Spring naar inhoud

Posts tagged ‘1997’

Laphroaig 14y 1997, A. Dewar Rattray

Na lange tijd in familiehanden te zijn gebleven, ging Laphroaig in 1954 over in de handen van Bessie Williamson, die jarenlang als secretaresse werkte op de distilleerderij. Zij erfde Laphroaig omdat er geen rechtstreekse erfgenamen van de Johnston-familie waren en werd zo de eerste vrouwelijke distillery manager op Islay en waarschijnlijk de eerste in gans Schotland. Ze bleef Laphroaig beheren tot aan haar pensioen in 1972. Vandaag is de distilleerderij eigendom van Fortune Brands.


 
Laphroaig 14y 1997/2011, 56.5%, A. Dewar Rattray, Bourbon Hogshead #3327, 252 bottles
Geen overdreven assigheid in de neus, wel mooie rook (zowel turf als smeulend haardvuur), vermengd met vanille, citrus en granen. Pas daarna komt de zee opzetten, met zilt, zeewier en jodium. Ook op de smaak gaat de rook niet domineren, maar treedt hij wel meer op de voorgrond dan op de neus. Toch laat hij genoeg ruimte voor vanille en citrus. Zoet-zuur. Lekker zoet-zuur. Het zilt zit ook hier, net als wat peper. Gerookte heilbot en oesters. Deze laatste dus besprenkenld met citroen, peper en zout. Redelijke lange afdronk op turfrook, citrus en zilt. Een typische, klassieke jonge Laphroaig. En dus opnieuw meer dan gewoon lekker. 87/100

Aberlour 1994 & Bowmore 1997 Mac Bolle

Ter ere van 100 jaar Ronde Van Vlaanderen in 2012, verschijnen twee single cask bottelingen, een Aberlour 1994 en een Bowmore 1997. Het label draagt de naam en beeltenis van de legendarische Torhoutenaar Karel Van Wijnendale (alias ‘Mac Bolle’), wielerjournalist, stichter van de sportkrant Sportwereld en geestelijke vader van de Ronde van Vlaanderen.
Beide vaten werden geselecteerd door Whisky Import Belux en The Bonding Dram, de flessen worden verkocht door de stad Torhout, dat in 2012 de titel Dorp van de Ronde Van Vlaanderen mag dragen. De prijs voor een fles is 60 euro, waarvan er 5 euro naar de actie Kom Op Tegen Kanker gaat. Hoe je de flessen kunt bestellen lees je hier.

 

Aberlour 16y 1994/2011 ‘Mac Bolle’, 46%, Whisky Import Belux & The Bonding Dram, Bourbon Hogshead #8825, 279 bottles
Erg aangename, zoete neus die start op vanille en fruit. Sappig wit fruit à la rode appels (oké, het wit slaat dus op de binnenkant), peren, perziken en lychee. Lycheesap. Na enige tijd toast, geroosterde noten, hooi en kruiden. Mooi rond en romig mondgevoel. Vanille, peer, perzik. Best stevig ook wel, lijkt meer dan 46%. Hiervoor zorgen de eik en de kruiden, kruiden zoals peper, zoethout en gember. Middellange, wat droge afdronk op hooi, eik en kruiden. Simpele whisky, maar dat bedoel ik positief. Niet complex, niet super gelaagd, wel makkelijk te benaderen en even makkelijk drinkbaar. Een whisky zonder streken. 84/100
 
 

Bowmore 14y 1997/2011 ‘Mac Bolle’, 46%, Whisky Import Belux & The Bonding Dram, Bourbon Hogshead #800029, 303 bottles
Uitzonderlijk zachte, zelfs wat delicate neus, wat natuurlijk aan het alcoholpercentage ligt (de meeste jonge Bowmores die ik proefde, zijn vatsterktes, en dat betekent vaak 60% en meer). Geen rookbom, de (turf)rook is licht en laat veel ruimte voor ‘zee’: jodium, zeewier, zilt en een heuse plat de fruits de mer. Dat laatste besprenkeld (stevig besprenkeld) met citroen. Vanille en zachte nougat maakt de neus wat zoet. Zachte, cleane smaak. Rook, vanille, kaneel, citroen en opnieuw een stevige ‘coastal’ toets (zilt). Mineralig ook wel. Geen al te lange afdronk, zilt en rokerig met citroen ertussendoor. Cleane, zilte en net zoals de Aberlour vlot drinkbare en dus erg toegankelijke whisky. 86/100
 

