Spring naar inhoud

Posts tagged ‘Highlands’

Teaninich 22y 1959, Samaroli

Toch een geweldige reeks bottelingen, die zogenaamde ‘Flowers’ reeks van Samaroli. De etiketten vermelden ‘The never bottled top quality’, en dat is niet geheel gelogen. Ik had reeds het genoegen de Benromach 14y 1967, de Glen Keith 12y 1969 en de North Port 15y 1966 uit deze reeks te kunnen proeven (zonder review echter), allemaal vrij jonge whisky’s, en nu dus ook de Teaninich 1959. Reken op een dikke 500 euro op veilingen.

 

Teaninich 22 YO 1959, 43%, Samaroli 'flowers'Teaninich 22y 1959, 46%, Samaroli ‘flowers’, 300 bottles
Tsjakka! Dit is dat type whisky waarbij je gewoon heel even je neus in het glas steekt en meteen een halleluja prevelt. Ik toch. Man, wat een schitterende neus! Maar niet evident om te beschrijven. Een profiel dat je zelden of nooit tegenkomt. Laat me toch een poging wagen. Ik start met olie. Lijnzaadolie, amandelolie (ja, vooral deze laatste). Rijpe bananen (geflambeerde). Wat het fruit betreft domineren die bananen, maar ik heb ook kiwi (jawel, iets van Pisang), vers geperst appelsiensap (dat wordt dus Pisang-Orange) en mango. Heel veel smeuïge bijenwas. Ook pollen en honing in dat compartiment. Weinig eik, wel wat kruiden (geen zin om om te gaan zoeken welke). Houtskool en subtiele turfrook. Geweldig vind ik dit. Op de tong heb ik meer eik, en ook wat meer kruiden, maar perfect geïntegreerd in de zoete en fruitige aroma’s. Halfrijpe bananen, sappige appels, veel mango (wie heeft er daar iets op tegen?) en sappige groene pruimen. De bijenwas is even groots als in de geur. Ook de subtiele turfrook is dat. Honing en melkchocolade maken het zoet. Het mondgevoel is olieachtig en vrij dik. Lange afdronk, kruidig, fruitig, zoet en licht rokerig. Complex quoi. Wat een pareltje weer van Silvano Samaroli. Heeft die man al een standbeeld? 94/100

Clynelish 15y 1997, The Bonding Dram

Blij dat ik deze Clynelish eindelijk kon proeven. Veel over gehoord, veel over gelezen, wat de goesting alleen maar deed toenemen. Het gaat dus om de Clynelish 1997 die The Bonding Dram bottelde voor z’n vijfjarig bestaan.

 

Clynelish 15 YO 1997/2012, 55.7%, The Bonding Dram, 5th anniversary, cask 5733Clynelish 15y 1997/2012, 55.7%, The Bonding Dram, 5th anniversary, cask 5733, 265 bottles
Erg geconcentreerde en rijke neus en heel typisch ook. Wat wil zeggen dat ik veel bijenwas en kaarsvet heb (hoera), vanille, wit fruit (appels, kruisbessen, witte perziken en pompelmoes), zachte zilt en ronde eik. Maar ook warme houtkrullen, dennennaalden en marsepein. En een ronduit heerlijke mineraliteit (natte stenen en een al even natte grasmat). Hopelijk houdt de smaak dit niveau aan, dan hebben we een winnaar. En jawel, op de tong even dik, rijk en geconcentreerd als op de geur. De bijenwas, het fruit (pompelmoes, periken, meloen), de vanille, de marsepein, de mineralen, het zilt, het is allemaal erg aromatisch en perfect met elkaar verweven. Prachtig bitter, door de pompelmoes, de eik en een extra kruidigheid (gember, peper). Lange afdronk, het bittere en het zoete hand in hand. Dit moet mijn beste jaren negentig Clynelish zijn (vanaf nu mijn benchmark). Geweldige selectie Jeroen. 90/100

Clynelish 21y 1989, The Whisky Agency ‘Insects’

Vandaag heeft Clynelish drie wash stills en drie spirit stills in productie, samen goed voor een jaarlijkse productie van 3,25 miljoen liter alcohol. Het overgrote deel van die productie gaat naar de blends van Diageo, vooral naar Johnnie Walker. Het is pas sedert de jaren negentig dat we Clynelish single malt tegenkomen. In het begin af en toe, de jongste jaren in grotere aantallen, zeker bij onafhankelijke bottelaars. Denk maar aan de geweldige 1982’ers, maar ook 1989 lijkt een zekere cultstatus te krijgen.
Vandaag een 1989 van The Whisky Agency, ondertussen al twee jaar geleden gebotteld. Hij kostte 89 euro, maar spijtig genoeg uitverkocht. Zéér spijtig. Bedankt voor de sample Johan.

