Spring naar inhoud

Posts from the ‘Lagavulin’ Category

Lagavulin Distillery Only

Ook Lagavulin heeft zijn ‘Distilery Only’, ofwel een botteling die je enkel op de distilleerderij zelf kan kopen. En zoals blijkbaar ook de gewoonte is, is het een whisky zonder leeftijdsaanduiding of jaartal. Sedert 2010 ter plekke te koop voor minder dan 100 euro, bij handelaars die ‘m verkopen mag je op 250 euro rekenen.

 

Lagavulin ‘Only Available at the Distillery’, 52.5%, OB 2010, 6000 bottles
Op de neus stroperige turfrook. En daarmee bedoel ik een dik en romig gevoel, turf vermengd met kandijsiroop, appel- en perenstroop. Behoorlijk zoete turf dus. Warme aardbeienconfituur ook. En warme krieken. Zilt, teer, peper en zoethout vullen aan. Sappige eik. Nog vermeldenswaard is Lapsang Souchong thee. Heerlijk. Een extra puntje is dat. Romige, mondvullende smaak, rokerig en zoet. Turf op chocolade en praliné nu, minder op siroop. Tabak, koffie en pruimen, gevolgd door wat meer rood fruit zoals kersen en frambozen. Geweldige evolutie. Ook kruiden ontbreken niet, kruiden zoals zoethout, gember en peper. Erg complex. Zeer lange afdronk op zoete en kruidige associaties. De sherry en de turf in perfecte harmonie. Lagavulin hoeft niet lang te rijpen om top te zijn. 91/100

Lg1

Je kent ze wel, die kleine halve-liter flesjes met daarop wat een chemisch symbool lijkt. Je hoeft er echter niet de tabel van Mendeljev bij te halen, een kaart van Islay volstaat. Speciality Drinks, het vehikel achter The Whisky Exchange, bottelt immers op regelmatige basis Islay whisky’s onder dit ‘Elements of Islay’ label, telkens zonder enige leeftijdsaanduiding. Lg1 was de eerste Lagavulin onder dit label.

 

Lagavulin ‘Lg1’, 56.8%, Speciality Drinks (TWE) 2009, Elements of Islay, 50cl
Zoet, dat is wat opvalt aan deze neus. Niet mierzoet, maar wel tonen van vanille, honing en cake. Dat zoete wordt evenwel snel gevolgd door zilte aroma’s. De zee met z’n (gerookte) vissen en oesters. Turf en teer (of course). Rubber. Geroosterde noten en natte aarde. En een licht farmy kantje. Mooi. Fruit? Ja, maar niet veel. Wat ananas. De smaak is erg stevig en rond. Turf en zilt treden eerst op de voorgrond. En hoe! Daarna granen en kruiden zoals zoethout, peper en gember. En vervolgens het zoete (vanille, honing) en het fruit. Meer fruit dan ik in de geur had: perzik, mango, ananas en rijpe kruisbessen. Onderliggend opnieuw de natte aarde. Het mondgevoel is prikkelend en zelfs wat springerig, het tegendeel van rond. Laat zich moeilijk temmen. De jonge leeftijd ongetwijfeld. De afdronk is machtig lang. Rokerig, zoet en kruidig. Ik vind dit ondanks de ongetwijfeld jonge leeftijd erg lekker, vooral dankzij het wat onverwachte fruit op de smaak. 89/100

Lagavulin 1988, Moon Import

Deze Lagavulin werd geschonken tijdens de ‘Happy Masterclass’ op Spirits in the Sky vorig weekend. Het moet daar naar het schijnt een zeer gezellige boel zijn geweest, met Bert Bruyneel, Mario Groteklaes en Paul Dejong die ten dans speelden. Ik was spijtig genoeg van dienst. Bij Bert en Michiel van de Dutch Connection zag ik echter diezelfde Lagavulin staan. Here we go:

 