Highland Park 1997 ‘Sword’

De sample van de Highland Park 1997 ‘Sword’ uit de Viking Collection belandde eerder toevallig in m’n brievenbus. Maar toevallig of niet, hij brengt me terug naar ons bezoek aan de Highland Park distillery enige tijd geleden, waar we deze ook konden proeven. Als je niet op Orkney bent, moet je voor deze whisky naar Taiwan. Of een gokje wagen op één of andere veiling kan natuurlijk ook.

 

Highland Park 1997 ‘Sword’, 43%, OB 2010, Viking Collection, exclusive for Taiwan, 75cl
Een mooie kruidigheid is het eerste wat opvalt. Peper, zoethout, nootmuskaat. Daarna hooi en stevige sherrytonen. Koffie, gedroogde vijgen en pruimen, kandijsuiker, leder. Mooie eik en lichte turf. Knappe neus. De sherry zet zich verder op de smaak, naast het hooi en de lichte turfrook. Gedroogd fruit, zwarte bessen, peper, zoethout, munt, koffie, chocolade. Zoute drop, en ook wel een klein beetje rubber. Rijke, volle smaak. Lange, stevige afdronk, bitterzoet met vooral de kruiden die om de aandacht dingen. 87/100

Glengoyne 13y 1997 ‘English Merchants’ Choice’

Een tweede sample van Master of malt is de Glengoyne 13y 1997 ‘English Merchats’ Choice’. Het principe achter de Merchants’ Choice is dat Glengoyne een aantal bekende handelaren vroeg een vat uit hun opslagplaatsen te selecteren. De keuze viel op een 1997, gerijpt op Europese eik, die in september 2010 gebotteld werd. Hij is te koop bij zes handelaren waarvan Master of malt, Milroys en Royal Mile Whiskies bij ons het bekendst zijn. Ik denk niet dat dit concept dit jaar (reeds) herhaald is.

 

Glengoyne 13y 1997 ‘English Merchants’ Choice’, 54.6%, OB 2010, sherry cask, 291 bottles
Stevige maar mooi gebalanceerde sherryneus op tonen van zoet fruit à la rozijnen, pruimen en perensiroop, kandijsuiker, bittere chocolade, sappge eik, balsamico en kruiden. In deze laatste categorie vallen vooral nootmuskaat en gember op. Een beetje tabak noteer ik nog, alsook wat leder. Complex, u leest het, en zoals gezegd met alle elementen in balans. Knap. Stevig, drogend mondgevoel. Voor dat droge gevoel zorgen eik, okkernoten, koude zwarte koffie, kruiden (de gember vooral) en zwarte thee, maar er is toch ook redelijk wat zoets te vinden, wat er voor zorgt dat het geheel niet té bitter wordt. Kandij, donkere chocolade en de gedroogde pruimen opnieuw. Bitterzoete, verwarmende afdronk. Zeker op de neus is het genieten, op de smaak is deze whisky voor mij een ietsje te droog om nog hoger te scoren. 85/100

Clynelish 1997, The Whiskyman

Port Ellen 1983, Linkwood 1984, Glenlivet 1973… en dan nu Clynelish 1997. Dit is dus de vierde botteling onder het onvolprezen label van The Whiskyman. Als je Dominiek’s voorliefde voor Clynelish kent, mocht het niet verbazen dat hij vroeg of laat met een Clynelish op de proppen zou komen. Deze botteling gaat door het leven onder de titel ‘All you need is whisky’.
Weet je, als deze Clynelish nog maar in de buurt komt van z’n drie voorgangers, zou dat al mooi zijn.

