Spring naar inhoud

Posts tagged ‘Moon Import’

Longrow 1987 ‘Dreams’, Samaroli

Een whisky die ik al heel lang wou proeven, is deze Longrow 1987 ‘Dreams’ van Samaroli. Dit is Serge Valentin’s beste Longrow ever, beter dan de beste 1973’ers en 1974’ers. Mijn beste is tot op heden de 1987 Samaroli ‘to celebrate 2000‘, net als de ‘Dreams’ gebotteld in 1999 (aan de vooravond van het jaar 2000), maar wel op 55%. En dat is ook na vandaag nog het geval, alhoewel het niet veel scheelde.

 

Longrow 1987/1999 ‘Dreams’, 45%, Samaroli, cask 334, 967 bottles
De heerlijkste medicinale en ‘farmy’ turf, in de traditie van de beste zuidelijke Islay’ers. En dan heb ik het over het oudere spul. Jonge Ardbeg van begin-jaren-zeventig. Echt waar. En die vergelijking gaat niet alleen op wat de geuren betreft, ook het elegant, complex en delicaat karakter is van die orde. Ik ruik veel fruit: meloen, passievrucht, sappige perzik, pompelmoes, mandarijn… zalig gewoon. Een beetje zilt, lijnzaadolie, jodium, oesters, mineralen, vanille, heide, nat hooi, natte hond (die boerderijtoestanden), dat blijft maar komen, dat blijft maar evolueren. En zo anders dan andere jaargangen van Longrow. Ook op de smaak nadert dit de perfectie. Gebalanceerd, delicaat, complex… op smaken van zoetzure turf, zilt (gerookte vis), pompelmoes, mandarijn, ananas, vanille, marsepein, medicinale elementen, eik, zoethout, oud leder en iets onbestemd vegetaals. Machtig. Lange, intense en rijke afdronk op zowat alles wat ik al in de smaak had. De ‘2000’ is krachtiger en op de smaak misschien nog wat complexer, dit is subtieler. Ik begrijp al lang waarom Silvano Samaroli indertijd alle vaten Longrow 1987 heeft opgekocht. En de beste zelf heeft gebotteld (de wat mindere vaten heeft hij doorverkocht, o.a. aan Signatory). Deze is samen met de ‘2000’ de parel aan z’n Longrow-kroon. 94/100

Lagavulin 1988, Moon Import

Deze Lagavulin werd geschonken tijdens de ‘Happy Masterclass’ op Spirits in the Sky vorig weekend. Het moet daar naar het schijnt een zeer gezellige boel zijn geweest, met Bert Bruyneel, Mario Groteklaes en Paul Dejong die ten dans speelden. Ik was spijtig genoeg van dienst. Bij Bert en Michiel van de Dutch Connection zag ik echter diezelfde Lagavulin staan. Here we go:

 

Lagavulin 1988/1998, 50%, Moon Import, Horea Solaris, 1300 bottles
Prachtige, elegante en cleane neus die het niet zozeer moet hebben van zware turf maar van subtielere tonen. Tonen van gele appels, citrus, aardbeien, bramen, wat zilt, zwarte thee, rietsuiker, natte bladeren, natte stenen… en natuurlijk toch ook wel wat turf, maar eerder als één van de vele elementen. Complex en vooral zalig om ruiken. Al even mooi en clean op de smaak. Misschien minder complex dan de neus, maar wat maakt dat uit, als het zo leker is als hier? De gele appels en de citrus van op de neus heb ik terug, aangevuld met aardbeiconfituur en suikerspin (best zoet ja), en cleane turf. De afdronk borduurt hier op verder, met nog wat extra kruiden. Tien jaar oud? Wow! 92/100