Lagavulin 1988/1998, 50%, Moon Import, Horea Solaris, 1300 bottles
Prachtige, elegante en cleane neus die het niet zozeer moet hebben van zware turf maar van subtielere tonen. Tonen van gele appels, citrus, aardbeien, bramen, wat zilt, zwarte thee, rietsuiker, natte bladeren, natte stenen… en natuurlijk toch ook wel wat turf, maar eerder als één van de vele elementen. Complex en vooral zalig om ruiken. Al even mooi en clean op de smaak. Misschien minder complex dan de neus, maar wat maakt dat uit, als het zo leker is als hier? De gele appels en de citrus van op de neus heb ik terug, aangevuld met aardbeiconfituur en suikerspin (best zoet ja), en cleane turf. De afdronk borduurt hier op verder, met nog wat extra kruiden. Tien jaar oud? Wow! 92/100

Battle of the Stunners


 

Het nieuwe Fulldram seizoen werd dit jaar afgetrapt door Bert Bruyneel, notoir levensgenieter uit Ingooigem. Het beproefde concept dat de naam Battle of the Stunners draagt, vormde een ideale opener voor zowel anciens als nieuwe leden. In vijf categorieën voerden Bert en het Fulldrambestuur een strijd om wie de beste ‘stunner’ meehad. Een stunner – term indertijd door Luc Timmermans gelanceerd – is een bangelijk lekkere whisky die minder dan 50 euro kost. Alle whisky’s werden uiteraard blind geproefd – jawel, er was iemand die een blinddoek bijhad. Hieronder een verslag van een leuke avond – gelardeerd met de nodige hilarische anekdotes – waar het wedstrijdelement ondergeschikt was aan het plezier. Om één of andere reden was het vooral Bert die dit laatste meermaals benadrukte. De uitslag zie je bovenaan – voor alle duidelijkheid, dat leest als Fulldram-Bert en niet omgekeerd. Let op, de winnaar voor de groep was niet altijd mijn winnaar.

 

Categorie 1: super-stunner (minder dan 25 euro)

Goldlys Rye & Malt 1988, 46%, Filliers 2010
Twee graandistillaten, rogge en gerst, 22 jaar samen gerijpt op bourbonvaten. Erg granig met een beetje fruit. Wordt hoe langer hoe zoeter. Veel vanille. Ik was hier niet echt wild van. Bijlange niet het niveau van de Limousin als je het mij vraagt.

Fighting Cock 103 proof, 51.5%, Heaven Hill 2010
Een Bourbon die ik ook bij een vorige proefbeurt niet echt geweldig vond. Zoet, granig, verbrande karamel, leder, iets geroosterd en veel kruiden.

Voor mij twee tegenvallers.
Winnaar: Goldlys, Fulldram. I disagree (lichtjes).

 

Categorie 2: Niet-geturfd, geen vatsterkte

Arran 14y, 46%, OB 2010
Vrij complexe, frisse en fruitige whisky. Redelijk zoet ook, wat hout en een aangename kruidigheid op de smaak.

Amrut 2004/2009, 52%, OB for Crombé, cask 2930, 221 bottles.
Moeilijke whisky. Start wat vreemd, niet gemakkelijk om te associëren. Grassig, floraal, kruiden. Een bijzondere bitterheid.

Winnaar: Arran, Fulldram. I agree.

Hier moet ik ootmoedig toegeven dat ook bij mij de Arran de winnaar was alhoewel ik de Amrut indertijd een hogere score gaf dan onlangs de Arran. Dit toont nogmaals de relativiteit aan van scores. Omstandigheden, line-up, stemming, het speelt allemaal een rol. Maar als ik er mijn oorspronkelijke notes bijhaal, merk ik dat ik ook toen wel wat worstelde met deze Amrut maar er uiteindelijk wel volledig voor viel. Misschien heeft deze Amrut gewoon meer tijd nodig.

 

Categorie 3: Geturfd, geen vatsterkte

Lagavulin 16y, OB 2010
Zachte, zoete, ronde turf met fruit en kruiden erdoorheen. Redelijk complexe, subtiele en mooi gebalanceerde whisky. Herkenbaar Lagavulin 16y.

Laphroaig Quarter Cask, 48%, OB 2009
Medicinaler en meer rook dan de Lagavulin. Meer zilt ook. Kruidigheid van het hout, vooral op de smaak. Voor mij iets ééndimensionaler, minder complex.

