. 87/100
 
En ook:
 
Springbank 13y 1996/2009, 57%, SMWS 27.74 ‘Stripped down’, 193 bttls
Ziltige neus. Jodium, zeewier, typische zee-elementen. Gerookt vlees. Beetje zoet. Ook veel zilt in de smaak, naast lichte rook. Kruiden naar het eind die overgaan in de afdronk. Aangenaam maar niet bijzonder complex. 80/100

Octomore

Laat ons vandaag eens een blik turf opentrekken. Octomore was bij lancering in 2008 met z’n 131 p.p.m. (deeltjes fenolen per miljoen) de zwaarst geturfde whisky op de markt. Ondertussen zijn er nieuwe batchen uitgebracht met een nog hoger turfgehalte. Pas op, het gaat hier telkens om het p.p.m.-gehalte van de malt, niet dat van de spirit. Vandaag proef ik de eerste release, de ‘01.1’ (bedankt voor de sample Ruben). Knap flesdesign trouwens.

 
Octomore 5y ‘Edition 01.1’, 63.5%, OB 2008, Bruichladdich, 6000 bottles
De neus geeft om te beginnen en zoals te verwachten turf en vooral veel rook. Smeulend haardvuur, barbecue, asbak. Daarna krijg ik hints van petrolium, asfalt, zout en zeewier. Wat alcoholisch ook, maar dat is met z’n 63.5% niet abnormaal. Laat er ons wat water aan toevoegen. Mmm, de rokerigheid blijft, maar wordt olieachtiger. Gerookte vis, citrus en hooi heb ik nu ook. Zou hij onverdund te drinken zijn? Wel ja, de turf brandt op de tong maar laat toch al wat ruimte voor zilt en fruit. Gerookte heilbot en citroen zijn de zaken waar ik aan denk. Oh ja, duidelijke citroen. Kastanjes en okkernoten ook. Maar wat een turfbom seg! Daar drink je er niet meer dan één van op een avond (laat staan namiddag). Wat doet het water met de smaak? Het maakt het geheel vooral drinkbaarder. Ook nu blijft de rook en de turf domineren (eerder rook dan turf nu) maar er is toch wat plaats voor tabak (euh ja), noten, drop, meer zilt, zouthout en peper. De finish is erg lang op turf, teer en zilt. Wel, deze Octomore is complexer dan ik dacht en lekkerder dan ik vreesde. Benieuwd wat dit na 5 of 10 jaar extra rijping geeft. 86/100

Undercover no. 4, The Nectar

De vierde Undercover van Daily Dram is een Speysider ‘in disguise’. Glenfarclas? Balvenie? Wie zal het zeggen.

 
’Undercover no. 4’ 19y 1990/2009, 48%, The Nectar, Daily Dram
De neus is smeuïg met veel fruit, bloemen, vanille en honing. Een beetje hars en een mineralige toets. Qua fruit denk ik aan perzik, abrikoos en allerlei confituren. De smaak is krachtig en een beetje vettig. Olie-achtig. Gedroogd fruit, sinaas, honing, eucalyptus en kruiden. Peper, gember… Vrij lange finish op perzik en kruiden. Mmm, zou wel eens een Balvenie kunnen zijn. Vlot en plezant drinkende whisky in ieder geval. 85/100

Black Bull 40y ‘Deluxe Blend’

Deze blend is niet zomaar een blend. Ten eerste is de jongste whisky die er in zit minstens 40 jaar oud, hij bevat ook niet veel anders dan single malt whisky. Benieuwd wat dat geeft.

 
Black Bull 40y ‘Deluxe Blend’, 40.2%, Duncan Taylor 2009
Wauw, op de neus geeft dat vuurwerk! Romige honing, bijenwas, zacht hout en fruit, veel fruit. Banaan, ananas, peer, perzik, meloen. Een lichte kruidigheid ook. Zacht, subtiel, complex… prachtig! Op de tong idem dito. Zacht, boterig, dik met het hout en de kruiden die je van oude whisky verwacht, vermengd met lekker fruit. Kruiden: zoethout, nootmuskaat, kruidnagel, peper. Fruit: banaan, perzik, sinaas. Lange, complexe afdronk in het verlengde van de smaak. Dit is een whisky die zowel oud als fris overkomt. Niet jong, niet duf. Knap! Neen, ze hebben daar bij Duncan Taylor geen rommel gebruikt voor deze blend, hier zitten oude pareltjes tussen. De beste blend van het moment? Het zou wel eens kunnen. 91/100

Een sublieme (very) oldie

Ik heb al geruime tijd een sample staan van een heel oude Caol Ila, een antiek juweeltje dat ik eerder al eens proefde en waarvan ik dus per se een staaltje van moest hebben.

 
Caol Ila 12y, 43%, OB Bulloch Lade & Co, ‘Pure Malt’ white label, bottled +/- 1957 for Italy, Anidro 32.25
Aangezien Caol Ila z’n productie van 1942 tot 1945 om evidente redenen stillegde, zit hier waarschijnlijk whisky bij gedistilleerd rond het jaar 1940. Dit is een whisky waar ik behoorlijk sprakeloos van was en opnieuw ben. Het mooiste fruit en de mooiste turf in een perfect samenspel. Licht medicinaal. Dit is whisky zoals ie nooit ergens meer gemaakt wordt. Sorry voor de summiere beschrijving, maar heb geen zin om te ‘werken’, hier wil ik enkel van genieten. 94/100