 

Clynelish 14y 1997/2011 ‘All you need is whisky’, 50.5%, The Whiskyman, 160 bottles
Ronde, volle en aromatische neus die start op fruit (sappige rode appels, harde peren en kruisbessen), vanille (best veel) en de onvermijdelijke maar o zo heerlijke bijenwas. Daaronder zachte, zoete eik. En iets van potloodslijpsel. Een beetje pompelmoes ook. Banaan komt ook om de hoek kijken. Dan wat mineralige toetsen (natte stenen). Ook kruiden ontbreken niet, ik denk aan gember en curry. Zonnebloemolie. Weet je, deze neus is al erg aangenaam zonder veel moeite te doen, maar als je dan ook nog eens wat dieper graaft, blijft hij je entertainen. Subtiele aroma’s komen bovendrijven, alsmaar door, resulterend in een erg complexe en subtiele neus. Heb ik een toefje zilt al vermeld? Dacht het niet. Oké, tijd om te proeven. Prikkelend en levendig op de tong, zoet, fruitig, vermengd met een mooie bitterheid. Eik, kruiden (stevig op gember), een beetje hars en pompeloes. De schil van pompelmoes eigenlijk. Minder rond dan de neus, maar dat stoort absoluut niet. Vanille, ananas in blik en kersen zorgen voor het zoete tegengewicht. En ook hier ontbreekt de bijenwas niet. Wel wat minder complex dan de neus, wat niet mag verbazen. Vrij lange afdronk op peren, kruiden, honing en de bijenwas. En zilt naar het einde. Best opnieuw complex deze afdronk. Wel, dit is Clynelish naar m’n goesting zie. Zeker op de neus, de geur is echt om van de snoepen. En dit is dus amper 14 jaar oude whisky hé. Denk hier nog twintig jaar rijping op fles bij… mmm, je moet anderzijds al veel karakter hebben om deze fles twintig jaar gesloten te laten. A propos, 1997 is ook – en waarschijnlijk niet toevallig – de vintage van de Manager’s Coice. 89/100

The Asta Morris sessions: Glenburgie 1997

Asta Morris, het label van Bert Bruyneel, begint stilaan wat bekendheid te genieten in onze contreien. Een zeer lekkere Glenlivet 1977, een schitterende Benriach 1978 en een absoluut indrukwekkende Benriach 1975 hebben Asta Morris op korte tijd niet enkel in de markt gezet maar ook al een bepaalde reputatie bezorgd. Een reputatie die natuurlijk snel om zeep geholpen kan worden met enkele zwakke bottelingen. De lat en de verwachtingen heeft Bert met z’n eerste vaten dus best hoog gelegd. Ik bespreek vandaag, morgen en overmorgen twee spiksplinternieuwe Asta Morris selecties én als toetje de Benriach 1978 die ik al een paar keer geproefd had maar nog niet besproken. Starten doe ik dus met de Glenburgie 1997, te koop voor 59 euro.

 

Glenburgie 1997/2011, 57.6%, Gordon & MacPhail Exclusive for Asta Morris, bourbon cask 8551, 212 bottles
Pfiew, geweldig aromatische geur, barst meteen open in je neus. De eerste sensaties zijn deze van wit fruit (zoete appels en peer), vanille, honing en kaneel. Maar als je hem wat tijd geeft, evolueert hij verder en krijg je als beloning voor je geduld ook nog gekonfijt fruit, nougat en gekonfijte gember. Dan ook wat kaarsvet en lijnzaadolie. Ik meende te moeten opmerken dat de neus weliswaar erg lekker maar niet al te complex was, ik diende die mening dus na een tijdje te herzien. Het mondgevoel is stevig en romig, de smaak clean, zoet en fruitig. Vanille, rode appels, kruisbessen. Met een andere whisky te proeven en dan terug te keren naar deze whisky maakte ik de associatie met Calvados. Dan ook kruiden (peper en gember). En cake. Je ruikt en neemt een aantal zaken waar, je proeft en neemt een aantal zaken waar, je ruikt terug en ruikt weer andere zaken, je proeft nog ’s en opnieuw merk je andere dingen op. Knappe evolutie, mooie gelaagdheid. Best lange, verwarmende, zoete en kruidige afdronk. Tja, Glenburgie 1997, dat was nu niet direct een whisky waar ik veel van verwachtte. Zo zie je maar, in elke warehouse, in elke rij vaten, zit ergens wel een juweeltje verborgen. De kunst is dat vat te vinden en voor de neus van andere belangstellenden weg te kapen. En zo geschiedde. 89/100