 

Clynelish 21 YO 1989/2010, 54%, The Whisky Agency, InsectsClynelish 21y 1989/2010, 54%, The Whisky Agency ‘Insects’, ex-bourbon barrel, 166 bottles
Njummie, heerlijke neus, die alles brengt wat ik kon verhopen. Warm, rijk en complex. Warme appelcake, romige bijenwas, geboend leder, nat hooi en ronde eik. Daarachter zit een geweldige fruitgheid. Sappige peren en al even sappige rode appels. Maar ook perziken en meloenen. Vanille. Lijnzaadolie. Een beetje zilt op de achtergrond. En ook wat mosterd. Maar ondanks die mosterd zit er niks scherps aan, het geheel is erg rond en vol. Perfect gewoon. Romig en rond op de tong, met in het begin toetsen van vanille, kandijsuiker, bijenwas, kaarsvet, leder en gedroogde mango. Daarna zetten er zich kruiden door: peper, zoethout en gekonfijte gember, wat het toch licht prikkelend maakt. Maar de balans tussen de romige, zoetere elementen aan de éne kant en de licht bittere elementen zoals de kruiden en de eik aan de andere, is perfect. Ook hier mag ik het hooi (eerder de droge variant) niet vergeten te vermelden. En – misschien wat verrassend – een beetje rook. Lovely! Lange, wat grassige afdronk met gember en vanille, en die lichte rokerigheid die blijft hangen. 91/100

Loch Lomond 1966

Mijn eerste Loch Lomond (toch de eerste die ik hier bespreek, niet de eerste die ik proef), en meteen de oudste die er beschikbaar is. Dit is een distillaat van 22 september 1966, gebotteld in juni 2011. Kost een 140 euro, wat erg goedkoop is voor z’n leeftijd.

 

Loch Lomond 44 YO 1966, 40%, OBLoch Lomond 44y 1966, 40%, OB 2011, 1640 bottles
Grassige en vegetale neus. Nat gras, varens, gekookte bloemkool (no kidding), gekookte broccoli (no kidding)… Ook wat normalere associaties van appels, onrijpe bananen, zoethout en leder. En hars. Spijtig genoeg denk ik ook aan natte kranten. Zo geweldig aangenaam vind ik dit niet. Zachte eik. De smaak is licht, grassig en zoet. Vanille, karamel, marsepein, zoethout… geen karton meer. Goed zo. En meer fruit. Ook goed zo. Appels, wat roze pompelmoes en lycheesap. Kruidenthees. Peper en kaneel. De smaak trekt de minpunten van de neus wat recht, maar een echte hoogvlieger wordt dit nooit. Zijdezacht mondgevoel. De afdronk is dan weer licht bitter (eik en kruiden), en kort. En een beetje metalig. Na de smaak terug op tachtig, na de afdronk er opnieuw onder. Blind zou ik dit dertig jaar jonger schatten. Bizar. 78/100

Old Pulteney 30

Pulteney kennen we beter van z’n whisky, Old Pulteney. Pulteney distillery is het meest noordelijk gelegen van alle distilleerderijen op het Schotse vasteland, gelegen in het plaatsje Wick (aan de gelijknamige rivier), en het werd opgericht in 1826 door James Henderson.
Vandaag de officiële 30, tot voor kort de oudste Pulteney, tot men met de 40-jarige op de proppen kwam.

 

Old Pulteney 30 YOOld Pulteney 30y, 44%, OB +/- 2012
Mooie, ronde neus, zoete en zilte aroma’s in perfecte balans. Zilt, jodium, appelsap, rijpe kruisbessen, vanille, honing, aardbeienconfituur en marsepein. Daarachter een licht florale toets, en zachte eik. Het fruit krijgt een subtiel tropisch kantje: mango en ananas. I like. Zachte, elegante smaak, op tonen van tropisch fruit, perziken, rode appels, vanille, zoethout, kaneel en eik. Die eik groeit naar het einde toe maar gaat nooit overheersen, de balans blijft behouden. En ook hier ontbreekt natuurlijk het zilt niet. Lange afdronk, iets krachtiger dan de smaak zelf, wat aan de steviger wordend eik kan liggen. Kruiden, zilt en vanille vullen hier aan, maar ook het tropisch fruit roept nog wat om aandacht. Ik weet dat voor sommigen op de smaak de eik iets te veel opspeelt, niet zo voor mij. 90/100

Clynelish 22y 1988, Duncan Taylor

Vandaag een Clynelish van een minder courante vintage, 1988. Dit is trouwens ook mijn eerste Clynelish 1988. Je betaalt hier 95 euro voor. Bedankt voor de sample Gunther.