Twee erg lekkere whisky’s, maar ik vond de Lagavulin iets beter.
Winnaar: Laphroaig, Fulldram. I disagree.

 

Categorie 4: Niet-geturfd, vatsterkte

Westport (Glenmorangie) 9y 2000/2010, cask 800104, 644 bottles
Lekkere sherry! Zoet (geconfijt en gedroogd fruit) en aangenaam bittter. Koffie, noten, hout… Droog, maar nooit té.

Glenfarclas 105, 60%, OB 2010
Ook dit is lekkere sherry. Meer op kruiden wel. En ook eerder rood fruit. Stevig! De Westport is echter beter, complexer.

Winnaar: Westport, Fulldram. I agree.

 

Categorie 5: Geturfd, vatsterkte

Laphroaig 10y Cask Strenght, 57.8%, OB 2009, Batch 001
Erg rokerig. Medicinaal, houtskool, een beetje fruit, peper. Voor mij teveel rook, te ééntonig.

Bowmore 10y ‘Tempest’, 56.3%, OB 2010, 12.000 bottles
Dit is beter, de rook zit ook hier maar wordt vergezeld van zilt, veel fruit (sinaas vooral), vanille, bloemen… een pak complexer dan de Laphroaig en alles perfect in balans. Deze bespreek ik later deze week meer in detail, flesje staat klaar.

Winnaar: Bowmore, Fulldram. I fully agree.

 

Conclusie: afgedroogd. Nu is het wel zo dat het Fulldrambestuur ondertussen goed weet wat het gemiddelde lid lekker vindt. Bert had daar misschien een lichte handicap. Maar desalniettemin, 5-0… het staat daar wel mooi te blinken bovenaan.

 

Twee Lagavulins

Zoals beloofd volgen nu twee Lagavulin’s, hier ook de standaard botteling – waarmee het voor mij allemaal begon – en een ‘distillers edition’.

 
Lagavulin 16y, 43%, OB 2010
Zachte, zoete turf met behoorlijk wat fruit (appelmoes, appelstrudel), een beetje boenwas, Lapsang Souchong thee, karamel en kruiden. Kaneel (de strüdel), munt, nootmuskaat. Ja dit is een boeiende, subtiele en mooi gebalanceerd neus. Iets meer turf op de smaak die voor de rest zoet is, wat medicinaal en kruidig. Zowel herbal als spicy. Zoethout, nootmuskaat en wat hout op het einde. Vrij lange en kruidige afdronk met terugkerende rook. De Lagavulin 16 is niet meer wat het was in de jaren tachtig en negentig, maar het blijft een dijk van een grootwarenhuiswhisky. 87/100
 
Lagavulin 1991/2008 ‘Distillers Edition’, 43%, OB ref 4/496
En dan begeven we ons een trapje hoger, de 1991 Distillers Edition is voor mij de beste DE die ik al proefde, zelfs iets beter dan de 1981 Lagavulin. Er staat niet vermeld welke tweede rijping deze Lagavulin nog gehad heeft maar bij vroegere batchen was dat telkens Pedro Ximénez. De neus geeft in ieder geval al snel de richting aan: lekkere, zoete sherrytonen die zich mooi vermengen met florale en ziltige. De associaties die ik heb zijn karamel, okkernoten, sappige peren, ananas, zeelucht, bloemen en sigarendozen. Daarna komt de zachte turf opzetten, vergezeld van lichte rubber. De smaak spreidt een schitterend samenspel tentoon van zoets (zachte karamel, honing), fruit (peer en sappige appels), zilt en zachte turf. Behoorlijk wat zoethout, zeker naar het einde en in de lange afdronk. Dit is echt een beauty, de turf en de sherry vullen elkaar perfect aan. 91/100

Lagavulin Distillers Edition H2H

Lang geleden dat ik nog eens een Lagavulin gedronken heb, laat er ons dan maar meteen twee van maken. Ik heb immers nog samples staan van een koppel Distillers Editions, beide – zoals gewoonlijk bij Lagavulin – bijkomend gerijpt op Pedro Ximénez sherryvaten. De 1981 heb ik me aangeschaft via Luc’s Whiskysamples, de 1990 is een sample van Ruben. De flesjes staan al enige tijd stof te vergaren tussen allerlei ander lekkers, hoog tijd dus om de stofdoek boven te halen.

