Spring naar inhoud

Posts tagged ‘Highlands’

Glenugie 1966, Signatory dumpy

Volgende in het rijtje feestwhisky’s is een Glenugie 1966 van Signatory, een dumpy botteling van 1996. Ik weet niet meer waar ik dit sampletje vandaan heb, maar wat maakt het uit.

 

Glenugie 30y 1966/1996, 58%, Signatory, cask 848, 180 bottles
Fruity! Erg fruitige neus (ik proef de laatste tijd precies niet veel anders dan fruitbommen, watch this space – niet dat ik dat erg vind), heel aromatisch. Appels vooral. Ook wat papaja en ananas. Lichte florale toetsen erdoorheen, net als wat kruiden, wat eik en de geur van aarde. Een heel lichte rokerigheid. En een even lichte farmyness annex waxyness. Subtiel en complex. Perfect drinkbaar op 58%, straf! Ook hier zijn subtiel en complex de kernwoorden. Opnieuw heel veel fruit. De nadruk ligt op perzik hier, maar in het midden en het einde meer tropisch fruit. Honing ook, net als kruiden. Kruidnagel, beetje peper. Eik, maar nooit té. Kandij, dat samen met de honing voor de zoete toetsen zorgt. Met water komt er een heerlijke waxyness bovendrijven. Een hint van turf. Lange, filmende en pittige afdronk met het fruit, de kruiden en de eik die elkaar mooi in evenwicht houden. Prachtig! 92/100

Teaninich 12y, The Nectar of the Daily Drams

Vandaag proef ik een 12-jarige Teaninich van The Nectar. Ik heb geen idee wanneer deze whisky gebotteld is, maar ik hoef me niet te schamen want ook de mensen van The Nectar weten dit niet, volgens James waarschijnlijk reeds ergens in de jaren negentig. Het betreft blijkbaar een pallet flessen dat enkele malen de wereld heeft rondgereisd en vergeten was in één of andere magazijn. Pas recent wordt het te koop aangeboden bij verschillende slijters.

 

Teaninich 12y, 40%, The Nectar of the Daily Drams
Deze whisky laat zich onmiddellijk kennen als een échte daily dram. Zacht, aangenaam en erg vlot drinkbaar. De neus geeft in eerste instantie een zoete granigheid, ontbijtgranen en vanille, gevolgd door lichte, frisse, grassige tonen. Tevens heb ik een klein beetje bijenwas, noten, citrus en zachte eik. Ook de smaak is zoet, maar hier wordt deze Teaninich wat fruitiger. Naast de citrus doemen ook appels en gele perziken op. Vanille, eik en gember maken het plaatje af. Romig, licht boterig mondgevoel. En dat kapt dus verschrikkelijk gemakkelijk binnen. De afdronk is niet geweldig lang maar wel aangenaam, romig, op appels, zacht hout, kandij en peper. Voor een 40 euro iets om snel in huis te halen, maar let op, want de fles zal al even snel leeg zijn. 84/100

The Dalmore 30y

Bijzonder aan The Dalmore Distillery is dat het gebouwd werd met de bedoeling het te verhuren. In 1839 stichtte Alexander Matheson de distilleerderij en verhuurde het aan de familie Sutherland. Eén van de leden van deze familie, Margaret Sutherland, huurde het van 1860 tot 1866. Haar bijnaam was ‘Sometime distiller’ aangezien zij maar af en toe aanwezig was en de productie meer stil lag dan wat anders.
De Dalmore 30y die ik vandaag bespreek werd gebotteld rond 2003 en daarna is er volgens mij geen nieuwe dertigjarige meer gebotteld. Let op, dit is niet de bekende 1973 Gonzales Byass sherry finish.