De Hoogmis

Zoals geweten heeft de mens nood aan rituelen, zonder rituelen voelt z’n bestaan leeg aan, voelt hij zich niet vol-waardig mens. Rond deze tijd van het jaar zijn er mensen die aan deze nood beantwoorden door met Kerst de nachtmis bij te wonen, door een Kerstboom op te trekken en te versieren, door een opgevulde kalkoen in de oven te schuiven, door elkaar met kadootjes te overladen… Bij een handvol Belgische whisky freaks, zeg maar geeks, uit deze behoefte zich helemaal anders. In de week voor Kerst neemt een soort heilig vuur bezit van ons, een vuur dat ons vol hoop en verlangen leidt naar de stal… euh kelder van Luc Timmermans in Beth… nee Mortsel. Er komt geen wierook bij kijken, noch mirre, maar wel goud. Vloeibaar goud, fonkelend, parelend, ons alle vervullend van diepe vreugde, volmaakte innerlijke vrede en hemels geluk.

Schoorvoetend betreden we het Heiligdom, aanschouwen het altaar met de offergaven, wenden de blik af omdat de ontroering ons teveel wordt. We vermannen ons en zetten ons met een eerbied die haast sacraal aandoet aan de tafel, beseffende dat zalig zijn zij die genodigd zijn aan de tafel van de gastheer. Opperpriester Luc gaat de Hoogmis voor met een bezieling alsof hij tot in het diepst van zijn wezen aangeraakt werd door de Heilige Geest, ook gekend als Holy Spirit. Z’n volgelingen prevelen halleluja’s bij het consacreren en tot zich nemen van de zegeningen, danken God voor deze weldaden en worden allen broeder.

De blijde boodschap zij met u allen, heden daarom deze lezing uit het Heilig Evangelie van het Levenswater volgens Luc(as), het – laat dat duidelijk zijn – onvoltooide hoofdstuk:

 

De vorige mis was indrukwekkend, deze beloofde legendarisch te worden. Luc koos dit keer voor twee line-ups van vijf whisky’s. Oorspronkelijk zou het tweemaal zeven zijn, wat achteraf bekeken zware overkill zou geweest zijn. Tien whisky’s op dit niveau, meer kan een mens niet aan. Tien whisky’s waarvan we mogen aannemen dat we deze niet gemakkelijk nog eens gaan kunnen drinken. Alhoewel hoop nog steeds doet leven.

 

Aperitiefje voor de eerste line-up was de Pride of Strathspey 1938, 40%, James Gordon & Co, Da Litri 3/4, 75cl, kwestie van meteen de toon te zetten. Deze toon kan men omschrijven als… ja, als iets wat ik moeilijk kan omschrijven. Dat typisch oud, vooroorlogs profiel dat je in recentere distillaten, of het nu jaren vijftig, zestig, zeventig of recenter is, niet terugvindt. De geur van de herfst geeft misschien een hint. Een boswandeling door de vallende bladeren en het mos. Maar natuurlijk heel wat meer dan dat. Honing, heide, gemberkoekjes, gestoofd fruit, antiekshop… lovely! Zeer delicaat in de mond, en toch krachtig. Zoetzuur. Oude high-end balsamico. Wat belegen hout, honing, confituur. En o zo drinkbaar. Voor je het weet heb je enkele honderden euro’s binnengekapt. Uniek! Nee Serge, hier zit je mis. De fles vermeldt niet hoe oud de whisky is, je kan enkel uit de ‘Da Litri’ afleiden dat deze gebotteld is voor 1975. 92/100

 