 

Clynelish 22 YO 1988, 49%, Duncan Taylor, Rare Auld, cask 4541Clynelish 22y 1988/2011, 49%, Duncan Taylor, Rare Auld, cask 4541, 320 bottles
Bijzondere neus. Expressief maar moeilijk te omschrijven. Anders dan ik verwachtte, anders dan de Clynelishes van bv. 1989 die ik al kon proeven. Dat bijzondere moet ik zoeken in de zuivelafdeling, dat is me nu al wel duidelijk. Melk, melkwei, warme botermelk. O ja, dat laatste, dat is het. Ik kreeg vroeger als kind regelmatig warme botermelk met kandijsiroop voorgeschoteld van mijn moder (en het is toch nog – redelijk – goed gekomen met mij). Maar er is gelukkig wel wat meer te ontdekken in deze whisky, peperkoek bijvoorbeeld, of geroosterde noten, of boenwas (of course), of appelschillen, of bananen, of ananas in blik, of zilt. Lichte granen op de smaak, snel gevolgd door gemberkoek (of peperkoek met gember als je wil), peper, nootmuskaat, de schil van limoenen, was, gezouten boter en vanille. Stevig en prikkelend op de tong. Lange, kruidige afdronk waar de was tot op het einde blijft bovendrijven. Bijzonder maar ook wel bijzonder lekker. Och ja, Clynelish. 89/100

Lochside 10y

Lochisde distillery werd in 1957 in het plaatsje Montrose opgericht door MacNab Distillers Company, op de plaats waar voordien een brouwerij stond.
Deze tienjarige is de enige officiële Lochside die ooit gebotteld is (rond 1990), meteen de reden waarom deze fles al behoorlijk prijzig is op veilingen. Reken op minstens 200 euro. Bedankt voor de sample Dirk.

 

Lochside 10y, 40%, OB MacNab Distillers +/- 1990, 75cl
Een whisky die je even moet laten ademen. Doe je dat niet, dan ruik je granen en hooi. Doe je dat wel, dan slaat het hooi om in gedroogde bloemen en doemt er een mooie fruitigheid op. Tropisch fruit. Vooral mango, maar ook papaya en lychee. Let op, dat tropisch fruit is niet bijzonder expressief, toch niet vanaf het begin, maar na enige tijd in het glas kun je er gewoon niet meer naast ruiken. Een klein beetje tabaksrook op de achtergrond. Hetzelfde patroon op de smaak: granen en hooi gevolgd door (tropisch) fruit. Rozenbottelthee ook. En een beetje bijenwas. Olieachtig mondgevoel. Het geheel wordt na enige tijd licht bitter, maar vooral de rozenbottel blijft weerwerk bieden. Ook in de relatief korte afdronk. Deze Lochside is gebotteld rond 1990, wat wil zeggen dat het whisky bevat gedistilleerd rond 1980. Wel, je proeft hier echt een aanzet tot de fameuse Lochside 1981. Misschien niet even complex maar de ingrediënten zijn duidelijk aanwezig. Een wel zeer leuke ontdekking deze jonge Lochside. 86/100

Clynelish 15y 1997, The Whisky Mercenary

Clynelish bestaat al sinds 1819, het jaar dat de Markies van Stafford, de latere Hertog van Sutherland, de distilleerderij uit de grond stampte (lees: liet stampen). De Markies had immers enorme velden waar hij een bestemming voor zocht, wat na rijp beraad gerst verbouwen en whisky-stoken werd. Op die manier had hij inkomsten uit z’n grond én uit de productie van whisky. Eerst diende hij wel een 1500 mensen die op z’n grond woonden te verjagen, maar daar draaide hij z’n hand niet voor om. In 1824 ontving hij een licentie, waarmee hij ook een pak illegale stokers in de regio een hak zette.
Vandaag de tweede van de eerste drie bottelingen van The Whisky Mercenary, alias Jürgen Vromans. Deze Clynelish 1997 kost je een 65 euro.

