Spring naar inhoud

Posts tagged ‘13yo’

Brodir

Als ik Brodir schrijf, weet iedereen genoeg neem ik aan, ik hoef daar geen ‘Laphroaig’ voor te zetten. De Brodir heeft op korte tijd een stevige status gekregen, omdat hij – naar het schijnt – zo geweldig is en vooral omdat hij enkel verkrijgbaar was via Viking Line (ferrymaatschappij die opereert op de Baltische zee). Je betaalde op hun boten net geen 100 euro voor een fles, nu makkelijk het dubbele op veilingen. Er zijn echter genoeg Scandinaviërs die zo altruïstisch zijn hun Brodir(s) te koop aan te bieden, je vindt makkelijk een flesje.

 

Laphroaig 13 YO 'Brodir', 50.5%, OB 2012 for Viking LineLaphroaig 13y ‘Brodir’, 50.5%, OB 2012 for Viking Line, 2000 bottles
Het goede nieuws is dat de neus het soort turf tentoonspreidt dat ik bijzonder kan appreciëren. Geen assige turf, geen scherpe turf, wel zoete, romige turf. Ik heb veel vanille en honing. En florale elementen zoals gedroogde bloemen en hooi. Ook de zee laat zich gelden, in de vorm van zilt en gerookte vis. En nog iets wat toch altijd een plus is, de geur is behoorlijk fruitig. De schil van groene appels (licht, maar mooi zurig), mandarijn, perziken op siroop, ananas uit blik… man, dit is heerlijk. En complex. Het mondgevoel is romig en dik. Het fruit wil van geen wijken weten (meer citrus nu, maar ook ananas, perzik, banaan, mandarijn…), de turf is rond en heeft niets scherps. Het florale blijft aanwezig, net als het zilte. Kruiden komen er bij, kruiden zoals peper en kaneel. Vanille en kandijsuiker zorgen voor het zoete karakter. De whisky vlijt zich neer op de tong, het geheel is erg elegant en delicaat. Atypisch eigenlijk. Ik vind het geweldig. Lange, complexe afdronk. Het fruit, de kruiden en de turf hand in hand. Jonge Laphroaig, ik ben niet altijd fan, maar dit is super. Maar dan ook écht super. 92/100

Cooley 13y 1999, The Whisky Mercenary

Cooley 1999, het kan me bekoren, erg bekoren. Wel ja. Ook Jürgen draagt gezwind z’n steentje tot de reputatie bij.

 

Cooley 13 YO 1999/2013, 51.4%, The Whisky MercenaryCooley 13y 1999/2013, 51.4%, The Whisky Mercenary
Ronde, zoete en fruitige neus, met onderliggend mineralen en een lichte rokerigheid. Laat ons met het fruit beginnen. Ik ruik perziken, lychees, meloenen en rijpe kruisbessen. Suikerspin, vanille, butterscotch en mokka-ijswat het zoete betreft. Gekonfijte gember. De mineralen? Wel, daar zorgen nat gras en gepoetst zilverwerk voor. Zachte turfrook. Bijenwas en kaarsvet. Waxy, that is. Bingo, opnieuw. Maar laat ons niet vergeten te proeven. Erg zacht en romig. Zijdezacht. Het fruit (mandarijn, appels, ananas) behoudt de bovenhand, de zoete elementen spelen mee, de kruiden (peper, kaneel, zoethout, gember) treden iets meer op de voorgrond. De turfrook blijft discreet aanwezig. De was doet ook nog mee. Zilt als extraatje. Lange afdronk, zoet, fruitig en licht rokerig. Wat minder turfrook dan in zusterbottelingen, wat zachter ook. Maar opnieuw volledig mijn ding. Mocht je de Thosop gemist hebben, krijg je nu een herkansing. 90/100

Glen Garioch 13y Fino, Samaroli

Ik sluit het rijtje af met een whisky die mij simpelweg van de sokken blaast. Eén van de Glen Gariochs die Samaroli gebotteld heeft. Niet de meest gekende über-cult 8y 1971, maar een 13y (ook al zo jong) die rijpte op een finovat en in de tweede helft van de jaren tachtig op flessen werd getrokken. Aanschouw!