 
Dalmore 30y, 42%, OB 2003
De neus is erg licht, als je iets ruikt is die geur vrij snel weer weg. Slappe thee, vernis, lichte rook (één of andere wierook), vanille, gedroogde vruchten, nootmuskaat… alles nogal vluchtig. Elegant, dat wel. Ook op de tong mis ik de nodige punch. Granig en zoet. Vanille en aardbeienijs (of vanilleijs met aardbeiencoullis, dat kan ook). Natte bladeren? De thee weer, ook hier niet al te sterke thee. Zoethout en kaneel voor wat betreft de kruidenafdeling. De afdronk is zoals te verwachten niet erg lang, licht rokerig en even licht zoet. Tja, niet slecht, zeker niet, maar ik had hier heel wat meer van verwacht. 79/100

Glenturret 29y 1979, Signatory

Als ik me niet vergis is met de sluiting van Littlemill in 1997 Glenturret nu de oudste actieve distilleerderij in Schotland. Het werd opgericht in 1775 en een deel van de oorspronkelijke gebouwen is zelfs nog in gebruik. Volgens bepaalde bronnen zou er zelfs al in 1717 gedistilleerd zijn, maar op dat moment dus nog zonder licentie.

 

Glenturret 29y 1979/2009, 48%, Signatory Cask Strength Collection, cask 1440, 163 bottles
Lichte neus op citrusfruit, appel, hout en vanille, associaties waar ik wat moeite voor moet doen, het is allemaal nogal snel weg. Na enige tijd krijgt hij een kaasgeurtje, wat hier toch een beetje misplaatst is. De smaak is licht bitter op hout en kruiden met fruit en vanille die voor wat zoet tegengewicht zorgen. Stevige, eerder bittere afdronk. Niet slecht, maar de kaas op de neus en het wat te bittere op de smaak doen hem onder de tachtig tuimelen. 77/100

Longmorn 34y 1976, Malts of Scotland

Longmorn werd opgericht in 1894 tijdens de zogenaamde whisky-boom door John Duff, die in de jaren 1870 reeds Glenlossie uit de grond had gestampt, en in 1898 ook nog eens Benriach bouwde, toen onder de naam ‘Longmorn #2’. Even later echter werd Duff failliet verklaard, waarop de distilleerderij overgekocht werd door James Grant. Deze overname luidde een periode van grote bloei in, het aantal stills werd verdubbeld, de productie schoot de hoogte in. Vandaag is Longmorn in handen van Pernod-Ricard (Chivas).

 

Longmorn 34y 1976/2011, 51.5%, Malts of Scotland, cask 5892, bourbon hogshead, 132 bottles
Heerlijke zoete en kruidige neus. Honing en honingkoek. Gekonfijt fruit, cake, wat me onvermijdelijk bij de bolus brengt (je weet wel, de koffiekoek die je niet vaak meer tegenkomt, toch niet in onze regio). Naast het gekonfijte fruit denk ik ook aan lychee en sinaas, en qua kruiden zijn het gember en nootmuskaat die bij me opkomen. Zachte eik. Butterscotch. En dan iets waar ik heel lang op heb zitten zoeken en dat ik heel duidelijk aanwezig vind, nl. Maitrank. Maitrank is een aperitief uit Luxemburg op basis van witte wijn en Lievevrouwbedstro. Het wordt meestal met een schijfje sinaasappel geserveerd. De smaak is minstens even goed als de neus, misschien zelfs nog iets beter. Zoet, fruitig en kruidig. Appel-kaneel, apfelstrudel, rozijnen op rum… I love it! Munt ook, gember, vanille, marsepein, sinaas (de marsepein met sinaas omhuld door donkere chocolade van Dominique Persoone, ha!), ja, dit is smullen! Met water wordt het geheel wat droger, zowel op de neus als op de smaak. Ook hier geen water nodig dus. Lange, erg lange, verwarmende en licht drogende afdronk in het verlengde van de smaak (kruiden en fruit), bitterzoet. Zalige whisky! 91/100

Lochside 1981, Whisky Doris

Ha, Lochside 1981! We worden er de laatste paar jaar rijkelijk van voorzien. Het is wel een profiel dat je moet liggen, er zijn mensen die er niet warm voor te krijgen zijn. Voor alle duidelijkheid, ik behoor niet tot deze categorie. De whisky die ik vandaag proef is een recente botteling van Whisky-Doris, op sherry fino vat, wat vrij uniek is – alhoewel ook The Whisky Agency er eentje heeft. Deze Lochside is verkrijgbaar bij Whisky-Doris voor 150 euro.

