Spring naar inhoud

Posts tagged ‘campbeltown’

Glen Scotia 1992, A.D. Rattray

Eén van de nieuwe bottelingen van A. Dewar Rattray is een Glen Scotia 1992. Ook deze is een split cask, wat wil zeggen dat men maar een deel van het vat gebruikt heeft. Het vattype is een butt, met een inhoud van zowat 480 liter ongeveer het dubbel van een hogshead en dus perfect om te delen met een andere bottelaar.

 

Glen Scotia 19y 1992/2011, 59.6%, A.D. Rattray, sherry butt #2 (part), 359 bottles
Toen ik even aan het flesje rook, vreesde ik wat voor sulferaroma’s, maar met de whisky in m’n glas te gieten en even te laten ademen, is daar geen sprake meer van. Wel veel aarde (natte grond), nieuw rubber, donkere chocolade, gedroogde pruimen en rozijnen, noten, nieuw leder, een beetje munt en jonge rode wijn. Een behoorlijk actief sherryvat met andere woorden. Wat pijptabak mag ik niet vergeten te vermelden. En hoe langer hoe meer de geur van natte kranten erdoorheen. Met water meer richting wijn. Proeven nu. Hola, stevige sherry, echt stevig. Droog, wat bitter. Associaties van Eau-de-vie, Kirsch, donkere chocolade, eik, hars, sinaas, veel kruiden en jeneverbessen. Met water meer gedroogd fruit maar de drogende eik blijft domineren. Lange, droge afdronk. Niets verkeerds met deze whisky, maar niet echt mijn ding, zeker op de smaak vind ik ‘m (veel) te droog. 77/100

De eerste organische whisky

Met de Da Mhile bracht Springbank in 1999 de eerste 100% organische whisky op de markt. Later volgden nog batchen. Da Mhile is Gaelic voor het jaar 2000, aan de vooravond waarvan de eerste botteling het levenslicht zag. Later zouden andere distilleerderijen zoals Bruichladdich en Benromach het voorbeeld van Springbank volgen en een eigen organische whisky op de markt brengen. Alle ingrediënten van deze whisky’s worden dus lokaal én op bio-dynamische wijze geproduceerd.

 

Springbank 7y 1992/1999 ‘Da Mhile’, 46%, OB, Organic, 1000 bottles
Cleane en lichte neus, wat waterig en weinig uitgesproken. Wat fruit, dat wel, wat zilt ook. Na enige tijd wordt het geheel licht vegetaal. Misschien iets van boter ook, maar alles erg onderdrukt. Valt weinig meer over te zeggen. Ook over de smaak kan ik niet erg veel zeggen. Zoet en granig. Punt. Nee, wacht, harde citroensnoepjes. Geen fouten, enkel nogal saai. De afdronk? Idem. Saai dus, zoet en wat zilt. Een whisky die me niet echt kan bekoren en net zoals de bruichladdich toch wel een tegenvaller. 75/100

Springbank 1992/2011 ‘Peat smoked’, Berry Bros

Berry Bros bracht recent een tweede ‘peat smoked’ Springbank uit. In 2009 hadden we al vatnummer 71. Zoals we weten, bottelt Springbank hun geturfde whisky onder de naam Longrow. Berry Bros echter heeft nog nooit een whisky onder de naam Longrow gebotteld, zij houden het dus op peat smoked Springbank.

 

Springbank 1992/2011 ‘Peat smoked’, 46%, Berry Bros & Rudd, cask 61
De neus start op dezelfde olieachtige turf die ik ook in de 2009 botteling had en die typisch is voor Longrow. Lijnzaadolie, inderdaad. Ook dat mineralige heb ik hier, net als de mercurochroom (wat medicinaal). De neus lijkt me alvast vrij gelijkend, én even lekker. Wat ik hier ook nog wel heb en niet genoteerd heb bij de 2009, is teer en citrus. Sinaas, mandarijn. En potloodslijpsel. Na verloop van tijd meer en meer kruiden uit de tuin (tijm, roosmarijn, laurier). Vol, rond, dik en vettig in de mond. Olieachtig, inderdaad. Complex ook. Zachte turf, olie, zilt, mineralen, citrus, honing. Net als op de neus zetten kruiden zich na enige tijd door, maar dan de spicy kind. Ik denk aan nootmuskaat en gember. Wat vegetale tonen. Middellange afdronk, clean en complex, gedomineerd door zoete turf, kruiden en citrusfruit. Knappe whisky en even heerlijk als Berry Bros’s botteling uit 2009. 90/100

Longrow 1987

Hoog tijd dat ik eens Longrow 1987 bespreek. 1987 was een uitzonderlijk goed jaar voor Longrow (ook gekend als de geturfde Springbank), in die mate dat Silvano Samaroli besloot de resterende stock op te kopen. Eind jaren negentig, begin jaren 2000 zijn dan ook verschillende Longrows 1987 onder het Samaroli label gebotteld. Alle zijn erg goed, sommige – zoals de 1987/1999 handwritten label ‘to celebrate 2000’ – waanzinnig goed. Ik proef de 1987/2002 cask 115.

