Spring naar inhoud

Posts tagged ‘1989’

Tamnavulin 21y 1989, Dewar Rattray

De naam Tamnavulin betekent molen op de heuvel. Het is een jonge distilleerderij, gesticht in 1966 en na enige tijd gesloten te zijn sedert 2007 eigendom van Whyte & Mackay Ltd.

 

Tamnavulin 21y 1989/2011, 57.4%, Dewar Rattray, bourbon cask #1750, 204 bottles
De neus is in eerste instantie licht stoffig, zelfs wat vuil. De geur van een natte dweil. Pas op, ik vind dat niet ongenaam. Natte aarde ook wel. Dan komen er groenten door (raap?), granen, boter, eik en pas dan het fruit. Eerder gedroogd fruit: abrikozen, vijgen en rozijnen. Kruiden. Anijs. Stevig en wat scherp mondgevoel. Hout en kruiden domineren. Eik, kruidnagel, peper en gember. Toch ook wat zoete toetsen. Vanille. Volgens mij kan hij wel wat water gebruiken. De neus wijzigt er niet echt door, de smaak wel, je krijgt meer fruit. Ananas, citroen. Lavendel? Misschien. Wat florale toetsen in ieder geval. Suikerwater. Droge, licht bittere afdronk. Een whisky die groeit, die je tijd moet geven. En water. Maar als je dat doet, stelt hij je zeker niet teleur. 82/100

Aultmore 21y 1989, Duncan Taylor

Aultmore, nog zo’n nobele onbekende. Dit is ook nog maar de tweede Aultmore die ik proef. Net als Royal Brackla was Aultmore eigendom van Diageo om dan later verkocht te worden aan de Bacardi-Martini groep. Z’n geschiedenis startte wel iets later, meer bepaald in 1896, midden in de whisky-boom. De naam laat zich uit het Gaelic vertalen als ‘grote bron’ en verwijst naar een gelijknamige rivier in de buurt.

 
Aultmore 21y 1989/2010, 51.8%, Duncan Taylor, cask 1124, 184 bts.
Geur van lijm, alcohol, hars, hout, granen, gist en wat zoets. Het geheel is scherp, zelfs licht zuur en gewoon niet aangenaam. Ook de smaak is scherp, krachtig, kruidig en granig. Wat grassig misschien ook. Droge, bittere afdronk op hout en granen. Nee, dit is gewoon niet lekker, hier hadden ze mee moeten blenden zoals met het grootste deel van de productie. 64/100

Glendronach 1989, Pedro Ximenez sherrycask #3315

Zoals zaterdag aangehaald, is deze 1989 een erg rijke whisky, met een veel uitgesprokener geur- en smaakprofiel dan de 1990 en 1991. Bij deze laatste twee was alles subtiel en delicaat, hier is het veel meer into-your-face. And I like it a lot.

 

Glendronach 20y 1989/2010, 53.2%, OB, Pedro Ximenez cask #3315, 522 bts.
Expressieve zoete neus op pruimentaart, opgelegde peren, balsamico (veel), rozijnen op rum, kersen, cassis en vers gemaakte (nog warme) aardbeienconfituur. Dat alles gebed in de duidelijk merkbare invloed van het hout en de bijhorende kruiden. Met water komt daar wat methol bij. De smaak is dik, vettig bijna en behoudt de mooie balans tussen bittere en zoete tonen. Boter, rozijnen, gedroogde pruimen, confituur, noten, hout, kruiden, de balsamico. Daarna heb ik ook nog mokka en kandijsuiker. Wat bitterder met water. Nee, doet blijkbaar meer kwaad dan goed dat water. Erg lekkere, lange afdronk op pruimen. Op ongetwijfeld heel wat meer, maar het zijn vooral de gedroogde pruimen die opvallen en blijven hangen. Duidelijk anders dan de 1990 en 1991, maar wel helemaal my cup of tea als het op whisky op sherryvat aankomt. 89/100

Bezoek aan Balblair

Balblair is misschien niet de meest sexy distilleerderij, maar als ik nog maar denk aan hun 1966 Spanish oaks, komt het water me in de mond. Zowel de 33y als de 38y zijn ronduit schitterende whisky’s. In ieder geval stond donderdagvoormiddag een bezoek aan Balblair gepland. John MacDonald, distillery manager, leidde ons rond in zijn speeltuin en liet ons enkele vintages proeven. Balblair brengt tegenwoordig trouwens enkel vintages uit, geen klassieke ‘leeftijden’ noch single casks. Het bezoek werd afgesloten met een copieuze lunch die ons sterkte voor de lange rit naar Knockdhu.

