Spring naar inhoud

Posts tagged ‘16 yo’

Glenallachie 16y 1995, Malts of Scotland

Naast de geweldige Glen Keith 1970 en de twee nog geweldigere Caperdonichs 1972 brengt Malts of Scotland dezer dagen nog andere bottelingen uit, in een lagere prijscategorie. De komende dagen komen deze hier aan bod. Ik begin met een Glenallachie 1995, waarvoor je een 60 euro betaalt.

 

Glenallachie 16y 1995/2011, 53%, Malts of Scotland, Bourbon Hogshead #1257, 222 bottles
Lichte, prikkelende, fruitige neus die redelijk ‘jong’ aandoet. Harde peren, ananas, gele appels. Vanille. Wat granen ertussendoor (ik denk aan havermoutpap, een jeugdherinnering vooral), net als – en dat is de eerste keer dat ik deze associatie gebruik – botermelk met druivensuiker. Best genietbaar. De smaak is zoet en granig. Licht bitter en wat alcoholisch. De vanille en het fruit die ik op de neus had, zitten ook hier. Appels vooral. Op het einde komt er limoen door, net als een klein beetje peper. Drop? Licht bitter. De afdronk is vrij lang, licht drogend op pompelmoes en mandarijn. Genietbaar, absoluut, zeker op de neus. 82/100

Caol Ila 16y 1977, Cadenhead

Vandaag proef ik een oude jonge Caol Ila. Deze Cadenhead botteling is een 1977, maar al bijna twee decennia geleden op flessen getrokken.

 

Caol Ila 16y 1977/1993, 58.6%, Cadenhead
De neus van een hammetje aan ‘t spit, rokerig en zilt, maar ook van behoorlijk wat groene appels, net als van gras (hooi misschien eerder), mineralen (natte steen), mosterd en peper. Dik en boterig op de tong. Hier heb ik in eerste instantie turf, daarna een stevige portie kruiden en wat hout. Hier is echter niet veel fruit te bespeuren, tenzij wat witte pompelmoes. Lange afdronk op kruiden en turf. Lekkere, foutloze Caol Ila, ook toen al. 86/100

Bezoek aan Knockdhu

Er zijn weinig mensen die Knockdhu kennen. An Cnoc kennen ze wel, Knockando ook. An Cnoc is de naam waaronder de Knockdhu distilleerderij z’n whisky bottelt, Knockando is een andere Speyside distilleerderij en heeft hier dus niets te zien.

Knockdhu ligt in het Oosten van Speyside, ergens tussen Strathisla en Glendronach in. Haar geschiedenis gaat terug tot het jaar 1893. Een jaar voordien kocht een zekere John Morrison het landgoed Knock van de Duke of Fife, een stuk land waar hij verschillende waterbronnen ontdekte op de zuidelijke flanken van Knock Hill. Het water was zo zuiver dat het zich uitstekend leende voor het distilleren. Maar naast het water was er ook de nabijgelegen ‘Great North of Scotland’ spoorlijn (nu verdwenen) die Aberdeen met Elgin verbond, en stond de Moray regio bekend om z’n overvloed aan gerst en turf. Dit alles maakte Knock de ideale locatie om whisky te produceren. Morrison twijfelde niet langer en begon met de bouw van een distillerderij in mei 1893.
Algauw kon men starten met whisky te distilleren. De productie werd in de loop der jaren driemaal stilgelegd, eerste tijdens de drooglegging en kort daarna tijdens de Tweede Wereldoorlog, toen het een regiment van het Indische leger huisvestte. Onder het beheer van Scottish Malt Distillers, sloot Knockdhu in 1982 een derde maal, om in 1989 onder de nieuwe eigenaars, Inver House, de productie opnieuw op te starten. In 2000 werd de naam van de whisky veranderd in An Cnoc om verwarring met deze van Knockando te vermijden. An Cnoc is Gaelic voor ‘de heuvel’. De productie gaat voor een groot deel naar de reeds vermelde blends van de groep.

