Spring naar inhoud

Posts tagged ‘2008’

Yoichi 1987, beste single malt WWA 2008

Deze Yoichi werd uitgeroepen tot beste single malt van de wereld op de World Whisky Awards 2008. Let op, er zijn nadien nog bottelingen gevolgd (althans op z’n minst één waarvan ik weet heb), ik proef de eerste uit 2007. Nikka bottelt trouwens elke winter een zogenaamde ‘limited edition’ whisky die twintig jaar eerder werd gedistilleerd.

 

Yoichi 1987, 55%, OB 2007, Nikka, 2000 bottles
Lekkere sherryneus met veel fruit (gedroogde abrikozen, vijgen, rabarber-confituur), een beetje hars, stroop, peper en zoethout. Tabak, lichte kruidige turf. Antiekshop (oude meubels, oud geboend leder). Volle, romige smaak, zoet en kruiden. Stroop, karamel en zoet, gekookt fruit. Nootmuskaat. Zachte turf. Een beetje zilt zelfs. Mooi in balans, verwarmend en elegant. Met water erbij treden de kruiden meer op de voorgrond. Lange, bitterzoete afdronk, wat drogend. Erg lekkere whisky, dat zeker, maar ik kan me niet voorstellen dat er in 2008 geen betere single malt te krijgen was. 87/100

Octomore

Laat ons vandaag eens een blik turf opentrekken. Octomore was bij lancering in 2008 met z’n 131 p.p.m. (deeltjes fenolen per miljoen) de zwaarst geturfde whisky op de markt. Ondertussen zijn er nieuwe batchen uitgebracht met een nog hoger turfgehalte. Pas op, het gaat hier telkens om het p.p.m.-gehalte van de malt, niet dat van de spirit. Vandaag proef ik de eerste release, de ‘01.1’ (bedankt voor de sample Ruben). Knap flesdesign trouwens.

 
Octomore 5y ‘Edition 01.1’, 63.5%, OB 2008, Bruichladdich, 6000 bottles
De neus geeft om te beginnen en zoals te verwachten turf en vooral veel rook. Smeulend haardvuur, barbecue, asbak. Daarna krijg ik hints van petrolium, asfalt, zout en zeewier. Wat alcoholisch ook, maar dat is met z’n 63.5% niet abnormaal. Laat er ons wat water aan toevoegen. Mmm, de rokerigheid blijft, maar wordt olieachtiger. Gerookte vis, citrus en hooi heb ik nu ook. Zou hij onverdund te drinken zijn? Wel ja, de turf brandt op de tong maar laat toch al wat ruimte voor zilt en fruit. Gerookte heilbot en citroen zijn de zaken waar ik aan denk. Oh ja, duidelijke citroen. Kastanjes en okkernoten ook. Maar wat een turfbom seg! Daar drink je er niet meer dan één van op een avond (laat staan namiddag). Wat doet het water met de smaak? Het maakt het geheel vooral drinkbaarder. Ook nu blijft de rook en de turf domineren (eerder rook dan turf nu) maar er is toch wat plaats voor tabak (euh ja), noten, drop, meer zilt, zouthout en peper. De finish is erg lang op turf, teer en zilt. Wel, deze Octomore is complexer dan ik dacht en lekkerder dan ik vreesde. Benieuwd wat dit na 5 of 10 jaar extra rijping geeft. 86/100