 

Lochside 29y 1981/2010, 58.8%, Whisky-Doris, Fino sherry butt #960, 403 bottles
Mmm, het is niet de verwachte (tropische) fruitigheid wat me het eerste opvalt in de neus. Integendeel, dat fruit is in het begin zelfs ver te zoeken. Wat wel? Leder, boter, lijnzaadolie, okkernoten en gekookte groeten (broccoli, aardperen, schorseneren). Misschien wat bizar maar verre van onaangenaam. Klei? Vers gemaaid gras ook wel. Daarna kruiden (peperkoek met gember, bieslook, munt), met geleidelijk aan het fruit dat komt opzetten. Witte pompelmoes, mandarijn en limoen. Eens dat fruit er is, gaat het niet meer weg, zeker als je er wat water bij doet, treedt de citrus zelfs op de voorgrond. Maar deze neus blijft heerlijk schommelen tussen de verschillende sensaties (klassieke en dus veel minder klassieke), zonder ook maar één moment te vervelen. Integendeel, dit is verdomd lekker! Op de tong ontpopt hij zich als een stevige en kruidige whisky die doet vermoeden dat hij wel wat water kan gebruiken. Pas op, dit is ook erg genietbaar zonder. Kruiden (veel gember – ja, ik denk weer aan de peperkoek met gember, in België bij mijn weten spijtig genoeg niet te vinden, in Nederland daarentegen bij manier van spreken op elke hoek van de straat) en (citrus)fruit in perfecte harmonie. Heel lichte rook ook, net als noten. Met water wat zilt en honing. Limoen en mandarijn, en door het toevoegen van water zelfs wat lychees. Je merkt dat ik op de smaak minder vreemde associaties heb, maar hij is hier zeker even geweldig als op de neus. De afdronk is lang op citrus, kruiden en zilt. Een whisky met een hoek af, een beetje zoals ook de Banff van de Dead Whisky Society, maar ook hier op een manier dat ik het geweldig vind. 92/100

Glen Garioch 19y 1991, Malts of Scotland

De volgende Malts of Scotland is een Glen Garioch 1991, eentje die vorig jaar gebotteld werd, in juli, maar nu in België verkrijgbaar is.

 

Glen Garioch 19y 1991/2010, 50.1%, Malts of Scotland, cask 3175, bourbon hogshead, 142 bottles
Ik proefde deze samen (of beter naast) de Miltonduff en dan viel het meteen op dat deze een pak minder fris en fruitig is. Zoet is hij wel, vegetaal ook. Bieslook. Qua zoete associaties denk ik aan kandijsiroop en melkchocolade. Kokos (samen met de chocolade hebben we een Bounty), ananas in blik. Pina colada, juist ja. Misschien een klein beetje appel. Hij groeit wel. Steenkool, asfalt? Iets licht rokerigs. Ook op de smaak zit dat licht rokerige. Stevig en rond mondgevoel, kruidig. Zoethout, nootmuskaat, peper. In de fruitafdeling hebben we appels en groene banaan. Kandij, vanille en noten (amandelen) vervolledigen. Vrij bitter wel, met wat water wordt ie iets zoeter. Lange, bitterzoete afdronk, op noten, vrij veel eik, kandij en zelfs wat zilt. Geen slechte whisky, maar op de smaak blijft hij me wat te bitter om hoger te scoren. 83/100

Old Pulteney 12y 1998, Malts of Scotland

Old Pulteney, gelegen in Wick in de noordelijke Highlands, kom je niet zo heel vaak tegen in onafhankelijke bottelingen. Ik heb er althans nog niet veel gedronken. De naam van de distilleerderij verwijst naar een oud landgoed in het zuidelijk deel van de stad Wick, Pulteney Town.

 

Old Pulteney 12y 1998/2011, 52.5%, Malts of Scotland, cask 1217, bourbon hogshead, 301 bottles
De neus van deze Pulteney start lichtjes duf en stoffig. Karton. Droog karton. Wat kaarsvet, net als mos en varens. Vervolgens priemen er frissere tonen door: zowel coastal (zeewier, zilt, jodium) als fruitige (aardbeien, de schil van groene appels) aroma’s. Ginger Ale. Heeft wat lucht nodig om open te breken. Best stevig op de tong met vooreerst zout en zoethout, gevolgd door noten en vegetale tonen. Ik denk in eerste instantie aan peterselie en kervel. Yep, kervelsoep. Ook wat fruit, maar niet al te veel. Pompelmoes en appel. Het geheel is redelijk droog. Middellange afdronk, aangenaam bitter. Hout, thee, zilt en peper. Simpele, jonge maar verre van slechte Pulteney. 82/100