Gordon Bruce, distillery manager, wijdde ons met veel gedrevenheid in in de geheimen van Knockdhu. Ik heb al best wat distillery tours achter de kiezen, en ik moet zeggen dat ondanks het gebrek aan tijd, deze tour één van de beste was die ik al deed. Gordon ademt whisky, met een passie en een maniakale drang naar perfectie die ik maar zelden ben tegengekomen. Het feit dat hij een ingenieur is, zal niet vreemd zijn aan dat perfectionisme. Alleen al de trots waarmee hij vertelde dat hij enige tijd terug een heel bijzondere versnellingsbak uit Italië op de kop wist te tikken, met merkelijk betere prestaties en een hoger rendement dan deze die hij in Schotland voor handen had. Hij bouwde deze versnellingsbak om voor gebruik in de distilleerderij en wist zo energie te besparen en het distillatieproces een pak efficiënter te laten verlopen. Energiebesparing is trouwens hét modewoord in distillerend Schotland heb ik het laatste jaar mogen ontdekken. Soit, ik vond het een geweldige kerel. Hij startte trouwens in de whisky business in 1988 als mash man bij Pulteney, in 2006 werd hij aangesteld als manager van Knockdhu.

De foto hiernaast toont een impressie van de kiln van Knockdhu (ja oké, ik ben een freak, maar wees blij dat ik de rest niet publiceer), thans ongebruikt. Maar genoeg duiding, hoog tijd om het te hebben over de whisky’s die Gordon ons na de rondleiding liet proeven. Er stonden enkele standaardbottelingen te wachten, maar Gordon kon het niet laten ook in z’n kast met cask samples te duiken. Ik zei het al, een zalige gast.

 

An Cnoc New Spirit
Anders dan deze van Balblair, opmerkelijk anders. Minder mierzoet fruitig, eerder floraal. Graniger ook. Interessant.

 

An Cnoc 12y, 40%, OB 2010
Granige neus met een beetje fruit (gedroogd fruit). Suikerspin. Granen en citrus op de smaak. Wat honing. Korte afdronk. Nogal eenzijdig en niet echt my cup of tea.

 

An Cnoc 16y, 46%, OB 2010
Dit is beter. Meer fruit op de neus. Wit fruit. Kruidenthee, herbal. Stroperig en fruitig op de tong. Tarte Tatin. Middellange, zoete afdronk.

 
 

An Cnoc 1994, 46%, OB 2008
De neus start granig, met meer en meer karamel. Geroosterde en gesuikerde noten, wat rook van het hout. Niet slecht. Romige smaak op granen, gestoofd fruit en honing. Zoethout. Best lekker.

 

An Cnoc 1995, 46%, OB 2010
De opvolger van de 1994. Redelijk vergelijkbaar, misschien wat kruidiger. Kaneel schreef ik op. Het fruit hier is vooral citrus. Zoete en kruidige smaak. Vrij lange, kruidige afdronk met perzik. Mmm, ik heb een lichte voorkeur voor deze vintage, wat complexer.

 
 

An Cnoc 30y 1975, 50%, OB 2005
Dit was voor mij de ‘WTF? Is dit An Cnoc!?’ whisky. Geweldig lekker. Zoet, floraal. Vanille-fudge, zachte rook, en nog héél wat meer waar ik niet toe kwam. Zalige whisky, maar niet de beste van de tasting. Voor 140 euro echter zeer koopwaardig.

 

An Cnoc 20y 1990, 50%, cask sample, #1693
De eerste sample die we proefden (en waarvan ik iets noteerde) was vat 1693, versneden tot 50%. Ik had hier dezelfde herbal tonen als bij de 16y. Lekkere whisky.

 

An Cnoc 35y 1975, cask sample
En last but certainly not least, kregen we een sample uit een vat, afgevuld in 1975, voorgeschoteld. In lijn met de 30y maar meer fruit (tropical!), meer bloemen, eigenlijk gewoon meer van alles. Perfect gebalanceerd met het hout. Als dit ooit gebotteld wordt, moet en zal ik een fles zien te bemachtigen. Ik zou in ieder geval niet al te lang meer wachten met bottelen, ik kan me moeilijk voorstellen dat hij nóg beter wordt.

 

Highland Park 16y

De Highland Park 16y, met z’n lichtblauw label, werd gebotteld voor de Duty Free markt in 1 literflessen.