 

Clynelish 15y 1997/2012, 51.5%, The Whisky Mercenary, bourbon cask, 59 bottles
Och ja, ik ben ongetwijfeld bevooroordeeld als het op Clynelish aan komt, en Clynelish 1997 heeft zich in het verleden al laten kennen als textbook (jonge) Clynelish. Denk maar een deze van The Whiskyman (classic label & music label), de Archives,… Ook deze is zeer herkenbaar: cleane waxy neus met een stevige portie zee. Zilt en zeewier. Kaarsvet en schoensmeer. Honing zorgt voor een zoete toets, rode appels en citrus voor een fruitige. Pompelmoes. Ha, zelfs een beetje ananas. Onderliggend mineralige tonen zoals deze van natte stenen en klei. Allemaal behoorlijk Riesling-ig. Mooi rond. I just love it. De smaak doet niet onder. Romig mondgevoel, minder rond dan de neus evenwel, maar dat hoeft helemaal geen minunt te zijn. Zoete, fruitige, waxy en mineralige tonen met opnieuw de zee. Hier wel granen als extra (het jonge karakter speelt op), net als kruiden zoals peper en gember. Wat het fruit betreft, pompelmoes, citroen en kruisbessen. Zeer mooie bitterheid. Campari. Ik heb absoluut niets tegen Campari. Schweppes. Ik heb absoluut niets tegen Schweppes. Middellange afdronk op pompelmoes, was en zilt. Nice! Ik heb de indruk dat Jürgen z’n vaten weet te kiezen. Benieuwd naar de laatste, de Bunnahabhain 1976. Laat ons daar maar niet te lang mee wachten. 87/100

Lochside 1991/2008, Connoisseurs Choice

Lochside 1981 kent iedereen ondertussen wel, maar ook de andere jaren werd daar gedistilleerd natuurlijk. Zo ook in 1991, een vintage waarvan Gordon & MacPhail blijkbaar een groot deel heeft opgekocht. Deze botteling van 2008 is één van de vele 1991’ers van hun hand.

 

Lochside 1991/2008, 43%, Gordon & MacPhail Connoisseurs Choice, bourbon barrels
Frisse, mineralige geur. Natte stenen, natte gazon, de geur na een zomerse regenbui. Pas daarna zet het fruit zich door. Roze pompelmoes, limoen en mandarijn. Citrus dus. Maar ook ananas na enige tijd. Honing en nougat maken het zoet. En een beetje zout maakt het… eh, zout. Een beetje dus. Op de smaak wordt dit patroon verdergezet. Veel pompelmoes en mandarijn, maar ook het mineralige en het grassige komen terug. Vanille. Misschien wat noten en groene thee als extra. Met de eik erbij maakt dit dat het naar het einde vrij droog wordt, maar nooit storend. De afdronk is niet echt lang en mooi drogend. Witte pompelmoes, bittere sinaas, eik en peper. Verfijnde, elegante whisky. Wordt 1991 met tien jaar extra rijping het nieuwe 1981? Time will tell. 86/100

Dalmore 15y

Zoals elke botteling van The Dalmore draagt ook deze de twelve-pointer stag, het koninklijk hertengewei uit het wapenschild van de clan Mackenzie. Deze clan, wiens geschiedenis teruggaat tot de dertiende eeuw, was lange tijd eigenaar van de distilleerderij.
Deze 15y rijpte volledig op Mathusalem sherryvaten.

 

Dalmore 15y, 40%, OB +/-2012
Zoete neus op tonen van karamel, mout (Ovomaltine), mokka, praliné, rijpe sinaas, gedroogde abrikozen, rozijnen en pruimencompot. Daarachter zitten de kruiden: gember en kruidnagel. Tabak ook. En lichte eik. Zachte smaak, een stuk droger dan de neus. Wat karamel en chocolade, en ook cake met gekonfijt fruit. Sinaas opnieuw. De eik, de kruiden en ook noten vervolledigen en gaan echt wel domineren. Gember en kaneel. Serieus droog naar het einde. Licht zilt. Middellange, droge afdronk op kruiden en eik. Verre van slecht maar de neus is me wat te ééntoning zoet en de smaak te ééntoning droog om écht te kunnen boeien. 81/100

Clynelish 16y 1996 for Lindores Whiskyfest 2012

We hebben weer een schitterend Whiskyfest achter de rug. Fijne whisky’s, fijne babbels, fijn gezelschap. En wat ik ook fijn vond, is de festivalbotteling. Oké, ik heb ‘m mee geselecteerd, mijn ‘objectiviteit’ (een woord dat eigenlijk niet thuishoort bij whisky bespreken, maar soit) mag hier dus in twijfel getrokken worden. Het betreft een Clynelish 1996 uit de stal van fellow Lindorable Dominiek aka The Whiskyman, een wel zéér typische Clynelish.


