Spring naar inhoud

Posts tagged ‘Pedro Ximenez’

Glendronach 10y 2002 for Colruyt

Recent werden twee Glendronachs 2002 exclusief voor Colruyt gebotteld, een whisky gerijpt op olorosovat (#2640) en een whisky gerijpt op Pedro Ximénez-vat (#1601). Instinctief zou ik naar de PX grijpen. Wat ik bij deze dus ook doe.

 

Glendronach 10y 2002/2013, 54.9%, OB for Colruyt, Pedro Ximenez Sherry Puncheon #1601, 654 bottles
Zoete en ronde neus die me doet denken aan pruimencompot (of pruimentaart), appel- en perensiroop, gekonfijt fruit (het kriekje op een frangipanetaartje, melkchocolade, cake (ik ben duidelijk in patisseriestemming) en aardbeienconfituur. Het sherryvat brengt ook koffie, tabak en leder mee. Best veel koffie eigenlijk. Rozijnen op rum nu ook. De smaak is vol en boterig en moet het vooral hebben van kandijsiroop, praliné, rozijnen, pruimen, aardbeien, vijgen, appelsienen en koffie. Koffielikeur. Kruiden die ik in de neus niet (of althans minder) had, zijnde kruidnagel en kaneel. Sappige eik. Lange afdronk, zoet met een beetje kruiden (gember nu ook) en een hint van rook. Niet te droog voor m’n smaakpapillen, mooi rond en rijk. Genieten. 87/100

Ardbeg 1998 for Feis Ile 2011

Tijd voor een hype. De Ardbeg 1998 voor het Feis Ile festival dit jaar was in een mum van tijd uitverkocht en wordt nu voor zotte prijzen op veilingen verhandeld. Het is een vatting van twee vaten Ardbeg 1998, beide gerijpt op Pedro Ximenez sherry butts, resulterend in botteling van 1200 flessen.

 

Ardbeg 13y 1998, 55.1%, OB for Feis Ile 2011, Pedro Ximenez sherry casks, 1200 bottles
Lekkere, ronde en zoete neus op gekonfijt fruit, orangettes, peren- en appelsiroop, gedroogde vijgen en chocolade. Dat alles doorweven met turf en zilte aroma’s. Tabak ook, en koffie. Erg lekker om ruiken. Smeuïg, stroperig mondgevoel, de whisky plakt zich echt tegen je gehemelte en tong. Stroop, allerlei bessen (braambessen, rode en zwarte bessen), rozijnen, gedroogde pruimen, dan wat zilt en daarna de rook die langzaamaan opzet. Een beetje rubber. Eik. Toch wel wat bitter, maar de balans bitter-zoet zit een stuk beter met wat water toe te voegen. Lange, licht drogende afdronk op de sherrytonen van de smaak en turf. Dikke, stropige Ardbeg die een beetje water kan gebruiken. Best een uniek profiel. 88/100

De Glendronach’s single cask 2010

Vandaag en de komende dagen maak ik – eindelijk – tijd voor de nieuwe single casks van Glendronach. Zullen achtereenvolgens aan bod komen: de 1993, de 1991, de 1990, de 1989, de 1978, de 1972, de 1971 en de ‘Cask in a Van’ botteling. De meeste van deze whisky’s rijpten op olorosovat, sommige op Pedro Ximenez. Zonet proefde ik de twee jongste, de 1993 oloroso en de 1991 PX. Zij aan zij, met nogal uitéénlopende bevindingen.

 

Glendronach 17y 1993/2010, 60.5%, OB, oloroso cask #529, 627 bts.
De neus start erg zoet op stroop en verbande karamel, gaat over naar vegetale tonen (oxo, bouillon, consommé) en noten, om langzaam te verglijden richting rubber en lichte sulfer. Me no like. Op de smaak heb ik die sulfer niet zo, maar echt lekker vind ik ‘m hier ook niet. De start is eveneens zoet (perensiroop), om snel plaats te maken voor kruiden. Paprika, kruidnagel, peper… Dan komt er wat gedroogd fruit door, pruimen en dadels, maar het droge gaat overheersen. Hout, de kruiden en bittere chocolade zorgen daarvoor. Misschien dat het beter wordt met wat water, is per slot van rekening een botteling op meer dan 60%. Mmm, er komt meer fruit door. Rode bessen, zonder suiker uiteraard. Droge, kruidige finish. Een whisky waar je je moet doorworstelen, niet echt mijn profiel. 72/100

 