 

Longrow 1987/2002, 55%, Samaroli, cask 115, 312 bottles
O ja, dit is zeer mooie turf. Rond, zacht, zoet en complex. Ik denk aan die harde fruitsnoepjes (vooral die met aardbeismaak) en suikerspin, naast zilt en zeewier, zonnebloemolie, rijpe sinaas, een beetje teer en na enige tijd een heerlijke kruidigheid. Dille, rozemarijn. Lapsang Souchong thee niet te vergeten. Krachtig maar niets scherps. Stevig, romig en olieachtig mondgevoel, ook hier op zoete turf, romige karamel (bijna boterig), Frosties, eik, zilt, kruiden… Gekonfijte gember, en niet zo’n klein beetje. Lange afdronk op zoete turf, wat eik en zilt. Prachtig! 91/100

 
En ook deze:

Longrow 14y 1990/2004, 57.8%, SMWS 114.4 ‘A Para Handy Tales’, 624 bottles
Stevige Longrow met veel turf, zilt en minerale tonen. De geur na een zomerse regenbui. Op de neus komt daar citrusfruit bij (limoen, sinaas) en wat kruiden. Diezelfde kruiden vergezellen de turf en het zilt op de smaak. Een zalige bitterheid ook. Stevig (dat is een understatement), mondvullend en licht drogend mondgevoel. Erg lekkere Longrow, maar niet voor watjes. 88/100

Springbank 1965, Murray McDavid

In de jaren 1850 was Springbank één van de eerste distilleerderijen die overschakelden van turf naar kolen om hun malt te drogen. Er waren immers genoeg koolmijnen in de buurt op Campbeltown. Het is vandaag trouwens één van de enige distilleerderijen die hun eigen whisky ook zelf bottelt.

 
Springbank 1965/1998, 46%, Murray McDavid, cask 580, 204 bottles
De neus start zoet (honing, nougat) en laat langzaamaan fruitige tonen door. Eerst gedroogd fruit à la rozijnen en vijgen, daarna frambozen en tropisch fruit. Passievrucht, meloen, mango. Een lichte waxyness (boenwas) en een even lichte kruidigheid op de achtergrond. Meer op de voorgrond ook melkchocolade en praliné. Heerlijk om ruiken. In de mond komt hij steviger over dan het alcoholpercentage kon doen vermoeden. Olieachtig. Ook hier licht tropisch met kokos als extraatje. Perziken ook. De kruiden meer prominent dan in de geur. Peper, gember, munt. Chocolade, hier donkere. Wordt naar het einde wel wat bitter, maar nooit storend. Lange verwarmende afdronk met munt en abrikoos die opvallen. Stevige oude Springbank. En lèkker! 91/100

Springbank 1969/1995 Signatory

Springbank uit de jaren zestig… we weten dat dat wreed lekker kan zijn. Hoog tijd dus om dat nog eens onder mijn neus en aan mijn lippen te zetten.

 

Springbank 1969/1995, 51.7%, Signatory dumpy, 790 bottles
Ja ja, dit is wat men lekkere whisky noemt. Waxy sherry! De geur van boenwas en antieke meubels vermengd met noten, rood fruit (gestoofd rood fruit), braambessen, tabak en lichte farmy notes. Mosterd in de verte. Duidelijker waar te nemen is marsepein. Eucalyptus ook. Njummie! Deze Springbank voelt erg dik aan, stroperig bijna. Ik heb lichte turf, mandarijn en sinaasconfituur met de sherry die meer en meer naar voor treedt. Chocolade, rozijnen op rum, koffie, eik, wat zilt, peper en hars. Mooie bitterheid. Lange, bitterzoete afdronk op dadels en peper. Erg lekkere oude Springbank. 90/100

Springbank 34y 1970, Prestonfield

Ha, oude Springbank, altijd iets om naar uit te kijken. De whisky van Springbank is licht geturfd, in tegenstelling tot hun Hazelburn (niet-geturfd) en Longrow (zwaar geturfd). In concreto betekent dit dat de gemoute gerst gedurende ongeveer zes uur gedroogd wordt boven een turfvuur en dan nog eens een 24 uur met hete lucht. Dat is in ieder geval de situatie nu, de whisky die ik vandaag bespreek, is er eentje van eventjes geleden. Bedankt voor deze sample Karel!