 

Clynelish 16y 1996/2012, 52.3%, The Whiskyman for the Lindores Whiskyfest 2012, refill bourbon hogshead, 239 bottles
Prikkelende, waxy neus. Enorm veel was: kaarsen van bijenwas, schoensmeer, kaarsvet, geboende meubels… Na enige tijd wordt deze was vergezeld van mineralen. Nat gras, natte keien. En ook fruit ontbreekt niet. Ik noteer perzik, abrikoos en gele pruimen. Noten. Groene thee met honing. De smaak is romig, vettig bijna. Boter. Gezouten boter. En opnieuw erg waxy. De bijen met hun honing, pollen en was. Clynlishiger kan niet. Knappe balans tussen zoete en bittere tonen. Er is witte pompelmoes, maar daar zit suiker op. Er is eik en hars, maar er is ook kandij. Er zijn kruiden zoals nootmuskaat, maar ook zoethout. Er zijn noten, maar ook honing. Zelfs een heel klein beetje rook valt te ontwaren. ! De afdronk is niet superlang, maar ook hier houden de zoete en de bittere tonen elkaar zeer mooi in evenwicht. Waxy, kruidig en fruitig, met een beetje zilt. Als je wil weten wat men bedoelt met ‘waxyness’ of hoe je was in whisky kan ruiken en proeven, is dit een schoolvoorbeeld. 89/100

Dalmore 12y 2000, Malts of Scotland

De laatste uit de jongste batch Malts of Scotland, is een Dalmore 2000. Cask strength Dalmore aan 55 euro, je komt het niet makkelijk tegen. Hij is dan ook niet meer te krijgen…

 

Dalmore 12y 2000/2012, 53.4%, Malts of Scotland, sherry hogshead, MoS12035, 290 bottles
Een beetje een vuile neus heeft deze Dalmore. Schotelvot. De geur van ‘het putje’. Water dat te lang heeft stilgestaan. Dat vuile trekt wel wat weg om plaats te maken voor noten, dadels (enorm), karamel, en andere sherrytonen, maar helemaal lekker wordt het nooit. Meer en meer tuinkruiden. Munt, eucalyptus. Iets van praliné nu ook wel. Bwa, met ‘m tijd te geven kan ie er nog mee door. Ook de smaak is een randgeval. Hier niets storends maar ook niets wat me blij maakt. Erg zoet (kandijsiroop), kruidig (eucalyptus, gember) en maar een beetje (rood) fruit. De praliné opnieuw. Middellange, drogende afdronk. Matig, en voor mij veruit de minste uit deze reeks Malts of Scotland. 76/100

Glen Garioch 27y 1970

Oude Glen Garioch kan vreselijk goed zijn. Denk maar aan de legendarische 1968’ers of die paar sublieme Samaroli’s. Maar er zijn natuurlijk altijd uitzonderingen die de regel zo nodig dienen te bevestigen…

 

Glen Garioch 27y 1970/1997, 43.9%, OB, cask 7
Oei… wat ruik ik daar? Zeep, jawel. In het begin valt het nogal mee, maar het groeit. Spijtig genoeg. Het is op de duur moeilijk om nog naast de zeep te ruiken. En als dat toch lukt, krijg je sinaas, pompelmoes en tijm. Bloesems ook, maar dat florale leunt natuurlijk erg dicht aan bij parfum en zo beland je vanzelf bij zeep. Lijm misschien nog. Op de smaak laat de zeep nog minder ruimte voor andere sensaties. Misschien wat gras, peper, noten en tuinkruiden. Maar ver op de achtergrond. Er zit ook wel een zoete ondertoon in, maar veel positiefs brengt dat niet bij. Hout ja, maar ook dat verbleekt bij de zeep. De afdronk is er spijtig genoeg ook nog en hij is daarenboven wreed lang. En dat ‘wreed’ mag je hier letterlijk nemen. 67/100

Tomatin 25y early 1990’s

Een Tomatin uit de oude doos. Gebotteld aan het begin van de jaren negentig, dat is dus distillaat van midden tot eind jaren zestig. Benieuwd wat dat vandaag geeft.

 

Tomatin 25y, 43% OB early 1990’s
Mmm, alvast redelijk wat fruit op de neus, niet zo complex en krachtig als de geweldige 1976’ers, maar toch. Rijpe kruisbessen, perziken, sinaas, daarna evoluerend naar tropische toestanden zoals ananas en papaya. Nice. Cider ook, en heel lichte rook. Absoluut niet complex, maar erg genietbaar. Op de smaak is het niet veel anders: fruit, fruit, fruit. De citrus en de tropische variant (kiwi, ananas, papaya). Vrij licht, met nog wat honing en kruiden. Munt, linde. Misschien een heel klein beetje gember ook. De afdronk houdt het midden tussen kort en lang en is net als rest meer dan gewoon lekker. Complexloze oude fruitige Tomatin. 87/100

Clynelish 1973 & The Velvet Underground

The Velvet Underground, mijn antwoord indertijd op de vraag ‘The Beatles of The Stones?’ Ik heb de The Velvet Underground altijd boeiender gevonden dan hun twee populaire tijdsgenoten. Nu, tijdsgenoten, ze waren actief in de tweede helft van de jaren zestig, tot begin jaren zeventig, dus lang hebben ze het niet getrokken. Een aantal van hun leden, zoals Lou Reed en John Cale, zijn echter nog steeds muzikaal actief. En hoe.