Glen Mhor 28y 1982, Riverstown

Riverstown is een nieuw label van Robin Tucek, de man achter Blackadder en The Clydesdale. De naam Riverstown verwijst naar een Ierse distilleerderij, gelegen in de buurt van Cork, die niet lang actief was, waarschijnlijk opgericht in 1824 en gesloten rond 1840.
Ook Glen Mhor (spreek uit glen vhoar) is één van die weinig gekende distilleerderijen, deze 1982 is er trouwens mijn tweede review van en misschien nog maar de vierde of vijfde die ik proef.

 

Glen Mhor 27y 1982/2010, 55.8%, Riverstown, cask 1348, 259 bts.
De neus is stevig en start floraal en granig, vermengd met citrus. Daarna gevolgd door waxy tonen. Boenwas, antieke (geboende) meubelen. Zoethout zit er ook bij. Hoe langer hoe zoeter. Op de smaak tref ik dezelfe waxyness aan, maar minder uitgesproken, net als het zoethout, honing en wat zilt. Zoute drop. Wat eucalyptus? Drogend, zeker naar het einde en in de afdronk. Best lekker, zonder mij evenwel van m’n sokken te blazen. 84/100

Blair Athol 1998, Berry Bros & Rudd

Blair Athol, ook dat is weer even geleden. Een distilleerderij die aan de poort van de Highlands ligt, in Pitlochry. Niet echt gekend als single malt, toch niet in officiële bottelingen – alhoewel er onlangs een Manager’s Choice is uitgebracht – maar des te meer als leverancier van malt voor de Bell’s blends, één van de populairste blends in het Verenigd Koninkrijk.

 

Blair Athol 1998/2009, 46%, Berry Bros & Rudd, cask 2157
De neus start lichte granig (ontbijtgranen, muesli) en vermengt zich met een aangename fruitigheid. Wit fruit à la appels en peren. Het geheel is fris, ik heb ook eucalyptus, net als hooi en zachte honing. Aangename neus. Ook de smaak is fris, levendig en romig. Herbal, kruidenthees. Ook hier de granen, de honing en het fruit. Eerder citrus (mandarijn) nu. Lichte woodsmoke? Meer en meer kruiden. Gember, peper. Middellange finish, met een mooi evenwicht tussen fruit en kruiden. Zeker niet slecht. 84/100

Royal Brackla 1976, G&M

Nog zo’n minder bekende distilleerderij is Royal Brackla. Brackla was de eerste distilleerderij die in 1835, onder de heerschappij van William IV, de titel van hofleverancier mocht dragen, vandaar de ‘Royal’ voor de naam. Brackla werd gebouwd op het domein Cawdor, bekend van MacBeth. En van Samaroli, maar daar kom ik een andere keer op terug.

 
Royal Brackla 1976/2003, 46%, G&M Connoisseurs Choice
Frisse, florale neus met vanille en zachte karamel. Ook een zachte kruidigheid. Niet ongenaam. In de mond komt hij een stuk sterker over dan de 46% alcohol… stevig, mondvullend, krachtig en kruidig. Peper en gember. Vrij lange afdronk. Stevige maar niet al te complexe noch echt boeiende whisky. 78/100

Old Pulteney WK209 ‘Good Hope’

Old Pulteney WK209 is een nieuwe botteling voor duty free. Het volgt de WK499 (‘Isabella Fortuna’) op. Deze codes verwijzen naar het registratienummer van een haringboot, in dit geval van de ‘Good Hope’. Beide sloepen liggen in de haven van Wick. De Good Hope zou de eerste boot uit de haven zijn die echolood gebruikte (voor het bepalen van de diepte van het water). De whisky van deze WK209 rijpte exclusief op ex-oloroso sherryvaten en is acht à tien jaar oud. Hij is vanaf deze maand te koop voor een 50 euro.

