Spring naar inhoud

Posts from the ‘Clynelish’ Category

Black bullets in a posh library

Deze naam kan enkel naar een botteling van de Scotch Malt Whisky Society verwijzen. En zoals wel vaker is de naam niet slecht gekozen.

 
Clynelish 26y 1983/2009, 55%, SMWS 26.61 ‘Black bullets in a posh library’, 101 bottles
Zoete en fruitige neus, met de verwachte wastoestanden. Boenwas, kaarsvet, schoensmeer, dat soort dingen. Oude eiken meubels. De geur van oude boeken, ja toch wel. Honing. Aangenaam zoet op de tong met een lichte kruidigheid. Ietwat droge afdronk. Lekker maar toch minder dan verwacht van Clynelish van deze periode. 86/100

Dewar Rattray bottelt de ideale zomerdram

Op het Cask Six Forum werd de vraag gesteld wat de ideale zomerdram is, een whisky die zich zelfs bij de hoge temperaturen van de voorbije weken vlot laat drinken. Wel, A.D. Rattray reikt het antwoord aan.

 
Clynelish 12y 1997/2009, 59.4%, Dewar Rattray, cask 4664, 310 bottles
Lichte, prikkelende en mineralige neus. Natte stenen, fris fruit (watermeloen, mandarijn), bloemen, richting licht geparfumeerd (rozenblaadjes), een niet geheel onverwachte waxyness, een aangename herbalness (ik heb daar geen Nederlandstalig woord voor, kruidigheid dekt de lading niet. Planten? Eucalyptus alvast. Citroengras). Dan ook wat zoets, vanille en banaan. Een ietsiepietsie zilt nog. Zeelucht eigenlijk eerder, zilt vermengd met jodium. Water toevoegen geeft honing, Canada Dry en kalk. Heel in de verte wat assen. Nice. Ook de smaak is verfrissend. Zacht en zoet met veel fruit en kruiden. Witte chocolade. Qua fruit is het vooral citrus (de schil van citroenen), banaan en abrikoos. Qua ‘kruidigheid’ houttoetsen en kruidnagel. Water brengt appel en peer naar voor. Vooral de peer springt er dan uit. Vrij lange, fruitige, kruidige en waxy afdronk, met ook hier een heel klein beetje zilt. Lekkere, frisse whisky. Frisky! 85/100

Nog een Clynelish 1982? Why not!

De Clynelish 1982 van The Perfect Dram die vorig jaar gebotteld werd, is een split cask met de Synch Elli van de Daily Dram. Deze laatste werd op 46% gebotteld en vond ik super, de Perfect Dram zou dus eigenlijk evengoed moeten zijn.

 
Clynelish 27y 1982/2009, 53.9%, The Perfect Dram II, TWA, 240 bottles
Ooh, wat een lekkere neus! Zachte, zoete toetsen vermengd met zalig fruit en een stevige waxy touch. Bijenwas, schoensmeer, honing, meloen, abrikoos. Licht mineralig. Ook in de smaak veel waxy toestanden, I love it! Kan een klein beetje water gebruiken, wat meer fruit en ook kruiden naar boven brengt. Lange, zoete en fruitige finish met de heerlijke waxyness die ook hier komt bovendrijven. Clynelish op z’n best en weer een geweldige botteling van The Whisky Agency. 92/100
 

Vergeleken met de beide Malts of Scotland heb ik toch een lichte, zeer lichte voorkeur voor dit vat. Zowel voor deze op vatstertte als deze op 46% van The Nectar.

Clynelish 1982 Malts of Scotland, cask 5894

Clynelish vat 5894 is een zustervat van het reeds eerder besproken vat 5895, ook gebotteld door Malts of Scotland en twee maanden vroeger op de markt gebracht. 5895 dronk ik nog eens op onze Schotlandreis, naast de 1983/2006 Old Malt Cask.

 
Clynelish 27y 1982/2010, 48.7%, Malts of Scotland, cask 5894, 229 bttls
Zachte, complexe neus op bijenwas, honing, amandelen, wat hout, bloesems en veel fruit. Mandarijn, meloen, ananas, perzik… tja, zo lekker en zo herkenbaar Clynelish. Riesling. Top Riesling. Smaak: smooth! Oh ja, wat hou ik van dit profiel! Aroma’s van de zee (zilt, oesters…), fruit (citroen, pompelmoes), waxyness, kamille, kruiden, genoeg maar niet teveel hout. Alles zeer mooi in balans. Lange, complexe afdronk in het verlengde van de smaak. Op basis van mijn herinneringen aan en notities van vat 5895, heb ik geen enkele reden om deze een andere score te geven. Ik heb misschien niet helemaal dezelfde associaties, maar basically is dit zeer gelijkaardige whisky, van hetzelfde – hoge – niveau. 91/100

Clynelish 31y 1972, SMWS

Clynelish 31y 1972/2004, 57.8%, SMWS 26.33 ‘Friar’s Balsam and Cigar Boxes’ – Highland
Heerlijke oude Clynelish. Ok, dit is een pleonasme. Het beproefd recept van waxyness, tropisch fruit, honing, bloesems en zachte turf. Prachtig weerom. Beetje peper in de smaak ook. Niet veel zin om meer te noteren, veel te lekker. Top notch! 92/100

Clynelish 1982, Malts of Scotland

Laatste in de rij Malts of Scotland is een Clynelish van 1982, het ondertussen bijna magische jaar 1982. Heel wat 1982-ers en ook sommige 1983-ers kunnen makkelijk naast Clynelish van begin jaren zeventig gaan staan en misschien wel naast sommige jaren zestig Clynelish. Eens zien of ook deze dat kan.