De stijl van The Velvet Underground laat zich moeilijk omschrijven. Het is een rock band, dat zeker, maar dan eerder een avant-gardistische en experimentele, toch zeker in hun beginjaren. John Cale zorgde voor het avant-gardistisch karakter, Lou Reed voor de rock ‘n roll, iets wat zich ook verder doortrok in hun latere solo-carrières. Een pre-punk element zat er zeker ook in, zowel The Stooges (Iggy Pop), The Birthday Party (Nick Cave) als de geweldige New York Dolls beriepen zich maar al te graag op hen.
Hun teksten waren niet de meest vrolijke, ze moeten de eersten zijn geweest die het hadden over sadomasochisme, heroïne en consorten. Ook de dood en moord waren veel voorkomende thema’s.

 

The Velvet Underground werd in 1965 door Reed en Cale opgericht in New York en bracht in datzelfde jaar met The Velvet Underground & Nico z’n eerste album uit. Een iconisch album met een al even iconische hoes. Iedereen kent die wel, de gele banaan ontworpen door popart kunstenaar Andy Warhol. Warhol zou zich trouwens nog een hele tijd met de band blijven bemoeien.
Naast John Cale, die een resem instrumenten bespeelde, en Lou Reed aan zang en op leadgitaar, bestond de band uit Maureen ‘Moe’ Tucker op drums en Sterling Morrison op gitaar. Andy Warhol zorgde er voor dat de Duitse zangeres en fotomodel Nico de band vervoegde. Deze verliet VU echter toen bleek dat het commercieel succes uitbleef. De muziek werd omwille van de zware en harde teksten door heel wat radiostations geboycot. White Light/White Heat was zo mogelijk nog rauwer en verkocht voor geen meter. Lou Reed besloot daarop John Cale uit de band te zetten, in de hoop de muziek te ontdoen van z’n avant-gardistisch karakter en toegankelijker te maken. Cale’s vervanger was Doug Yule. Het resultaat van deze personeelswissel was het derde titelloze album, een typische rock ’n roll plaat dat wel werd gedraaid en gekocht. Na MGM Records ingeruild te hebben voor Atlantic Records, verscheen in 1970 het vierde album Loaded met daarop enkele radiohitjes. Kort na de opnames verliet ook Lou Reed de band.

Alle bandleden behalve Morrison brachten nadien solo albums uit, maar enkel Reed en Cale kenden succes. Na het overlijden van Andy Warhol en Nico werkten beide heren samen aan Songs for Drella, een eerbetoon aan Warhol. Een echte reünie van de band kwam er echter niet, daarvoor was en is het water tussen beiden te diep.


 

Commercieel succes heeft de band dus eigenlijk nooit gekend, maar hun belang voor de muziekscene kan onmogelijk overschat worden, van Bowie tot The Ramones, van The Rolling Stones tot Joy Division, allen zijn ze op z’n minst gedeeltelijk schatplichtig aan de VU. Over ‘de banaan plaat’ zei Brian Eno in 1993 het volgende: “It’s definitely the most influential album of all time. There were only a few people who bought The Velvet Underground & Nico, but those who did, started a legendary rock band themselves. Without it, rock would never become what it is today.” I couldn’t agree more.

Hun vijfde en laatste studioalbum Squeeze, wat op alle vlakken een flop werd, verscheen in 1973, het jaar waarin ook Clynelish geweldige dingen uit z’n distilleerkolven toverde. Zo ook deze whisky gebotteld door Signatory. Kostte indertijd een goeie 100 euro. Nu op veilingen 200+. Met ‘de banaan’ op de achtergond, dubbel genieten.

