Spring naar inhoud

Posts tagged ‘history’

Cadenhead


 
Cadenhead is de oudste Schotse onafhankelijke bottelaar, gesticht in 1842. Het was George Duncan, later vervoegd door z’n schoonbroer William Cadenhead, die in dat jaar zich als wijnhandelaar en whiskyagent in Netherkirkgate, Aberdeen vestigde. In 1858 stierf George Duncan, waarop William Cadenhead de zaak overnam en de naam ervan in de zijne veranderde.
Cadenhead, geboren in 1819, maakte eerst carrière in de garenindustrie om in 1853 in het bedrijf van Duncan te stappen als handelsreiziger. Hij was in die tijd ook een gerenomeerd dichter.

William stierf in 1904 en liet z’n erfgenamen een goed draaiend bedrijf achter. William’s neef Robert Duthie nam de dagelijkse leiding over. Duthie ging zich meer en meer toeleggen op het bottelen van single malt whisky & rum, en bracht de Cadenhead whisky brands Putachieside en The Heilanman op de markt.
Cadenhead wist de grote drooglegging van de jaren 1930 te overleven, in tegenstelling tot heel wat van z’n concurrenten. De donkere periode voor Cadenhead moest zich evenwel nog aandienen. Toen Robert Duthie stierf, stond er niet onmiddellijk een opvolger klaar. Robert was immers vrijgezel en z’n twee zussen hadden geen kaas gegeten van de whisky business, maar stonden er op dat familiezaak werd voortgezet. Zo kwam de leiding in handen van Miss Ann Oliver, een trouwe werkneemster van Duthie. Maar enkele verkeerde beslissingen en algeheel mismanagement van Oliver leidde er toe dat ze de zaak diende te verkopen. Het veilingshuis Christie’s werd belast met de verkoop van de enorme voorraad aan vaten. Op 3 en 4 oktober 1972 vond de grootste verkoop van wijnen en sterke dranken plaats, ooit gehouden in Groot-Brittannië.
Niet lang daarna werd het bedrijf Cadenhead – met lege wharehouses – overgenomen door de familie Mitchell’s, eigenaar van Springbank.
 
Aangezien de interesse in en vraag naar single malt whisky de laatste tijd enorm is toegenomen, neemt ook het aantal bottelaars toe. In het licht van deze toenemende concurrentie zwaait Cadenhead graag met z’n stamboom en anderhalve eeuw ervaring, en legt het de nadruk op het feit dat het z’n bottelproces volledig zelf controleert.

Cadenhead bottelt al z’n whisky’s als single cask op vatsterkte en zal ze nooit bijkleuren of ‘chill-filteren’.
 
Reeksen van Cadenhead zijn o.a. de Authentic Collection, de Original Collection en de Chairmans Stock. Legendarisch – en ondertussen ook erg prijzig – zijn de oude ‘dumpy’ bottelingen uit de jaren zeventig en tachtig. Het zijn erg herkenbare, maar ook erg lelijke flessen (gedrongen, bruin of groen glas).
 
Twee Cadenhead’s, een recente botteling en een ‘dumpy’:
 
Imperial – Glenlivet 29y 1978/2007, 54.7%, Cadenhead – Speyside – 78/100
Cadenhead blijft consequent in het gebruik van de naam Glenlivet voor distilleerderijen uit het dal van de river Livet. Dus ook voor Imperial. Neus is redelijk gerookt en wat ziltig. Spek. Tabak. Maar ook fruitaroma’s en wat zoets. Lekkere en comlexe neus. Ook smaak is aangenaam en wat olieachtig. Lange afdronk. Perfect drinkbaar op cask strength.
 
Bladnoch 13y 1964/1977, 45.7%, Cadenhead dumpy bottle black label 75 cl – Lowland – 86/100
M’n eerste Bladnoch en meteen een oude ‘dumpy’ Cadenhead botteling. Neus: bloemig, vanille, koffie, citroen. Hint van rook. Smaak is echt ‘mondvullend’, stevig, met veel citrus en ook wat peper. Lekkere bitterheid ook. Wat vettig, olie-achtig. Na een tijdje komen ook zoete tonen naar boven. Lange afdronk met ook hier weer veel citroen. Lekker seg!
 