Glann ar Mor

Glann ar Mor – Bretoens voor ‘aan zee’ – is een distilleerderij aan de Noordkust van Bretagne, een regio met een stevige Keltische invloed. Het is opgericht door de Celtic Whisky Compagnie, die op die manier hun aanbod van ‘Keltische’ whisky kan vervolledigen. Verschillende jaren voorbereiding gingen de opening in juni 2005 vooraf, een oude boerderij werd omgebouwd en het ganse whiskyproces werd uitgedokterd, van het vinden van geschikt water tot het bouwen van een warehouse. Het hart van de distilleerderij is één grote kamer waar zowel de washbacks, de stills als de opslagtanks (waar de spirit in zit voordat het op vaten wordt gedaan) staan. De eerste distillatie vond plaats op 31 december 1999, maar dat was nog voordat de nieuwe stills geplaatst zouden worden in 2005. De spirit van dat eerste distillaat is ter gelegenheid van het inwerkingstellen van de nieuwe stills gebotteld onder de naam ‘Taol Esa’ (probeersel) op 99 flessen van 50cl. In 2008 werd dan het eerste distillaat van de nieuwe stills gebotteld onder de naam ‘Taol Esa – 1än Gwech 08’. Een tweede (Taol Esa – 1ãn Gwech 09’) kwam vorige maand uit. Daarnaast heeft Glann ar Mor ook een geturfde versie, de Kornog. Een eerste batch hiervan werd gebotteld op 57.1%, een tweede recent op 46%. Vandaag proef ik de eerste batches van zowel de niet-geturfde als van de geturfde.

De gebruikte gerst komt uit het Noorden van Frankrijk, maar voor hun Kornog gebruiken ze geturfde mout uit Schotland. De whisky rijpt op het domein van de distilleerderij, aan de Bretoense kust dus. Zoals geweten passeert daar de warme golfstroom wat een extra stimulans is voor het rijpen. De gebruikte vaten zijn ex-bourbon of ex-sauterne vaten.
 

Glann ar Mor ‘Taol Esa – 1än Gwech 08’, 46%, OB 2008 – Frankrijk
Lekkere, frisse neus. Bloesems. Een boomgaard in volle bloei. Veel fruit (sinaas, appel, peer), granen en behoorlijk wat vanille. Ik zou dit absoluut geen drie jaar schatten (wordt dit een tweede Amrut?), maar weinig new-spirit-toestanden. Ja, de peer misschien, en een klein beetje bubblegum, maar dat valt allemaal erg mee. Ook veel fruit in de smaak. Appel en peer, ook hier. Sappige peer. Een lichte kruidigheid ook. Gember. Munt. De smaak is ‘dik’, boterig en blijft vrij lang hangen. Zeer mooie whisky voor z’n leeftijd. 86/100
 
Kornog ‘Taouarc’hKentan’, 57.1%, Glan ar Mor, OB 2008 – Frankrijk
35 p.p.m., drie jaar gerijpt op bourbonvaten. Neus: veel turf en rook en veel ‘zee’ (zilt, iodium, zeewier) maar ook wat citrus en zoets erdoorheen. Geroosterde amandelen. Smaak: meer rook dan in de neus, beetje fruit (witte perzik, peer), marsepein, zilt en peper. Lichtjes bitter. Potloodslijpsel. Naar het einde vrij veel asbaktoestanden, wat teveel naar mijn smaak. Vrij scherpe finish op rook en hars. Mmm, slecht is dit niet, verre van, maar de niet-geturfde is beter. 83/100

A’bunadh

‘A’bunadh’ is Keltisch voor ‘the origin’, de oorsprong, waarmee de mannen van Aberlour willen aangeven dat deze distillaten nauw aanleunen bij de manier waarop vroeger whisky werd gedistilleerd. Wat natuurlijk met een korreltje zout genomen moet worden, maar kom, de A’bunadh’s worden in ieder geval nooit gekleurd of koud gefilterd en worden altijd op vatsterkte gebotteld. Aberlour vermeldt bij z’n A’bunadh’s nooit een leeftijd, maar men mag aannemen dat dat rond de 8 jaar zal liggen. Alle whisky die voor deze bottelingen wordt gebruikt, is gerijpt op sherryvaten. De botteling die onlangs proefde is ondertussen al de 22e batch A’bunadh.

