Clynelish 1972 for Helmsdale Bar Tokyo
Laat ons nog eens zot doen. Goed zot. En dit met een legendarische Clynelish, een 1972 voor Helmsdale Bar Tokyo. De Malt Maniacs Monitor vermeldt twee 1972’ers voor deze bar, beide gebotteld in 2000: deze op 57.75% (foutief als 57.79%) en ééntje op 44.37%. Volgens mij gaat dat om één en dezelfde botteling, zie – wat wazige – foto. Deze whisky heeft een alcoholpercentage (‘proof of strength’) van 57.75% en een ‘angel’s share’ van 44.37%. Die jongens van de Helmsdale Bar hadden zich deze whisky ongetwijfeld al stevig laten welgevallen toen ze zich aan het label zetten, maar volgens mij ligt daar de verwarring. Soit, belangrijkste is dat ik nogmaals Dominiek dien te bedanken. Dus: bedankt Dominiek!
Clynelish 27y 1972/2000, 57.75%, Helmsdale Bar Tokyo, cask 14281, 173 bottles
Jééhaa! Man, dit is goed! Über fruity, kruidig, stroperig, waxy, laag na laag geeft deze neus zich bloot, ongelooflijk complex. Het stroperig vertaalt zich in romige karamel, (kandij)siroop en gekarameliseerde appels. Het fruit in gebakken appels dus, perzik, mango, rijpe ananas, papaya… De kruiden in kaneel, peper en nootmuskaat. De waxyness in antiekwas, oude geboende meubelen en oude boeken. Dan zou je toch wel denken dat het daar ophoudt. Wrong bet! Hij gaat verder op wat zilt, lichte turfrook en Lapsang Souchong thee. Zelfs een lichte farmy toets… ja wadde, een betere neus dan dit heb ik nog niet vaak geroken. Indrukwekkend. Echt wel tijd om te proeven nu, alhoewel ik hier gerust een ganse avond aan kan ruiken. Mondvullend en toch elegant en subtiel… ja ja, dit is Clynelish. En niet zomaar Clynelish. Het fruit, de kruiden, het stroperige, het licht ziltige, het licht rokerige: wat de neus beloofde geeft de smaak even schitterend weer. Smeuïge chocolade en praliné ook. Een beetje eik ja, maar houdt zich koest op de achtergrond. Ik heb al best wat Clynelish geproefd, maar dit is zonder twijfel één van de beste. A ja, de afdronk nog: heel lang en euh, lekker. En al even complex als de rest, dat blijft ook op het einde maar evolueren. Indrukwekkend, of had ik dat al gezegd? 95/100

Appelmoes met kaneel. Gestoofd fruit (de ‘marmalade’), hoe langer hoe meer. Olie. Lichte turfrook. Fris en erg aromatisch. Stevig en olieachtig in de mond, op bijenwas, honing, kruiden (zoethout, peper, gember), gekonfijt én gestoofd fruit, confituren inderdaad. En nu je het zegt, iets geroosterd, toast indeed. En niet te vergeten, onderliggende turf. Smullen! Water geprobeerd, maar dat brengt weinig bij, is trouwens al lekker genoeg zo. Lange afdronk, op zachte, romige turf en wat kruiden (hint van mosterd zelfs). Lovely! En zeker op de smaak heeft deze whisky z’n naam niet gestolen. 92/100
Clynelish 24y 1965/1989, 46%, Cadenhead’s for Mainardi, 75 cl
Caol Ila 20y 1988/2008, 46%, W&M Barrel Selection, casks 4224 & 4225
Macallan 30y 1980/2010, 49.6%, Jack Wiebers Whisky World, Prenzlow Portfolio Collection, cask 16447, 120 bottles


T-Bone Burnett, geboren in St. Louis als Joseph Henry Burnett, is een Amerikaans singer-songwriter en gitarist (er zijn trouwens maar weinig foto’s te vinden waar hij niet met z’n gitaar poseert), maar hij is waarschijnlijk bekender als producer, producer van albums en soundtracks. Artiesten die op hem een beroep deden zijn o.a. Elvis Costello, Los Lobos, Counting Crows, Natalie Merchant en Robert Plant. Qua films zorgde hij voor de geniale soundtracks van o.a. O Brother, Where Art Thou? (Grammy), Walk the Line en The Big Lebowsky. Hij won ook een Oscar voor beste song, The Weary Kind uit Crazy Heart.
Ontdekken deed ik hem via Humans From Earth, een song uit de film Until the End of the World van Wim Wenders (ook een geweldige soundtrack trouwens). En de bovenvermelde films maakte me natuurlijk nog meer fan. Ik luister momenteel naar The True False Identity, een plaat uit 2006. Song als Earlier Baghdad (The Bounce) en There Would be Hell to Pay zijn echt parels. Subtiel en elegant, wel ja, het zijn eigenschappen die perfect toepasbaar zijn op deze muziek.