 

Glen Garioch 13 YO, 57%, Samaroli, 1988, Fino sherryGlen Garioch 13y, 57%, Samaroli, +/- 1988, Fino sherry, 75cl
Eén van de mooiste turfneuzen die ik ooit al gehad heb. Krachtig, intens, expressief, complex, vol, rond, en nog een pak andere adjectieven. De turf is zoet en medicinaal (jodium, mercurochroom) en wordt vergezeld van zilt, gedroogde bloemen, noten, de heerlijke lapsang souchong thee en hoe langer hoe meer fruit. Sinaas, citroen en meloen vallen op. En niet te vergeten van een sublieme ‘farmy’ toets. De boerderij met al z’n stallen, nat hooi, mest (dat geweldige zoetzure) en de obligate natte hond. En dan proeven. Jawel, één van de mooiste turfsmaken die ik ooit al gehad heb. Krachtig, intens, expressief, complex, vol, rond, en nog een pak andere adjectieven. Erg dik, stroperig mondgevoel. Grootse turf, zalig farmy, licht kruidig (zoethout, munt, drop), smeuïg waxy (schoensmeer, kaarsvet), mooi zoet en fruitig (citroen en limoen). De okkernoten van de fino ontbreken niet, ik heb ook pollen, en ook een subtiele mineraliteit valt te ontwaren. Wat een ongelooflijk heerlijk goedje! En dan die afdronk… man, man. Dat doet verdorie niet veel onder voor de 8y 1971 van Samaroli. Wat zeg ik, dat kan er naast gaan staan. Denk ik toch, zou ze effectief eens naast elkaar moeten (kunnen) zetten. 96/100

Caol Ila 1999, Asta Morris

Ook voor Asta Morris van Bert Bruyneel start het nieuwe whiskyseizoen, en wel met een Caol Ila 1999, dertien jaar gerijpt op een refill sherryvat. Naar het schijnt komt er binnenkort nog iets anders uit de Asta Morris stal aan. Benieuwd. Maar dus eerst de Caol Ila, deze kost kost je 65 euro.

 

Caol Ila 13y 1999/2012, 50%, G&M Exlusive for Asta Morris, refill sherry hogshead #305341, 350 bottles
Prikkelende neus, behoorlijk medicinaal. Ik moet denken aan ether en mercurochroom (wat velen als ‘rood’ uit hun kinderjaren zullen herinneren). De turf is niet al te scherp (perfect alcoholpercentage wat dat betreft), ik heb weinig assen, en dat is absoluut een pluspunt. Wat ook een plus is, is het fruit (weer het perfecte alcoholpercentage): rijpe sinaas, even rijpe ananas en kokos. Zilt is deze neus ook. En wat hebben we nog? Kandijsuiker bijvoorbeeld, en een klein beetje teer. Misschien ook wat kruiden, maar niet veel. Op de smaak iets meer van dat (kaneel, nootmuskaat). En ook de turf is iets prominenter aanwezig. Het zilt komt terug, net als de sinaas. Ook wat citroen nu. En de kandijsuiker, wat het geheel best zoet maakt. Een lichte mineraliteit doemt op. En dan dient ook olijfolie nog vermeld te worden, wat me naadloos bij het olieachtig mondgevoel brengt. Lange, ietwat droge afdronk op zoete turf, peper en zilt. Je merkt dat Bert z’n best gedaan heeft deze whisky op het juiste percentage te versnijden, zodat de turf nog voldoende aanwezig is, maar niet té dominant, te scherp is. En dat het fruit net genoeg naar voor wordt gebracht. Mooi gedaan. 87/100

Mortlach 13y 1997, Silver Seal

Mortlach is de oudste Dufftown distilleerderij en is reeds geruime tijd in handen van de groep die we nu onder de naam Diageo kennen. In 1964 werd een nieuwe distilleerderij gebouwd, waarbij de oude stills werden herbruikt.
Vandaag een 1997 van Silver Seal, nog te koop aan een 90 euro.

 

Mortlach 13y 1997/2010, 46%, Silver Seal, 353 bottles
Geen erg uitgesproken neus, het is in het begin wat zoeken. Hij is wel fris, de eerste zaken die naar voor komen, zijn munt en gedroogd gras. Daarna rabarber (hoe langer hoe duidelijker), boterbloemen en vanille. Niet slecht die neus, maar gun ‘m wat tijd. Vlot drinkbaar en een beetje prikkelend op de tong, opnieuw vanille en rabarber. En dat grassige karakter. Boerderijboter. Gezouten. De afdronk is vrij lang en combineert ook hier het zoete met dat licht scherpe van de rabarber. Misschien wat simpel, maar absoluut niks mis mee. 84/100

Laphroaig 13y 1998, Archives

In de tweede reeks bottelingen van Archives zat ook nog een Laphroaigh 1998. Hieronder mijn bevindingen.