 

Springbank 34y 1970/2001, 51.2%, Prestonfield, cask 1631, 157 bts.
Mmm, mooie sherry op de neus. Bitterzoet. In eerste instantie denk ik aan hout, eikenhout, vermengd met zwarte bessen (cassis – crème de cassis). Een heerlijke lichte rokerigheid erdoorheen. Rook van het hout. Geboende antieke meubels. Gho ja, dat typische oude Campbeltown profiel, I just love it. Waxy sherry! Gestoofd fruit, warme aarbeienconfituur. Kruiden. Complex quoi. Proeven nu. Mondvullend, dik op de tong, stevig en drogend. Zelfs wat agressief. De bessen, het hout, de lichte rook, de kruiden, het zit allemaal ook hier. Daarenboven dien ik nog hazelnoten en rijpe sinaas te vermelden. Op de duur wordt hij me evenwel een beetje té droog, er doemen taninnes in de vorm van druivenpitten en kastanjes op. Lange, droge en kruidige afdronk met wat appelsienschil. Een hemelse neus en een smaak die je terug met de voeten op de aarde zet. 87/100

Springbank 1997, batch #2

De eerste batch van deze 1997 Vintage werd in 2007 gebotteld op 55.2%, de tweede een jaartje later op 54.9%. Het is deze laatste die ik nu proef. Gerijpt op ‘recharred’ (opnieuw geschroeide) sherryvaten en te koop voor een 55 euro.

 

Springbank 1997 cask strength, 54.9%, OB 2008, batch #2, 10800 bts
Stevige en droge neus op geroosterde en aardse tonen. Bosgrond, varens, rauwe champignons. Geroosterde granen (het maken van muesli). Zeelucht ook, een beetje boenwas en veel citrus. Schil van pompelmoes, mandarijn. Kruiden en een beetje rook. Vrij complex maar ook vrij ruw. Hetzelfde geldt voor de smaak. Ook hier heb ik geroosterd graan, veel kruiden, citrus en rauwe champignons. Daarnaast karamel, geroosterde noten en rook. Best bitter. Misschien wat water proberen… dat help, een beetje. Meer fruit maar ook (nog) meer kruiden. Lange, droge en redelijk bittere afdronk of kruiden (veel peper en ook gember) en rook. Gho, ik kan me voorstellen dat sommigen dit erg lekkere whisky vinden, maar ik vind het geheel te scherp om een score in de tachtig te rechtvaardigen. 77/100

Kilkerran ‘Work in progress’

Kilkerran is een product van de Glengyle distillery. Deze distilleerderij was in 2004 de eerste die in 125 jaar op Campbeltown werd geopend. Zoals in een vorige post vermeld, was Campbeltown lange tijd de whiskyhoofdstad van Schotland (en dus van de wereld). Na massale sluitingen bleven enkel Springbank en Glen Scotia over. Distilleerderijen die het onderspit moesten delven waren onder andere Hazelburn en Longrow, namen die beide weer tot leven werden gewekt door de groep achter Springbank. Maar ook Glengyle was één van de vele slachtoffers. Opgericht in 1872 door William Mitchell, op dat moment mede-eigenaar van Springbank, sloot het z’n deuren in 1925 om 75 jaar later dus gereanimeerd te worden, opnieuw door de Springbank jongens. J&A Mitchell and Co. Ltd., de eigenaars van Springbank richtte in het jaar 2000 Mitchell’s Glengyle Ltd. op, de site van Glengyle werd volledig gerenoveerd en in april 2004 werd gestart met distilleren. De whisky die er sedert zes jaar wordt gemaakt, wordt vermarkt onder de naam Kilkerran en niet Glengyle, om verwarring met een merk van vatted Highland malt te vermijden. De naam Kilkerran verwijst naar Caenn Loch Cille Chiarain, in het Engels Head of the loch of Saint Kerran. De Heilige Kerran reisde er tijdens de middeleeuwen naar toe en stichtte er een religieuze gemeenschap, daar waar nu de stad Campbeltown staat.
Bon, genoeg duiding, de whisky nu. In tegenstelling tot wat de naam doet vermoeden is hun Work in Progress een volwaardige whisky van vijf jaar oud, gerijpt op bourbonvaten. Elk jaar zal er een Work in Progress op de markt gebracht worden, tot de whisky 12 jaar oud. Pas dan willen ze spreken van een eerste échte whisky. Hiermee roeien ze stevig tegen de stroom in, ik bedoel dan de tendens om massaal jonge producten onder allerlei fancy namen, finishes en verpakkingen (i.e. marketing) te lanceren.