Balblair, gelegen in Edderton, Ross-Shire, is één van de oudste Schotse distilleerderijen, het werd opgericht in 1790 (Bowmore is bij mijn weten met 1779 de oudste), het is in ieder geval de oudste nog operationele Highland distillery. De man achter het project was John Ross, later opgevolgd door z’n zoon Andrew. Balblair bleef familiebezit tot 1894, toen het in handen kwam van Alexander Cowan. Het is deze Cowan die de distilleerderij herbouwde tot de huidige site. Na een lange sluiting, van 1915 tot 1947, werd de productie terug opgestart onder Robert ‘Bertie’ Cumming. Deze advocaat stond bekend als levensgenieter en niet vies van een drammetje, en meer dan één. Zo gaat het verhaal dat hij, na iets te diep in het glas gekeken te hebben, de pub waar hij consumeerde, opkocht en zich daar de dag nadien natuurlijk niets meer van herinnerde. Maar hij nam z’n verantwoordelijkheid op en maakte van de pub een succesverhaal.

Onder leiding van Bertie bloeide ook Balblair op: de distilleerderij werd uitgebreid, de productie gevoelig verhoogd. Bij zijn pensioen in 1970 verkocht Cumming Balblair aan Hiram Walker. Hiram’s bedrijf werd later opgenomen in de Allied Distillers groep, die het op zijn beurt in 1996 verkocht aan de huidige eigenaars, Inver House.
Vandaag de dag gaat ongeveer 15% van de productie naar single malt, de rest vooral naar de blends van Inver House, zoals daar zijn: Catton’s, Hankey Bannister, MacArthur’s, Glen Talloch en Pinwinnie Royal, én naar hun likeur genaamd Heatter Cream.

 

Maar laat het ons nu maar hebben over waar het hier toch om draait, den drank. Het water voor de whisky komt van de iets verderop gelegen Allt DeargIn bron, de gemoute gerst is zo goed als ongeturfd (1,5 p.p.m.) en heel het productieproces is – zoals het hoort nietwaar – zeer uitgekiend. Maar ik bespaar jullie alle technische details (ben zelf trouwens al een deel vergeten en ik heb nu ook weer niet alles genoteerd). Vermeldenswaard is misschien nog dat er drie stills in de gebouwen staan, maar daar zijn er nog maar twee van in productie.
In 2007 werd het aanbod volledig herzien, met een nieuwe vormgeving en een nieuwe bottelstrategie, de vintages. Dus geen ‘Elements’ meer, en ook geen ‘age statemets’ meer. Hieronder geef ik een overzicht van de vintages die we te proeven kregen. Om evidente redenen zijn de besprekingen eerder beperkt en om even evidente redenen niet vergezeld van een score.

 

Balblair New Spirit, 68.1%
Zoet (suikerspin) en zéér fruitig. Veel peer en ook wat appel. M.a.w., wat je kan verwachten van new spirit.

 

Balblair 2000, 43%, OB 2010
Dit is de opvolger van de 1997. Duidelijk gerijpte new spirit, waarmee ik bedoel dat je de new spirit herkent, maar dan een stuk ronder en voller. Nog steeds veel peer maar ook perzik en banaan, vanille en granen. Het wit fruit zit ook op de zoete smaak, naar het einde en in de afdronk is hij licht kruidig. Niet erg complex, maar foutloze en vlot drinkbare whisky.

 

Balblair 1997, 43%, OB 2009
Deze is een oude bekende en mijn kennismaking indertijd met de Balblair vintages. Ik ben er nooit écht fan van geweest, en ook nu kon hij me niet bijzonder bekoren, alhoewel hij bij sommige van mijn reisgenoten wel in de smaak viel. Deze whisky heeft een lichte, fruitige (ik denk aan Europees fruit) en florale neus. Zoete (honing) en licht bittere smaak. Kruiden. Maar alles is heel speels, licht en vluchtig, het geheel mist wat body.