 

Laphroaig 13y 1998/2011, 54.2%, Archives, Bourbon Hogshead #700228, 80 bottles
Typische jonge Laphroaigneus. Cleane turfrook en citroenen, hier vermengd met medicinale toetsen, vanille en zilt. Gerookte heilbot. Varens. Peterselie (enorm). Ja, dat is het helemaal, heilbot besprenkeld met citroen en peterselie erbovenop. Ook wat teer en houtskool. De smaak is minder stevig dan verwacht, zonder dat dit een slappe toestand is, verre van. Assige citroenen. Voor mij te veel assen. Opnieuw dat medicinale en het zilt. Nog maar weinig zoete aroma’s te bespeuren, buiten wat vanille. Lange afdronk op assen, peper en zout. Voor de liefhebbers van het profiel, assen en citroen dus. Ik geraak hier snel op uitgekeken. 84/100

Laphroaig 13y 1998, Kintra Single Cask Collection

Laphroaig heeft niet het prefix ‘Royal’ voor z’n naam staan, maar zoals geweten, is Prins Charles een grote fan van de distilleerderij, welke hij in het verleden al eens bezocht. Het is dus misschien een kwestie van tijd voordat we kunnen spreken van de Royal Laphroaig 1998. De 1998 die ik vandaag proef, is een botteling van Kintra en is te koop voor 70 euro.

 

Laphroaig 13y 1998/2011, 53.4%, Kintra Single Cask Collection, refill sherry butt #700047, 96 bottles
Volle, rijke Laffieneus waarbij enerzijds zee-elemeten zoals zilt en zeewier en anderzijds zachte zoete turf opvallen. Daaronder priemt de geur van een koeienstal en nat hooi (farmy as they say) en gestoofd fruit (warme confituur van alllerlei rode vruchten). Verder denk ik aan leder en heb ik ook lichte medicinale toetsen. Mooi! Stevig en prikkelend mondgevoel op de zoete turf en het zilt van de neus, aangevuld met de schil van appelsien, aarde en kruiden (zoethout, gember en nootmuskaat). Lange afdronk op turfrook, zilt en sinaas. Het is misschien weeral een jonge Laphroaig, maar dit is voor mij toch één van de betere, knap gebalanceerde whisky met de sherry die voor extra diepte zorgt maar nooit overheerst. Knappe vatselectie van de mensen van Kintra. 89/100

Glenrothes 13y 1998, G&M Reserve for Maltclan

Maltclan is een whiskyclub uit Halle en net zoals andere clubs werden ook zij geconfronteerd met de onweerstaandbare drang om een eigen whisky de bottelen. Bij hen viel de keuze op een Glenrothes 1998 van Gordon & MacPhail. Te koop aan 55 euro, maar ik heb begrepen dat de Maltclanners bijna door hun voorraad heen zijn.

 

Glenrothes 13y 1998/2012, 56.4%, Gordon & MacPhail Reserve for Maltclan, bourbon cask #11383, 231 bottles
Mmm, lekkere en levendige neus, waarbij geel het trefwoord lijkt te zijn. De eerste associaties die in me opkomen, hebben immers een gele kleur: geel fruit (gele appels, gele pruimen, abrikozen), vanille en gele bloemen (paardenbloemen, boterbloemen enzo). Honing ook, hooi en amandelen. Dat laatste neigt naar marsepein. Onderliggend een klein beetje eik en zelfs wat rook van het hout. Nog iets? Wel ja, een zoete granigheid. En wacht eens, is dat leder? Niet normaal voor een whisky op deze leeftijd, maar inderdaad wat leder in de verte. Erg complex, zeker voor z’n leeftijd. Een neus waar ik enorm van kan genieten. Ook in de mond is hij levendig, prikkelend zelfs. Dansend op je tong. Hetzelfde gele fruit en dezelfde florale aroma’s, maar hier met meer eik en een stevige portie kruiden (de alcohol doet z’n werk): gember (enorm) en zoethout vallen het meest op. Kandijsuiker en honing zorgen ervoor dat de balans niet te veel naar het droge trekt. Water? Eh, vergeten. Nooit behoefte aan gehad. Niet zo complex als de neus en misschien iets minder expressief, maar nog steeds zeer aangenaam. Ook in de afdronk trouwens, die is best lang, en het zijn vooral kruiden en honing die hier de dienst uitmaken. Volgens mij hebben ze de heren van Maltclan in het zak gezet, ze dachten een dertienjarige whisky te kopen maar hebben een twintigjarige gekregen. In ieder geval, een uitzonderlijk vatje. Knappe selectie! 88/100