 

Clynelish 33y 1973/2007, 54.5%, Signatory, cask 8915, 399 bottles
Expressieve, frisse neus op florale, mineralige en fruitige tonen. Allerlei bloemen, eucalyptus, limoen, mandarijn, aardbeienconfituur, natte stenen, nat hooi. Een beetje farmy. Een beetje Brora dus. Vanille en honing maken het geheel wat zoet. Bijenwas natuurlijk ook. En onderliggend een heerlijk bedje turfrook. Prachtig! Doet me wat aan sommige Brora’s 1972 die eerder naar Clynelish neigen denken, zoals bv. de geweldige Connoisseurs Choice 1972/1993. Op de smaak wordt dit patroon verdergezet. Clynelish met een geweldig Brora-kantje. Citrusfruit, ananas, florale elementen, honing, bijenwas, gras, hooi, kruiden en dat beetje zoete turf. Net voldoende eik. Lange, fruitige en frisse afdronk, met dat beetje zoete turf dat van geen wijken wil weten. Niet zo erg ‘Brora’ als vat 8912, maar wel meer dan vat 8914. Ergens tussen de twee in. Perfecte combinatie van Brora en Clynelish eigenlijk. En dus compleet, maar dan ook compleet mijn ding. 93/100

Clynelish 1993 Distillers Edition

De Distillers Editions van de Diageo groep zijn bottelingen die na een klassieke rijping nog enige tijd op een ander type vat gerijpt hebben. Voor de Clynelishes uit deze reeks was dat telkens een Oloroso sherryvat.

 

Clynelish 1993/2010 ‘Distillers Edition’, 46%, OB, double matured (Oloroso sherry)
Geen al te aangename neus, daarvoor heb ik iets te veel granen en zure krieken. Dat zurige trekt wel weg op de duur, en maakt plaats voor zoetere toetsen, zoals daar zijn: sinaas, vanille en kandijsuiker. Iets licht floraals ook. Ook op de smaak vallen granen op, naast de sinaas en vanille. De sinaas is wat bitter. Of is het ook hier lichtjes zuur? Inderdaad. Let op, dat is geen off-note, maar een pluspunt is het al evenmin. Wat kruiden vullen nog aan. Tuinkruiden zijn dat. Middellange afdronk op diezelfde tuinkruiden en sinaas. Niet zo bijzonder. 82/100

Old Pulteney 21

Laat ons vandaag één van de beste whisky’s proeven die ooit gebotteld zijn. Althans volgens Jim Murray, deze Old Pulteney 21 kreeg immers een score van – hou je vast – 97,5/100 in z’n Whisky Bible van vorig jaar. Hij bevat whisky gerijpt op bourbon- en sherryvaten, 100% Amerikaanse eik.

 

Old Pulteney 21y, 46%, OB 2011
Lichte neus, met in eerste instantie wit fruit (witte perziken, appels), vanille en wat eik. Mocht iets expressiever. Granen komen er bij, net als zilt, wat alleen maar te verwachten was. Een hint van anijs ook. Karamel. De zachte variant. Banaan? Yep, in de verte. Amandelen, iets minder in de verte. Ook de smaak is vrij licht, op gelijkaardige tonen als de neus. We hebben het dan over wit fruit (appels, peren), vanille, zachte karamel, zout, granen, amandelen en eik. Peper en nootmuskaat als extraatjes. En melkchocolade proef ik ook. Ha, ook wat rozijnen. Best complex eigenlijk, mooie gelaagdheid. Fris op de tong. Middellange afdronk, initieel drogend (eik, kruiden), maar met een zoetere en fruitigere terugslag. 97,5? Mmm, toch iets minder. Wel lekker, daar niet van. Alhoewel ik een voorkeur heb voor de 17. 85/100

Clynelish 24y 1983, Old Malt Cask

Driekwart eeuw na z’n oprichting, werd in 1896 Clynelish opgekocht door James Ainslie & Co, in 1912 kwam ze in handen van de Clynelish Distillery Co. Ltd., om in 1925 eigendom te worden van de Distillers Company Ltd (DCL), die op z’n beurt samenging met John Walker. Deze groep zag zich in 1931 echter verplicht de distilleerderij te sluiten. Pas in 1938 kon de productie opnieuw opgestart te worden, maar dit was van korte duur, in 1941 werd Clynelish opnieuw stilgelegd. Tijdens de oorlog was er immers een chronisch tekort aan gerst. Na de oorlog werd het stoken hervat.

 

Clynelish 24y 1983/2007, 50%, DL Old Malt Cask, cask 3555, 305 bottles
Cleane, mineralige neus op natte stenen, lijnzaadolie, bijenwas en kaarsvet. Honing geeft het een zoet kantje, daarna komt het fruit opzetten, in de vorm van sinaas en rode appels. Een klein beetje zilt en een even weinig rook. Mmm, de geur van natte wol komt er nog bij. Licht drogend mondgevoel, met net als op de neus mineralen en was die opvallen. Peper en nootmuskaat zorgen voor de nodige pit. Honing, zilt en de lichte turf vullen aan. Geen erg lange afdronk, een beetje drogend met langzaamaan wijkend fruit. Tja, Clynelish, ik kan dat onmogelijk niet lekker vinden. Misschien niet het niveau van sommige 1982’ers, maar ach, gewoon erg lekker is soms ook goed genoeg. 88/100