 

Old Pulteney WK209 ‘Good Hope’, 46%, OB 2010, travel retail, 9600 bottles, 100 cl.
Geen al te aantrekkelijke neus, die met de tijd wel beter wordt. Hij start op rubber en wortels. Rooty. Wat vegetaal ook. Wortelgewassen. Aardpeer, knolselder, schorseneer, pastinaak, chicorei. O ja, dat laatste zelfs heel duidelijk. Miso noteer ik nog. Wordt daarna zoeter. Gebrande rietsuiker (het maken van crème brûlée). Noten ook, dadels en leder. Licht zilt. Je moet een beetje door de rubber en de chicorei heen ruiken, maar écht lekker wordt het nooit. Op de tong zit ook dat vegetale en de wortelgewassen, naast de meer typische sherrytonen van gedroogde vruchten, noten, hout en veel kruiden. Het goede nieuws is dat ik hier geen rubber meer heb. Wel koffie, karamel, zoethout en vrij veel zilt. Het blijft Old Pulteney natuurlijk. Woudvruchten doemen op. Braambessen onder andere. Het geheel blijft redelijk droog. De afdronk is middellang, droog en kruidig met terugkerend gedroogd fruit en zilt. Gho, dit is geen slechte whisky maar echt bekoren kon hij me niet. Hij gaat verschillende richtingen uit, maar nogal ongecoördineerd. 77/100

Fettercairn 12y

Er zijn de laatste dagen een aantal schitterende whisky’s de revue gepasseerd, meestal oude en dure en vaak ook ‘usual suspect’ bottelingen. Met usual suspects bedoel ik gekende distilleerderijen (‘namen’) die wel vaker knap uit de hoek komen. Tijd om de balans de komende dagen weer wat meer in evenwicht te brengen met enkele minder bekende en/of betaalbaardere bottelingen. Want ook daar zitten af en toe pareltjes tussen, whisky hoeft immers niet duur of oud te zijn om lekker te zijn. Een aantal van de minder bekende bottelingen ontdekte ik via Peter. Waarvoor dank Peter! We starten met de Fettercairn 12y, die de these dat whisky niet duur hoeft te zijn om lekker te zijn evenwel niet bekrachtigt.

 

Fettercairn 12y, 40%, OB 2010
De neus start niet echt aangenaam, wat stoffig en muf. Granig (ik denk aan havermout) met na enige tijd toch wel wat fruit (kruisbessen en appels) en met wat goede wil een beetje kruiden. Honing, ook een beetje. Vernis, wat ik trouwens ook heb op de smaak. Nog weinig fruit hier, dat is zo goed als afwezig. Karamel, dat wel. Het geheel is vlak, plat en saai. Eerder korte, droge afdronk. Een 10- of 12-jarige whisky kan men over het algemeen beschouwen als het visitekaartje van de distilleerderij, in dit geval is dat een weinig impressionant visitekaartje. Erg lichte, vlakke malt, waarin je de aroma’s echt moet gaan zoeken. Nogal vruchteloos. 68/100

Lochside 29y 1981, Daily Dram (48.6%)

We gaan dus verder op het pad van de Daily Drams. Ook morgen nog. Vandaag een Lochside 1981 op bourbonvat. Ik besprak reeds de Lochside 29y 1981, 51.8% van The Nectar, net als deze een joint-bottling met The Whisky Agency. Ik vond die zéér lekker, mijn verwachtingen bij deze op 48.6% zijn dan ook hoog gespannen.

 

Lochside 29y 1981/2010, 48.6%, The Nectar of the Daily Drams
Ja ja, weerom een zijdezachte, subtiele en aromatisch neus. Fruit (veel perzik, maar ook mandarijn en roze pompelmoes), bloemen en kruiden. Ik denk aan gember en nootmuskaat. Een beetje hout ook, boter… krijgt op de duur iets licht tropisch. Safari orange? Ha, op de smaak is dat tropische meteen aanwezig, maar dat kan zijn omdat ik er nu op lette. Passievrucht, mango, papaya en de mandarijn die ik al op de neus had. Een klein beetje zuur, maar dan de fruitige soort zurigheid. Een toegevoegde waarde hier, absoluut. De zachte kruiden en een beetje hout houden het geheel mooi in evenwicht. Water is hier niet nodig en voegt ook niets toe, hij is perfect zo. De zachte, romige afdronk ligt perfect in het verlengde van de smaak, op fruit en kruiden. Dit is echt geweldig goed, en zelfs nog beter dan de 51.8%. 1981, dat wordt zo’n beetje wat 1982 voor Clynelish is. 91/100

Brora 1982, Daily Dram

Brora-time! Nu ja, het is altijd Brora-time. Maar vandaag wil ik tijd maken voor een recente Brora van The Nectar, een 1982, eind vorig jaar gebotteld. Pas op, dit is geen goedkope whisky. 270 euro of zoiets kost hij, daarvoor moet je nog de officiële 30y 2006 op de kop kunnen tikken (waar nog redelijk wat begin-jaren-zeventig Brora in zit). Maar niet gezeurd, misschien is hij z’n prijs gewoon waard.