Bowmore 1998, Asta Morris

De jongste botteling van Bert Bruyneel is een Bowmore 1998 onder z’n eigen Asta Morris label. Ik proefde er een tijd geleden al een cask sample van en was meteen verkocht. Ondertussen heeft de whisky nog wat verder gerijpt en is ie ook versneden tot ideale drinksterkte. Opnieuw proeven dus.

 

Bowmore 13y 1998/2011, 49.7%, Asta Morris, cask AM003, 211 bts.
Mineralige, prikkelende turf, dat was het eerste wat me in de cask sample opviel. Nu is hij ronder, minder scherp. Op de neus heb ik nog steeds de mineralen (natte stenen, zomerse regenbui, je kent het wel) en de turf, maar wat mij nu vooral opvalt, is zwarte woudham en lapsang souchong thee, twee associaties die een smile op m’n gezicht brengen. Lapsang souchong thee wordt gedroogd op een vuur van naaldhout, en dat is wat ik in deze neus terugvind, de rook die vrijkomt bij het verbranden van naaldhout. De zwarte woudham wijst dan weer op zilt en zoete rook (en vlees natuurlijk). Wat heb ik nog? Honing, kruisbessen, bijenwas en bostoestanden. Met dat laatste bedoel ik mos, varens enzo. En ja, het is een naaldbos. Rond, romig mondgevoel met opnieuw het gerookte vlees en dito thee. Barbeque, hammetje aan het spit… gemarineerd. Met honing. Kruidig dus, zilt en zoet. Naast de honing noteer ik ook vanille. Qua kruiden heb ik tijm, citroenmelisse, gember, en nog heel wat meer. Amandelen schrijf ik nog op, net als wat citrus en lichte eik. Wreed lekkere whisky, en zo drinkbaar! Lange afdronk op zoete en zilte turfrook. Prijs/kwaliteit een absolute topper. En een whisky die recht op mijn smaakprofiel zit, alsof ie voor mij gemaakt is. 91/100

Glengoyne 13y 1997 ‘English Merchants’ Choice’

Een tweede sample van Master of malt is de Glengoyne 13y 1997 ‘English Merchats’ Choice’. Het principe achter de Merchants’ Choice is dat Glengoyne een aantal bekende handelaren vroeg een vat uit hun opslagplaatsen te selecteren. De keuze viel op een 1997, gerijpt op Europese eik, die in september 2010 gebotteld werd. Hij is te koop bij zes handelaren waarvan Master of malt, Milroys en Royal Mile Whiskies bij ons het bekendst zijn. Ik denk niet dat dit concept dit jaar (reeds) herhaald is.

 

Glengoyne 13y 1997 ‘English Merchants’ Choice’, 54.6%, OB 2010, sherry cask, 291 bottles
Stevige maar mooi gebalanceerde sherryneus op tonen van zoet fruit à la rozijnen, pruimen en perensiroop, kandijsuiker, bittere chocolade, sappge eik, balsamico en kruiden. In deze laatste categorie vallen vooral nootmuskaat en gember op. Een beetje tabak noteer ik nog, alsook wat leder. Complex, u leest het, en zoals gezegd met alle elementen in balans. Knap. Stevig, drogend mondgevoel. Voor dat droge gevoel zorgen eik, okkernoten, koude zwarte koffie, kruiden (de gember vooral) en zwarte thee, maar er is toch ook redelijk wat zoets te vinden, wat er voor zorgt dat het geheel niet té bitter wordt. Kandij, donkere chocolade en de gedroogde pruimen opnieuw. Bitterzoete, verwarmende afdronk. Zeker op de neus is het genieten, op de smaak is deze whisky voor mij een ietsje te droog om nog hoger te scoren. 85/100

Ardbeg 1998 for Feis Ile 2011

Tijd voor een hype. De Ardbeg 1998 voor het Feis Ile festival dit jaar was in een mum van tijd uitverkocht en wordt nu voor zotte prijzen op veilingen verhandeld. Het is een vatting van twee vaten Ardbeg 1998, beide gerijpt op Pedro Ximenez sherry butts, resulterend in botteling van 1200 flessen.