 
Clynelish 27y 1982/2010, 51.5%, Malts of Scotland, cask 5895, 263 bottles – Highland
Mmm, die neus is goed! Herkenbaar Clynelish, maar dan van het beste dat ze daar te bieden hebben. De typische bijenwas, de smeuïge honing, het zalige fruit, alles erg geconcentreerd en perfect gebalanceerd. Het fruit komt mettertijd meer en meer naar voor. Ananas, limoen, abrikoos, peer, meloen en weet ik veel wat nog allemaal. Amandelen. Geroosterde amandalen. Hout en de daarbij behorende kruidigheid. Op de tong is deze whisky stevig en mondvullend. Hij combineert heel mooi zachte en zoete fruitigheid (citroen, pompelmoes) met coastal aroma’s. Zilt, zeewier. Kruidenthee. Kamille. Linde? Ook de spicy variant zit er in. Ik denk vooral aan nootmuskaat en peper. Behoorlijk wat hout ook. Lange, warme en waxy finish met het fruit dat ook hier de dienst uitmaakt. Yep, deze mag in het rijtje gaan staan. Zeker de neus is absolute top. 91/100

Tijd voor de jaarlijkse opkuis in m’n samples

Ik heb nog tientalle samples staan (van festivals, tastings, whiskysamples.eu, sample swaps…) en heb me voorgenomen die de rest van de winter weg te werken. Een beetje zoals de jaarlijkse lenteschoonmaak, maar dan plezanter. De komende weken en maanden volgen dus af en toe wat losse flodders. Beginnen doe ik met de Clynelish Manager’s Dram die ik gisteren dronk. Vandaag en morgen zullen er ongetwijfeld andere alcoholen mijn ingewanden beroeren.

 
Clynelish 17y Manager’s Dram, 61.8%, OB 1998, sherry cask – Highland
Deze Clynelish is écht lekker, en met water zo mogelijk nog beter. Het water ontketent de fruitigheid in de neus. Zonder water heb je ook al fruit (citrus, appels), samen met bijenwas, mineralen, noten en kruiden. Met water slaat het fruit om in de exotische variant (heb ik niet zo vaak bij Clynelish), nog meer bijenwas, honing, turf, zoethout. Fantastisch gewoon, ook op de smaak (verdund). Die is fruitig (sinaas, pompelmoes), waxy, ziltig, rokerig en wat kruidig (gember?). Erg complex. Lange afdronk op kruiden, fruit en terugkerende turf. 93/100

Een reeksje Malts of Scotland

Malts of Scotland is een nieuwe Duitse onafhankelijke bottelaar, opgericht door Thomas Ewers. Het zag begin dit jaar het levenslicht met het op de markt brengen van een eerste batch van elf bottelingen, later volgden er meer. Malts of Scotland beweert een zeer uitgebreide stock vaten van een zestigtal distilleerders te hebben liggen. Hun bottelingen zijn single casks op vatsterkte, worden niet bijgekleurd noch koud gefilterd.
Ik merk dat ik nog geen enkele bespreking van een whisky van hen gepubliceerd heb. Laat ons daar met een straatje van zes verandering in brengen zie… Beginnen doe ik met de Clynelish 1996.

 
Clynelish 12y 1996, 58.1%, Malts of Scotland, 2009, cask 8245, 304 bottles – Highland
Cask 8245 is duidelijk een sherryvat. Alhoewel de sherry niet overheerst, de typische Clynelish kenmerken kunnen nog vrij hun gang gaan. Boenwas, fruit (citrus, sinaas vooral), pollen, bloemen, het gekende patroon. Mooie balans met de droge sherrytonen. Zoet, maar ook lichtjes bitter in de smaak. Aangenaam bitter, met zoethout en de lekkere waxyness er mooi doorheen verweven. Middellange bitterzoete finish. Je zou je kunnen afvragen wat een tiental jaar extra rijping zou gegeven hebben, maar who cares, dit is op 12 jaar al meer dan te pruimen. Misschien is ie wel op z’n top gebotteld en zou het hout anders te veel gaan domineren. Whatever, voor 50 euro een sterke prijs/kwaliteit verhouding. 88/100

Brora & Clynelish tasting II

Nadat iedereen opnieuw gezeten was (noodzakelijk, want anders zouden meerdere broeken afgezakt zijn) werd ons de Brora 29y 1971/2000, 50%, Douglas Laing OMC, 274 bottles voorgeschoteld. Hèhè, dit is wat ik lekker vind zie! Een herkenbare Brora-neus met alles wat Brora je kan geven. Genot, plezier, levensvreugde, een reden om te leven tout court, maar ook farmy notes, rook, fruit (citrus & appels had ik), wat zoets, zilt en de zee. Gerookte vis! Bij Dominiek doemde een plat de fruits de mer, inderdaad. De smaak gaat hier mooi op door, geeft een zalige combinatie van de associaties uit de neus, en brengt ook een heerlijke kruidigheid naar voren. Pffiew, dit is goeie whisky! En dan die afdronk… man, man. 93/100. De rest van deze fles moest en zou ik mee naar huis nemen. Biedt diene onnozele Luc toch wel mee zeker… Bon, geen Brora 29y 1971 op whiskysamples!