 

Balblair 1989, 43%, OB 2010, 2nd edition
Maar dit is verdorie wel spek naar m’n bek! Ik scoorde de eerste editie 84/100, deze scoort zeker hoger. Lucas liet me hem de avond ervoor al proeven en hij is écht lekker. Veel complexer dan de 2000 en de 1997 met een heel delicate neus op zoete (karamel), fruitige (ananas, zelfs wat passievrucht) en florale (gedroogde bloemen, hooi) tonen. Licht waxy ook, wat voor mij toch altijd een meerwaarde betekent. De smaak is vol en romig, met naast het fruit (perzik en peer hier) en het zoets van de neus een zeer lekkere kruidigheid. Lange, volle en rijke afdronk. Prijs/kwaliteit vind ik dit een topper. Ja, u leest hier een kooptip (en nee, ik heb dit niet moeten beloven).

 

Balblair 1978, 46%, OB 2009, 3000 bottles
Eindigen deden we in schoonheid. Deze 1978 voegt nog een extra dimensie toe t.o.v. de 1989. Het fruit op de neus is hier gestoofd fruit (aardbeien en pruimen onder andere), de kruiden zitten ook hier al. Ik denk aan gember. Geconfijte gember. I love it! Honing, amandelen… o ja, hij evolueert ook erg mooi. Veel fruit en evenveel kruiden op de smaak, alles perfect in balans. Vrij lange, fruitige afdronk. Yep, deze is nog wat ‘dieper’ dan de 1989, nog wat expressiever ook. Maar je tast ook al wat dieper in de buidel natuurlijk, het is immers een whisky van meer dan 30 jaar oud. Een beauty.

 

Morgen (of overmorgen, al naargelang de goesting) lees je m’n verslagje van de namiddagactiviteit, ons bezoek aan Knockdhu en z’n An Cnoc whisky.

 

Goldlys 21y 1989 Sherry Wood

De Goldlys 1989 Sherry Wood die begin dit jaar het licht zag, is een mengeling van graandistillaten die gedurende 21 jaar rijpte op ex-sherryvaten.

 

Goldlys 21y 1989, 46%, OB 2010, sherry wood, 680 bottles
Zachte sherryinvloed op de neus met bitterzoete tonen. Gedroogd fruit (dadels vooral), veel granen (je ruikt de rogge), gesuikerde koffie, misschien wat karamel en een lichte kruidigheid (the herbal kind). De smaak is vrij droog en nogal éénzijdig droog: granen, hout en kruiden, weinig anders om het pallet wat meer in balans te trekken. Misschien een beetje fruit, maar minder dan op de neus. De afdronk is dan weer iets beter (iets meer fruit). ‘Niet slecht’ is hier de perfecte conclusie en dus midden in de ‘niet slecht’ categorie, zijnde de scores in de zeventig. Maar dan ook een stuk verwijderd van de categorie van de echt lekkere whisky’s, de scores in de tachtig. 75/100

Twee Yoichi’s

Yoichi is één van de twee single malt distilleerderijen van de Nikka groep. Miyagikyo is de andere. Vandaag maak ik tijd voor de recentste versie van de standaard 10 jaar en voor een nieuwe vintage, dit keer een 1989.

 

Yoichi 10y, 45%, OB Nikka 2010
Frisse, levendige, wat prikkelende neus met fruit (ik denk aan witte perzik en meloen), wat kruiden en heel lichte turf. De smaak is zacht, romig en zoet (ik heb vanille en zachte karamel) met hier meer rook (eerder woodsmoke dan turf) dan in de geur. Een lichte kruidigheid ook, zeker naar het einde en verder door in de bitterzoete afdronk. Mooi gebalanceerde en makkelijk toegankelijke whisky. 81/100
 

Yoichi 1989, 55%, OB Nikka 2010, 2000 bottles
Dit is een mengeling van vier types single malt whisky van de Yoichi distilleerderij. Zowel licht als zwaar geturfde whisky gerijpt op opnieuw geschroeide (‘re-charred’) bourbonvaten, als niet geturfde whisky gerijpt op zowel nieuwe vaten als sherryvaten. 240 van de 2000 flessen voor de Europese markt. Stevige, complexe en volle whisky met op de neus gestoofd en gedroogd fruit (abrikozen, confituur), zachte turf, kruiden (gember, kruidnagel), heide, noten en granen. Natuurlijk ook redelijk wat hout, maar dat blijft mooi in balans met de rest. De smaak is licht kruidig en vertoont tonen van turf, houtskool, zoet fruit (pruimencompot), zachtzoet sherryhout, noten en peper. Het zoete en het bittere houden elkaar mooi in evenwicht. Vrij lange, wat vettige afdronk met wat hout, zoete turf en kruiden. Mooie whisky. 87/100

Drie SMWS bottelingen

Vandaag drie whisky’s van de Scotch Malt Whisky Society op een drafje, drie Islay’s. Een Bunnahabhain, een Caol Ila en een Laphroaig. Bedankt voor de samples Danny.