 

Ardbeg 13y 1998, 55.1%, OB for Feis Ile 2011, Pedro Ximenez sherry casks, 1200 bottles
Lekkere, ronde en zoete neus op gekonfijt fruit, orangettes, peren- en appelsiroop, gedroogde vijgen en chocolade. Dat alles doorweven met turf en zilte aroma’s. Tabak ook, en koffie. Erg lekker om ruiken. Smeuïg, stroperig mondgevoel, de whisky plakt zich echt tegen je gehemelte en tong. Stroop, allerlei bessen (braambessen, rode en zwarte bessen), rozijnen, gedroogde pruimen, dan wat zilt en daarna de rook die langzaamaan opzet. Een beetje rubber. Eik. Toch wel wat bitter, maar de balans bitter-zoet zit een stuk beter met wat water toe te voegen. Lange, licht drogende afdronk op de sherrytonen van de smaak en turf. Dikke, stropige Ardbeg die een beetje water kan gebruiken. Best een uniek profiel. 88/100

Nog twee Glen Mhors

Ik had hier nog twee staaltjes staan van oude Glen Mhors. Weliswaar niet zo oud als de Charles MacKinlay van zaterdag, maar toch. Beide werden door Gordon & MacPhail gebotteld. Ik proefde ze gisteren naast elkaar.

 

Glen Mhor 13y 1974, 58.4%, G&M for Sestante, White label with green and gold letters, 75cl
De neus is clean, fris (zelfs na meer dan twintig jaar op fles), mineralig en grassig. Natte stenen, vers gemaaid gras, natte aarde. Leder ook en een klein beetje citrus. Water toevoegen accentueert het grassige nog meer, en voegt noten en groene thee toe. Eigenlijk helemaal niet slecht deze neus. Op de tong is deze whisky zonder water weinig toegankelijk, alcoholisch en scherp. Maar met water is hij erg genietbaar. Dan krijg je fruit, meer dan op de neus, noten en vooral veel kruiden. Peper, gember, en hoe langer hoe meer tuinkruiden. Dille, rozemarijn, tijm… Heel lichte rook ook. De afdronk is lang, zeer lang zelfs, licht drogend en vooral erg kruidig. Bijzondere whisky, en zeker met water ook best lekker. 86/100
 
 

Glen Mhor 15y, 40%, Gordon & MacPhail +/- 1985, 75cl
Erg donker van kleur, dat wordt een sherrymonstertje. En inderdaad, veel eik op de neus, maar met genoeg zoete toetsen erdoorheen. Zelfs wat tropisch fruit, heel licht weliswaar. Ook wat hars en granen. En redelijk wat kruiden. Peterselie, kervel, dille. In de verte wat tabak. De smaak is voor z’n alcoholpercentage best krachtig en eerder droog. Toch ook wat zoet (karamel, maar ook wat vanille), fruitig (banaan) en kruidig. Verwarmende afdronk, stevig en droog. Niet echt complex en misschien wat te droog op de tong, maar voor de rest niets mis mee. 83/100

Laphroaig 1998, A.D. Rattray

Laphroaig 1998? Hebben we dat al niet eens gehad? Ik ga hier niet verder uitweiden over de achterliggende mechanismen bij het bijna simultaan releasen van vaten van een bepaalde jaargang van eenzelfde distilleerderij. Op het excellente WhiskyNotes haalde Ruben dit gegeven onlangs al eens aan. Lees zeker ook de commentaren op z’n post. Wat deze botteling echter wel interessant maakt, is dat dit een sherryvat is. Niet de eerste 1998 op sherry, maar de sherryvaten zijn duidelijk wel in de minderheid. Het is een split cak, maar geen idee bij wie het andere deel van deze butt zit.