Cragganmore 12y 1997, Berry Bros & Rudd

Cragganmore werd in 1869 opgericht door John Smith. Smith koos de ligging van de gebouwen onder andere in functie van de Strathspey spoorlijn, hij was trouwens zelf een groot treinliefhebber. Desondanks zag hij zich vaak verplicht om per goederentrein te reizen omdat zijn gewicht en omvang een rit in een passagierscabine meestal onmogelijk maakte.

 

Cragganmore 12y 1997/2009, 58.6%, Berry Bros & Rudd, cask 1510
De neus start floraal. Bloemen (verse en gedroogde), bloesems en lindethee. Gras ook. Dit alles met een vleugje honing, wat granen, een beetje bijenwas en kaarsvet en ook lichte fruittoetsen (sinaas? appel). Let op de ‘licht’, ‘een beetje’, ‘wat’, ‘een vleugje’… alle associaties – buiten het florale en grassige karakter – zijn licht en vluchtig. En nu we toch bezig zijn, met wat goede wil merk ik ook een… juist ja, lichte rokerigheid aan. De smaak vertoont wat meer body. Rond en romig met een fruitige start. Sinaas, mandarijn. Het grassige duikt ook hier op, net als de lindethee. Zoete drop. Wat gember ook. Peper. De afdronk is best lang, kruidig en zoet met ook hier wat prikkelende citrus erdoorheen. Mooie whisky. In de zomer scoor ik ‘m waarschijnlijk twee punten meer. Oeps, wat zeg ik nu? 83/100

Arran 1997 ‘Rowan Tree’

De tweede Arran in de reeks ‘Icon’s of Arran’ – na de 1996 Peacock – is de Rowan Tree, verwijzend naar de boom die je erg vaak in Schotland aan oude huizen aantreft. Ook op Arran is het een typisch element in het landschap. Wij kennen de Rowan Tree als lijsterbes. De rode bessen van deze boom zouden de geesten van de huizen weghouden en er voor zorgen dat feeën de baby’s niet meenemen en verwisselen voor hun eigen baby’s, die dan een slecht karakter of handicap zouden hebben. Denk aan de uitdrukking ‘He’s away with the fairies’ voor iemand die ze niet allemaal op een rijtje heeft. Bedankt voor de sample Marc! En sorry voor het – onbedoelde – bruggetje.
A ja, ook nog vermeldenswaard is dat dit een vatting is van 10 ex-sherryvaten, waar het bij de Peacock zowel sherry- als bourbonvaten betrof.

 

Arran 1997 ‘Rowan Tree’, 46%, OB 2010, Icon’s of Arran, 6000 bottles
Ik heb de indruk dat ik hier meer granen op de neus heb dan bij de Peacock. Het zoete distilleerderijkarakter is echter evenzeer aanwezig. Vanille, honing en daarna zoet fruit. Bij dat laatste denk ik aan pruimen, rozijnen en krieken, maar dan gesuikerde krieken. Krieken op siroop. Kriekenjenever. En roze pompelmoes (had ik ook in de Peacock). Iets floraals komt ook nog om de hoek kijken. Ja, hooi, gedroogde bloemen en potpourri, samen met de honing gaat dat domineren. Wat ik ook zowel hier als in de Peacock heb, is gekonfijte gember. Wordt dat een herkenningspunt? Erg aangename neus in ieder geval. De smaak is zacht, licht en prikkelend. Nu heb ik meer kruiden (gember vooral, net als wat peper en kruidnagel) en ook noten, naast de zoete granigheid. En de roze pompelmoes, ook dat is een terugkerende associatie. Middellange, verwarmende en kruidige afdronk. Lekkere whisky, duidelijk meer sherry-invloed dan de Peacock, maar niet beter. Ook niet slechter, dezelfde score dus. 83/100