 

Kilkerran ‘Work in progress’, 46%, OB 2009, 12.000 bottles
Frisse, prikkelend neus. Jong, speels, lekker. Niet erg ‘new make’ evenwel. Mineralen, een zoete granigheid, vanille, appelsap, witte perziken, hooi, bijenwas, kruiden en een klein beetje turf. Of is het woodsmoke? Ja, misschien eerder rook van het hout. Zeer licht in ieder geval. Romig en vol in de mond met fruit (peren, limoen) als eerste smaak. Daarna komen het hout en de kruiden opzetten. En nogal stevig. Speculaaskruiden, kaneel, gember. What else? Amandelen, granen, een klein beetje vanille. Het geheel blijft wel vrij droog en bitter. Ik vond ‘m op de neus aangenamer. Best lange (alvast voor z’n leeftijd) afdronk met associaties van eikenhout, bittere chocolade en ook hier wat rook. De bitterheid van de smaak zet zich dus verder in de afdronk. Mocht ik het niet weten, ik zou dit geen 5 jaar schatten, eerder het dubbele. Maar de bitterheid in de mond stoort me wat. Nu ja, vermits dit nog maar Work in Progress is, is Kilkerran zeker een whisky om in het oog te houden. 80/100

Springbank 1992 ‘peat-smoked’, Berry Bros

Deze ‘peat-smoked’ Springbank had evengoed onder de naam ‘Longrow’ gebotteld kunnen worden, want is geturfde Springbank niet gewoon Longrow? Verkeerd gelabeld bij het op vat doen? Longrow die 2,5 maal gedistilleerd is? Whatever, dit is wreed lekkere whisky.

 

Springbank 1992/2009 ‘Peat-Smoked’, 46%, Berry Bros & Rudd, cask 71
Tja, de neus zou alvast perfect deze van een Longrow kunnen zijn. Olieachtige turf, geturfde olie, turfolie, whatever. De olie en de turf zijn in ieder geval de twee zaken die eerst opvallen. Zonneboemolie. Of nee, misschien eerder lijnzaadolie. Yep, that’s it. Vrij mineralig ook wel. Natte stenen. Mercurochroom. Zachte turf, planten, verse spinazie en veel fruit, zeker na enige tijd lucht happen. Meloen, sinaas, ananas. De turf blijft discreet en laat heel wat ruimte voor al het andere lekkers. Ook in de mond is hij complex en subtiel. Hij is zowel mineralig, ziltig, fruitig, licht bitter als zoet-rokerig. Best lange, cleane afdronk met zilt, groenten en een beetje turf. Zalige Longrow, euh Springbank. 90/100

Springbank 12y Cask Strength

In maart 2010 lanceerde Springbank deze nieuwe 12-jarige Cask Strength. De whisky rijpte voor 60% op nieuwe sherry hogsheads en voor 40% op refill sherry buts.

 

Springbank 12y Cask Strength, 54.6%, OB 2010
Lekkere neus. Rokerig, fruitig en droog. Dat droge vertaalt zich in hout, hooi, graan en kruiden. Kaneel. Het fruit is vooral gedroogd fruit. Pruim en abrikoos. Lichte turf op een zacht sherrybedje. Ronde, stevige smaak met het fruit, de kruiden van het hout en de turf die elkaar mooi in evenwicht houden. Sinaas, zoete turf, graan, zoethout. Geen water nodig. Lange, zoete en kruidige finish. 86/100

Glen Scotia 33y 1977, A.D. Rattray

Het stadje Campbeltown op het gelijknamige schiereiland telde op een gegeven moment liefst 33 distilleerderijen, wat het tot de whiskyhoofdstad van Schotland maakte. De financiële crisis rond 1930, de drooglegging, overproductie, de opkomst van blends, twee wereldoorlogen, de instorting van het Britse rijk en de soms povere kwaliteit van sommige producenten, leidde tot de sluiting van al deze distilleerderijen op twee na, Springbank en Glen Scotia. Recent kwam daar met de heropstanding van Glengyle opnieuw een derde bij.

 
Glen Scotia 33y 1977/2010, 57%, Dewar Rattray, cask 985, 195 bottles
Sherry hogshead. Lekkere zoete sherryneus. Veel gedroogd fruit à la pruimen, dadels en abrikozen. Vooral die laatste. Wat nog? Tabak, noten, aarde, zachte rook, zilt, rijpe, overrijpe appelsienen, orangettes, leder, zoethout, hooi, heide… complex that is. Stevig en verwarmend op de tong met gelijkaardige associaties. Ik heb het gedroogde fruit terug, de noten (amandel en okkernoten), karamel, kruiden, tabak, koffie ook. Daarna zwarte bessen, zeezout en stroop. Kandijstroop. Lange, droge en bitterzoete afdronk, met wat ‘herbal’ tonen. Lekkere oude Glen Scotia waarbij de droge sherry mooi wordt gecounterd door het zoets. 88/100

Een Glen Scotia die z’n naam niet gestolen heeft

Vandaag proef ik een Glen Scotia van de Scotch Malt Whisky Society. Glen Scotia is de minder bekende distilleerderij op Campbeltown, naast grote broer Springbank (en recente aanwinst Glengyle). Dat oude Glen Scotia overheerlijk kan zijn, bewees de 1972 van Malts of Scotland al, nu eens zien hoe het met recentere zit.