Dan kregen we een officiële Ardbeg 10y op 46% ingeschonken. Ah, zoiets wat je tegenwoordig overal vindt aan minder dan 50 euro hoor ik jullie denken… Niet echt, de Ardbeg 10y, 80 proof, OB early 1970’s, white label, 26 2/3 Fl. Oz. kan je in weinig vergelijken met het recente spul. Dit is Ardbeg van begin jaren zestig, Ardbeg waarbij de turf niet op de voorgrond treedt, maar bescheiden op de achtergrond blijft. Deze whisky is vooral heel mineralig. Natte stenen en zo. De neus biedt daarnaast veel fruit, zeelucht, kruiden en een klein beetje petrolium (niet storend, integendeel). De smaak heeft meer turf, zoete turf, maar is verder even fris en mineralig als de neus. Zilt en kruiden noteerde ik nog, net als wat zoet, misschien geconfijt fruit. Meer heb ik niet genoteerd (blame me), maar wees gerust, hij is erg complex, en heeft alle sensaties perfect gebalanceerd. Vrij lange afdronk in het verlengde van de smaak, ook hier veel zoete turf. Zalige oude Ardbeg. 92/100

 

Vervolgens kwam de Highland Park 1955, 52.8%, Gordon & MacPhail Cask, 75cl aan bod. Samen met de officiële 21y 1959 dumpy en de 1968/1998 van Samaroli is dit ongetwijfeld de beste Highland Park die ik al dronk. Geen idee wanneer hij gebotteld werd en ook Google maakt me niet veel wijzer. De neus geeft eerst honing en allerlei waxy toestanden: boenwas, antiekwas, oude boeken, oud leder, pollen… wat hars. Daarna fruit. Maar niet zomaar wat fruit, neen, het is hier de succulent tropische soort. Ik heb de variaties niet opgeschreven, you get the picture nietwaar. Lichte turf ook. Die neus is echt fantastisch! Maar ook op de smaak is dit absolute top. Krachtig en boordevol aroma’s (véél fruit, honing, heide, kruiden, zachte turf enzovoort enzoverder), complex en perfect in balans. Lange, honingzachte en honingzoete afdronk. Puur genieten! 94/100

 

Maar na dat puur genieten, ging het genieten in overdrive met de Ardbeg 1976/1999, 56%, OB, Manager’s Choice, sherry cask, Warehouse #10, cask 2391, 497 bottles. Wat een whisky! De eerste Ardbeg die we proefden omschreef ik als zalige oude Ardbeg, voor deze volstaat dat ‘zalig’ niet, hiervoor moet ik een ander vocabularium aanspreken. Orgastisch, out-of-this-world… Ja, dat is het, dit is buitenaards lekkere whisky. Sublieme fruitige sherry vermengd met even fantastische zachte, zoete turf. Daardoorheen verweven krijg je nog schitterende coastal elementen als bonus (denk aan de beste oesters die je ooit at). Gerookt vlees schreef ik nog op. Zwarte Woudham, I love it. Op de smaak komt daar nog een geroosterde toets bij. Stunning as they say. Geweldige (dat adjectief hebben we nog niet gehad zeker?) afdronk. Sensuele, grootse whisky. 96/100

 

De eerste ronde werd afgesloten met de Black Bowmore 1964/1995, 49%, OB, Final edition. Ook geen slechte whisky. In vergelijking met de Ardbeg Manager’s Choice tref je hier heel wat minder turf aan, maar de sherry is des te prominenter. Tropical sherry zou ik zeggen. Heel veel, puur tropisch fruit, het handelsmerk van Bowmore uit deze periode, vermengd met de kruidige sherry en (geboend) oud leder. De neus is absolute top, op de smaak wordt hij me een ietsje te droog. Oké, ik ben aan het mierenziften (of was het muggenneuken?). Het tropisch fruit is immers nog voldoende aanwezig ter compensatie. Ik heb lang de laatste drie tegen elkaar afgewogen en voor mij was de Highland Park net wat beter dan deze Black Bowmore, maar toornde de Ardbeg toch nog boven beide uit. Pas op, naar het schijnt zijn de eerste en de tweede batchen van deze Bowmore beter. Nóg beter dus. In de eindstand eindigde de Black Bowmore voor mij op de derde laatste plaats. Ha! 93/100

 
Geef toe, dit was een leuk vluchtje. Maar dan heb je de tweede flight nog niet bekeken…
 