Brora 30y for The Whisky Show 2011

Tromgeroffel, want vandaag maak ik nog eens tijd voor een top-Brora, de 30y voor The Whisky Show in Londen vorig jaar (geweldig bedankt voor de sample Karel!). Ik zorg voor een waardige sparring partner, want proef ‘m naast de Brora 32, ook een botteling van vorig jaar. Vermits de 32 twee jaar ouder is dan de 30, of de jongste whisky in beide bottelingen zou althans twee jaar verschillen (alhoewel ook dat niet gezegd is natuurlijk, maar alla), zou je verwachten dat de 30 wat meer Clynelish en minder typisch (farmy) Brora is.
Nog te koop via de website van The Whisky Exchange voor 350 pond. Aan de huidige stand van het pond mag je daar in euro nog eens 100 bijtellen.

 

Brora 30y, 52.9%, Speciality Drinks Ltd for The Whisky Show 2011, matured for three decades in oak wood
Die veronderstelling kan dus naar de prullenmand. De 30 is meteen veel meer ‘Brora’ dan de 32. We weten ondertussen natuurlijk wel dat deze laatste veel tijd nodig heeft om open te bloeien en zich dan ontpopt tot een complex juweeltje, de 30 heeft echter helemaal geen tijd nodig. Waar de 32 op de duur wel wat geuren van natte hond en nat hooi vertoonde maar geen geitenstal en mest, heeft de 30 dat wel. Dat kan doen vermoeden dat de 30 meer oudere Brora bevat dan de 32. Het lijkt me niet onlogisch dat de 32 vooral teerde op Brora van eind jaren zeventig (recenter dan 1979 kan al niet). En dat in de 30 dan naast whisky van rond 1980 ook oudere vaten (i.e. van begin jaren zeventig) verwerkt zijn. Of dat de mensen van The Whisky Exchange hun handen hebben kunnen leggen op zwaarder geturfde vaten (denk aan de geweldige Brora 18y 1981 OMC). Soit, genoeg gespeculeer, terug naar de whisky. Zeer herkenbaar Brora dus. Het natte hooi, de stallen met hun mest (dampend, zoet-zurig), zachte turf, veel zoethout, planten, appels, ananas in blik, honing en een beetje bijenwas. Allemaal wat minder subtiel en minder complex – en minder evolutie ook – dan de 32 maar zo f*cking heerlijk om ruiken. Nu ja, niet dat deze niet complex zou zijn, ik dien bij het bovenstaande nog mosterd en zilt toe te voegen. Dezelfde vergelijking tussen de twee whisky’s gaat op voor de smaak. Erg ‘onsubtiele’ Brora. Het mondgevoel is romig, rond en vol. De zee (zilt en zeewier), de zoete turfrook, de honing, de appels, de bijenwas en de boerderijtoestanden die ik ook in de geur had doen hun ding. Misschien iets meer kruiden. En kweepeer. Behoorlijk lange, romige afdronk op zoete turf, zilt en kruiden. Ik scoor dit hetzelfde als de 32. Het is een verschillend profiel, de 32 heeft de complexiteit en subtiliteit als pro, de 30 de uitgepuurde Brora-ness waar ik zo kriekezot van ben. 93/100

Stevige notes. Wat is het toch heerlijk om over Brora te schrijven. En dan is drinken natuurlijk nog een stuk plezanter.

Glen Ord 15y 1997, Archives

In de vierde Archives release van Whiskybase zit ook een Glen Ord 1997. Hij kost je 60 euro.

 

Glen Ord 15y 1997/2012, 54.2%, Archives, Whiskybase, Hogshead #800083, 64 bottles
Erg cleane neus. Ik heb de geur van versgemaaid gras, warm houtzaagsel, gele appels, cider (wat dan in het verlengde van die appels ligt) en kruisbessen. Ook houtskool, oploskoffie en een klein beetje bijenwas. Sober en wat scherp, maar wel lekker om ruiken. Een klein beetje rook ook. Iets van heide. De smaak is even clean als de neus, op gras, groene thee, eik, gember, rabarber, kiwi, kirsch… best scherp opnieuw, maar daaronder krijg je dan honing en bijenwas, wat het geheel in evenwicht trekt. De gember slaat om in gekonfijte gember, de whisky wordt dus stilaan wat zoeter. Middellange afdronk, in het verlengde van de smaak, mooi bitterzoet. Zeer clean dus, messcherp. Een profiel dat je moet liggen. Ik hou hier wel van. 86/100