 
Glen Scotia 16y 1992/2008, 55.1%, SMWS 93.34 ‘Absolutely delicious!’, 178 bottles
Laten we ons vooral niet beïnvloeden door de naam die de Society deze whisky meegaf. The proof of the pudding enzo. Mooie, rokerige en zoete neus. Het zoete laat zich vertalen als karamel, zachte karamel. Daarnaast is hij licht ziltig en kruidig. Maggi. Wat nog? Leder, tabak en peper. Ook de smaak is zilt en zoet. Pittig op de tong en wat stroperig. Ik heb tonen van pruimen, zoethout, appel, rozijnen, rook… complex. Vrij lange afdronk op gedroogd fruit en kruiden. Doet me wat aan oude rum denken. Heerlijke whisky, en volledig terecht die naam. 87/100

Malts of Scotland H2H: Glen Scotia 1972 vs Glengoyne 1973

Vanaf vandaag bespreek ik de nieuwe Malts of Scotland bottelingen. Twee ervan zijn exclusief voor België gebotteld, een Glengoyne 1973 en een Glen Scotia 1972. Maar met welke begin ik? Mmm, vermits ik niet kan kiezen (ben van het besluiteloze type), ga ik ook niet kiezen. Het zijn trouwens twee whisky’s die niet alleen ongeveer even oud zijn en beide op bourbonvaten rijpte, maar na een eerste keer proeven ook aan elkaar gewaagd bleken te zijn, ideaal dus om head to head elkaar te laten uitdagen en zo de finesses van beide te ontdekken. De Glen Scotia proefde ik trouwens vorige week maandag al, maar laat ons zeggen dat ik het niet erg vind deze nog eens te ‘moeten’ proeven. Oude Glen Scotia is zeldzaam, 1975 (o.a. een lekkere voor The Whisky Fair) en 1977 ben ik al tegengekomen, oudere nog niet.

 
Glen Scotia 37y 1972/2010, 45.1%, MoS, cask 1926, 114 bottles
De neus zou die van een oude Clynelish kunnen zijn. Van een zeer lekkere oude Clynelish. Bijenwas, gedroogde bloemen en veel fruit is het eerste wat er uitspringt en wat mij aan Clynelish doet denken. Wat nog? Pollen, honing, marsepein, antiekwas. Qua fruit denk ik aan perziken, druiven, ananas, rijpe appelsienen, dadels en de schil van Granny Smith appels. Vers gemaaid gras ook en een subtiele rokerigheid. Licht ‘old bottle effect’ – zou wel kunnen, zit toch al zeker een maand in de fles. Het zal de antiekwas zijn die me aan een antiekshop doet denken. Soit, die neus is in ieder geval absolute top. Weinig tot geen hout trouwens. Ah, op de smaak wel wat hout, net als nootmuskaat, gember, zoethout en noten. Dit maakt het geheel aangenaam bitter met zoete (honing) en fruitige tonen die het geheel in balans trekken. Hier vooral gedroogd fruit. Naar het eind druivenpitten (tannines). Middellange, droge finish op peper en noten met ook hier lichte tannines. De neus verdient 93 punten, de tannines in de mond kosten ‘m spijtig genoeg een puntje. 92/100
 
Glengoyne 37y 1973/2010, 50.4%, MoS, cask 678, 97 bottles
De neus start zoet en fruitig. Banaan, kokos (véél kokos), ananas en rijpe kruisbessen. Ik zei ‘start’, maar eigenlijk blijft hij verder gaan op zoete en fruitige tonen. Vanille en ook wat bloemen, maar vooral het fruit domineert. Geroosterde noten, dat is ook nog het vermelden waard. Ook op de smaak is hij zeer fruitig. Groene kruisbessen (dus minder rijpe dan in de geur), groene appels, witte druiven, witte pompelmoes. Boterig en mondvullend met naast het fruit redelijk wat hout (zonder echt bitter te worden), honing, vanille en kruiden. Lange fruitige afdronk met hier wel een licht bittere ondertoon. Gho, deze Glengoyne moet niet echt onderdoen voor de Glen Scotia. Op de smaak vind ik ‘m misschien zelfs iets beter. De indrukwekkende neus van de Glen Scotia is echter moeilijk te kloppen, dat rechtvaardigt het puntje extra. 91/100