Glendronach 18y 1991/2010, 51.7%, OB, Pedro Ximenez cask #3182, 633 bts.
Ha, dit is al een pak beter. Een heel ander profiel. Veel minder scherp, en fruitiger. De sherry is op de neus zacht, zoet en fruitig. Qua associaties heb ik geconfijt fruit (zoet dus, doet me wat denken van die gesuikerde halve appelsienschijfjes van bij de bakker), acaciahoning, kamille, munt en nootmuskaat. Niet supercomplex maar wel erg aangenaam om ruiken. De smaak is vol en verwarmend, licht drogend en kruidig. Drinkt evenwel veel vlotter dan de 1993. Naast de lichte houtinvloed en de kruiden (anijs, kruidbagel) ook best wat fruit. Kersen, vijgen. Hier is water trouwens niet van doen. Middellange, kruidige finale met zoete kersen die het bittere counteren. Zomaar eventjes 12 punten meer dan de 1993, maar dat ligt zowel aan de kwaliteiten van deze (vooral de neus vind ik erg lekker) als aan de zwakte van de andere. 84/100

Tullibardine 1993, PX sherry finish

Tullibardine, Keltisch voor ‘Heuvel aan het kleine bos’ vierde vorig jaar z’n zestigste verjaardag en is vandaag eigendom van Tullibradine Distillery Ltd., dat het overkocht van Whyte & MacKay. De Tullibardine 1993 die ik vandaag proef, werd afgewerkt op Pedro Ximinez vat.

 
Tullibardine 1993/2009, 46%, OB, PX sherry butt finish
De neus van deze Tullibardine start wat muf en weinig aromatisch. Nat karton, niet meteen het aangenaamst om ruiken. Na enige tijd komt er wat zoets door. Gedroogde pruimen, dadels en gebakken bananen. Karamel. Geroosterde noten. Gember? Gras. De smaak is een beetje flauw, wat vlak. Vooral zoet. Abrikoos, rozijnen, sinaas. En ook hier wat karton. Een lichte kruidigheid die echter weinig bijbrengt. Vrij korte, bitterzoete afdronk op granen en kruiden. Heeft tijd nodig, maar echt lekker wordt hij nooit. Het karton vind ik moeilijk te negeren. De Sauterne Wood finish is veel beter. 72/100

Lagavulin Distillers Edition H2H

Lang geleden dat ik nog eens een Lagavulin gedronken heb, laat er ons dan maar meteen twee van maken. Ik heb immers nog samples staan van een koppel Distillers Editions, beide – zoals gewoonlijk bij Lagavulin – bijkomend gerijpt op Pedro Ximénez sherryvaten. De 1981 heb ik me aangeschaft via Luc’s Whiskysamples, de 1990 is een sample van Ruben. De flesjes staan al enige tijd stof te vergaren tussen allerlei ander lekkers, hoog tijd dus om de stofdoek boven te halen.

 
Lagavulin 1981/2000 ‘Distillers Edition’, 43%, OB, Pedro Ximénez cask – Islay
Complexe neus met de herkenbare Lagavulin-elementen mooi verweven met de sherry. De zachte en zoete turf moet z’n best doen om de aandacht te trekken. Een lekkere kruidigheid (gember en kruidnagel), appelsien en zilt zorgen voor heel wat weerwerk. Ook in de mond komt ie me minder agressief en subtieler over dan andere Lagavulins. Turf en rook ja, maar met een zeer aangename toets die het midden houdt tussen bitter en zuur. Wat is de kruising tussen een citroen en een pompelmoes? Wat hout naar het einde, net zoals wat noten. Lange, verwarmende finish op citrus en rook. Zachte en complexe Lagavulin en minder op turf dan ik gewoon ben bij dit ‘merk’. 90/100
 
Lagavulin 1990/2006 ‘Distillers Edition’, 43%, OB, Pedro Ximénez cask – Islay
De neus van de 1990 is zoet (suikerspin), rokerig (kampvuur) en zeer droog. Vrij veel hout. En zoethout, ook hiervan veel. Marsepein heb ik zeker nog, net als chocolade – echt wel veel ‘zoete’ associaties – en een beetje zilt. Niet al te veel fruit in deze, en als er al fruit te detecteren valt, is het citrus. De smaak is romig en zoet. Een stevige portie rook vermengd met wat zilt, espresso en ook hier veel zoethout. Geen al te lange, bitterzoete afdronk. Kruiden en turf maken hier de dienst uit. 87/100
 

In de 1981 speelt de sherry een grotere rol dan in de 1990. Ik weet niet of het dat is, maar ik heb een duidelijke voorkeur voor de 1981.