Ardbeg


 
Ardbeg is één van de zeven nog actieve distilleerderijen op het eiland Islay. Het ligt aan de zuidkust, ten oosten van Laphroaig en Lagavulin.

De geschiedenis van Ardbeg gaat terug tot het jaar 1794, toen Alexander Stewart z’n distilleerderij diende te sluiten. De (illegale) productie werd evenwel niet stilgelegd. In 1798 starte John McDougall samen met enkele boeren uit de buurt de bouw van een nieuwe distilleerderij, welke in 1815 officiëel van start ging en tot 1977 in het bezit van de familie McDougall bleef.
Eind 19e eeuw beleefde Ardbeg z’n hoogdagen. Geleid door twee McDougall zussen telde het 60 personeelsleden (vandaag zijn dat er een tiental) en klom de jaarlijkse productie tot meer dan 1 miljoen liter.
In 1959 werd een nieuwe vennootschap, de Ardbeg Distillery Ltd opgericht

In 1977 kwam Ardbeg in handen van Hiram Walker and Sons, dat later overgenomen werd door Allied Distillers. Allied Distillers bezat in die dagen verschillende distilleerderijen, waaronder ook Laphroaig. Het sloot de distilleerderij in 1981, om het in 1989 op verminderde capaciteit opnieuw op te staren. Het mouten van de gerst werd uitbesteed aan Port Ellen Maltings, dat heden alle distilleerderijen op Islay van mout voorziet. Hierdoor verloor de whisky een deel van z’n rokerig karakter.

Na een nieuwe sluiting in juli 1996 werd Ardbeg in 1997 overgenomen door Glenmorangie Plc. en heropend. Glenmorangie Plc., dat vandaag eigendom is van LVMH (Louis Vuitton Moët Hennessy), investeerde meer dan 1,4 miljoen BP in de verbouwing van Ardbeg en is er in geslaagd de traditie van de sterk geturfde Islay whisky nieuw leven in te blazen.
Ardbeg heeft een mash tun met een inhoud van vier ton en zes washbacks met een gezamenlijke inhoud van 168.000 liter. Per jaar wordt ongeveer 600.000 liter whisky geproduceerd.
De huidige Distillery Manager is Michael “Mickey” Heads die in 2007 Stuart Thomson opvolgde.
 
In 2000 is de ‘Ardbeg Committee’ opgericht, een genootschap dat Ardbeg-liefhebbers – zoals mezelf – over de hele wereld verenigt. Iedereen kan gratis lid worden via de website. Soms worden voor leden van de commissie speciale bottelingen uitgegeven.
 
Wat nog vermeldenswaard is, is dat de volledige productie van Ardbeg naar single malt gaat, wat in de whisky wereld vrij uniek is. Het water van de distilleerderij is afkomstig van Loch Iaran (Airigh Nam Beist) en Loch Uigeadail.
De whisky’s van Ardbeg behoren tot de meest geturfde van Schotland en hebben daarnaast over het algemeen ook een erg fruitig karakter.
 
Twee officiële Ardbeg bottelingen uit 2003:
 
Ardbeg Uigeadail, 54.2%, OB 2003 – Islay – 84/100
Lekkere neus van de zee, naast de te verwachten rook en turf. Wel minder turf dan de 10y. Vanille. Kruidnagel? Smaak ietsje minder, maar wel lekker. Zoet (zoethout?) en zilt, naast de turf. Ook wat bitters. Lange droge afdronk. Beter dan de 10y.
 
Ardbeg 25y ‘Lord of the Isles’, 46%, OB 2003 – Islay – 91/100
Sample van het Whiskyfest 2007 te Oostende. Lekkere Ardbeg neus met veel ‘zee’ (zilt & jodium), rook en sinaas. Zachte smaak, erg fruitig (citroen), zoet en ietsje bitter (karamel), beetje hout, peper en aangename turf. Complex. Erg lange afdronk, medicinaal, rokerig. Subtiel genieten!