 
Bunnahabhain 11y 1997/2009, 57.3%, SMWS 10.67 ‘Dreams are made of this’, 283 bottles
Lekkere Bunnahabhain. Zachte, zoete en licht granige neus met wat sherrytonen. Turf? Ja, maar heel licht. Balsamico. Stevige smaak. Zoet, fruit (sinaas). Subtiele rook, ook hier. Vrij lange afdronk. 85/100
 
Caol Ila 19y 1989/2009, 56.1%, SMWS 53.128 ‘Isle-la-la’, 279 bottles
Rook en zilt in de neus. Gerookte heilbot! Ook heel wat zee associaties in de smaak, naast de turf. Beetje fruit ook. Peer? Mooie afdronk. 83/100
 
Laphroaig 19y 1990/2009, 51.5%, SMWS 29.75 ‘Light shining from a croft window’, 295 bottles
Neus: zoet (karamel), turf, kruiden. Smaak: rook, barbeque, kampvuur, zoet ook. Lekker maar minder complex dan ik gewoon ben bij Laphroaig. Middellange afdronk. 84/100

Linkwood 1989, Malts of Scotland

Linkwood 20y 1989/2010, 53.5%, Malts of Scotland, cask 1826, 263 bottles – Speyside
Clean, krachtig en vrij alcoholisch op de neus. Vanille en hout heb ik eerst, met na enige tijd de geur van bloemen die komt opzetten. Fragiel. Ontbijtgranen ook, appels en groene thee. Ja, als je ‘m wat tijd geeft, best genietbaar. Smaak: punchy! Gedroogd gras, hout, vrij bitter in combinatie met een beetje zoets. Gesuikerde thee en veel kruiden. Ik denk aan nootmuskaat, peper en gember. Ook met wat water blijft het bittere domineren. Lange, bittere afdronk. Op de tong is ie me te droog om hoger te scoren. 81/100

Twee nieuwe Malts of Scotlands

Highland Park 20y 1989/2009, 51%, Malts of Scotland, cask 10521, triple wood, 280 bottles – Orkney
Triple wood? Wel ja, deze HP heeft na een dikke twintig jaar op bourbonvat nog drie maand gerijpt op portovat en daarna nog ’s drie maand op sherryvat. Sobere, ‘strenge’ neus. ‘Austere’, mocht ik in het Engels schrijven. Wat eerst opvalt, is het gedroogde gras, hooi, gedroogde bloemen, potpourri. Honing ook, eucalypthus en een beetje hars. Vernis. Fruit? Niet veel, een toefje aardbeienconfituur misschien. Een weinig rook op de achtergrond. De smaak is behoorlijk droog, kruidig, met het hars en de honing uit de neus, naast een stevige stukje hout. Wat rubber. Kirsch? Drogende afdronk met peper en gember. Lekkere, maar zeker niet de beste Highland Park die ik al dronk. 82/100
 
Bowmore 14y 1995/2009, 56.7%, Malts of Scotland ‘Clubs’, cask 113, sherry but, 316 bottles – Islay
Dit is de eerste Malts of Scotland gebotteld in de ‘Clubs’ reeks, whisky’s geselecteerd door en gebotteld voor whiskyclubs, in dit geval de Maltisten uit Wesfalen. Een lekkere jonge Bowmore met mooi gebalanceerde turf is dit, vooral op de neus, de turf is wat scherper op de tong. Maar het blijft dus niet bij turf. De geur geeft ook roze pompelmoes, mandarijn, kruiden en wat medicinale toetsen. Tandartstoestanden. Dat medicinale zit ook in de smaak, naast houtskool, zilt, wat citroen en nootmuskaat. Best lekker. Eerder lange afdronk op turf en citrus. Ja ja, Bowmore heeft zich in de jaren negentig goed herpakt. Laat dit soort whisky 10, 20 jaar langer rijpen – zodat de turf nog wat meer naar de achtergrond verschuift en het fruit en de kruiden nog meer ruimte krijgen – en we gaan op onze oude dag nog heel wat beauties uit dit decenium tegenkomen. 86/100