 
Lagavulin 1981/2000 ‘Distillers Edition’, 43%, OB, Pedro Ximénez cask – Islay
Complexe neus met de herkenbare Lagavulin-elementen mooi verweven met de sherry. De zachte en zoete turf moet z’n best doen om de aandacht te trekken. Een lekkere kruidigheid (gember en kruidnagel), appelsien en zilt zorgen voor heel wat weerwerk. Ook in de mond komt ie me minder agressief en subtieler over dan andere Lagavulins. Turf en rook ja, maar met een zeer aangename toets die het midden houdt tussen bitter en zuur. Wat is de kruising tussen een citroen en een pompelmoes? Wat hout naar het einde, net zoals wat noten. Lange, verwarmende finish op citrus en rook. Zachte en complexe Lagavulin en minder op turf dan ik gewoon ben bij dit ‘merk’. 90/100
 
Lagavulin 1990/2006 ‘Distillers Edition’, 43%, OB, Pedro Ximénez cask – Islay
De neus van de 1990 is zoet (suikerspin), rokerig (kampvuur) en zeer droog. Vrij veel hout. En zoethout, ook hiervan veel. Marsepein heb ik zeker nog, net als chocolade – echt wel veel ‘zoete’ associaties – en een beetje zilt. Niet al te veel fruit in deze, en als er al fruit te detecteren valt, is het citrus. De smaak is romig en zoet. Een stevige portie rook vermengd met wat zilt, espresso en ook hier veel zoethout. Geen al te lange, bitterzoete afdronk. Kruiden en turf maken hier de dienst uit. 87/100
 

In de 1981 speelt de sherry een grotere rol dan in de 1990. Ik weet niet of het dat is, maar ik heb een duidelijke voorkeur voor de 1981.

Lagavulin 21y

De meningen over deze Lagavulin zijn nogal verdeeld. Sommigen zijn er ronduit lyrisch over, anderen zijn heel wat minder onder de indruk. Serge Valentin (95/100) en Olivier Humbert (96/100) waren er in ieder geval behoorlijk van hun sokken door geblazen. Ben benieuwd of hij hetzelfde effect heeft op míjn sokken.

 
Lagavulin 21y 1985/2007, 56.5%, OB, 1122 bottles – Islay – 92/100
Volledig gerijpt op Europese eiken sherryvaten. Het eerste wat opvalt in de neus is zoete, erg zoete turf. Karamel. Maar natuurlijk ook sherry. Rubber, houtskool, gestoofd fruit, zoethout, tabak… en nog heel wat meer. Erg complex. Zwavel? Neen, niet echt, alhoewel hij wel een scherp kantje heeft, maar storen doet dat niet. Wel iets verbrands. Verbrande cake? Verbrande karamel? In ieder geval geen sulfer. Mooie balans tussen de sherry en de turf. Evolueert ook knap. Er komt meer en meer fruit door. Citrus. Sinaas. Als je een beetje water toevoegt, krijg je zelfs iets bloemigs. Proeven nu. Vettige sherry en stevige turf, njummie. Blijft erg lang hangen. Karamel, zoethout, ook hier. Zilt. Kruiden, veel meer dan in de neus. Wel vrij droog. Met water nog meer kruiden. Stevige peper. Zéér lange, droge en kruidige afdronk. Zalig.

Conclusie: ik volg Serge en Olivier niet in hun scores (heb m’n sokken – net – aan kunnen houden), maar ben anderzijds ook niet afgeschrikt door enige sulfer die sommigen in meer of mindere mate ontwaren, alhoewel ik daar behoorlijk gevoelig voor ben. Luc? Dominiek? Dit is gewoon een lekkere Lagavulin, een zéér lekkere Lagavulin. 92 krijgt ie van mij. En bedankt voor de sample Ruben.

