Spring naar inhoud

Posts from the ‘Imperial’ Category

Twee Imperials 1991

En nu we toch bezig zijn, er staan hier nog twee 1991’ers voor mijn neus.

 

Imperial 10 YO 1991/2001, 40%, Gordon & MacPhail, Private Collection, Cognac Wood, cask 99/360Imperial 10y 1991/2001, 40%, Gordon & MacPhail Private Collection, Cognac Wood finish, cask 99/3601, 600 bottles
Wat bij deze in eerste instantie opvalt, is het floraal karakter. Gedroogde bloemen en heide, naast de granen en de vanille die ik ook in de twee 1990’ers had. Lichte karamel. Eerder vanillegfudge en butterscotch. Geen appels, wel een beetje citrus. Mandarijn en citroen. Noten (amandelen en cashew). Aangenaam zonder meer en redelijk complex. De commentaar op de smaak laat zich raden, fout- maar futloos. Maltig en kruidig (kaneel, nootmuskaat) met citrus en noten. Naar het einde toe een beetje geflambeerde banaan. Geflambeerd met cognac neem ik aan. Verre van slecht, maar het valt allemaal nogal snel weg. Ook bij deze is de afdronk alles behalve lang te noemen. Droog en kruidig. Op het randje van geslaagd. 79/100

 

Imperial 10 YO 1991/2001, 40%, Gordon & MacPhail, Private Collection, Port Wood finish, casks 99/48Imperial 10y 1991/2001, 40%, Gordon & MacPhail Private Collection, Port Wood finish, casks 99/48 1,2, 2600 bottles
Deze rijpte nog enige tijd verder op portovat, wat er voor zorgt dat dit de meest zoete is. Ook de meest fruitige trouwens. Niet dat die fruitigheid exuberant is, maar toch. Aardbeiden besprenkeld met balsamico, braambessenconfituur, ananas uit blik, kruisbessentaart. Nougat. Zoethout en kaneel qua kruiden. De balsamico groeit. Rond en elegant. Dat geldt ook voor de smaak. Romig mondgevoel. Zoet fruit. Zowel gestoofd als gekonfijt fruit. Karamel en nougat maken het nog wat zoeter. Ronde eik. Deze zou echt een mooie zijn op enkele graden meer. De afdronk is iets langer dan deze van de andere, kruidig (peper) en zoet. De beste van de vier, maar met dezelfde bekommernis: te laag in alcohol gebotteld. 81/100

Twee Imperials 1990

Even terug in de tijd met twee jonge Imperials, gedistilleerd in 1990 en gebotteld in 2000 door G&M. Vreemd genoeg hier en daar nog te verkrijgen voor een goeie 80 euro.

 

Imperial 9 YO 1990/2000, 40%, Gordon & MacPhail, Private Collection, Claret Wood finish, casks 97/304 4, 5, 6Imperial 9y 1990/2000, 40%, Gordon & MacPhail Private Collection, Claret Wood finish, casks 97/304 4, 5, 6, 3100 bottles
Frisse neus met best wat fruit. Sappige peren en dito appels. Veel vanille ook en lichte tonen van koffie verkeerd. Na enige tijd slaan de verse peren om in opgelegde. De wijn laat van zich horen. Iets licht floraals ook. Best aangenaam. De smaak valt me wat tegen. Te licht, te vlak, mocht op een iets hoger alcoholpercentage gebotteld worden. Een fout uit het verleden? G&M bottelt volgens mij in ieder geval niet meer onder 43%. Licht fruit, zowel de peren en appels van de neus als rood fruit zoals frambozen (de Claret), vanille, zachte kruiden zoals nootmuskaat en kruidnagel. Niet erg complex en vooral weinig ballen. Korte afdronk. Hij verliest het pleit op de smaak. Dankzij de neus toch nog 80/100

 

Imperial 10 YO 1990/2000, 40%, Gordon & MacPhail, Private Collection, Calvados Wood finish, cask 97/403 1, 2Imperial 10y 1990/2000, 40%, Gordon & MacPhail Private Collection, Calvados Wood finish, cask 97/403 1,2, 3500 bottles
De vergelijking met de Claret Wood gaat deels op, in de zin dat er vanille en appels (a ja) te ontwaren vallen. Maar ik heb hier meer eik en granen. Ook wat gedroogd gras. Nogal licht en dun. Minder complex en ook minder aangenaam. Op de smaak wordt dit patroon verder gezet. Appelsap, granen en vanille. Niet veel meer dan dat. Het mondgevoel is licht, vlak en dun. Zelfde commentaar als bij de Claret. De afdronk is al even kort, op granen en appels. De Claret werd rechtgehouden door de geur, iets wat hier niet meer lukt. 76/100