 
Aberlour NAS ‘A’bunadh’, 59.3%, OB 2008, batch no 22 – Speyside
Neus: opgelegde peren. Lichtjes zuur. Wat wijnig. Zachte sherry. Gaat over in rood fruit. Allerlei bessen, maar geen zin uit te vissen welke. Stevige smaak, mondvullend. Sherry, fruit (appel), vanille, karamel en licht rokerig. Mooie balans bitter-zoet. Afdronk op bittere chocolade en kruiden. Blijft effe hangen. Aangename whisky. 81/100

Twee Bruichladdichs, een lekkere nieuwe en een héél lekkere oude

Bruichladdich 1998 ‘Manzanilla’, 46%, OB, 2008, sherry wood, 6000 bottles – Islay – 80/100
Dit is een Bruichladdich op Manzanillavat gerijpt. Manzanilla is een lichte, droge sherry afkomstig van San Lucar de Barrameda, gelegen aan de Atlantische oceaan. Het heeft een kruidige en licht zilte smaak. Andere bekende sherry variëteiten zijn Fino, Oloroso, Pedro Ximénez en Amontillado. Eens zien wat de sherry met deze spirit heeft gedaan. Frisse neus met zilt, honing, veel citrus, maar ook abrikoos en appel. En de sherrykenmerken zoals koffie, hout en noten, maar die gaan nooit overheersen. Mooie balans. Zoete smaak, veel zoet fruit. Kokos. Karamel, vanille, beetje kruiden (een zeer herkenbaar kruid, maar kom er niet op). Vrij korte maar lekkere, licht rokerige en fruitige afdronk.
 
Bruichladdich 1966/1983, 53.5%, OB, Moon Import, Riserva Veronelli, 2400 bottles – Islay – 90/100
Frisse neus met veel rijp, sappig fruit (peer, perzik, appel), granen en lichte rook. Stevige, zoet-zilte smaak met duidelijke sherry en weerom wit fruit. Peper & zout finish. Erg lekkere, fruitige oude Bruichladdich.

Enkele Speysiders

Vandaag maak ik tijd voor enkele Speysiders die ik tot op heden heb verwaarloosd. Soms ten onrechte, soms ook niet zo blijkt.

 
Deanston 12y, 46.3%, OB, 2008 – Speyside – 67/100
Deze whisky hebben ze vóór het bottelen nog enkele weken op nieuwe eiken vaten gestoken, kwestie van het vocht een extra zoete touch te geven. En dat hadden ze beter niet gedaan. De whisky is inderdaad behoorlijk zoet (vanille, honing), maar het hout is te dominant, wat resulteert in een erg droge whisky op hooi, hout, zoethout en andere bittere toestanden. Daarnaast heeft de neus nog wel een beetje fruit en granen, en de smaak fruit (sinaas), suiker en een lichte kruidige touch, maar het geheel is te droog en te bitter. Droge, eerder korte afdronk. Saai allemaal, mist de nodige complexiteit. Toch wel een beetje een teleurstelling, mijn eerste Deanston.
 
Glencraig 33y 1974/2008, 50.5%, SMWS 104.9 ‘Church incense in naughty dungeons’, 204 bottles – Speyside – 87/100
Glencraig bottelingen zijn zeldzaam, om de eenvoudige reden dat de distilleerderij maar een korte tijd actief was, van de jaren zestig tot begin jaren tachtig. Deze 1974 heeft een erg frisse neus met bloesems en fruit. Beetje waxy. Ook de smaak is erg fruitig, evoluerend naar kruidig. Erg lekker.
 
Benrinnes 11y 1996/2008, 46%, Dun Bheagan, cask 91022, Tokay finish, 288 bottles – Speyside – 72/100
Neus: fruit (sinaas) en bloemen. Oeh, na een tijdje ook lijm, wat hier toch wel een storend element is (hoeft niet altijd zo te zijn). Smaak: zoet (vanille), pudding (vanille pudding dus), wijnachtig. Geen al te beste wijn. Middellange zoete finish met citrustonen. Niet bijzonder. Whisky en Tokay, het wil maar niet lukken.