Een oude Springbank

Springbank 12y, 43%, OB bottled early 1980’s for Italy, ceramic jug
Bijzondere fles. Nu ja fles, het is een zwarte stenen kruik, met wit opschrift. Eens zien of de inhoud even bijzonder is. Bij een eerste ‘nosing’ is de neus vrij droog en scherp. Hout, hars, vernis, thinner, gras, dat soort zaken. Inderdaad bijzonder dus, alhoewel niet in geheel positieve zin. Maar als je ‘m wat tijd geeft, wordt ie toegankelijker. Je krijgt dan iets zoets en iets rokerigs. Gerookte vis. De smaak zit wel meteen goed. Zoet en kruidig met een lichte bitterheid. Het grassige en hooi duikt ook in de smaak op. En in de kruidige finish. Ondanks het feit dat de eerste indruk me wat afschrikte, evolueert deze whisky tot een erg mooie dram. Je moet er enkel wat tijd voor maken. 87/100
 
En ook:
 
Springbank 13y 1996/2009, 57%, SMWS 27.74 ‘Stripped down’, 193 bttls
Ziltige neus. Jodium, zeewier, typische zee-elementen. Gerookt vlees. Beetje zoet. Ook veel zilt in de smaak, naast lichte rook. Kruiden naar het eind die overgaan in de afdronk. Aangenaam maar niet bijzonder complex. 80/100

Glen Scotia 1992 Malts of Scotland

Dit is nog maar mijn tweede Glen Scotia, mijn tweede 1992 ook. Die Jack Wieber viel me al redelijk mee, benieuwd wat deze geeft.

 
Glen Scotia 1992/2010, 53.3%, Malts of Scotland, sherry cask #429, 199 bottles
Prominente sherryneus op koffie, rubber, verbrande cake, crème (tres) brûlée, hooi… best aangenaam. Ho, wacht ‘s, wat is dat? Een minder aangenaam trekje. Karton? Ja, karton verdorie. En oude boeken. Natte kranten. Stof. Klei. Vreemde neus met een bizarre twist. Smaak: punchy! Eucalyptus, hooi, hout, Irish coffee, bittere chocolade, kaneel, kruidnagel, zoethout, een beetje zout, gepofte kastanjes… en dan ook hier die onaangename kant van karton, kranten en stof. De afdronk is redelijk lang op noten en zilt. Speciale whisky die zo z’n momenten heeft, maar die me vooral stevig in verwarring bracht. Ben in m’n beoordeling tussen 85 en 70 geslingerd. Met stip de minste van de drie nieuwe Malts of Scotland. 76/100

Back to reality…

… en het is wennen verdorie. Wat een fijn reisje seg. Een weekje naar het mythische Islay, Campbeltown en het wondermooie Arran, een mens kan harder gekloot zijn. De Eyjafdinges dreigde nog roet in ons eten en whisky te gooien, maar dankzij de nodige creativiteit zijn we toch nog in het Beloofde Land geraakt. Veel onderweg geweest, veel bonen, worst en black pudding binnengeduwd, weinig geslapen, veel whisky gedronken, veel gelachen… en teruggekeerd met een zeer voldaan gevoel (en een duffe kop).
Enkele impressies: de ‘rent’ van m’n square foot of Islay als FOL geclaimd, verbroederd aan Kildalton cross, gegeten in Ardbeg distillery met als toetje hun nieuwe single cask in primeur, mondwaterende dagverse sint-jacobsvruchten en kreeft in Port Charlotte hotel, bezoekje aan Finlaggan – zetel van de Lords of the Isles, duiken in de malt op de turf-gestookte kiln van Bowmore, een alternatieve sauna-ervaring in hun oven, wat vaten sampelen in hun warehouse, een succulent diner in Bowmore warehouse no 4, Bunnahabhain Auld Acquaintance (de beste Bunna ever) bij Duffies, tasting in de Cadenhead shop in Campbeltown, bezoek aan de wel erg artisanale Springbank distillery, lamsvlees dat smelt als boter op je tong op Arran, een fikse wandeltocht langs de schilderachtige oostkust van Arran, een toffe rondleiding door Arran distillery en warehouses (o.a. een erg lekker sherryvat geopend)… ja, het was goed.
En ook een beetje whisky achter de kiezen natuurlijk. En ja, dat is een understatement – “alwéér Port Ellen?”. Ik denk dat ik een weekje calorie-compensatie moet inlassen.

 

Desalniettemin blijven we onversaagd whisky proeven, aan een normaal en voor mijn lever minder destructief tempo weliswaar. Vandaag is dat een jonge Hanyu uit de Ichiro’s Malt card series. Dit is een reeks Japanse whisky’s die elk onder een specifieke kaart uit het kaartspel worden gebotteld. De hieronder besproken Hanyu bv. gaat door het leven als de klaveren zeven. Het is er één uit het jaar 2000, het laatste jaar dat Hanyu nog productief was.