Bezoek aan Balblair

Balblair is misschien niet de meest sexy distilleerderij, maar als ik nog maar denk aan hun 1966 Spanish oaks, komt het water me in de mond. Zowel de 33y als de 38y zijn ronduit schitterende whisky’s. In ieder geval stond donderdagvoormiddag een bezoek aan Balblair gepland. John MacDonald, distillery manager, leidde ons rond in zijn speeltuin en liet ons enkele vintages proeven. Balblair brengt tegenwoordig trouwens enkel vintages uit, geen klassieke ‘leeftijden’ noch single casks. Het bezoek werd afgesloten met een copieuze lunch die ons sterkte voor de lange rit naar Knockdhu.

Balblair, gelegen in Edderton, Ross-Shire, is één van de oudste Schotse distilleerderijen, het werd opgericht in 1790 (Bowmore is bij mijn weten met 1779 de oudste), het is in ieder geval de oudste nog operationele Highland distillery. De man achter het project was John Ross, later opgevolgd door z’n zoon Andrew. Balblair bleef familiebezit tot 1894, toen het in handen kwam van Alexander Cowan. Het is deze Cowan die de distilleerderij herbouwde tot de huidige site. Na een lange sluiting, van 1915 tot 1947, werd de productie terug opgestart onder Robert ‘Bertie’ Cumming. Deze advocaat stond bekend als levensgenieter en niet vies van een drammetje, en meer dan één. Zo gaat het verhaal dat hij, na iets te diep in het glas gekeken te hebben, de pub waar hij consumeerde, opkocht en zich daar de dag nadien natuurlijk niets meer van herinnerde. Maar hij nam z’n verantwoordelijkheid op en maakte van de pub een succesverhaal.

Onder leiding van Bertie bloeide ook Balblair op: de distilleerderij werd uitgebreid, de productie gevoelig verhoogd. Bij zijn pensioen in 1970 verkocht Cumming Balblair aan Hiram Walker. Hiram’s bedrijf werd later opgenomen in de Allied Distillers groep, die het op zijn beurt in 1996 verkocht aan de huidige eigenaars, Inver House.
Vandaag de dag gaat ongeveer 15% van de productie naar single malt, de rest vooral naar de blends van Inver House, zoals daar zijn: Catton’s, Hankey Bannister, MacArthur’s, Glen Talloch en Pinwinnie Royal, én naar hun likeur genaamd Heatter Cream.

 

Maar laat het ons nu maar hebben over waar het hier toch om draait, den drank. Het water voor de whisky komt van de iets verderop gelegen Allt DeargIn bron, de gemoute gerst is zo goed als ongeturfd (1,5 p.p.m.) en heel het productieproces is – zoals het hoort nietwaar – zeer uitgekiend. Maar ik bespaar jullie alle technische details (ben zelf trouwens al een deel vergeten en ik heb nu ook weer niet alles genoteerd). Vermeldenswaard is misschien nog dat er drie stills in de gebouwen staan, maar daar zijn er nog maar twee van in productie.
In 2007 werd het aanbod volledig herzien, met een nieuwe vormgeving en een nieuwe bottelstrategie, de vintages. Dus geen ‘Elements’ meer, en ook geen ‘age statemets’ meer. Hieronder geef ik een overzicht van de vintages die we te proeven kregen. Om evidente redenen zijn de besprekingen eerder beperkt en om even evidente redenen niet vergezeld van een score.

 

Balblair New Spirit, 68.1%
Zoet (suikerspin) en zéér fruitig. Veel peer en ook wat appel. M.a.w., wat je kan verwachten van new spirit.

 

Balblair 2000, 43%, OB 2010
Dit is de opvolger van de 1997. Duidelijk gerijpte new spirit, waarmee ik bedoel dat je de new spirit herkent, maar dan een stuk ronder en voller. Nog steeds veel peer maar ook perzik en banaan, vanille en granen. Het wit fruit zit ook op de zoete smaak, naar het einde en in de afdronk is hij licht kruidig. Niet erg complex, maar foutloze en vlot drinkbare whisky.