 

Highland Park 16y, 40%, OB 2010, 1L
Zachte en lichte neus op rozijnen, pruimen, kersen, honing, lichte turf, vanille, noten, gedroogde bloemen en een beetje hout. Maar alles erg subtiel en licht, weinig power. Hetzelfde kan gezegd worden van de smaak. Licht, floraal, wat sinaas, wat gedroogd fruit, zachte rook, een beetje vanille, een hintje kruiden, maar ook hier erg gedempt. Wordt vrij bitter na enige tijd. Hout, okkernoten, wat zilt. Korte, bittere finish met honing die voor wat tegengewicht zorgt. Een beetje een tegenvaller. 76/100

Een Glen Scotia die z’n naam niet gestolen heeft

Vandaag proef ik een Glen Scotia van de Scotch Malt Whisky Society. Glen Scotia is de minder bekende distilleerderij op Campbeltown, naast grote broer Springbank (en recente aanwinst Glengyle). Dat oude Glen Scotia overheerlijk kan zijn, bewees de 1972 van Malts of Scotland al, nu eens zien hoe het met recentere zit.

 
Glen Scotia 16y 1992/2008, 55.1%, SMWS 93.34 ‘Absolutely delicious!’, 178 bottles
Laten we ons vooral niet beïnvloeden door de naam die de Society deze whisky meegaf. The proof of the pudding enzo. Mooie, rokerige en zoete neus. Het zoete laat zich vertalen als karamel, zachte karamel. Daarnaast is hij licht ziltig en kruidig. Maggi. Wat nog? Leder, tabak en peper. Ook de smaak is zilt en zoet. Pittig op de tong en wat stroperig. Ik heb tonen van pruimen, zoethout, appel, rozijnen, rook… complex. Vrij lange afdronk op gedroogd fruit en kruiden. Doet me wat aan oude rum denken. Heerlijke whisky, en volledig terecht die naam. 87/100

Longmorn 16y

De Longmorn 16y werd in 2007 gelanceerd als opvolger van de 15y. Die 15 vond ik altijd al een sterke benchmark whisky.

 

Longmorn 16y, 48%, OB 2010
Veel fruit op de neus, fruit à la appels, peren en kersen, Europees fruit dus. Niet veel meer dan dit fruit evenwel… of ja, wat vanille, maar toch redelijk vlak die neus. Lekker maar weinig complex. Romig op de tong met ook hier vooral fruit, wat honing, noten en een beetje kruiden. Middellange, droge finish op kruiden en gestoofd fruit. De oude 15y vond ik beter. 79/100

Twee 16-jarige Benriachs head to head

De Benriach 1993 voor Pin’Art heb ik onlangs op een Fulldram-event geproefd en goed bevonden. Nu blijkt dat ik daar een sample van heb staan, de ideale gelegenheid dus om hem eens in al rust te proeven. En laat ik er meteen de officiële 16y naast zetten.

 
Benriach 16y, 43%, OB 2010
De neus is fris en fruitig, de smaak droog en fruitig (maar wordt hoe langer hoe kruidiger). Qua geuren denk ik aan honing, pompelmoes, onrijpe banaan, kruisbessen, sultanas (veel fruit zoals ik al aanhaalde), bloemen en… papier. Warm papier, net uit de copier gerold. Qua smaken noteer ik deze van vanille, banaan, kamillethee, redelijk wat hout, kruiden en hars. Het geheel droogt een beetje uit, het hout en de kruiden beginnen het fruit wat te verdrijven. Droge, middellange finish. Deze whisky begon mooi maar op de smaak wordt ie met de tijd een ietsje te droog. Al bij al toch een lekkere whisky. 82/100
 
Benriach 16y 1993, 55.6%, OB for Pin’Art, 2009, cask 2587, 295 bttls
Deze Benriach is gefinished op Sauternevat. Aangename zoete neus op karamel (fudge eerder), stroopwafels, rozijnen, perzikken en pruimentaart. Een lichte kruidigheid erdoorheen. Mooie balans. Ook op de smaak zijn de zoete en fruitige tonen mooi verweven met de kruiden. Deze 1993 is een vatsterkte, wat het geheel natuurlijk ook wat meer ‘oomph’ geeft. Op de afdronk nemen de kruiden het heft in handen. Knappe Benriach en beter dan standaardbotteling. 86/100