Ik dacht dat ik deze Brora al eens had gedronken, maar dat blijkt niet zo te zijn. Het is z’n broertje op 210 flessen (ook 29y 1971 OMC) die ik al gehad had (niet gepost). In mijn herinneringen – nee, dit soort whisky vergeet men niet – zijn ze aan elkaar gewaagd.

 

Dan terug wat meer ‘gewonere’ whisky dachten er enkelen, de Clynelish 27y ‘Synch Elli’ 1982/2009, 46%, Daily Dram, The Nectar. Ik wist beter, ik had de batch van The Perfect Dram al geproefd (op vatsterkte die) – dit is immers een split cask met The Whisky Agency. Ruiken: whoehoe! Bijenwas (en véél!), zalig fruit (pompelmoes, meloen), dito zoets (zachte honing) en bloesems (een fruitgaard in volle bloei). Proeven: whoehoe bis! De was, het fruit, de honing, en ook kruiden. Kaneel. Nootmuskaat? Lange, zoet-fruitige afdronk met ook hier een geweldige waxy touch. Van een heel andere orde dan de Brora, maar evenzeer top. 92/100.

Weer eens een bewijs van de constant hoge kwaliteit van Clynelish. In tegenstelling tot een aantal distilleerderijen waarbij het “vroeger toch allemaal beter was”, kunnen heel wat Clynelish’s van de jaren tachtig of negentig (zie ook de SMWS of de 12y 1996 Malts of Scotland) makkelijk naast toppers uit de jaren zestig en zeventig gaan staan. Ook deze dus, met sprekend gemak.

 

Het slot van het ‘officiële’ gedeelte werd verzorgd door de Brora 30y, 53.2%, OB 2009, 2652 bottles. De neus is vrij krachtig en geeft turf, wit fruit, een beetje zilt, redelijk wat boenwas en verbrande cake (wat scherp, zonder te storen). Ook op de tong is hij stevig. De boenwas doemt ook hier op, net zoals de turf, het zout en het fruit. Na een tijdje kruiden, ‘wood-spices’. Dit laatste komt ook terug in de lekkere, lange afdronk.
Deze Brora is niet ‘farmy’ te noemen, je zou ‘m anderzijds wel kunnen beschouwen als een geturfde Clynelish. Het is duidelijk meer op eind jaren zeventig dan begin jaren zeventig Brora. Begin jaren zeventig Brora is volgens mij dan ook zo goed als op, anders zouden ze vorig jaar ook geen 25 jarige hebben uitgebracht. Het zou me echter niet verbazen mochten ze binnen enkele jaren nog een veertigjarige op de markt brengen. Aan een viercijferig bedrag natuurlijk.
Score: 92/100. Voor mij speelt deze nog net in de categorie van de 30y 2007 (92) en de 25y 2008 (91). Lekker, zéér lekker zelfs, maar toch een categorie lager dan de drie voorgaande releases. De eerste twee batchen (2002 & 2003) heb ik nog niet gedronken. Hier moet dringend verandering in komen, vind ik zo.

 

Naar goede gewoonte werd er op het einde en voor de veiling van de flessen een top 3 samengesteld, deze zag er als volgt uit:

  1. Brora 29y 1971 OMC
  2. Clynelish ‘Synch Elli’ 27y 1982 Daily Dram
  3. Brora 1972/1995 G&M

Exact mijn top 3 trouwens.

 

Tot slot had Dominiek nog een extraatje bij, de Clynelish 12y, 56.9%, OB, Ainslie & Heilbron for Edward & Edward, Italy (Giaccone), rotation 1973, bicolor label. Ik rook, ik nipte, ik mompelde een ‘halleluja’ en goot m’n 2cl gezwind over in een sampleflesje. Dit is echt wel zonde om als achtste whisky nog rap rap achterover te kappen. Ik proef ‘m nu, in alle rust en lichtjes boven m’n stoel zwevend.
Rotation 1973, dat is dus pre-Brora Clynelish, gedistilleerd in de distilleerderij die later Brora zou heten, ergens rond het jaar 1960. En dit ís ook Brora, Brora voordat Brora bestond. En hoeft het gezegd, I love it. Zachte, zoete turf en sappig fruit, prachtig verweven met zalige waxy én lichte farmy notes. Piew, wat een neus! Honing, vanille, amandel, peer, sinaas, antiekwas, ‘boerderij’, enzovoort enzoverder. De smaak houdt moeiteloos dit niveau aan. Krachtig en toch subtiel, complex en toch perfect gebalanceerd. Goddelijk! De turf, het fruit, de honing, het hooi, de waxy touch, een mens wordt daar stil van. Ook een lichte kruidigheid, kwestie van het plaatje helemaal af te maken. En die afdronk, die blijft maar duren! Ik denk dat ik straks m’n tanden niet poets… wakker worden op dit, stel je voor. Ok, ok, de lyriek (anderen noemen het malt-o-porn) neemt de bovenhand. Ik stop. Enkel de score nog. Pfff, who cares? Of toch, ik heb de 1971 93/100 gegeven en vermits ik mij de rest van deze fles bij opbod heb aangeschaft, zie ik mezelf verplicht nog wat van deze laatste in te schenken. Een score moet immers gefundeerd zijn, dat spreekt. Wel, deze 12 jarige Clynelish is nóg beter. Niet veel, maar toch. 94/100 zal het zijn.