 

Balblair 1997, 43%, OB 2009
Deze is een oude bekende en mijn kennismaking indertijd met de Balblair vintages. Ik ben er nooit écht fan van geweest, en ook nu kon hij me niet bijzonder bekoren, alhoewel hij bij sommige van mijn reisgenoten wel in de smaak viel. Deze whisky heeft een lichte, fruitige (ik denk aan Europees fruit) en florale neus. Zoete (honing) en licht bittere smaak. Kruiden. Maar alles is heel speels, licht en vluchtig, het geheel mist wat body.

 

Balblair 1989, 43%, OB 2010, 2nd edition
Maar dit is verdorie wel spek naar m’n bek! Ik scoorde de eerste editie 84/100, deze scoort zeker hoger. Lucas liet me hem de avond ervoor al proeven en hij is écht lekker. Veel complexer dan de 2000 en de 1997 met een heel delicate neus op zoete (karamel), fruitige (ananas, zelfs wat passievrucht) en florale (gedroogde bloemen, hooi) tonen. Licht waxy ook, wat voor mij toch altijd een meerwaarde betekent. De smaak is vol en romig, met naast het fruit (perzik en peer hier) en het zoets van de neus een zeer lekkere kruidigheid. Lange, volle en rijke afdronk. Prijs/kwaliteit vind ik dit een topper. Ja, u leest hier een kooptip (en nee, ik heb dit niet moeten beloven).

 

Balblair 1978, 46%, OB 2009, 3000 bottles
Eindigen deden we in schoonheid. Deze 1978 voegt nog een extra dimensie toe t.o.v. de 1989. Het fruit op de neus is hier gestoofd fruit (aardbeien en pruimen onder andere), de kruiden zitten ook hier al. Ik denk aan gember. Geconfijte gember. I love it! Honing, amandelen… o ja, hij evolueert ook erg mooi. Veel fruit en evenveel kruiden op de smaak, alles perfect in balans. Vrij lange, fruitige afdronk. Yep, deze is nog wat ‘dieper’ dan de 1989, nog wat expressiever ook. Maar je tast ook al wat dieper in de buidel natuurlijk, het is immers een whisky van meer dan 30 jaar oud. Een beauty.

 

Morgen (of overmorgen, al naargelang de goesting) lees je m’n verslagje van de namiddagactiviteit, ons bezoek aan Knockdhu en z’n An Cnoc whisky.

 

Springbank 1997, batch #2

De eerste batch van deze 1997 Vintage werd in 2007 gebotteld op 55.2%, de tweede een jaartje later op 54.9%. Het is deze laatste die ik nu proef. Gerijpt op ‘recharred’ (opnieuw geschroeide) sherryvaten en te koop voor een 55 euro.

 

Springbank 1997 cask strength, 54.9%, OB 2008, batch #2, 10800 bts
Stevige en droge neus op geroosterde en aardse tonen. Bosgrond, varens, rauwe champignons. Geroosterde granen (het maken van muesli). Zeelucht ook, een beetje boenwas en veel citrus. Schil van pompelmoes, mandarijn. Kruiden en een beetje rook. Vrij complex maar ook vrij ruw. Hetzelfde geldt voor de smaak. Ook hier heb ik geroosterd graan, veel kruiden, citrus en rauwe champignons. Daarnaast karamel, geroosterde noten en rook. Best bitter. Misschien wat water proberen… dat help, een beetje. Meer fruit maar ook (nog) meer kruiden. Lange, droge en redelijk bittere afdronk of kruiden (veel peper en ook gember) en rook. Gho, ik kan me voorstellen dat sommigen dit erg lekkere whisky vinden, maar ik vind het geheel te scherp om een score in de tachtig te rechtvaardigen. 77/100

Dewar Rattray bottelt de ideale zomerdram

Op het Cask Six Forum werd de vraag gesteld wat de ideale zomerdram is, een whisky die zich zelfs bij de hoge temperaturen van de voorbije weken vlot laat drinken. Wel, A.D. Rattray reikt het antwoord aan.