 

Laphroaig 13y 1998/2011, 63.9%, A.D. Rattray, sherry butt #800017 (part), 277 bottles
Hola, als turf en sherry mooi in elkaar verweven raken, is het bingo. En ik heb zo de indruk dat dit hier wel degelijk het geval is. Ondanks het astronomische alcoholpercentage zalig om ruiken. Mooie, ronde turf, medicinale toetsen, teer, alcohol (yeah right), heel wat aardse tonen ook (klei, aarde, wortels), veel kandijsuiker, rijpe sinaas, zoethout, chocolade, marsepein… heerlijk zoet, inderdaad. Met een beetje water krijg ik er lichte farmy tonen, leder en zilt bij. Njummie! Onverdund is ie op de smaak nogal… euh, krachtig. En heet. Maar niet ondrinkbaar, best romig en vol. Scherpe turf, bittere chocolade, eik, wat noten en kruiden. Maar ik kan me voorstellen dat water heel wat meer naar boven zal halen en hem vooral toegankelijker maken. Inderdaad, en wel in de vorm van citrusfruit (sinaas), maar ook zilt, zoethout (zoute drop that is), teer en stevige rook. Het geheel blijft aangenaam droog, maar de sherry wordt wat meer naar de achtergrond verdrongen. Nog wat extra water toevoegen maakt de aardetonen van de neus nu ook detecteerbaar op de smaak. Lange, wat drogende afdronk op cleane turf, zilt en sinaas, een typische en vooral geslaagde combinatie. Oké, er komt veel jonge Laphroaig op de markt, maar dit is toch één van de beste die ik al kon proeven. Maar zie wel dat je water bij de hand hebt. 88/100

Tobermory 13y 1994, Cadenhead

Tobermory werd opgericht in 1823 als Ledaig door John Sinclair, op de plaats waar hij in 1798 een brouwerij bouwde. In de loop der tijden werd de naam gewijzigd in Tobermory. Na een lange sluiting opende het in 1972 echter opnieuw de deuren onder naam Ledaig. Pas sinds 1990 werd dan weer de naam Tobermory aangenomen. Ledaig is heden ten dag de naam voor de geturfde Tobermory.

 

Tobermory 13y 1994, 59.6%, Cadenhead +/- 2007, sherry cask
De neus start weinig aromatisch, enkel wat alcoholisch, wat gezien het alcoholpercentage niet geheel abnormaal is. Ik heb wel wat vers gemaaid gras, daarna compost, kaarsvet, granen, puree en zoethout. Chocolade en kokos ook. Clean meer weinig bekoorlijk. Door water toe te voegen wordt hij mineraliger, zoeter ook en krijgt hij een lichte farmy toets. Ja, water is hier echt wel een toegevoegde waarde. De smaak is meteen een pak prikkelender, de alcohol doet z’n werk met zoete en granige tonen, en een beetje (citrus) fruit ertussendoor. Een beetje. Kokos? Ja, ook wat kokos. Licht zilt. Met water chocolade en de kokos die meer op de voorgrond treedt. Redelijk lange, stevige afdronk op sterke thee. Matige Tobermory die wel wat water nodig heeft. 78/100

Een oude Springbank

Springbank 12y, 43%, OB bottled early 1980’s for Italy, ceramic jug
Bijzondere fles. Nu ja fles, het is een zwarte stenen kruik, met wit opschrift. Eens zien of de inhoud even bijzonder is. Bij een eerste ‘nosing’ is de neus vrij droog en scherp. Hout, hars, vernis, thinner, gras, dat soort zaken. Inderdaad bijzonder dus, alhoewel niet in geheel positieve zin. Maar als je ‘m wat tijd geeft, wordt ie toegankelijker. Je krijgt dan iets zoets en iets rokerigs. Gerookte vis. De smaak zit wel meteen goed. Zoet en kruidig met een lichte bitterheid. Het grassige en hooi duikt ook in de smaak op. En in de kruidige finish. Ondanks het feit dat de eerste indruk me wat afschrikte, evolueert deze whisky tot een erg mooie dram. Je moet er enkel wat tijd voor maken. 87/100
 
En ook:
 
Springbank 13y 1996/2009, 57%, SMWS 27.74 ‘Stripped down’, 193 bttls
Ziltige neus. Jodium, zeewier, typische zee-elementen. Gerookt vlees. Beetje zoet. Ook veel zilt in de smaak, naast lichte rook. Kruiden naar het eind die overgaan in de afdronk. Aangenaam maar niet bijzonder complex. 80/100