 

En of het dus goed was. Ook de nabeschouwing was dat, alleen ben ik nog altijd niet bijgeslapen.

 

Brora & Clynelish tasting I

De eerste clubtasting van het seizoen zette ons onder de noemer ‘Back to basics’ weer met beide voeten op de grond, de tweede tasting had een lichtjes ander effect. De meesten onder ons bevonden zich na afloop met hun hoofd in de wolken, wolken die naar bijenwas en schapenstal roken dan nog (ja, ik kan me voorstellen dat dat voor menigeen een nieuw concept is). Bijenwas en schapenstal, dat is dus Clynelish en Brora. Voor de geïnteresseerden, ik heb me in het verleden al aan een beknopte geschiedschrijving van deze toch wel legendarische distilleerderijen gewaagd, daar hoef ik me dus niet meer mee bezig te houden.
Dominiek, die niet vies is van dit soort whisky, had acht flessen mee. Sommige whisky’s waren lekker, voor andere moet ik een ander vocabularium bovenhalen.

 

Het opwarmertje was de Clynelish 12y, 46%, OB for the Friends of the Classic Malts. Geen slechte whisky om mee te starten, maar wel veruit de minste van de avond. De neus vond ik heel mineralig. Natte steen. Ook geeft ie wat citrusfruit, wat zoets (karamel), rook, zilt en een heel lichte zeeptoets, wat geen meerwaarde te noemen is. Die zeep had ik weliswaar pas toen ik er na enkele andere whisky’s terug naar greep, dat viel dus nog wel mee. De smaak vonden sommigen wat zurig. Ik had appels (maar inderdaad eerder zure dan zoete), citrus opnieuw en een beetje was. Licht zoete en kruidige finish die effe blijft hangen. Al bij al weinig distilleerderijkarakter. Score? 76/100. Ik zie dat SV ‘m 85 geeft, die was er dus duidelijk meer van onder de indruk.

 

Ook nummer twee was een Clynelish, meer bepaald de Clynelish 31y 1970/2001, 48.4%, Douglas Laing OMC, sherry finish, 186 bottles, die ik hier al eens besproken heb. Net zoals toen was ik er ook maandag niet echt wild van. Het is lekkere whisky, zeker op de neus, maar hij had eerder gebotteld moeten zijn. Het hout maakt het op de tong en in de afdronk wat te droog. Mijn bevindingen en score van maandag komen mooi overéén met wat ik begin dit jaar neerpende. Die 85/100 blijft dus ongewijzigd.

 

Tijd voor een Brora, ééntje uit 1972 (jawel): Brora 1972/1997, 40%, Gordon & MacPhail Rare Old. Gordon & MacPhail heeft een aantal Brora’s 1972 onder het Connoisseurs Choice label uitgebracht, waarvan ik er onlangs twee proefde en een derde (1992) mij wel heel verleidelijk vanuit m’n whiskyschap staat aan te staren (ja, flessen en samples kunnen staren). Deze 25 jarige Brora hebben ze – bij mijn weten als enige – onder hun Rare Old label gebotteld. De neus is wat je van Brora 1972 mag verwachten: farmy! Very farmy that is. De stallen, de mest, het hooi, de natte hond die tegen je opspringt, de… nee Johan, laat de boerendochter maar achterwege. Zachte zoete turf ook, beetje fruit, beetje honing… smullen! Ook de smaak is lekker, maar mist punch. De Connoisseurs Choices bewijzen dat dat niet aan het lage alcoholpercentage hoeft te liggen, toch is deze op de smaak wat plattekes, licht waterig. Pas op, wat je proeft is nog altijd zeer Brora-ig (turf, farmy, honing, beetje zilt) en dus lekker-lekker. De 1993 blijft echter mijn favoriet, die is steviger én complexer. De extra waxyness, bloemen en zalige fruitigheid van de 1993 ontbeert de Rare Old. Desondanks geef ik ‘m toch nog 90/100, vooral dankzij de neus.