Imperial 17y 1995, Dram of the Lords

The Nectar of the Daily Drams, Thosop, The Whiskyman, Asta Morris, The Whisky Mercenary… we hebben in België niet echt te klagen over het aanbod aan eigen bottelingen. En aan dit lijstje kan sinds kort ook Lord of the Drams toegevoegd worden. Het heerschap achter dit vehikel is Stijn Hiers, sedert jaar en dag gekend in het whiskywereldje, o.a. als schrijver voor Whisky Passion en verzorger van tastings en andere whisky-evenementen. Onder het label Dram of the Lords heeft hij zich recent ook op het bottelen geworpen. Na een MacDuff 1997 is deze Imperial 1995 de tweede Dram of the Lords.

 

Imperial 17 YO 1995/2013, 49.5%, Dram of the LordsImperial 17y 1995/2013, 49.5%, Dram of the Lords, bourbon barrel, 131 bottles
Frisse, cleane neus die grassige, fruitige en zoete elementen mooi met elkaar verweeft. Laat ons beginnen met het fruit. Dat kleurt wit. Appels en peren, maar ook witte perziken, kruisbessen en meloen. Vanille, melkchocolade en honing zorgen voor het zoets. Daarachter zit dus dat grassige. Weide en heide. Aangevuld door frisse kruiden zoals eucalyptus, tijm en linde. En dan nog twee zaken die ik altijd erg kan appreciëren, nl. tonen van natte aarde en van natte bladeren, echt wel een meerwaarde, ook hier. Best complex voor z’n leeftijd. Ik vind dit erg lekker om ruiken. Zo goed als geen eik op de geur, onderliggend wel een lichte zoete granigheid. En subtiele rook van het hout. Maar dat kan ook de heide zijn. Stevig en prikkelend mondgevoel, komt sterker over dan 49%. Nochtans is water niet echt nodig, de aroma’s dienen zich vrijwel meteen in volle glorie aan. En bij die aroma’s springen vooral het witte fruit, honing, vanille en kruiden in het oog. Veel kruiden. Zowel de frisse varianten die ik al op de neus had, maar ook een stevige portie peper, zoethout en kaneel. Citrus, hoe langer hoe meer. Citroen en pompelmoes. Wat samen met de peper voor dat prikkelend karakter zorgt. Zesty! En ook iets van cider valt mij op. En opnieuw die aardse tonen. Ja, ook op de smaak is dit een complex goedje. Water accentueert het fruitige karakter. Vrij lange, tintelende afdronk op zoete en kruidige (peper) tonen. Een whisky met een clean, puur en pittig profiel, die z’n complexiteit moeilijk kan wegstoppen. 88/100

Imperial 16y 1995, Archives

De derde release van Archives (je weet wel, het label van de jongens van Whiskybase), brengt ons zes nieuwe bottelingen. De eerste die ik ervan proef, is een Imperial 1995. Hij kost je 65 euro. Imperial is zo’n typische onbekend-is-onbemind distilleerderij. Onterecht zo blijkt.

 

Imperial 16y 1995/2012, 51.7%, Archives, bourbon cask #50035, 60 bottles
Erg pure, cleane neus op vanille, gras en veel fruit: gele appels, banaan, kiwi, ananas en perzik. Daarna nog wat eucalyptus, linde, aarde en humus. Niet veel meer, maar daar malen we niet om, dit is een erg lekkere neus. De smaak is rond en romig, waxy en fruitig. Hier vooral veel sinaas. Misschien nog wat perzik ook. Zeker ook de schil van citroen. Daarna komen de kruiden opzetten: peper en zoethout vallen op. Lange, cleane, frisse en waxy afdronk. Dit is een simpele, cleane Imperial waar ik erg van heb kunnen genieten. 87/100

Imperial 19y 1990, Duncan Taylor

Imperial dankt zijn naam aan de bouw in 1897, het jaar dat Queen Victoria haar diamanten jubileum vierde. Op een enkele uitzondering na (denk aan de 15y), zijn alle Imperial whisky’s trouwens onafhankelijke bottelingen, de productie was immers bedoeld voor de blenders. Imperial kon je o.a. aantreffen in Ballantine’s, Old Smuggler en Teachers. Ik schrijf ‘kon’ want sedert 1998 sloot Allied Distillers de distilleerderij, waarschijnlijk definitief.