 
Clynelish 12y 1997/2009, 59.4%, Dewar Rattray, cask 4664, 310 bottles
Lichte, prikkelende en mineralige neus. Natte stenen, fris fruit (watermeloen, mandarijn), bloemen, richting licht geparfumeerd (rozenblaadjes), een niet geheel onverwachte waxyness, een aangename herbalness (ik heb daar geen Nederlandstalig woord voor, kruidigheid dekt de lading niet. Planten? Eucalyptus alvast. Citroengras). Dan ook wat zoets, vanille en banaan. Een ietsiepietsie zilt nog. Zeelucht eigenlijk eerder, zilt vermengd met jodium. Water toevoegen geeft honing, Canada Dry en kalk. Heel in de verte wat assen. Nice. Ook de smaak is verfrissend. Zacht en zoet met veel fruit en kruiden. Witte chocolade. Qua fruit is het vooral citrus (de schil van citroenen), banaan en abrikoos. Qua ‘kruidigheid’ houttoetsen en kruidnagel. Water brengt appel en peer naar voor. Vooral de peer springt er dan uit. Vrij lange, fruitige, kruidige en waxy afdronk, met ook hier een heel klein beetje zilt. Lekkere, frisse whisky. Frisky! 85/100

Drie SMWS bottelingen

Vandaag drie whisky’s van de Scotch Malt Whisky Society op een drafje, drie Islay’s. Een Bunnahabhain, een Caol Ila en een Laphroaig. Bedankt voor de samples Danny.

 
Bunnahabhain 11y 1997/2009, 57.3%, SMWS 10.67 ‘Dreams are made of this’, 283 bottles
Lekkere Bunnahabhain. Zachte, zoete en licht granige neus met wat sherrytonen. Turf? Ja, maar heel licht. Balsamico. Stevige smaak. Zoet, fruit (sinaas). Subtiele rook, ook hier. Vrij lange afdronk. 85/100
 
Caol Ila 19y 1989/2009, 56.1%, SMWS 53.128 ‘Isle-la-la’, 279 bottles
Rook en zilt in de neus. Gerookte heilbot! Ook heel wat zee associaties in de smaak, naast de turf. Beetje fruit ook. Peer? Mooie afdronk. 83/100
 
Laphroaig 19y 1990/2009, 51.5%, SMWS 29.75 ‘Light shining from a croft window’, 295 bottles
Neus: zoet (karamel), turf, kruiden. Smaak: rook, barbeque, kampvuur, zoet ook. Lekker maar minder complex dan ik gewoon ben bij Laphroaig. Middellange afdronk. 84/100

Een blinde Fulldram sessie – vervolg

Na de pauze gingen we blind en gezwind verder met volgende vier gesokte flessen.

 
Longrow 10y 100° proof, 57%, single cask for The Nectar, Belgium
Zachte, granige neus met associaties van zoete turf, vanille, hout en veel granen. Bierbeslag. Niet geweldig, maar water toevoegen helpt. Water brengt vooral fruit naar boven, zoet fruit, rijpe banaan, maar ook cake en winegums zoals iemand opmerkte. Ook op de smaak heeft hij water nodig, zonder is hij te scherp en te gesloten. Dan krijg je zachte, zoete turf en vanille. Lekkere whisky, maar enkel en alleen met water. 83/100
 
Arran 1997/2010, 55%, OB for Belgium, cask 965, 306 bottles
Zachte sherry- en wijnneus. Ik dacht aan tarte tatin. Met z’n rozijnen, warme appels en karamel. Eucalypus. Honing. Deed me ook wat aan rum denken. Op de tong is hij erg krachtig, het vocht brandde zich een weg naar m’n maag. Alcohol en karamel maar niet veel meer. Water dan maar. Mmm, blijft weinig uitgesproken. Gestoofd fruit, dat wel. Middellange, bitterzoete afdronk. Ook dit is best lekkere whisky hoor, maar voor mij toch de minste van de avond. Niet voor iedereen evenwel, zie de eindrangschikking onderaan. Aan mijn score kan je echter afleiden dat het niveau van de tasting wel meer dan oké was. 80/100
 