 

Het eerste gedeelte van de tasting eindigde met de Clynelish 8y 1999/2008, 62.8%, SMWS 26.54 ‘Midsummer nights’ dram’, een erg lekkere, frisse Clynelish die wel water nodig heeft. Zonder water is de neus erg mineralig. De natte steen weer. Wat metalig ook. Met water gaat hij open, wordt zoeter en komen er bloemen, fruit en wat zilt door. Ook de smaak kan water gebruiken, best veel water zelfs, deze Clynelish toont zich een erg goeie zwemmer (iets wat niet over mezelf gezegd kan worden, maar dit volledig terzijde). Fruitig (peer, perzik), bijenwas, noten, kruiden, erg complex voor zo’n jonge whisky. Hij blijft ook z’n kracht behouden, zelfs nog indien verdund tot onder 40%. Knap! 86/100.

 
Morgen deel twee, going crescendo.

Planckendael

Een dagje met de kids naar Planckendael. Plezant, maar dan toch vooral voor hen. Uren aan een stuk beesten-kijken, op den duur verlangt een mens eens naar iets anders. Mijn opoffering moest dus dringend gecompenseerd worden, vond ik zo. Lekkere whisky is al vaker een goed middel gebleken om vanalles en nog wat te compenseren. Aldus ging ik na wat ik nog van samples had staan en mijn oog viel op een Clynelish. Een zalige Clynelish

 
Clynelish 33y 1973/2006, 54.2%, Signatory, cask 8914, 455 bottles – Highland – 91/100
Het vatnummer volgend op de twee legendarische Prestonfields. Nu ja, dat wil natuurlijk nog niets zeggen. Neus is in ieder geval wel erg lekker. Zoet (honing), fruitig (citrus, banaan), waxy (erg waxy, njummie!), een zalige toef turf erop… complex en perfect in balans. Evolueert ook erg mooi, na een tijdje komen er bloesems door. Erg lekker? Neen, subliem gewoon! De smaak is een ietsje minder dan de neus. Lichtjes bitter (hout) en wat scherp, maar toch ook zoet en fruitig. Drop? Lange, fruitige en kruidige afdronk. Zalige whisky, maar verliest enkele punten op de smaak en dus niet in dezelfde league als vat 8912. 90 punten. Toch nog.

Distillers Edition

Diageo brengt van z’n Classic Malts regelmatig Distillers Editions uit. Dit zijn whisky’s die ‘double matured’ zijn, op twee vaten gerijpt dus. Eerst op een klassiek vat, daarna op een ander (porto, sherry, wijn, cognac…). De vraag is of we hier niet moeten spreken over finishes. Probleem is dat dat verschil niet altijd even duidelijk is. Waar leg je de grens? Hoe lang moet m.a.w. een whisky op een tweede vat rijpen om geen finish maar een double matured whisky te zijn? Soit, Diageo vermeldt op z’n flessen enkel de totale rijptijd, je weet als consument dus niet hoelang de whisky op het tweede vat heeft gelegen.

Dubbel gerijpte of gefinishte whisky’s kennen hevige voor- en tegenstanders. De eersten benadrukken dat deze rijpingswijze extra dimensies toevoegt aan een whisky, welke nooit via wijzigingen aan het distillatieproces of rijpingstijd verkregen kunnen worden. Tegenstanders vinden ze niet meer dan makkelijke uitbreidingen van het assortiment en een slimme manier om de gebrekkige kwaliteit van de whisky te maskeren. Het is duidelijk dat er een waarheid zit in beide strekkingen. De resultaten van een dubbele rijping zijn echter wisselvallig. Zoals in het dagelijkse leven kan een huwelijk slagen, maar ook mislukken (gho, wat mooi gezegd Johan).

Het is voor Diageo natuurlijk wel de bedoeling dat de whisky ondanks de tweede rijping z’n distilleerderijkarakter behoudt. Een Lagavulin Distillers Edition moet nog steeds door de klant herkend kunnen worden als een Lagavulin. De selectie van het vat is m.a.w. extreem belangrijk, een verkeerd gekozen vat kan de whisky onherkenbaar of zelfs kapot maken. De smaken van het vat moeten dus gematched worden met de smaken van de whisky. Zo zal een vat dat stevige smaken afgeeft, zoals een Pedro Ximinez sherry vat, enkel gebruikt worden bij ‘stevige’ whisky’s, zoals bv. diezelfde Lagavulin.

De Distillers Editions selection bieden een goede kennismaking met het fenomeen. De reeks werd gelanceerd in 1997. De whisky’s dragen het stempel van de distilleerderij en van de warehouse manager, vermelden distillatie- en botteljaar en hebben slechts een gelimiteerde oplage.

 
Clynelish ‘Distillers Edition’ 1991/2006, 46%, OB – Highland – 81/100
Tweede vat is hier Oloroso seco (sherry dus). Lekkere neus met hout, kruiden, iets van leer en veel fruit. Appel. En subtiele turf. Ook de smaak er erg complex: zoet, erg fruitig, beetje hout, beetje ziltig en heerlijk kruidig (kaneel!), maar alles mooi in balans. Lekkere droge en kruidige afdronk. Voor mij beter dan de klassieke 14y.
 
Talisker ‘Distillers Edition’ 1993/2006, 45.8%, OB 2006 – Skye – 76/100
Nope, hier heeft de tweede rijping (op Amoroso sherryvat) de whisky geen goed gedaan. Slecht kan je ‘m niet noemen, maar verbleekt bij de standaard 10y & 18y. Zoet, kruidig, zee… wel wat typische Talisker kenmerken, maar te droog op te tong. Te ‘woody’.