 
Hanyu 8y 2000/2008 ‘Seven of Clubs’, 59%, Ichiro’s Malt, #7004, 345 bt
Zoete neus op perensiroop, boter, kokos en koffie verkeerd. Een heel klein beetje rook ook, hout en redelijk wat houskool. De smaak is krachtig en prikkelend op vanille, kruisbessen en hout. Wat kruiden naar het eind en in de afdronk. Lekker, maar 120 euro is gewoon te veel. 82/100
 

Een blinde Fulldram sessie – vervolg

Na de pauze gingen we blind en gezwind verder met volgende vier gesokte flessen.

 
Longrow 10y 100° proof, 57%, single cask for The Nectar, Belgium
Zachte, granige neus met associaties van zoete turf, vanille, hout en veel granen. Bierbeslag. Niet geweldig, maar water toevoegen helpt. Water brengt vooral fruit naar boven, zoet fruit, rijpe banaan, maar ook cake en winegums zoals iemand opmerkte. Ook op de smaak heeft hij water nodig, zonder is hij te scherp en te gesloten. Dan krijg je zachte, zoete turf en vanille. Lekkere whisky, maar enkel en alleen met water. 83/100
 
Arran 1997/2010, 55%, OB for Belgium, cask 965, 306 bottles
Zachte sherry- en wijnneus. Ik dacht aan tarte tatin. Met z’n rozijnen, warme appels en karamel. Eucalypus. Honing. Deed me ook wat aan rum denken. Op de tong is hij erg krachtig, het vocht brandde zich een weg naar m’n maag. Alcohol en karamel maar niet veel meer. Water dan maar. Mmm, blijft weinig uitgesproken. Gestoofd fruit, dat wel. Middellange, bitterzoete afdronk. Ook dit is best lekkere whisky hoor, maar voor mij toch de minste van de avond. Niet voor iedereen evenwel, zie de eindrangschikking onderaan. Aan mijn score kan je echter afleiden dat het niveau van de tasting wel meer dan oké was. 80/100
 
Bowmore 16y 1993/2010, 59.9%, The Perfect Dram (TWA), 209 bottles
Aha, een Bowmore 1993! Een legendarische jaar voor deze distilleerderij. In 1993 draaide Bowmore op verminderde kracht, alles gebeurde er een beetje trager. Zo nam de fermentatie dubbel zoveel tijd in beslag als andere jaren. Het resultaat is whisky van uitzonderlijke kwaliteit. Probleem is dat er nog weinig Bowmore 1993 te vinden is, wat gezien de reputatie niet verwonderlijk is. Maar misschien zullen er later nog wel enkele beauties uit dat jaar gebotteld worden op hogere leeftijd.
De neus van deze is licht mineralig en geeft zachte turf en veel bitterzoet fruit. Sinaasschil, kruisbessen, bosbessen, maar ook een lichte tropische touch met ananas en papaya. Vanille. Dit patroon zet zich verder op de smaak. Licht bitter (wat kruiden), veel fruit (de bessen) en zachte turf. De laatste twee associaties komen meer naar voor met enkele druppels water. Fruitige en zoete afdronk met terugkerende rook en wat zilt. Lekkere fruitige whisky (staat in m’n top 3) maar van een Bowmore 1993 had ik misschien toch nog net een ietsje meer verwacht. 86/100
 
Port Charlotte 6y 2002/2008, 57.6%, Streah, cask 85, 281 bottles
Ik moet bekennen nog nooit van deze onafhankelijke bottelaar gehoord te hebben. Vraag me af wat ze zo nog gebotteld hebben. De neus is romig en fruitig met turf natuurlijk, zilt, vanille en vrij veel wit fruit (jong). Niet geweldig complex maar wel lekker. Hetzelfde geldt voor de smaak. Fruit, turf, peper en een lichte assigheid. Lange afdronk in het verlengde hiervan. Voila, een Port Charlotte die wél 84 verdient! 84/100
 

Met deze Port Charlotte sloten we een geslaagde avond af. We hebben dus redelijk wat peat voorgeschoteld gekregen, maar telkens wel mooie en relatief complexe peat. En op zich mocht dit ook wel eens, de nadruk ligt over het algemeen immers sterk op fruitige whisky, waar we natuurlijk niets op tegen hebben.
Blinde tastings? Zo mogen er voor mij elk jaar wel enkele zijn.

 
A ja, voor ik het vergeet, de top 3 van de avond zag er als volgt uit:

  1. Springbank 21y
  2. Arran 1997 for Belgium
  3. Longrow 10y for The Nectar

In de winnaar kon ik me perfect vinden, maar zeker met de tweede plaats van de Arran was ik het niet eens. Bij mij stond de Rollercoaster op twee en de Bowmore op drie, alhoewel deze laatsten erg dicht bij elkaar lagen.