 

Brora 28y 1982/2010, 52.3%, The Nectar of the Daily Drams
Een neus die – zoals wel vaker met jaren tachtig Brora – veel meer aan Clynelish doet denken dan aan Brora. Ik verwijs dan naar de typische ‘farmyness’ die je terugvindt in Brora van begin jaren zeventig en in mindere mate in deze van de tweede helf jaren zeventig. Als ik verwijs naar Clynelish kan je al vermoeden dat ik het moet hebben over ‘waxyness’ eerder dan ‘farmyness’. Bijenwas, schoensmeer, kaarsvet, dat soort zaken. Net als fruit (abrikozen, citroenen), bloemen en honing, ook typische herkenningspunten. Toch voegt hij nog wat toe, nl. olijfolie, vanille en een heerlijke mineraliteit. Licht grassig. Ook een beetje turf onderscheidt de Brora van de Clynelish (niet altijd, maar toch, hier dus ook). De turf treedt trouwens hoe langer hoe meer op de voorgrond. Erg complex, en het mag niet verbazen, ik vind dit wreed lekker! Met wat water komt er toch een lichte stalgeur door, nice. Very. De smaak gaat hier op verder. Hij is rond en romig, en start zoet en fruitig. Abrikoos, banaan, honing, vanille, gevolgd door een lichte kruidigheid. Mosterd. Peper. Op het einde amandelen. En ook hier de lichte turf. Meer en meer citrus. Smullen! Zeer lange afdronk die na de neus en de smaak zeker niet teleurstelt. Zoet met citrus, wat kruiden en de zachte turf die blijft hangen. Niet typisch Brora maar wel typisch Brora 1982. En dan van de beste Brora 1982 die ik al dronk. Kan naast de allerbeste Clynelish’s 1982 gaan staan. 92/100

Longmorn 1966, G&M for Japan Import System

De tweede Longmorn die ik gisteren proefde, is een 1966 die Gordon & MacPhail enkele maanden geleden bottelde onder z’n Book of Kells label voor Japan Import System. Een beauty.

 

Longmorn 44y 1966/2010, 46.8%, G&M for Japan Import System, cask 612, 278 bottles
Een neus die ondanks z’n 44 jaar op vat nog erg levendig en fris is, en absoluut niet overpowerd wordt door het hout. Integendeel. Zachte, fruitige en zoete sherry op tonen van gedroogd fruit, confituur van allerlei soorten rood fruit, honing, fudge, praliné, mokka, noten, hooi en kruidenthee (niet direct een idee aan welke ik hier concreet moet denken). Zalig! De smaak is mondvullend en stevig. Het fruit blijft duidelijk aanwezig (sinaas nu eerder – sinaasconfituur), net als de praliné en de mokka. Hier wat meer hout dan op de neus, maar vooral als toegevoegde waarde. Correctie: qua fruit niet enkel sinaas, ook bosbessen en braambessen die erdoor komen. Vrij lange, bitterzoete afdronk met het fruit dat prominent aanwezig blijft. Niet overmatig complex maar verschrikkelijk lekker. En voor mij nog ietsje beter dan de 1969. 92/100

Longmorn 1969, G&M for LMDW

Als je van fruitige whisky houdt, zal ook oude Longmorn je zelden teleurstellen. En gelukkig verschijnen er hier vaak onafhankelijke bottelingen van. Longmorn is trouwens één van de weinige distilleerderijen die doorheen z’n geschiedenis de productie nooit heeft moeten stilleggen.
Vandaag proefde ik twee Longmorns van de jaren zestig zij aan zij, beide gebotteld door Gordon & MacPhail. Hieronder lees je mijn bevindingen van de eerste, morgen van de tweede.