 
Imperial 19y 1990/2009, 53.9%, DT Rare Auld, cask 450, 156 bottles
Neus: tutti frutti. Sinaas, perzik, ananas en ongetwijfeld nog heel wat meer. Zoet ook, vooral vanille van het hout en een lekkere kruidigheid (nootmuskaat, kaneel). Smaak: erg gelijkaardig. Weerom veel fruit en kruiden. Citrus (bitterzoet à la roze pompelmoes en limoen), honing, appel-kaneel vla en hout. Mediumlange finish op… ja, fruit en kruiden. Aangename, vlot drinkende Imperial. 84/100

Twee Gordon & MacPhail’s

Twee 1991’ers ook, meer bepaald een Rosebank gebotteld onder het Connoisseurs Choice label en een Imperial gebotteld onder het G&M Reserve label. De eerste dus op drinksterkte en de tweede op vatsterke.

 
Rosebank 1991/2008, 43%, Gordon & MacPhail, Connoisseurs Choice
Granige neus met associaties van muesli, havermout en malt. Gras ook, net als wat citroenen en bessen. Lichtjes zoet. Nogal eentonig eigenlijk. Ook de smaak is granig en zoet. Vanille, een beetje hout, vrij veel citroenen en kruiden. Korte, cleane en zoete afdronk. Niet slecht, geen fouten, maar al bij al een eerder saaie whisky. 78/100
 
Imperial 1991/2003, 60.4%, G&M Reserve, cask 8681, 243 bottles
Stevige, krachtige Imperial. Veel graan, hout en noten op de neus. Amandelen. En ja, erg alcoholisch. Water toevoegen geeft meer zoets: marsepein, citroensnoepjes. En wat vers gemaaid gras. Ook de smaak kan water gebruiken, blijft anders te ruw en alcoholisch. Een 50% lijkt me ideaal, dan krijg je door het graan en de alcohol citrus, kruiden en noten. Middellange, kruidige finish. Niet slecht, maar enkel met wat water. 81/100

Een troep Speysiders

Tamnavulin 30y 1977/2007, 50%, DL OMC, cask 3947, 210 bottles – Speyside – 83/100
Lekkere oude Tamnavulin, gedronken op Spirits in the Sky 2008. Erg fruitig, maar smaak is redelijk snel weg.
 
Benriach 23y 1981/2004, 43%, G&M Connoisseurs Choice, refill sherry – Speyside – 78/100
Lekker fruit in de neus. Weliswaar niet zo lekker en veel als we in de jaren zeventig Benriachs aantreffen, maar toch. Vanille. Botermelk. Noten. Lichte rook. In de smaak hebben we bloemen, infusiethee (niet onmiddelijk een idee welke), kiwi en lichte turf. Sloeberwhisky. Eerder korte, tegenvallende finish. Spijtig van het einde, zo mist ie de kaap van de 80 punten.
 
Imperial 1991/2003, 59.1%, G&M Reserve, cask 8687 – Speyside – 77/100
Neus met veel graan, beetje citrus en wat karamel. Frisse maltige smaak met ook hier weer citrus en kruiden. Middellange finish met behoorlijk wat peper.
 
Mortlach 11y 1996, 57.5%, Dun Bheagan, cask 6131 – Speyside – 69/100
Officiële festivalbotteling Whisky Festival Gent 2007. Beetje een tegenvaller. Zoete, fruitige neus en smaak. Smaak ook licht kruidig, maar wat te scherp (bitter). Niet echt in balans.

Enkele cask samples van Duncan Taylor

Bij Guy Boyen (Tasttoe) kon ik onlangs enkele cask samples proeven van Duncan Taylor. Stalen van vaten dus die nog niet gebotteld zijn, maar waarvan de bottelaar op basis van de reacties zal beslissen al dan niet tot bottelen over te gaan.
 
Caperdonich 35y 1972/2007, 48.4%, Duncan Taylor, cask sample – Speyside – 87/100
In tegenstelling tot de Caperdonich 1968/2007 (link) van Duncan Taylor is deze dus niet gebotteld. Nochtans vind ik deze iets lekkerder. Gelijkaardige sensaties, maar wat kruidiger en een lichte rook in de neus.
 
Glen Grant 34y 1972/2007, Duncan Taylor, cask sample – Speyside – 84/100
Nota’s beperken zich tot ‘lekker!’ en een score van 84.
 