Twee prille dertigers

Zo omschrijf ik mezelf ook nog graag.
 
Clynelish 31y 1970/2001, 48.4%, DL Old Malt Cask, 186 bottles – Highland – 85/100
Lekkere fruitige neus (appel en pompelmoes), honing, een beetje zilt en boenwas. Smaak is zoet en ziltig en daarna wordt ie ook wat kruidig. Behoorlijk lange, ziltige afdronk, maar mij wat te droog. In de smaak stelt hij licht teleur, ik verwacht van een begin-jaren-zeventig Clynelish toch net iets meer.
 
Tomatin 30y 1976/2007, 49.3%, OB, sherry finish, 1500 bottles – Speyside – 89/100
30 jaar is hier 27 jaar Bourbonvat-rijping gevolgd door 3 jaar sherryvat, met als resultaat een zachte, zoete, fruitige, kruidige en licht zilte whisky. Ja, complex dus. Hint van turf in de smaak. Top!

Een koppel Highlanders van Blackadder

Clynelish 13y 1990/2003, 59.3%, Blackadder, sherry finish, cask 3593, 258 bottles – Highland – 84/100
Stevige turf neus. Zoet ook. Zoethout. Chocolade. Smaak is krachtig, met dezelfde elementen: turf, zoethout en chocolade. Peper ook. Erg lange, ziltige, wat droge afdronk. Lekker!
 
Longmorn 16y 1990/2006, 58.3%, Blackadder Raw Cask no 30051, 225 bottles – Highland – 77/100
Neus: vanille, hout, rook, nootmuskaat. Smaak: erg fruitig en ook hier duidelijke invloed van het hout. Ook lichtjes zoet. Lange afdronk met opnieuw veel hout en vanille.

Clynelish Prestonfield – de beste Clynelish ooit?

Laat ons het nieuwe jaar maar meteen met een klepper inzetten.
 
Clynelish 33y 1973/2006, 54.3%, The Prestonfield for La Maison du Whisky, cask 8912, 405 bottles – Highland – 94/100
Deze Clynelish is één van die whisky’s die ik al lang eens wou proeven. Bij deze dus. De neus is een sublieme mix van Clynelish en Brora, best of both worlds als het ware: erg fruitig (tropische fruit vooral), met veel boenwas, bloesems, honing en turf. Na een tijdje komt er ook kruiden en tabak door. Prachtige evolutie, en oh zo complex. Dat laatste kan ook over de smaak gezegd worden. Weerom veel fruit (citrus, maar ook appels), honing, was en de meest geraffineerde turf. Naar het einde peper. Lange zalige afdronk op exotisch fruit en turf. Schitterende Clynelish.
 
Bestaat ook een tweede batch van (vat 8913), maar die is naar het schijnt iets minder. Het volgende vat (8914) werd dan weer door Signatory gebotteld. Van die laatste heb ik nog een sampeltje staan, zal dat binnenkort eens kraken zie.

Was

Wie was zegt, zegt Clynelish en Brora. Beide whisky’s hebben vaak (niet altijd) een ‘waxy’ karakter, vooral in de neus. Met waxy bedoel ik aroma’s van boenwas, schoensmeer, kaarsvet… Beide distilleerderijen hebben – hoeft het nog gezegd – schitterende whisky’s gestookt.

 
Clynelish 13y 1994/2007, 46%, Duncan Taylor NC² – Highland – 78/100
Summiere notities, geproefd bij Tasttoe. Lekkere neus, erg typisch Clynelish (waxy dus). Maar spijtig genoeg wat tegenvallende smaak, beetje kruiden, beetje zoet. Weinig uitgesproken. Toch maar een andere fles gekocht (de Springbank 13y 1993/2007 SMoS).

The Whisky Fair (26-27 april)

Volgend weekend is er weer de jaarlijkse hoogmis van de whisky festivals, The Whisky Fair in Limburg, Duitsland. Spijtig genoeg zal ik er niet bij kunnen zijn, volgend jaar blokkeer ik mijn agenda!
The Whisky Fair brengt ook eigen bottelingen uit, waaronder enkele ondertussen legendarische. Een aantal kon ik reeds proeven, zovele nog niet. Pfff, het leven is veel te kort.
 
Ledaig 33y 1973/2006, 48%, TWF, 281 bottles – Mull – 88/100
Ledaig = Tobermory. Gebotteld voor The Whisky Fair, Limburg (Duitsland). Lekkere whisky met subtiele turf in neus en smaak. Neus van een smeulende barbeque. Wat hout in de smaak en zoet fruit (appel, rijpe peer). Sherry? Aangename, licht rokerige finish.
 
Clynelish 32y 1974/2006, 58.6%, TWF, 266 bottles – Highland – 94/100
Bourbon Hogshead vat. Neus is heerlijk, met veel turf, rubber en ‘farmy’ notes. Houtskool. Ook erg peaty in de smaak. Vettig, iets zoets en daarna wordt ie ook kruidig, met veel peper. En zoethout. Behoorlijk ‘Brora’ allemaal, en dus my cup of tea. Veel rook ook, vooral in de lange finish. Subliem!
 