 

Longmorn 1969/2008, 50%, G&M for La Maison du Whisky, cask 5295
Zeer fruitige neus, amai. Ik heb zowel heel wat tropische varianten als citrus. Moet ik ze allemaal opsommen? Onmogelijk, maar een poging is: passievrucht, meloen, papaya, ananas, roze pompelmoes, mandarijn, limoen… niet meer dan een poging dus. De neus is daarnaast ook een beetje floraal, biedt vanille en de geur van sommige kruidentheeën (welke? maakt het echt uit?). Het fruit zit ook prominent op de smaak, maar wordt hier vergezeld van heel wat meer hout dan op de neus het geval was. Ook meer kruiden, wat niet onlogisch is. Het maakt het geheel prikkelend en levendig. Het fruit blijft vooral tropisch, minder citrus echter. De finish is lang en fruitig, het fruit wint het hier duidelijk van het hout en de kruiden. Zalige oude Longmorn. 91/100

Clynelish 38y 1972, The Whisky Agency ‘Private Stock’

Clynelish staat bij al enige tijd op de tweede plaats in mijn distilleerderij top-10. Laat me deze plaats vandaag rechtvaardigen met een 1972 gebotteld door The Whisky Agency onder hun ‘Private Stock’ label.

 

Clynelish 38y 1972/2010, 45.8%, TWA Private Stock, sherry, 134 bts.
Whoehaa, wat een super-fruitige neus! Vermengd met de typische Clynelish waxyness, heerlijk! Bijenwas, mandarijn, limoen, zelfs wat tropisch fruit. Dat alles overgoten met florale elementen, honing, kruiden en heel klein beetje rook. Top! De smaak gaat hier grotendeels op verder (waxy, fruity, lovely), maar voegt meer kruiden en ook hout toe. Een beetje zilt en noten maken het plaatje af. Lange, fruitige en kruidige afdronk met ook weer dat toefje turf. Subtiel, complex, groots. 92/100

Glenury Royal 37y 1973, The Whisky Agency

De whisky die ik vandaag bespreek, heeft op korte tijd een cultstatus verworven, vooral dankzij de 94/100 die hij op Whiskyfun toebedeeld kreeg. Ik was dan ook erg gebrand op een sample, voor een fles was het immers al lang te laat. De sample heb ik kunnen bemachtigen en ik zal dus spoedig weten of ik extra gefrustreerd moet zijn geen fles te hebben.

 

Glenury Royal 37y 1973/2010, 42.1%, The Whisky Agency, bourbon cask, 187 bottles
Fantastische subtiele en elegante neus op zoete en fruitige tonen, vermengd met lichte rook. Veel citrus (roze pompelmoes, mandarijn, bloedappelsien), nectarines, cavaillon, honing. Die neus is inderdaad geweldig. Ook wat hout, meer als toegevoegde waarde, nooit storend. Op de smaak speelt het hout iets meer op en komen er kruiden bij. De honing en het fruit blijven echter voldoende aanwezig. Orangettes, zoete citrusschil. Vol van smaken. Romig mondgevoel. Lange, fruitige en kruidige afdronk. Erg aromatische whisky met een neus die meer dan de uiteindelijke score verdiende. De gevoelens van frustratie kan ik toch lichtjes onder controle houden. Lichtjes. 91/100

Lochside 29y 1981 Daily Dram

Vandaag nog een recente Daily Dram, een 29-jarige Lochside 1981, vat gedeeld met The Whisky Agency.

 

Lochside 29y 1981/2010, 51.8%, The Nectar of the Daily Dram, refill hogshead
Een typische Lochside 1981 neus, zijnde veel (tropisch) fruit, maar dan wel vermengd met sherrytonen. Qua fruit denk ik aan passievrucht, papaya, banaan en ananas. De sherry vertaalt zich onder andere in karamel, hout, earl grey en peterselie. Subtiele rook ook en hoe langer hoe meer vegetale en florale toetsen. Een neus om van te genieten. Maar de smaak moet niet echt onderdoen en laat zich omschrijven als fruitige sherry. In willekeurige volgorde: noten, rode bessen, appelsienen, roze pompelmoes, pruimencompot, kruiden, perensiroop en ook hier héél lichte (turf)rook. Vrij lange afdronk met tropisch fruit en een aangename bitterzoete kruidigheid. Heerlijke whisky! 89/100