Imperial 9y 1998/2007, 43.1%, Duncan Taylor, cask 1014, cask sample – Speyside – 77/100
Mmmm, de concentratie verslapte… enkel een score van 77 genoteerd.

Cadenhead


 
Cadenhead is de oudste Schotse onafhankelijke bottelaar, gesticht in 1842. Het was George Duncan, later vervoegd door z’n schoonbroer William Cadenhead, die in dat jaar zich als wijnhandelaar en whiskyagent in Netherkirkgate, Aberdeen vestigde. In 1858 stierf George Duncan, waarop William Cadenhead de zaak overnam en de naam ervan in de zijne veranderde.
Cadenhead, geboren in 1819, maakte eerst carrière in de garenindustrie om in 1853 in het bedrijf van Duncan te stappen als handelsreiziger. Hij was in die tijd ook een gerenomeerd dichter.

William stierf in 1904 en liet z’n erfgenamen een goed draaiend bedrijf achter. William’s neef Robert Duthie nam de dagelijkse leiding over. Duthie ging zich meer en meer toeleggen op het bottelen van single malt whisky & rum, en bracht de Cadenhead whisky brands Putachieside en The Heilanman op de markt.
Cadenhead wist de grote drooglegging van de jaren 1930 te overleven, in tegenstelling tot heel wat van z’n concurrenten. De donkere periode voor Cadenhead moest zich evenwel nog aandienen. Toen Robert Duthie stierf, stond er niet onmiddellijk een opvolger klaar. Robert was immers vrijgezel en z’n twee zussen hadden geen kaas gegeten van de whisky business, maar stonden er op dat familiezaak werd voortgezet. Zo kwam de leiding in handen van Miss Ann Oliver, een trouwe werkneemster van Duthie. Maar enkele verkeerde beslissingen en algeheel mismanagement van Oliver leidde er toe dat ze de zaak diende te verkopen. Het veilingshuis Christie’s werd belast met de verkoop van de enorme voorraad aan vaten. Op 3 en 4 oktober 1972 vond de grootste verkoop van wijnen en sterke dranken plaats, ooit gehouden in Groot-Brittannië.
Niet lang daarna werd het bedrijf Cadenhead – met lege wharehouses – overgenomen door de familie Mitchell’s, eigenaar van Springbank.
 
Aangezien de interesse in en vraag naar single malt whisky de laatste tijd enorm is toegenomen, neemt ook het aantal bottelaars toe. In het licht van deze toenemende concurrentie zwaait Cadenhead graag met z’n stamboom en anderhalve eeuw ervaring, en legt het de nadruk op het feit dat het z’n bottelproces volledig zelf controleert.

Cadenhead bottelt al z’n whisky’s als single cask op vatsterkte en zal ze nooit bijkleuren of ‘chill-filteren’.
 
Reeksen van Cadenhead zijn o.a. de Authentic Collection, de Original Collection en de Chairmans Stock. Legendarisch – en ondertussen ook erg prijzig – zijn de oude ‘dumpy’ bottelingen uit de jaren zeventig en tachtig. Het zijn erg herkenbare, maar ook erg lelijke flessen (gedrongen, bruin of groen glas).
 
Twee Cadenhead’s, een recente botteling en een ‘dumpy’:
 
Imperial – Glenlivet 29y 1978/2007, 54.7%, Cadenhead – Speyside – 78/100
Cadenhead blijft consequent in het gebruik van de naam Glenlivet voor distilleerderijen uit het dal van de river Livet. Dus ook voor Imperial. Neus is redelijk gerookt en wat ziltig. Spek. Tabak. Maar ook fruitaroma’s en wat zoets. Lekkere en comlexe neus. Ook smaak is aangenaam en wat olieachtig. Lange afdronk. Perfect drinkbaar op cask strength.
 
Bladnoch 13y 1964/1977, 45.7%, Cadenhead dumpy bottle black label 75 cl – Lowland – 86/100
M’n eerste Bladnoch en meteen een oude ‘dumpy’ Cadenhead botteling. Neus: bloemig, vanille, koffie, citroen. Hint van rook. Smaak is echt ‘mondvullend’, stevig, met veel citrus en ook wat peper. Lekkere bitterheid ook. Wat vettig, olie-achtig. Na een tijdje komen ook zoete tonen naar boven. Lange afdronk met ook hier weer veel citroen. Lekker seg!