 

Een blinde Fulldram sessie

Maandag was het weer verzamelen geblazen aan de Leuvense vismarkt. Dit keer voor een blind session, zeven whisky’s waarvan we pas na proeven, na ranking én na verkoop per opbod wisten wat het was. Vooral dat laatste was behoorlijk tricky omdat je absoluut niet wist hoeveel de fles gekost had en je dus voor de rest van de fles evenveel of meer kon betalen als voor een volle fles.

Blind proeven is uiteindelijk wel de meest eerlijke en correcte manier van proeven. Je bent op geen enkele manier beïnvloed door een merk, een reputatie of enige andere voorkennis. Mensen die beweren dat ze ook niet-blind 100% objectief scoren, maken zichzelf wat wijs. Je kan de invloed van het label proberen weg te drukken, maar helemaal lukt dat nooit, bewust of onbewust speelt het toch ergens mee. We gebruikten wel onze gewone tastingglazen waardoor we de kleur konden waarnemen, wat nog niet helemáál blind is natuurlijk, daar heb je die blauwe glaasjes voor. Vandaag en morgen een verslagje van de avond.

 
Campbeltown Loch 30y, 40%, blend
Als welcome dram dronken we de 30-jarige Campbeltown Loch, een whisky die we ook op de Whisky & Bier tasting van 19 oktober vorig jaar voorgeschoteld kregen. Aangename en vlot drinkende whisky zonder capsones. Ongewijzigde score.
 
Port Askaig 25y, 45,8%, Speciality Drinks (The Whisky Exchange), 2009
De eerste blinde was de Port Askaig 25y, ook een whisky die ik reeds eerder dronk. Deze blijft voor mij een lekkere whisky op zachte turf en fruit, die echter wat te bitter eindigt om hoger te scoren.
 
Springbank 21y, 46%, OB +/- 2005
De tweede was een fles met een redelijk cultniveau, en hoeft het te verbazen, zowel voor mij als voor de groep de winnaar van de avond. De neus is erg levendig en fris. Ik had bloemen, fruit, bijenwas, sinaaszest, geconfijt fruit, noten, zacht hout… complex inderdaad. En lekker! Subtiele sherry en alles perfect gebalanceerd. Ook op de smaak trouwens. Fruit, licht bitter (witte pompelmoes), kruiden, vanille, hout, heel lichte rook. Lange zoete en fruitige finish. En dan zijn de oudere batchen naar het schijnt nog een stuk beter. 90/100
 
Ardbeg ‘Rollercoaster’, 57.3%, OB Committee, 2010
Een whisky waar ik twee flessen van heb staan, maar nog geen van heb geopend. De Rollercoaster bevat vaten van elk jaar van 1997 t.e.m. 2006 en werd gebotteld ter ere van het tienjarig bestaan van het Ardbeg Committee.
Medicinale turf, mineralen, wit fruit, gerookte ham (vrij ziltig), sigaren, kruiden en wat zoets (marsepein) in de neus. Vrij complex dus, en voor mij herkenbaar Ardbeg. De smaak is stevig en licht bitter met lekkere turf, zilt, kruiden (‘herbal’) en pompelmoes. Had ‘m evenwel niet zo hoog in alcohol geschat. Lange afdronk met turf, zilt en kruiden die strijden om de aandacht. Pas op, de turf is nooit te scherp of te neigend naar asbak, de balans is meer dan oké. Wetende wat het is, is dit best een meevaller. Ik vreesde immers voor meer turf en minder complexiteit, maar dat valt dus reuze mee. 87/100

De nieuwe Springbank 18y

De nieuwe Springbank 18y kon ik al eens eerder vluchtig proeven, ik vond ‘m toen vrij teleurstellend, zeker in vergelijking met de eerste batch ervan. Nu heb ik de gelegenheid er wat meer tijd voor te nemen. Benieuwd of m’n eerste indruk bevestigd wordt.

 

Springbank 18y, 46%, OB 2010, 2nd edition – Campbeltown
De neus is nogal grassig met hooi, hars, zoethout, linde, granen en noten. Niet geweldig boeiend eigenlijk. Daarna komt ook rood fruit bovendrijven. Aardbeien, braambessen enzo. Lichte rook. Op de tong is deze Springbank vrij vettig en mondvullend met eerst rozijnen, sinaasschil, bittere chocolade (inderdaad, orangettes!) en zachte rook. Na enige tijd zetten kruiden door. Peper en veel zoethout, drop. Behoorlijk lange en bitterzoete afdronk met terugkerende rook. Bwa, dit is best lekkere whisky, maar inderdaad toch wel een stevige stap achteruit ten opzichte van die eerste batch van vorig jaar. 84/100