 

De tweede line-up werd ingeleid met de droge mededeling “even terug met de voetjes op de grond”. De whisky die daarvoor moest dienen, slaagde evenwel niet in dat opzet, Luc had dit toch lichtjes verkeerd ingeschat (foutje). We bleven immers zweven, hoe langer hoe hoger zelfs, stilaan tot hemelse hoogtes. De whisky die niet voldeed aan het opzet was de Laphroaig 10y, 43%, OB, Filippi Import, Long cap, Da Litri 3/4. Een legendarische (ik gebruik dit woord echt niet lichtzinnig) botteling en uiterst zeldzaam. De Bonfanti Import, die met z’n botteling ergens midden jaren zeventig iets recenter is, had ik al eens geproefd en ik was daar serieus van onder de indruk. Deze is beter. Zo complex, zo subtiel, zo zijdezacht, zo zo heerlijk. Op de neus verschillende soorten fruit, honing, kruiden en nog zoveel meer. Dat alles op een bedje van de heerlijkste turf. Smaak: say no more. Afdronk: sprakeloos. 96/100

 

Wat zet je in hemelsnaam na zo’n toppunt van complexiteit? Voor Luc is dat een koud kunstje, wat gedacht van nog een Bowmore 1964? De Bowmore 1964/1987 ‘The Birds’, 46%, Moon Import, sherry hogshead #1546, 240 bottles is een legendarische (euh ja, echt wel) Bowmore uit de al even legandarische eerste ‘Birds’ reeks van Moon. In deze reeks zit onder andere ook nog Ardbeg 1966 en Springbank 1965, die naar het schijnt ook redelijk drinkbaar zijn. De toon bij deze Bowmore is zoetzuur. Zoet en zuur fruit, kruiden, lichte turf en een geweldige farmy touch (opnieuw dat smeuïge zoetzure). Balsamico, inderdaad. Op de smaak gaat de triomftocht verder. Ook hier veel fruit, dat zich hier – meer dan op de neus – duidelijk als tropisch laat kennen. Meloen, passievrucht, you name it. Dik, romig, bijna stroperig. Man man, dit is lékker. Smullen in opperste extase. 95/100

 

En dan… dan was er Brora 1957. Oké oké, de geschiedenis van Brora start pas in 1969, maar de Clynelish 12y, 56.9%, OB for Edward & Edward, white label, rotation 1969 is whisky van midden jaren 1950 (indien effectief twaalf jaar oud, van 1957 dus), geproduceerd in de distilleerderij die later omgedoopt werd tot Brora (eerst ook gekend als ‘Clynelish II’, Clynelish I was de naam van de nieuwe distilleerderij die tot op vandaag de Clynelish whisky produceert). Soit, genoeg duiding me dunkt. De whisky. Sorry, dat moet De Whisky zijn. Hoe begin ik hier in godsnaam aan? Wat heb ik genoteerd? Waxy, mineralig, farmy, zoet (banaan, honing, melkchocolade), zeelucht,… Ja, vooral veel puntjes. Qua smaak zoet, fruitig, farmy, waxy,… Ja, vooral veel puntjes. A ja, ook nog ‘hemels’. Misschien is enkel dat laatste relevant. Een triomf voor de zintuigen! 96/100

 

De whisky die de eer had de apotheose in te luiden was de Springbank 31y 1965/1996, 50.5%, Cadenhead’s ‘Chairman’s Stock’. En hij deed dat met verve. Ruiken: pfff… ik zit door mijn voorraad malt-o-porn heen, I rest my case. Is hij goed? O ja, hij is goed. Heel goed, ongelooflijk goed, bangelijk goed. Voor sherryliefhebbers. En voor niet-sherryliefhebbers die dan meteen sherryliefhebber worden. Wat een fenomenale neus! Heel intense, extreme sherry zonder ook maar even te droog te worden. Vol van geuren, waar ik absoluut geen zin meer had om naar te zoeken. Enorm fruitig, dat is het minste wat je kan zeggen. Maar natuurlijk zoveel meer. Proeven: my God! Afdronk: juist ja. Toch nog één associatie: een kersje in chocolade tussen de borsten van Marie Vinck. Dominiek was duidelijk het delirium nabij. 95/100