Enige zelfreflectie

Ik besef dat ik de neiging heb om bij het selecteren van mijn sampels, whisky’s te nemen waar ik op één of andere manier naar uitkijk. Ik denk aan whisky’s van distilleerderijen die hoog op m’n favorietenlijstje staan, van bottelaars die een stevige reputatie hebben opgebouwd of aan het opbouwen zijn, whisky’s die door menig liefhebber bejubeld zijn, etc.. Met als gevolg dat er ettelijke samples onaangeroerd blijven staan, maar ook dat de balans wat scheefgetrokken wordt richting mijn eigen voorkeuren én dat dus ook de gemiddelde score een wat vertekend beeld geeft. OK, ergens is dit onvermijdelijk, ik wil dit reviewen voor mezelf natuurlijk zo aangenaam mogelijk maken, maar op die manier geef ik misschien geen correct beeld van het whiskyaanbod. Ik moet mezelf er dus af en toe toch maar toe dwingen m’n horizon wat te verruimen en bv. ook in mijn ogen minder boeiende zaken proeven. Ik zal waarschijnlijk nog af en toe aangenaam verrast worden ook. En zeker na nog eens een Benriach ’76 kan het geen kwaad de standaarden weer wat bij te stellen. Ik doe dit vandaag met drie blends van Whyte & MacKay en morgen met drie basic malts.

 
Whyte & MacKay ‘Special’, 40%, OB 2009, sherry finish
Neus: zoet (suikerspin, suikerwater, melkchocolade), bloesems, gras, granen, mineralen. Niet echt boeiend te noemen. Ook de smaak is dit niet. Hij is licht, granig, met karamel (fudge, van die zachte) hout en linde. De finish is vrij kort en maltig met wat karamel en een hint van kruiden. Nope, hier word ik niet wild van en dat is nog zacht uitgedrukt. 64/100
 
Whyte & MacKay ‘The Thirteen’ 13y, 40%, OB 2009, sherry finish
Ook de neus van deze is zoet. Hier evenwel eerder zoet fruit à la banaan, peer en ananas, en honing. Granen en gras heb ik ook. De smaak gaat verder op granen, muesli, hout, sinaas en honing. Afdronk: kort, fruitig en granig. Tja, merkelijk beter dan de Special maar al bij al niet meer dan matig. 74/100
 
Whyte & MacKay ‘Old Luxury’ 19y, 40%, OB 2009, sherry finish
Fruitige en zoete neus met associaties van geconfijt fruit, cake en melkchocolade. Iets mineraligs ook. Romige, boterige smaak met hints van kruisbessen, citrus, nootmuskaat en peper. Nogal drogend. De afdronk is niet al te lang met fruit (citrus) en een lichte kruidigheid. De neus verantwoordt een score van tachtig, de smaak niet. De beste van de drie maar de naam die deze meekreeg is toch lichtjes misleidend. 77/100

Cask Six Blind

Ik heb ook aan de recentste Blind Session van Cask Six deelgenomen. We kregen weerom twee erg lekkere whisky’s voorgeschoteld die we blind dienden te reviewen, scoren en plaatsen. De eerlijk gebiedt mij te zeggen dat ik bij geen van beide een idee had in welke regio ik het moest gaan zoeken. De eerste bleek trouwens een vatted (nee pure, nee blended) malt te zijn, wat zich absoluut niet liet blijken – niemand had dat geraden trouwens. De tweede was een Lowlander, die achteraf gezien wel dat profiel had (ja, da’s makkelijk, I know), maar toch gokte ik op Speyside. Ik vond het niet gemakkelijk uit te maken welke ik best vond, alhoewel het heel andere profielen zijn.
Nu dat Bert Dexters de resultaten heeft gepubliceerd, doe ik hetzelfde met mijn bevindingen en scores, in concreto van onderstaande whisky’s:

 
Highland Fusilier 21y, 70° proof, 40%, Gordon & MacPhail bottled 1978
Neus: zoet, sappig fruit (peer, perzik), lichte waxyness. Karamel ook, lichte rook, noten en tabak. Zachte sherry. Refill? Smaak: bitterzoet. Hout (wat drogend), kruiden. Aangename bitterheid. Afdronk: Middellang, zoet en ook hier wat drogend. Erg lekkere zachte whisky zonder één fout. 88/100
 
Rosebank 13y 1989/2002, 59.1%, MacKillop’s Choice, cask 908 – Lowland
Neus: bloemig en zoet. Dat geeft bloemen, bloesems, citrus en honing. Kruidig is ie ook. Nootmuskaat, kruidenthee. Linde? A ja, die citrus, die laat zich meer en meer kennen als pompelmoes. Smaak: mondvullend, prikkelend. Kruiden en ook hier wat honing. Afdronk: droog en licht bitter. Wel vrij lang. 87/100