Enkele nieuwe Diageo bottelingen

Caol Ila 8y ‘unpeated’, 64.2%, OB 2008, third release – Islay – 82/100
Inderdaad geen turf te bespeuren. Ondanks alcoholpercentage best drinkbaar zonder water, maar dan is ie wel erg droog en lichtjes bitter. Water maakt het geheel zachter, zoeter. Dan krijg je vanille, fruit (appel, banaan), hout en iets kruidigs in de neus en veel fruit in de smaak. Smeuïge zoetigheid. Melkchocolade! Korte, droge en fruitige finish. ‘Cleane’, atypische Caol Ila. Wel lekker.
 
Lagavulin 12y 1995, 48%, OB 2008, for the Friends of Classic Malts – Islay – 85/100
Rokerige, zilte en ‘farmy’ neus. Zoet ook. Beetje bitter. Pompelmoes. Vrij complex. Lekkere turf in de smaak, naast citrus, thee en karamel. Lange finish op zoete turf.
 
Linkwood 26y 1981/2008, 56.9%, OB 2008, Port Wood, 1260 bottles, 50 cl – Speyside – 82/100
Deze Linkwood heeft z’n laatste 14 jaar op een portovat gerijpt. Te veel om van een finish te spreken, laat het ons een ‘double wood’ noemen. Het resultaat mag er in ieder geval zijn. Veel zoet fruit in de neus. Banaan. Sinaas. Honing. Cake. Vernis? Hu, ja. Ook fruit in de smaak, maar dan eerder rood fruit, gestoofd rood fruit. Confituurtoestanden. Aardbei- en rode bessenconfituur. Lichtjes zurig. De rode bessen! Het zurige wordt wel serieus gecompenseerd door zoets. Chocolade. Sinaas. Ha, orangettes! Zuur-zoet, speciaal. Noten naar het einde. Droge, wat bittere afdronk met okkernoot. De port heeft z’n werk gedaan, maar overheerst niet. Geslaagd indeed.

Lagavulin

De Lagavulin 16y was voor mij – en waarschijnlijk niet alleen voor mij – dé whisky die de passie heeft aangewakkerd. Het is immers een whisky die makkelijk verkrijgbaar, betaalbaar (een 40 euro in den Delhaize) én daarenboven ook nog ’s geweldig lekker is. Prijs/kwaliteit top m.a.w.. Wel hoor je vaak zeggen dat deze whisky over de jaren heen wat aan kwaliteit heeft ingeboet, en dat de recente bottelingen niet meer kunnen typen aan de superieure Lagavulins van eind jaren 80, maar ook niet meer aan deze van de jaren 90. Onlangs kon ik een recente botteling van de 16y proeven, en aangezien er nog een klets in mijn eerste fles van 1999 zat, was dit de ideale gelegenheid de proef op de som te nemen en beide eens tegenover elkaar te zetten.

Lagavulin ligt aan de zuidkust van Islay, tussen Ardbeg en Laphroaig in, en werd in 1813 opgericht door John Johnston. In 1816 kreeg Lagavulin met Kildalton er een zuster-distilleerderij bij. Vanaf 1837 werden de activiteiten samengevoegd. Vervolgens ging Lagavulin over in verschillende handen tot Peter Mackie in 1878 het roer overnam. Hij lanceerde de ‘White Horse’ blend, bouwde in 1908 een nieuwe distilleerderij Malt Mill (sinds 1960 onderdeel van Lagavulin) en ging een harde concurrentiestrijd aan met de buren van Laphroaig. Na de dood van Peter Mackie is Lagavulin opnieuw verscheidene malen van eigenaar veranderd om uiteindelijk in de portefeuille van Diageo te belanden.
 
Lagavulin 16y, 43%, OB 1999 – Islay – 91/100
Mijn kennismaking met Islay dus, en met lekkere whisky in het algemeen, en wat voor een kennismaking… een echte (turf) bom! Smooky. Lichte sherry in neus en smaak. Smaak van de zee, zeewier en zilt. Licht zoet. Honing? En de afdronk, die blijft maar duren. Dé klassieker onder de turf whiskies. Heb ik hier nog ergens een sigaar liggen?
 
Lagavulin 16y, 43%, OB 2007 – Islay – 88/100
In vergelijking met de 1999, valt deze recente botteling me inderdaad toch wat tegen. Het blijft een heerlijke whisky, maar niet meer zo smashing als de oudere versie. Eerder Bourbon karakter naast de turf en het zilt.