Kruiden etc. – de smaak van whisky
Woensdag had ik het over turf en de rol die het speelt in het productieproces, vandaag maak ik tijd voor een koppel kruidige whisky’s.
Nu, het kruidig karakter van een whisky heeft niets met kruiden an sich te maken. Het is gewoon zo dat het distilleren en het rijpen van whisky resulteert in verschillende types whisky. Zo kan een whisky zoet zijn, of fruitig, of ziltig, of kruidig…
De smaak van een whisky wordt voor een groot stuk (70% naar men aanneemt) bepaald door het vat waarop het rijpt, het gebruikte hout, de poreusiteit van het vat, de regio waar dat vat ligt te rijpen, enzovoort. De whisky neemt smaken en geuren op uit het vat en uit de lucht die door de poriën van het vat raakt. Een vat dat rijpt aan zee zal een andere whisky geven dan een whisky gerijpt in het binnenland. De zeelucht zal jodium, zilt, zeewier… afgeven. Een dennenbos of de heide zullen andere aroma’s geven. Ook de ligging van een vat in de opslagplaats speelt een rol. Op de grond, zeven, acht rijen hoog, het speelt allemaal een rol.
Niet te onderschatten ook is het blakeren van het vat, het zwart branden van de binnenkant. Dit blakeren en de duur ervan hebben een invloed op de aroma’s die het hout (eik) aan de whisky zal geven. Vanille, tannines, kruidigheid, etc.. Het blakeren van een vat duurt over het algemeen 40 tot 60 seconden, soms ook langer. Suikers uit het hout worden zo ‘gekarameliseerd’, wat ook weer z’n invloed op de whisky heeft.
Soit, Google-gewijze vind je hier heel wat bijkomende technische info over. Soms wordt het wel heel technisch, wanneer het bijvoorbeeld gaat over chemische reacties tussen de vanille in het eikenhout en het koper in de whisky, afkomstig van de stookketels… In ieder geval, er zijn zoveel elementen die meespelen in het ontstaan van een bepaalde smaak, dat er geen twee identiek smakende vaten whisky bestaan. Gelijk smakende whisky kan enkel verkregen worden door de kunst van het blenden, het mengen van whisky uit verschillende vaten.
De praktijk leert dat je vooral in de (noordelijke) Highlands – en in mindere mate ook wel in Speyside – whisky’s met een kruidig karakter vindt.
Twee voorbeelden:
Blair Athol 15y 1990, 61.4%, Blackadder Raw Cask, sherry finish, cask 7161, 483 bottles – Highland – 73/100
Erg kruidig, zowel in de neus als in de smaak. Ook behoorlijk wat sherry. Smaak: hier moet water bij! Dan krijg je de kruiden en iets zoets. Bittere chocolade. Relatief korte peperige afdronk. Wat eenzijdig.
Glen Garioch 16y 1990/2007, 52.5%, Dewar Rattray, cask 4125, 264 bottles – Highland – 72/100
Spreek uit ‘Glen Gierie’. Fruitge neus (veel citrus, maar ook appel), zoet en kruidig. Mosterd ook. Zachte, licht zoete smaak. Hint van rook. Vrij lange, kruidige afdronk. Voor mij een ‘unusual’ dram, door de mosterd denk ik. Globaal niet slecht, maar word er niet wild van.
Trackbacks & Pingbacks