 

Voor het absolute, orgastische orgelpunt zorgde de Bowmore Bouquet of voluit Bowmore 18y 1966/1984, 53%, Samaroli ‘Bouquet’, 720 bottles. Vrede aan alle mensen van goede wil en aan Luc in het bijzonder. Het wonderlijke is dat deze nog vlot over de rest ging. Met vlag en wimpel. En scroll eens terug naar boven, dat was verdorie niet min wat we achter kiezen hadden. Ik scoorde de Bouquet twee jaar geleden 99/100, ik zie niet in waarom ik hem nu een andere score zou geven. Voor Luc en Dominiek is hij 100 punten waard “omdat er absoluut niets aan deze whisky is waarvoor je een puntje van de absolute perfectie zou aftrekken”. Misschien hebben ze wel gelijk. Ik ga hier niets aan toevoegen, woorden schieten soms schromelijk te kort en zijn volslagen nutteloos. 99/100

 

Luc Timmermans, hij zij geloofd. Hosanna in den hoge.

 

Tot zover deze lezing.

 

Bruichladdich 17y, Moon import

De eerste sample vanop het Lindores Whisky Fest die ik kraak, is een oude (of wat had je gedacht) 17-jarige Bruichladdich, Moon import, geïmporteerd in Italië dus, ergens rond 1980. Begin jaren zestig distillaat inderdaad. Sample van Giovanni Guiliani.

 
Bruichladdich 17y, 43%, OB, Moon import, Italy +/- 1980, 75cl
De neus is erg clean, fris en olieachtig. Lijnzaadolie. Mineralen. Granen. Wat zilt ook, net als zeelucht en daarna fruit: peer, meloen, ananas… heel zachte assen. Ook de smaak is clean en olieachtig, op granen, suikerspin, mineralen (steentjes in je mond) en zilt. Gele appels. Een klein beetje turf. Middellange, zoet en zilte finish. Niet geweldig complex, maar zo’n fles is leeg voor je het beseft, kapt binnen als limonade (maar geef mij dan toch maar dit). 87/100

Twee Bruichladdichs, een lekkere nieuwe en een héél lekkere oude

Bruichladdich 1998 ‘Manzanilla’, 46%, OB, 2008, sherry wood, 6000 bottles – Islay – 80/100
Dit is een Bruichladdich op Manzanillavat gerijpt. Manzanilla is een lichte, droge sherry afkomstig van San Lucar de Barrameda, gelegen aan de Atlantische oceaan. Het heeft een kruidige en licht zilte smaak. Andere bekende sherry variëteiten zijn Fino, Oloroso, Pedro Ximénez en Amontillado. Eens zien wat de sherry met deze spirit heeft gedaan. Frisse neus met zilt, honing, veel citrus, maar ook abrikoos en appel. En de sherrykenmerken zoals koffie, hout en noten, maar die gaan nooit overheersen. Mooie balans. Zoete smaak, veel zoet fruit. Kokos. Karamel, vanille, beetje kruiden (een zeer herkenbaar kruid, maar kom er niet op). Vrij korte maar lekkere, licht rokerige en fruitige afdronk.
 
Bruichladdich 1966/1983, 53.5%, OB, Moon Import, Riserva Veronelli, 2400 bottles – Islay – 90/100
Frisse neus met veel rijp, sappig fruit (peer, perzik, appel), granen en lichte rook. Stevige, zoet-zilte smaak met duidelijke sherry en weerom wit fruit. Peper & zout finish. Erg lekkere, fruitige oude Bruichladdich.