Bowmore 16y 1993/2010, 59.9%, The Perfect Dram (TWA), 209 bottles
Aha, een Bowmore 1993! Een legendarische jaar voor deze distilleerderij. In 1993 draaide Bowmore op verminderde kracht, alles gebeurde er een beetje trager. Zo nam de fermentatie dubbel zoveel tijd in beslag als andere jaren. Het resultaat is whisky van uitzonderlijke kwaliteit. Probleem is dat er nog weinig Bowmore 1993 te vinden is, wat gezien de reputatie niet verwonderlijk is. Maar misschien zullen er later nog wel enkele beauties uit dat jaar gebotteld worden op hogere leeftijd.
De neus van deze is licht mineralig en geeft zachte turf en veel bitterzoet fruit. Sinaasschil, kruisbessen, bosbessen, maar ook een lichte tropische touch met ananas en papaya. Vanille. Dit patroon zet zich verder op de smaak. Licht bitter (wat kruiden), veel fruit (de bessen) en zachte turf. De laatste twee associaties komen meer naar voor met enkele druppels water. Fruitige en zoete afdronk met terugkerende rook en wat zilt. Lekkere fruitige whisky (staat in m’n top 3) maar van een Bowmore 1993 had ik misschien toch nog net een ietsje meer verwacht. 86/100
 
Port Charlotte 6y 2002/2008, 57.6%, Streah, cask 85, 281 bottles
Ik moet bekennen nog nooit van deze onafhankelijke bottelaar gehoord te hebben. Vraag me af wat ze zo nog gebotteld hebben. De neus is romig en fruitig met turf natuurlijk, zilt, vanille en vrij veel wit fruit (jong). Niet geweldig complex maar wel lekker. Hetzelfde geldt voor de smaak. Fruit, turf, peper en een lichte assigheid. Lange afdronk in het verlengde hiervan. Voila, een Port Charlotte die wél 84 verdient! 84/100
 

Met deze Port Charlotte sloten we een geslaagde avond af. We hebben dus redelijk wat peat voorgeschoteld gekregen, maar telkens wel mooie en relatief complexe peat. En op zich mocht dit ook wel eens, de nadruk ligt over het algemeen immers sterk op fruitige whisky, waar we natuurlijk niets op tegen hebben.
Blinde tastings? Zo mogen er voor mij elk jaar wel enkele zijn.

 
A ja, voor ik het vergeet, de top 3 van de avond zag er als volgt uit:

  1. Springbank 21y
  2. Arran 1997 for Belgium
  3. Longrow 10y for The Nectar

In de winnaar kon ik me perfect vinden, maar zeker met de tweede plaats van de Arran was ik het niet eens. Bij mij stond de Rollercoaster op twee en de Bowmore op drie, alhoewel deze laatsten erg dicht bij elkaar lagen.

 

Twee ‘Miltonduffs’

Milton-Duff Glenlivet 5y, 40%, OB bottled by George Ballantine Genova 1974 rotation – Speyside – 73/100
Was benieuwd om deze oude Miltonduff te proeven, maar dat viel me eerlijk gezegd wel wat tegen. Zowel in de neus als in de smaak erg ‘maltig’. Granen, muesli, brood, honing ook. Weinig opwindends.
 
Mosstowie 1979, 40%, G&M Connoisseurs Choice 1997 – Speyside – 77/100
Mijn eerste Mosstowie (spreek uit mostauwie). Mosstowie is/was eigenlijk geen distilleerderij, maar de naam van een whisky die tussen 1964 en 1981 in twee Lomond stills werd gedistilleerd in de Miltonduff distilleerderij. Neus: gestoofd fruit, karamel en lichte sherry. Wat olieachtig ook. Relatief krachtige smaak voor z’n 40%. Filmend, wat vettig. Boter. Amandel, hout, karamel, iets kruidigs en lichte rook hier. Geen noemenswaardig fruit, ondanks duidelijk sherry-invloed. Licht rokerige finish. Lekker, maar ook niet meer dan dat.