Ardbeg 15y 1991/2007, 54.4%, TWF, 327 bottles – Islay – 88/100
Herkenbare Ardbeg neus met veel ‘zee’ (zilt, zeewier, jodium) en citrus. Houtskool ook. Ook smaak is ziltig, erg ziltig. Maar wel lekker. Beetje turf ook. Middellange zilte finish.

Brora – Clynelish

Hoog tijd om Brora eens wat nader te belichten, aangezien deze distilleerderij al enige tijd met stip op één staat in mijn Top 10.

De geschiedenis van Brora is gelinkt aan deze van zuster-distilleerderij Clynelish (ook in m’n Top 10 trouwens) en gaat terug tot het jaar 1819. In dat jaar werd de Clynelish distilleerderij opgericht door de Marquis van Stafford, de latere Hertog van Sutherland. De Marquis had enorme velden gerst waar hij een bestemming voor zocht, wat na rijp beraad whisky stoken werd. In 1824 ontving hij een licentie, waarmee hij ook een pak illegale stokers in de regio een hak zette.
In 1896 werd Clynelsh opgekocht door James Ainslie & Co, in 1912 kwam ze in handen van de Clynelish Distillery Co. Ltd., om in 1925 eigendom te worden van de Distillers Company Ltd (DCL). Deze groep zag zich in 1931 verplicht de distilleerderij te sluiten. Pas in 1938 kon de productie opnieuw opgestart te worden, maar dit was van kort duur, want in 1941 werd Clynelish opnieuw stilgelegd. Tijdens de oorlog was er immers een chronisch tekort aan gerst. In 1945 werd het stoken hervat.
In 1967 werd aan de overkant van de straat een nieuwe distilleerderij gebouwd, welke de naam Clynelish 2 meekreeg. De oude distilleerderij (Clynelish 1) werd in mei 1968 gesloten, de nieuwe starte een maand later.

Maar op Islay dreigde de productie van geturfde malt door droogte serieus te krimpen, wat Johnnie Walker (eigendom van DCL) met een ernstig probleem opzadelde. Johnnie Walker was (en is) immers erg afhankelijk van geturfde whisky voor z’n blends. Dit noopte de groep te zoeken naar alternatieven. En zo werd in 1969 de oude Clynelish distilleerderij heropend onder naam ‘Clynelish 1’, om geturfde malt te produceren. In december 1969 besliste het management de naam te wijzigen in ‘Brora’, naar het plaatsje waar beide distilleerderijen liggen. In 1983 sloot DCL Brora definitief, samen met een hoop andere distilleerderijen. Clynelish daarentegen is nog steeds actief, en gebruikt de gebouwen van Brora als opslagplaats (warehouse) voor z’n vaten. Beide merken zijn momenteel eigendom van Diageo.
99% van de productie van Clynelish wordt heden ten dage gebruikt voor de blend Johnnie Walker Gold Label, amper 1% komt op de markt als single malt.

Brora stookte de meest geturfde whisky van de Highlands en werd ook wel eens ‘The Lagavulin of the North’ genoemd. Dit kwam Diageo goed uit toen het Caol Ila (Islay) tijdelijk moest sluiten en daardoor met een tekort zat aan geturfde whisky voor z’n blends. Na 1975 nam de nood aan geturfde Highland malt evenwel af en daalde het turfgehalte van Brora geleidelijk aan, alhoewel niet-geturfde batches wel regelmatig afgewisseld werden met geturfde batches. Niet-geturfde Brora’s trekken erg op Clynelish bottelingen. Beide hebben dan een duidelijk ‘waxy’ karakter (boenwas, schoensmeer en zo), wat je ook wel terugvindt in de peated Brora’s.

Vanaf 1989 worden Brora bottelingen door Onafhankelijke bottelaars op de markt gebracht. De voorraad aan vaten slinkt evenwel en de prijzen stijgen dan ook navenant.
In 1995 lanceert Diageo enkele – ondertussen legendarische – Brora Rare Malts en sedert 2002 brengt het elk jaar een prijzige 30 jarige Brora uit. Eind vorig jaar verwelkomde we hiervan de zesde release. Een lang leven is dit jaarlijks bottelen evenwel niet beschoren.
 
Hieronder twee dijken van whisky’s:
 
Brora 30y 1972/2002, 46.6%, DL Old Malt Cask for Alambic Germany, 204 bottles – Highland – 94/100
Whooow… heb m’n neus 2 seconden in m’n glas en ik weet dat indien de smaak de neus bevestigt, dit een erg hoge score wordt. Gedistilleerd maart 1972, gebotteld april 2002. Neus is licht en fruitig op een zalig subtiele ondergrond van turf. Daarna kruidig met de turf die in intensiteit toeneemt. Subtiel maar toch krachtig. En complex. Fantastisch! En dan de smaak… lichtjes droog met duidelijke turf. Maar ook fruitig. Peer? Citroen zeker. Zoet ook, en een aangename bitterheid. Schitterend gewoon, dit wordt een stevige negentiger. En dan die afdronk! Eeuwigdurend, rokerig, ziltig, fruitig, subtiel. Delicious!
 
Clynelish 23y 1983/2006, 50%, DL Old Malt Cask, cask 1354, 303 bottles – Highland – 89/100
Gerijpt op een hogshead vat (+/- 275 liter, tegenover 200 liter voor een klassiek vat of barrel). Neus van nat hout, boenwas, honing, citrus en dan evoluerend naar bloesems. Bloesems van een appelboom. Smaak is redelijk vettig en fruitig. Tropisch fruit (passievrucht). En opnieuw de honing. Na een tijdje duikt er zowaar lichte turf op. Lange, wat zoete afdronk met citroen en wat kruiden. Een whisky die je tijd moet geven, wordt alsmaar beter en complexer.

SMWS – deel 2

Vandaag nog drie bottelingen van de Scotch Malt Whisky Society, eigenlijk vier.
 
Ardbeg 10y 1994/2004, 59.9%, SMWS 33.51 – Islay – 90/100
Fles 33.51 kreeg als benaming ‘Big boy in the kitchen’ mee. Beetje vreemde naam, maar proeven maakt veel duidelijk. Zachte Ardbeg neus, niks te dominant. Beetje turf, beetje zilt, beetje fruit, beetje zoets. Neus van gerookt spek en sinaas. Ook de smaak is erg subtiel, en toch krachtig. Met een beetje water hetzelfde van de neus, plus een lichte houttoets. Maar zelfs op 60% zonder water is hij behoorlijk complex. Kernwoorden: complex en schitterende balans. ‘Big’ indeed.
 
Cragganmore 14y 1993/2007, 60.6%, SMWS 37.34, 639 bottles – Speyside – 84/100
Deze 34e SMWS Cragganmore werd door het proefpanel Ballindalloch Balm genoemd. Kleur verraadt een sherry vat. Neus van alcohol (wat wil je), maar vrij snel ook rood fruit (aardbei en allerlei andere bessen) en balsamico. Hout ook. Wat droge smaak met fruit en caramel. En rosebottel thee! Droge, erg droge sherry afdronk. Wel perfect drinkbaar op meer dan 60%, straf!
 
Longmorn 38y 1968/2007, 56.6%, SMWS 7.37, 448 bottles – Highland – 71/100
Nummer 7.37 ‘Irrisistible’ in het Scotch Malt Whisky Society logboek. First Fill Oloroso, en laat dat duidelijk zijn. Zowel kleur, neus als smaak laten weinig aan de verbeelding over, dit was een erg actief sherryvat! Droge neus en smaak met veel hout, bittere chocolade en nog een hoop andere bittere dingen. In de smaak naast het bittere ook nog iets zoetigs. Anijs? Vrij wrange nasmaak. Kan best wel een gesherryde (of hoe schrijf je dat?) whisky appreciëren, maar dit is er voor mij toch iets over, redelijk ‘resisitible’.
 
Uitsmijter
Clynelish 20y 1983/2003, 56%, SMWS – Highland – 80/100
Deze Clynelish hebben we blind geproefd en van de 25 proevers was er geen enkele die de distilleerderij juist had. Het is dan ook een alles behalve typische Clynelish. Weinig of geen boenwas/schoensmeer. Wel wat zoet (honing) en fruitig (appel). Frisse smaak. Droge, licht bittere afdronk. Best lekker.

Enkele klassiekers – de letter C

Caol Ila 12y, 43%, OB 2006 – Islay – 82/100
Lekkere neus met eerst de dominante turf, maar ook een lichte fruitigheid en wat zoet. Fris. Na een tijdje ook kruiden. I love it! Smaak is toch wat minder. Turf en zoet. Redelijk krachtig, maar ik mis de complexiteit van de neus. Na een tijdje toch wat fruitig, maar al bij al een beetje vlak. Afdronk is lekker en behoorlijk lang. Smaak net 80, maar hoger gescoord omwille van de lekkere neus.
 
Clynelish 14y, 46%, OB 2006 – Highland – 71/100
Dit is een botteling waarover de meningen erg uitéénlopen. Ik hou van Clynelish, maar ben absoluut geen fan van deze 14 jarige. Neus is rokerig, maar niet aangenaam. Scherp. Ook iets fruitigs. Sinaasschil? In de smaak naast de lichte turf en citrus ook wat kruidig (peper). Afdronk is behoorlijk bitter.
 
Connemara Peated Malt NAS, 40%, OB 2006 – Ireland – 73/100
NAS = No Age Specified. Connemara, een brand van de Cooley distilleerderij, is de enige geturfde Ierse whisky. Dit ‘instap model’ heeft een lekkere neus met zoete turf en fruit. Peer en citroen. Mooie balans. Vrij vlakke, wat waterige smaak. Slappe tee. Beetje fruit (sinaas) en kruiden (peper). Minder turf en rook dan in de neus. Integenstelling tot de Islay whiskies, heeft de Connemara een erg zachte en zoete turf. Niet echt medicinaal, weinig iodium. Middellange afdronk met wat peper en rook. Indien gebotteld op enkele graden meer scoorde deze ongetwijfeld enkele punten hoger.